Kwartierstaat van Eufemia van Coevorden

Generatie 1 (proband)

1 Eufemia van Coevorden, geboren omstreeks 1215. Eufemia is overleden na 1250, minstens 35 jaar oud.
Notitie bij Eufemia: Erfdochter. Staat na de dood van haar vader in 1230 onder voogdij van diens broer Frederik van Coevorden.
Zij hertrouwde ca. 1237 Herman I graaf van Lohn, wednr. van Sophia.
Dochter van Rudolf II van COEVORDEN (zie 2196946).
Uit dit huwelijk:
1. Henricus III (zie 549236).

In een request van 29 maart 1250 dragen Hermannus de Lon, zijn vrouw Eufemia en hun zoon Henricus de Borculo de goederen, eigendom en patronaatsrecht, over aan de ecclesia van Ruinen die Nicolaus van hen in gebruik had. En het huis Ludinghe te Lee.
Eufemia:
(1) trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1235 met Hendrik II van Borculo, ongeveer 45 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vond plaats in 1232. Hendrik is geboren omstreeks 1190, zoon van [waarschijnlijk] Hendrik I van Borculo. Hendrik is overleden in 1236, ongeveer 46 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Was burggraaf van Coevorden van 1232-1236
http://home.online.nl/corryhavermans/html/kwartierstaat_blad_2.html
Henricus II van BORCULO, overleden 1236/1237.
MD Teenstra vermeld als sterfdatum het jaar 1263. Waarschijnlijk verschrijving.
Ministeriaal en ridder 1232-1236. Burggraaf van Coevorden en heer van Drenthe.
Had in 1232 een belangrijk aandeel in de overwinning van de Drenthenaren bij Nutzpete in Groningen op de bisschoppelijke troepen. ( Opmerking Anne Post: Nutspete moet zijn Mitspete en is een natuurlijke verdedigingslinie, gevormd door de bedding van een oude slenk die de Hondsrug doorsnijdt even ten noorden van Noordlaren. De weg Coevorden-Groningen over de Hondsrug loopt door de bedding op een lichte verhoging. Op de zuidwal stond een mottekasteel of Bolwerk)
1236 verkoopt hij de vlek Grunloe (Grol) aan graaf Otto van Gelre. Zoon van Henricus I van BORCULO
Gehuwd 1232 met Eufemia van COEVORDEN.
Erfdochter. Staat na de dood van haar vader onder voogdij van diens broer Frederik van Coevorden. Zij hertrouwde ca. 1237 Herman I graaf van Lohn, wednr. van Sophia.
Dochter van Rudolf II van COEVORDEN.
Uit dit huwelijk: Henricus III
(2) trouwde, ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1237 met Hermannus I, Graaf van Lohn, ongeveer 34 jaar oud. Hermannus is geboren in 1203, zoon van Gerhard III van Lohn en NN van Bredevoort. Hermannus is overleden in 1252, 48 of 49 jaar oud. Hermannus trouwde voorheen omstreeks 1225 met Sophia.
Notitie bij Hermannus: oorkondenboek Oost Friesland:
Nr 17 Herford, 20 september 1224; Koning Hendrik VII beleent de edele vrouw Sophia, echtgenote van graaf Otto van Ravensberg, met het graafschap in Eemsgouw en met meerdere goederen en rechten zoals graaf Otto van de koning en zijn voorgangers in leen heeft gehad. Getuigen: hertog Walravenus en Hendrik zijn zoon, Gerard van Wassenberg, graaf Gerard van Theiz, graaf Adolf van Altena, graaf Godfried van Arnsberg, Herman, advocaat van Keulen en zijn zoon, rentmeester van Woltburg, Gerlagus van Bodinken, Herman van Alvetere, Herman van Lon, Godschalk van Lon, Reinold van Ressen, Sweder van Dinkethen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Herman Gf. v. Loen (1203 / + 1252), Herr zu Groenlo ist mit Rudolf von Steinfurt Erbe von ½ Bredevoort (1238) 1.oo 1235 Sophia, 2.oo um 1235 Euphemia, Erbin von Coeverden (1232 / 50), Ww. Heinr. II. von Borculo und T. v. Rudolf, Bgf. v. Coeverden. Herr v. Drenthe
Schwäger des Hermann von Lohn waren 1234 Heinrich von Ringenberg, Sveder von Ringenberg, Werner (=Wessel) von Heiden, Hermann Werenco und Hermann von Münster.
Er war Eigentümer von Varseveld mit der Mühle, Fischerei usw. im Lande Gooi und schenkte mit seiner Frau Sophie dies Eigentum dem damals noch dort ansässigen Kloster Bethlehem.
Kind van Eufemia en Hendrik:
I. Hendrik (III) van Borculo, geboren in 1237. Hendrik is overleden in 1288 in Woeringen, 50 of 51 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Request van 27 februari 1261 of 1262. Archief Dickninge.
Henricus van Borculo verleent zijn goedkeuring op de verkoop van Rudolf van Ansen aan het klooster in Ruinen van de halve tiend uit de hof te Dickninge, mits Rudolf andere goederen van gelijke waarde ten zijnen behoeve verbind, waarvoor Mewekinus (Bartholemeus) van Ruinen en Wicher borg blijven. (Zoons van Johan I van Ruinen)

Andere bronnen:
http://home.online.nl/corryhavermans/html/kwartierstaat_blad_2.html
549236 Henricus III van BORCULO, overleden op 05-06-1288 te Woeringen,
(1248-1288) Burggraaf van Coevorden en heer van Drenthe. Sneuvelde 05-06-1288 bij de slag van Woeringen. Betrokken en/of getuige bij schenkingen of verkopen door Herman, graaf van Lohn;
1248 goederen verkocht aan klooster Bethlehem; 1250 schenking kerk te Ruinen; 1250 verkoop Brunsveld te Zelhem aan klooster Bethlehem. Verkoopt 1251 Hertinc in het kerspel Versevelde aan klooster Bethlehem.
1262 blijkt uit een oorkonde dat hij gehuwd is met Agnes en dat zij toen 5 zonen en 2 dochters hadden.
1272 getuige bij het verlenen van vrijstelling van de tol van Lobeek (Lobith) voor die van Arnhem; 1275 beleent hij als miles zijn verwant Rudolphus, zoon van Folkerus de Echten met de grove en smalle tienden in Echterveen en Zuidwolde. Zoon van Henricus II van BORCULO (zie 1098472) en Eufemia van COEVORDEN (zie 1098473).
Gehuwd met 549237 Agnes, (1259-1288) Vrouwe van Borculo en Coevorden.
Ogd0176: Agnes doet in 1288 een schenking aan het klooster Bethlehem voor jaargetijden voor haar man.
Uit dit huwelijk: 1. Arnold (zie 274618).

MD Teenstra: 1284; Hendrik van Borculo, burggraaf van Coevorden sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon Reinold (1284-1311) Opmerking Anne Post: 1284 moet zijn 1288.
Hendrik trouwde met Agnes van NN.

Generatie 2 (ouders)

2 Rudolf II van Coevorden, geboren omstreeks 1192. Rudolf is overleden op 25-07-1231 in Nijenstede, Hardenberg, ongeveer 39 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Was burggraaf van Coevorden van 1196-1228.
Komt voor als getuige van de bisschop van Utrecht in brieven van 1 januari 1218 en 10 januari 1223. In de laatste brief samen met zijn broeder Frederik.
In 1212 verpand hij met toestemming van zijn vader Volkerus, de grove en smalle tienden in Spehoorne en de tiend van 8 huizen te Echten aan de abdij van Ruinen, met vaststelling van de termijn van terugbetaling. (archief Dickninge) Later genoemd als van Ansen. Ridder van Ansen
1222 Rudolf belegert met de Gelkingen het slot van Egbert van Groningen.
1226 Rudolf, door de Sepperothes te Groningen te hulp geroepen, bemachtigd Groningen en neemt de stadsvoogd Egbert de jonge met zijn gezin gevangen en verwoest het slot. Grootvader Egbert van Groningen vlucht naar Friesland en komt terug en herovert Groningen en doodt vele Gelkingers.

Slag bij Ane op 28 juli 1227. Rudolf of Roelof verslaat het bisschoppelijke leger samen met Drenten en Friezen en met behulp van bendes uit Steinfort, Dalen, Loenen en Goor. Bisschop Otto van der Lippe sneuvelt en ook 200 ridders en ridderzonen waaronder de beroemde Duitse held Berend van Horstmar. De graaf van Gelre Gijsbert van Amstel en andere edelen werden gevangen genomen. Deze worden later onder beloften en borgtocht vrijgelaten. Keizer Hendrik ontslaat hen van de beloften en deze edelen werken mee aan de verkiezing van Wilbrand van Oldenburg tot bisschop van Utrecht.
Een nieuwe aanval van de bisschop op Coevorden volgt met wisselend succes, maar uiteindelijk komt er een wapenstilstand en doet de bisschop nieuwe voorstellen aan Rudolf/Roelof. Rudolf wordt uitgenodigd in het nieuw door de bisschop gebouwde kasteel bij Hardenberg voor overleg. Daar worden hij en Hendrik van Gravestorp gevangen genomen en vermoord. (Geradbraakt.)
In 1231 volgt opnieuw strijd en komt er een verdrag waarbij Frederik van Coevorden wordt beleend met alle rechten zoals zijn voorganger die ook bezat.

Rudolf/Roelof van Coevorden had een dochter die met Hendrik van Borculo getrouwd was. komt voor in een akte van 1261.
Hij trouwde met
3 Sophia van Ruinen, geboren in 1205 in Ruinen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Eufemia van Coevorden, geboren omstreeks 1215 (zie 1).

Generatie 3 (grootouders)

4 Folker van Coevorden, geboren in 1152. Folker is overleden na 1215 in Ansen, minstens 63 jaar oud.
Notitie bij Folker: Ridder, ministeriaal, geboren Coevorden 1152, overleden na 1215. Vestigt zich 1196 op zijn erfgoed te Ansen. Later komt dit als een allodiale hof voor, in bezit van zijn nakomelingen. Uit zijn kleinzoon Volkier stamt het geslacht Van Echten.
Volker wordt nog vermeld 1212 als "miles de Kovorde".
Gevangen genomen omstreeks 1190 en opgesloten in het stichtse kasteel Horst. Verleide aldaar de dochter Ida van een rijke ridder Albrecht Lewe en is aldaar met haar getrouwd. (Quedam narracio)
Wordt in oorkonden genoemd als getuige van de bisschop van Utrecht in 1206, 1208, 1209, 1210, 1211, 1212 en 1215.
Volker werd na de dood van zijn broer Rudolf niet benoemd tot slotvoogd van Coevorden en daarom vestigde hij zich op zijn landgoed bij Ansen. (Vermoedelijk is dit leengoed door Folker of Volker’s vader Rudolf of Ludolf verkregen in de tijd dat Rudolf’s broer Herbert bisschop van Utrecht was. Volker zal na zijn huwelijk hierop een borg hebben gebouwd omstreeks 1170)
Hij koos toen voor de partij der Gelkingers in Groningen, viel het kasteel te Coevorden aan en nam de gravin van Bentheim gevangen. Ook de ridders van Peize kozen toen voor de Gelkingers.(M D Teenstra in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel 1859)
Hij trouwde, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 1191 met de ongeveer 21-jarige
5 Ida Lewe, geboren omstreeks 1170 in Peize ??.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf II van Coevorden, geboren omstreeks 1192 (zie 2).
II. Godfried van Coevorden, geboren omstreeks 1195. Godfried is overleden na 1231, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Zie notitie bij broer Frederik.
III. Frederik van Coevorden, geboren omstreeks 1194 in Ansen ?. Frederik is overleden na 1236 in Coevorden ?, minstens 42 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Is samen met zijn broer Godfried aanvoerder van de troepen van hun broer Rudolf, slotvoogd van Coevorden, die in 1227 samen met de schultes van Peize opnieuw prefect Egbert van Groningen aanvallen. Bisschop Otto II van Utrecht ontzet Egbert en verovert het slot van ridder Sweder van Peize, waarbij vele aanzienlijke Drenthen worden omgebracht.
Wordt in 1231 vermeld als de opvolger van zijn broer Rudolf als slotvoogd van Coevorden op grond van een gesloten overeenkomst tussen de bisschop van Utrecht en de Drenthen te Mitzpete (Noordlaren).
Komt voor in een oorkonde van 16 oktober 1236, waarin hij samen met Johannes, kanunnik te Osnabrück, uitspraak doet in een geschil tussen het klooster te Ruinen en de ridders Johannes en Laurentius over het veen Buddingwold.
Frederik trouwde met NN van Ruinen?.
6 [misschien] Arnold II van Ruinen, geboren omstreeks 1165. Arnold is overleden na 1217, minstens 52 jaar oud.
Notitie bij Arnold: Komt voor in een oorkonde van 1204 samen met Hendrik van Kuinre, Herman van Voorst, Bernard Benzinck, Arnold Wilde, Hugo en Wiecher Storm, Engelbert Merekinck.
In 1206 ruilt bisschop Derk met de abt Frederik van Ruinen de kerk van Beilen tegen de kerk van Steenwijk. Als getuigen in de akte worden genoemd Arnoldus en Otto van Ruinen. Arnoldus komt tevens voor in acten van de bisschop als getuige in de jaren 1207, 1209, 1210 en 1211. Als getuigen van bisschop Otto in de jaren 1215 en 1217.
Kinderen van Arnold uit onbekende relatie:
I. Johan I van Ruinen, geboren omstreeks 1188 in Ruinen. Johan is overleden na 1241, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Johan: Johan I van RUINEN, ridder, (Heer van Ruinen 1223-1241) genoemd als getuige van de bisschoppen Otto van Lippe (1205-1225), Wibrand van Oldenburg (1225-1233) en Otto van Holland (1233-1249).
In 1212 wordt Johan van Ruinen genoemd als getuige van Volker van Coevorden.
1236 beslechten Johannes en Laurencius, ridders, hun geschil met de abdij van Ruinen (oork. boek Gr. en Dr. I, nrs 67, 83 en 100).

Uit MD Teenstra; 1e deel breedvoerig tijdrekenkundige tafel;
Jaar 1036; Ruinen, een geheel op zichzelf staande heerlijkheid in Drenthe, toebehorend aan twee broeders, de ridders Johan en Laurens van Ruinen, behoort volgens de mening van de twee broeders niet tot Drenthe en zij willen zich evenmin onder de Drenthenaren gerangschikt zien, evenmin als de tegenwoordige bewoners van Zuidlaren.
(De datum van de oorkonde kan niet juist zijn, moet 1236 zijn)

Oorkonde 1036 tekst uit J S Magnin 1846; De voormalige kloosters in Drenthe geschiedkundig beschouwd. (Datum moet 1236 zijn)
"Ego Johannes, verbi Crucis Minister, Canonicus Osnabrugensis, scire volo universos ad quos presens scriptum pervenerit, quad cum contraversia fuisset inter Conventum de Runen ex una parte, et Johannem et Laurentium, fratres, milites, exaltera parte, super palude que vocatur Buddigwolt, que iacet inter Mickelhorst et Arneslot, causam predicte contraversie abbas et fratres sui, sub optentu officii, et Jo. et Lau. layci, sub pene excommunicacionis, michi et Domino Fretherico de Covordia et Johani de Pethe dederunt terminandam. Nos vero habito consilio ordinavimus, ut predictus Conventus Jus, quod habuerat in predicta pralude, predictis fratribus Jo. et Lau. libere conferret et absolute, et iam dicti fratres, in recompensacionem palludis, darent annuatim conventui septem modios siliginis et septem modios avene, groniensis mensure, de domo in Twinglo (Dwingelo). Ordinavimus preterea, ut omnis contraversia qui fuit inter partes de palludibus hinc inde excultis, per dictam composicionem finaliter esset sopita et amicabiliter ordinata, et neutra pars de cetero aliquatenus moverit de predictis questionem. Palus vero de Arneslot usque Runen eritam conventui quam aliis marchionibus communis. Et ne factum istud aliquatenus posset irritari, presenti scripto sigillorum B., Abbatis de Runen, Jo., verbi Crucis ex Legato, et F., Militis de Covordia, testimonio roborato fecimus innotari.
Acta sunt hec in Runen Ao MXXX sexto, in die sancti Galli".

Vermeld in Cartago dik019, Archief abdij Dickininge, met datum 16 oktober 1236.
"Johannes, verbi crucis minister, kanunnik te Osnaburge, bepaalt met Frethericus de Couordia en Johannes de Pethe, - in het geschil tusschen de abdij van Runen en de gebroeders Johannes en Laurencius, ridders, over het drassig land Buddigwolt tusschen Mickelhorst en Arneslot: 1- dat de abdij haar recht zal opdragen aan de gebroeders tegen eene jaarlijksche vergoeding van 7 mudden rogge en 7 mudden haver Groninger maat, uit het huis in Twinglo; 2- dat hiermede alle geschil opgelost zal zijn; 3- dat het drassig land tusschen Arneslot en Runen gemeen zal zijn aan de abdij en de overige markegenooten. Met bezegeling door B. abt van Runen, Johannes verbi crucis Ohristi legatus en Frethericus ridder De Couordia."

In een copie van de originele oorkonde in het Latijn staat als datum "A` XXX` sexto", geen duizend of honderdtal ervoor. De opstellers van het Oorkondenboek Groningen-Drenthe menen dat hier alleen maar het jaartal 1236 in aanmerking komt, gelet op de overige inhoud van de oorkonden en de vermelde personen.
Johan trouwde met NN van NN.
II. [misschien] Sophia van Ruinen, geboren in 1205 in Ruinen (zie 3).
III. Gerard(us) van Ruinen, geboren omstreeks 1191. Gerard(us) is overleden na 1230, minstens 39 jaar oud.
Notitie bij Gerard(us): Komt voor in een oorkonde van 25 maart 1230, waarin Theodericus, kanunnik te Deventer, goederen schenkt aan de kerk van St Marie te Deventer.
IV. [misschien] Herman Clencke, geboren vóór 1200. Herman is overleden vóór 1236.
Notitie bij Herman: Vermeld in een oorkonde van 1 januari 1219 waarin de bisschop van Utrecht de schenking goedkeurt van een hoeve in Middelbrink, gelegen aan de oostzijde, aan het klooster te Ruinen, door Eveze, weduwe Ostwalt en Ida, de vrouw van Nicolaas, zoon van Eveze die in het Heilige Land is gestorven, waarvan de voogden van de zoon van Nicolaas en Ida hierbij aanwezig zijn en hiermee instemmen.
Getuigen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, en de voogden van de zoon van Nicolaas en Ida: Gijsbert, Hugo Dunker, Herman Clincke, Rudolf Rocke.
Herman trouwde met NN van NN.
V. Laurens van Ruinen, geboren omstreeks 1195.
Notitie bij Laurens: Uit MD Teenstra; 1e deel breedvoerig tijdrekenkundige tafel;
Jaar 1036; Ruinen, een geheel op zichzelf staande heerlijkheid in Drenthe, toebehorend aan twee broeders, de ridders Johan en Laurens van Ruinen, behoort volgens de mening van de twee broeders niet tot Drenthe en zij willen zich evenmin onder de Drenthenaren gerangschikt zien, evenmin als de tegenwoordige bewoners van Zuidlaren. Ook Coevorden schijnt in ridder Frederik een eigen heer te hebben.
Opmerking: Het vermelde jaartal is waarschijnlijk niet juist. Dit zal 1236 moeten zijn.
Zie verder hetgeen vermeld is bij zijn broer Johan.
VI. [misschien] Rudolf Rocke, geboren vóór 1200. Rudolf is overleden vóór 1236.
Notitie bij Rudolf: Vermeld in een oorkonde van 1217 met bezittingen in Eemster.
VII. [misschien] Ida van Ruinen, geboren omstreeks 1200.
Notitie bij Ida: In een oorkonde van 1218 staan als voogden van de zoon van Nicolaas en Ida vermeld: Ghiselbertus, Hugo Dunker, Hermannus Clince en Rodulfus Rocke. Deze personen zijn dus verwanten van beide, waarschijnlijk broers van beide of van beide ouders. Op basis van de vermelde volgorde zijn Gijsbert en Hugo een van Steenwijck en Herman en Rudolf van dezelfde familie als Ida.
Ida trouwde met Nicolaas van Steenwijck. Nicolaas is geboren omstreeks 1200, zoon van [waarschijnlijk] Hendrik van Steenwijck en [waarschijnlijk] Evese van Oosterwolde. Nicolaas is overleden vóór 1218, ten hoogste 18 jaar oud.
Notitie bij Nicolaas: Vermoedelijk vermeld in een oorkonde van 1218, schenking van een huis te Middelbrink aan de kerk van Ruinen, door Evese, weduwe van Ostwalt (Oosterwolde). Nicolaas, zoon van Evese, is in het Heilige Land gestorven en was getrouwd met Ida.

Generatie 4 (overgrootouders)

8 Ludolf van Wierum van Coevorden, geboren omstreeks 1105. Ludolf is overleden omstreeks 1155, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Ludolf: Verkreeg van zijn broer Herbert in 1141 Coevorden in leen en de jurisdictie over Drente.
Was daarvoor zeer waarschijnlijk leenman van het landgoed Ansen, allodiaal bezit van de bisschop van Utrecht. Zijn zoon Folker trok zich in 1196 terug op zijn erfgoed Ansen.
Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde.Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht.
Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden. Omstreeks 1280 is deze burcht een klooster geworden van een Duitse orde. Een Ludolf van Bunne werd de 5e Land-Kommandeur der Utrechtse Balije en wel van 1286 tot 1288.
Hij trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1135 met de ongeveer 15-jarige
9 Johanna van Goor, geboren omstreeks 1120. Johanna trouwde (2), ongeveer 35 jaar oud, omstreeks 1155 met Floris van Vorenborch (±1125-na 1195), ongeveer 30 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolph I van Coevorden, geboren vóór 1145. Rudolph is overleden in 1196, minstens 51 jaar oud.
Notitie bij Rudolph: Heer van Coevorden, na de dood van zijn vader, tot 1188, toen de bisschop van Utrecht Coevorden in leen gaf aan de Hollandsche ridder Ghiselbert Postekin.
Rudolf of Roelof van Coevorden trok zich terug op zijn erfgoed bij de Vecht en de Reest. Zijn vader, Ludolf van Coevorden, nazaat van Werl, was voor zijn benoeming tot burggraaf van Coevorden mogelijk een leenman van de bisschop van landgoederen gelegen aan de Vecht en zijrivieren hiervan. Ansen wordt met name genoemd bij zijn zoon Folker.
Rudolph bleef kinderloos. Rudolph trouwde met NN van NN.
II. Folker van Coevorden, geboren in 1152 (zie 4).
10 Albert (Albrecht) Lewe, geboren omstreeks 1130.
Hij trouwde met
11 NN van Ruinen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ida Lewe, geboren omstreeks 1170 in Peize ?? (zie 5).
II. Gerard Lewe, geboren omstreeks 1175.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde van 1206 als getuige samen met: Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijk, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Polle, Hugo Sturm,(Calthorne), Hugo Dunker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch, Randulfo, Hendrik van Norch, Walter Radink, schulte Bartold,(van Eelde), Gelmer van Ide, Werenzone van Bunne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen, Jacob ter A.
12 Otto II van Ruinen, geboren omstreeks 1140. Otto is overleden na 1206, minstens 66 jaar oud.
Notitie bij Otto: Op 1 april 1169 bekrachtigd bisschop Godfried de verkoop van Selwerd door Lutgerus, dienstman van St Maarten aan het klooster te Ruinen. Als getuigen worden vermeld Otto van Ruinen, Hendrik van Cunre, Leffert van Groningen, Everhard van Almelo en Ingelbert van Ramlo.
In 1181 komt Otto voor in een brief van abt Hendrik, samen met Lambert van Peize, en Roelof van Groningen, als getuigen en dienstmannen.
De vermelde kinderen Otto en Johan worden vermeld op:
http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm#g3
zonder nadere bronnen.
Kinderen van Otto uit onbekende relatie:
I. Arnold II van Ruinen, geboren omstreeks 1165 (zie 6).
II. [waarschijnlijk] Otto van Ruinen, geboren in 1168.
Notitie bij Otto: Vermeld 1206-1211, ministeriaal en getuige van de Bisschop van Utrecht.
III. [waarschijnlijk] Johan van Ruinen, geboren omstreeks 1170.
Notitie bij Johan: Vermeld 1212 als getuige van Volker van Coevorden.

Generatie 5 (betovergrootouders)

16 Rudolf van Werl van Wierum.
Notitie bij Rudolf: Rudolf van Wierum, de hier opgevoerde vader van Herbert of Hartbert van Wierum, zal een kleinzoon zijn van graaf Rudolf van Fivelgo, vermeld in de oorkonde van mei 1040 waarin keizer Hendrik Drenthe en de stad Groningen en andere goederen schenkt aan de bisschop van Utrecht.
Herman II van Werl had een zoon Rudolf uit een tweede huwelijk waarvan verder niets bekend is. Hij kwam niet in aanmerking voor opvolging als graaf. Na de dood van Herman II werd zijn zoon Bernhard III, uit zijn eerste huwelijk, graaf in de Emsgau en Frisia (tussen Lauwers en Eems). Bernhard had een borg in Emden. Het was gebruikelijk in grafelijke kringen om belangrijke bestuurlijke posities te laten innemen door vertrouwelingen en dan meestal familieleden. Daardoor was de macht beter te handhaven en mogelijk uit te breiden. Het gebied van graaf Bernhard bestond uit meerdere gouwen. Het is dan aan te nemen dat een deel van die gouwen, waaronder Fivelgo en Hunsego, als onderleen door Bernhard aan zijn halfbroer Rudolf is gegeven. De zetel van deze Rudolf zal dan op een strategische plek hebben gelegen in dit gebied. Deze plek is dan Wierum, van waaruit een goede verbinding over zee met Emden bestond. Op dit punt, waar Hunze en Aa samen komen en waar alle verkeer van en naar Groningen te controleren is, zal zeker een borg of versterkt huis hebben gestaan. Kleinzoon Rudolf, vader van Herbert, zal hier gewoond hebben en niet in Bierum zoals deze plaats is vertaald uit het latijn door de samenstellers van de bekende oorkondenboeken van het Sticht.
Zie ook de veronderstelling van Roemeling, vermeld bij Herbert. Rudolf zal dan bekend geweest zijn als Rudolf van Wierum.
Wierum, en meerdere terpen langs de Hunze, waren al bewoond voor het jaar 0.
Zeer waarschijnlijk is de borg Selwerd, net ten zuiden van Wierum, een vervanging van een versterkt huis te Wierum.
Archeologische opgravingen door de stad Groningen, http://gemeente.groningen.nl/stadsgeschiedenis/over-archeologie, toonden aan dat ter plaatse waar de borg Selwerd heeft gestaan, ook sporen zijn gevonden van een eerder ter plaatse gebouwde houten borg of bolwerk, vermoedelijk gebouwd omstreeks 1100-1150. De bouwer is dan een nazaat van Rudolf van Wierum en moet dan Leffart zijn geweest, door zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht en bezitter van het gebied Selwerd, benoemd als prefect van Groningen. De afgezette prefect Egbert woonde op de Gruenenborg aan de Hunze. De borg Selwerd is dan het stamhuis van de prefecten van Groningen van het Westfaalse geslacht van Werl / (later van Sepperothe),waarin de naam Rudolf veelvuldig voorkomt. De Gruenenborg aan de Hunze is het stamhuis van de prefecten van het Saksische geslacht Groenenberg of Groenebeke, verwant aan de graven van Brunswijk, waarvan velen de naam Egbert dragen.
Hij trouwde met [misschien]
17 Sigardis? van NN. Sigardis is overleden na 1148 in Coevorden ?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herbert (Hartbert) van Wierum, Bisschop van Utrecht, geboren omstreeks 1100. Herbert is overleden op 12-11-1150, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Herbert: Vermeld in Quedam Narracio pag.2 als Hartbert en afkomstig van Berum in Frisia.
Bisschop van Utrecht 1139-1150. Daarvoor Domprost van Utrecht.
De aanduiding "Berum in Frisia" wordt verschillend gelezen en er is geen eenduidigheid welke plaats hiermee bedoeld wordt.
Een enkeling meent dat Bierum boven Delfzijl wordt bedoeld, maar anderen denken dat hier Wierum moet worden gelezen.
Men denkt dan aan Wierum boven Dokkum vanwege de toevoeging Frisia. Maar Frisia omstreeks 1100 was het gehele gebied langs de kust tot aan de Weser. Ook het huidige Groningen behoorde daartoe.
Mol en Noomen denken in hun artikel " DE STICHTING VAN DE AUGUSTIJNER KOORHERENABDIJ LUDINGAKERKE EN HAAR RELATIE MET ROLDUC" aan het gebied rond Sexbierum in Friesland en vinden in ieder geval Bierum in Groningen hoogst onwaarschijnlijk.
Roemeling zegt in zijn artikel in de Nederlandscha Leeuw van okt/nov 1973 dat voor Berum niet moet worden gelezen Bierum, maar Wierum, gelegen vlak bij Groningen in een bocht van de Hunze. En dat is veel logischer. De terp Wierum bestaat nog steeds en was vroeger een heel strategisch punt, waar de oude Hunze instroomt in het Reitdiep, toen een open verbinding met de Noordzee. Wie Wierum bezat had de controle over de handel van en naar de stad Groningen.
Wierum wordt al vermeld in een oorkonde van 855. Hierin schenkt een zekere Folker zijn erfgoederen aan de abdij Werden, gelegen in o.a. Humerki, met name genoemd Krassum en Wierum. (Zie oorkondenboek Lacomblet nr. 65)

Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde. Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht. Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden, vanwege de latere vermelding van een Ludolf van Bunne.
II. Ludolf van Wierum van Coevorden, geboren omstreeks 1105 (zie 8).
III. Leffart van Wierum van Groningen, geboren omstreeks 1110. Leffart is overleden na 1178, minstens 68 jaar oud.
Notitie bij Leffart: Prefect van Groningen. (Naam Leffert oorspronkelijk Lyfrid)
Hij werd benoemd in 1144 door zijn broer Herbert nadat deze de prefectuur aan Egbert van Groenenberg had ontnomen. Deze Egbert was prefect van 1141 tot 1144 en was ook benoemd door bisschop Herbert, maar Egbert lag regelmatig met de Gelkingers in de stad Groningen overhoop.
Volgens MD Teenstra zouden de Groenbergers, na het verwerven van de wereldlijke macht door de bisschop van Utrecht in 1047 zijn aangesteld als leenmannen, maar hun beleid van bevoordeling van familieleden leidde tot groot ongenoegen onder de bevolking, wat in 1105 escaleerde in het ontstaan van de groepering van de Gelkingers, die de bisschop van Utrecht niet meer erkenden als wereldlijk machthebber van Groningen.
Komt voor in een oorkonde van 1177 en 1178 samen met zijn jongere broer Lambert van Peize, Schulte Johannes, Walter Radinc (van Vollenhove) en Arnold Wilde.
Na zijn overlijden worden 3 kleinzoons elk voor een derde beleend met de prefectuur. Deze, Rudolf, Menzo en Hecbert (Egbert), zijn van een dochter getrouwd met Godschalk van Sepperothe (beiden overleden voor hun vader resp.schoonvader).
Volgens M D Teenstra in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel is Leffart overleden in 1160 (1180?). Zijn kleinzonen waren Lefferd, Rudolf, Menso en Herbert.
Anne Post: Heeft vermoedelijk de (houten) borg Selwerd laten bouwen op de grond die hij als leenman in bezit had. Deze borg stond 3,5 kilometer ten zuidoosten van zijn geboortehuis op de wierde Wierum, toen behorend tot Frisia, waar de Hunze instroomt in het Reitdiep vroeger Koningsdiep.
Leffart trouwde met [waarschijnlijk] NN van Ruinen. Zie 48,II voor persoonsgegevens van NN.
IV. [moeder:misschien] Lambert van Wierum van Peize, geboren omstreeks 1125. Lambert is overleden na 1181, minstens 56 jaar oud.
Notitie bij Lambert: Wordt in de Quedam Narracio vermeld ten tijde van de bisschop Godfried van Renen (1156-1178) met zijn zoons Rudolf en Menso. Verkreeg van zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht het leengoed Peize en bouwde daar een borg.
OSU 486;na 9 maart 1176; Wordt als getuige vermeld in een oorkonde samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen, schulte Johannes, Walter Radinc (Vollenhove) en Arnold Wilde.
Komt voor in een oorkonde van 1177/1178 samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen. Streed met zijn neven om de prefectuur van Groningen na het overlijden van Leffart van Groningen in 1177.
In een oorkonde van 1181 komt hij als eerste voor onder een aantal ministerialen van de bisschop van Utrecht met Rudolf van Groningen, Otto van Ruinen en Herman de Polle. Overleden na 1181.
Lambert trouwde met NN Mensodr. van NN.
18 Willem II van Goor, geboren omstreeks 1100. Willem is overleden na 1157, minstens 57 jaar oud.
Notitie bij Willem: Graaf van Goor. Vermeld tussen 1145 en 1157.
Kinderen van Willem uit onbekende relatie:
I. Rudolf I van Goor, geboren omstreeks 1120. Rudolf is overleden na 1183, minstens 63 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Vermeld tussen 1157 en 1164 en in 1183. Was ridder en advocatus van het Sticht.
II. Johanna van Goor, geboren omstreeks 1120 (zie 9).
III. Gisela van Goor, geboren omstreeks 1125.
Notitie bij Gisela: Kreeg 6 kinderen.
Gisela trouwde met Wolbert van Diepenheim. Wolbert is overleden na 1172.
20 Gerardus Lewe, geboren omstreeks 1100.
Notitie bij Gerardus: Vermeld als Consul Grininganus
Kind van Gerardus uit onbekende relatie:
I. Albert (Albrecht) Lewe, geboren omstreeks 1130 (zie 10).
24 Arnoldus van Ruinen, geboren omstreeks 1115 in Ruinen. Arnoldus is overleden na 1141, minstens 26 jaar oud.
Notitie bij Arnoldus: Vermeld als zoon en erfgenaam van Otto in een oorkonde van 1141. Zie bij Otto.
Kind van Arnoldus uit onbekende relatie:
I. Otto II van Ruinen, geboren omstreeks 1140 (zie 12).

Generatie 6 (oudouders)

32 NN Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo.
Hij trouwde met
33 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Werl van Wierum (zie 16).
36 Hugo van Goor, geboren omstreeks 1080. Hugo is overleden in 1145, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Hugo: Vermeld tussen 1118 en 1145. Graaf van Twenthe.
Kinderen van Hugo uit onbekende relatie:
I. Giselbert van Goor.
II. Rudolf Heer van Borculo.
III. Willem II van Goor, geboren omstreeks 1100 (zie 18).
48 Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093. Otto is overleden na 1141, minstens 48 jaar oud.
Notitie bij Otto: Als moeder van Otto van Ruinen is Adelheid van Zutfen aangenomen. Deze had een zoon Otto waarvan verder geen gegevens bekend zijn. Het wapen van Ruinen bevat drie gele rozen, dezelfde als die voorkomen in het wapen van Gelre/Zutfen. De geboortedatum van Otto van Ruinen is praktisch gelijk aan die van Otto, zoon van Adelheid. Deze Adelheid bezat erfelijke rechten op o.a. de Emsgau, via haar vader verkregen van haar grootvader Godschalk van Twenthe.
zie ndva 1897 blz 219.
De Heren van Ruinen woonden op de havezate Oldenhof bij Ruinen.
De oudst bekende stamvader was een Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093, die in 1139 voor het eerst wordt vermeld als getuige en dienstman van bisschop Andries of Andreas. Deze begiftigde de kerk te Oldenzaal met pachten uit de kerken te Anlo, Beilen, Vries, Eelde, Norch, Roden en Roderwolde. De getuigen hiervan zijn: Hartbertus, Hoofd provoost (de latere bisschop van Utrecht), Albero, provoost van St Pieter, Adelardus provoost (van ?), Hugo, provoost van St Marie, Lutbertus, dekaan van St Martini, Arnoldus, dekaan, allen kanunniken; de vrijen Simon, Leodricus en Henricus; graaf Godfried (van Cuijck g/m Jutta van Werl) en zijn broer Herman ( II van Malsen), Franco van Diepenheim, Wernerus zijn broer, allen dienstmannen; Hugo van Hoonhorst, schulte Frederik (van Coevorden) Otto van Ruinen, Bartold en zijn zoon Gosewijn, Lidulphus van Oldenzaal en vele anderen.
Otto was toen al niet zo jong meer, want bij een belangrijke schenking in 1141 was medeondertekenaar zijn zoon, die toen dus volwassen was.
In die akte van 1141 wordt hij Otto dienstman van St Maarten genoemd. Op zijn verzoek schenkt bisschop Herbert de kerk van Steenwijk aan de kerk St Maria te Ruinen. Otto had die kerk van de bisschop in leen. Otto zelf schonk aan de kerk van Ruinen zijn veen tussen Ruinen en Meppel met alle tienden, twee huizen te Ruinen, het land Gislo, de tienden te Anreep, een huis te Petthe (Pesse) en een huis te Buun. Hij deed dit om de monniken die daar onder de regel van St Benedictus wilden leven, een beter bestaan te geven. In feite dus een schenking aan het gestichte klooster te Ruinen. Getuigen waren o.a. de vrije mannen Hugo, Walter, Rudolf, Godfried en Diederik. De leken Albero, Gerard, Egbert, Werenbold, Everard, Steven, Sieger, Walter en de voornoemde Otto van Ruinen. Verder Wiecher, Herman, Benso, Rodolf, Tidico, Rudericus, Benneco, Alferdus en zijn broer Leferdus, Wazo, Godschalk, Frederik van Coevorden, Arnoldus, de zoon van de bovenvermelde Otto, Anneco. Heppo en vele anderen.

De voorouders van Otto van Ruinen zijn tot op heden niet rechtstreeks te traceren. Ruinen, de Oldehof, was omstreeks 1100 een leengoed van de bisschop van Utrecht, die behalve de kerkelijke macht ook de wereldlijke macht bezat, verkregen op 21 mei 1040 en vermeld in een oorkonde van koning Hendrik III. Koning Hendrik III was eigenaar van alle gronden in Drenthe behalve die van de boermarken in Drenthe, de grond die de Drentse eigenerfde boeren in gebruik hadden ten tijde van Karel de Grote. Deze Karel had namelijk bepaald, na de onderwerping van de Drenten omstreeks 805, dat alle niet bebouwde en bij de boeren niet in bewerking zijnde grond van de koning was. De Drenten waren het hier uiteraard niet mee eens, maar moesten dit onder dwang aanvaarden. Karel gaf delen van zijn grond uit aan getrouwen uit zijn omgeving om dit namens hem te beheren en hij vaardigde een landgoederenbesluit uit, waarbij ridders uit zijn leger een stuk grond kregen waarop zij een landgoed moesten aanleggen, waarop vee moest worden gehouden en produkten moesten worden verbouwd ter voorziening van voedsel voor zijn hoven en zijn leger. Deze landgoederen werden voornamelijk aangelegd op strategische punten en langs hoofdroutes in zijn rijk. In oorkonden van mei 1040 worden enkele in Drenthe met name genoemd, zoals Uffelte, Wittelte, Pithlo, Eyen (Een) en Lintherunge (Lenverding of Lemferding bij Eelde). In latere oorkonden komen de namen van meer leengoederen voor waarop zich ook een versterkt huis bevindt en een kapel, zodat mag worden aangenomen dat ook die hebben behoord tot de vroegste landgoederen. Ruinen behoort daar ook toe. De ridders/leenmannen waren telgen uit adellijke geslachten uit zuidelijker streken.
Ook de voorouders van Otto van Ruinen stammen af van Westfaalse graven die destijds ten tijde van Karel de Grote de macht uitoefenden. Van de oudst bekende heren van Norch (Eyen), Eelde, Peize, Groningen, Coevorden, Steenwijk en Kuinre zijn de voorouders getraceerd. Nazaten van Otto van Ruinen zijn hiermee verwant, maar ook de voorouders van Otto zullen die verwantschap hebben, gezien de roepnamen in de familie. Vermoedelijk loopt ook deze lijn via Zutphen/Gelre naar de streken langs de Rijn.
Het wapenschild van de heer van Ruinen heeft 3 rozen, dezelfde als het wapen van Gelre.
Zie ook: http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm
Kinderen van Otto uit onbekende relatie:
I. Arnoldus van Ruinen, geboren omstreeks 1115 in Ruinen (zie 24).
II. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1117.
Notitie bij NN: Vermoedelijk een nazaat Groenenberg, vanwege de voornamen Egbert en Menzo van haar kleinkinderen.
NN trouwde met [waarschijnlijk] Leffart van Wierum van Groningen. Zie 16,III voor persoonsgegevens van Leffart.
III. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120. NN trouwde met [waarschijnlijk] Egbert II van Groenenberg. Egbert is geboren omstreeks 1110, zoon van [waarschijnlijk] Werner? van Groenenberg.
Notitie bij Egbert: Egbert werd in 1143 afgezet door bisschop Herbert van Wierum, die daarna zijn broer Leffart tot prefect van Groningen benoemde.

Generatie 7 (oudgrootouders)

64 Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010.
Notitie bij Rudolf: De van Werls hadden in die tijd vele graafschappen in leen in het noordelijk deel van het keizerrijk, langs de kust. Ze staan vermeld als graaf in de Emsgau, graaf in Frisia, graaf in Fivelgo.
Hij trouwde met
65 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo (zie 32).
72 Willem I van Goor, geboren omstreeks 1060. Willem is overleden na 1108, minstens 48 jaar oud.
Notitie bij Willem: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/genealogie/getperson.php?personID=I9125&tree=DGidME_01
Voogd van Utrecht. Vermeld tussen 1094 en 1108.
Kinderen van Willem uit onbekende relatie:
I. Hugo van Goor, geboren omstreeks 1080 (zie 36).
II. Willem I van Goye, geboren omstreeks 1080. Willem is overleden na 1122, minstens 42 jaar oud.
Notitie bij Willem: Graaf van Lek en IJssel. Vermeld tussen 1108 en 1122.
96 NN van NN, geboren omstreeks 1075.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
97 [waarschijnlijk] Adelheid van Tecklenburg van Zutphen, geboren omstreeks 1080. Adelheid is overleden vóór 1118, ten hoogste 38 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Volgens http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/joomla/index.php/adel/graafschap-zutphen/240-otto-ii-de-rijke.html erft zij de rechten in Agradingouw en Emsgouw en de voogdij van Münster, of krijgt deze als huwelijksgeschenk mee. Zij is waarschijnlijk twee keer getrouwd geweest. De tweede keer met Ecbert van Saarbrücken. Zij stichten het grafelijke huis Tecklenburg.
Vermeld staat dat Adelheid een zoon Otto had. Van deze zoon is verder niets bekend.
Mogelijk dat deze Otto dezelfde is als Otto van Ruinen die omstreeks 1093 moet zijn geboren. Gezien de namen van de nakomelingen van Otto van Ruinen is deze mogelijkheid zeer reeel.
Adelheid trouwde (2) met Egbert van Saarbrücken (±1080-1150).
Kind uit dit huwelijk:
I. [moeder:waarschijnlijk] Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093 (zie 48).

Generatie 8 (oudovergrootouders)

128 Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980. Hermann is overleden op 14-05-1025, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Hermann: http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_II_van_Werl.
Herman II van Werl (ca. 980 - overleden vermoedelijk na 14 september 1029) stamde uit de hoogste West-Europese adel.
Hij was een zoon uit het eerste huwelijk van de Saksische graaf Herman I van Werl met Gerberga van Bourgondië, een dochter van Koenraad van Bourgondië en Mathilde van Frankrijk.
Herman was graaf van Werl vanaf 997 tot 1024. Hij verwierf ook de graafschappen Lochtrop (bij Eslohe) en Dreigau (in het Sauerland) en in het bisdom Osnabrück. Ook was hij voogd van de abdij van Werden, de abdij van Liesborn, het stift van Meschede en het stift van Oedingen. Oedingen werd door Herman samen met zijn moeder, Gerberga van Bourgondië, gesticht.
Herman was een trouw bondgenoot van zijn halfzuster Gisela van Zwaben en daardoor een tegenstander van keizer Hendrik II. In 1018 werd Herman gevangengenomen door Udo van Stade, neef van de bisschop van Münster in een conflict over het voogdijschap over Liesborn, wat Herman uiteindelijk verloor. In 1019-20 verzette hij zich samen met de Billungen en de paltsgraven tegen de politiek van Hendrik II die sterk op de bisschoppen steunde. Herman kwam ook in conflict met de aartsbisschop van Keulen over voogdijschappen en over de gevangenname van zijn moeder. Na de dood van Hendrik II speelde Herman een belangrijke rol in de verkiezing van Koenraad II de Saliër (de man van Gisela) tot koning van Duitsland.
Herman was in 997 met een onbekende vrouw getrouwd, en hertrouwde in 1007 met Godila van Rothenburg (ca. 968 - 18 juni 1015). Zij was dochter van Werner van Rothenburg (ovl. 1015), neef van bisschop Wigfried van Verdun, en weduwe van Lotharius III van Walbeck. Wegens te nauwe verwantschap werden Herman en Godila geëxcommuniceerd, wat een geliefd middel van Hendrik II was om zijn tegenstanders te dwarsbomen. Herman en zijn eerste vrouw kregen de volgende kinderen:
Hendrik (ovl. na 1051), graaf van Werl, voogd van Höddeken en van de kathedraal van Paderborn en was net als zijn vader in conflict met de bisschoppen van Münster.
Koenraad, Adalbert, Bernard (ovl. na 1066).
Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Vader van: Koenraad van Werl-Arnsberg, Hendrik (in 1084 bisschop van Paderborn), Liupold (graaf van Werl-Arnsburg als opvolger van zijn broer). (Deze site is een gedeeltelijke vertaling van een eerdere Duitse site)

http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Nachfolger von Hermann I. als Erbe der Grafschaft war Hermann II.. Er erbte ganz Südwestfalen.
Hermann II. war ein politischer Gegner des Bischofs Dietrich von Münster und wurde 1018 von Udo von Katlenburg - vermutlich der Vogt und ein naher Verwandter (vielleicht sogar Bruder) des Bischofs - gefangen genommen. Bei diesem Konflikt büßte Hermann auf einer Fürstenversammlung in Goslar die Vogteirechte über das Kloster Liesborn ein. Nach seiner Freilassung schloss sich Hermann trotz seiner Verwandtschaft mit dem Kaiserhaus der Rebellion der Billunger und der Pfalzgrafen gegen die kirchenfreundliche Politik Heinrichs II. an. Dabei spielten wohl auch Ansprüche auf das burgundische Erbe eine Rolle. Im Konflikt stand er auch mit dem Erzbischof Heribert von Köln. Auch dabei ging es um Vogteirechte. Hermann war zusammen mit seiner Mutter Gerberga Stifter des Klosters Oedingen, dessen Vogt er auch wurde.
Nach dem Tod Kaiser Heinrichs II. kam es in Werl zu einer Versammlung sächsischer Grafen, um die Wahl des Saliers Konrad zum Kaiser vorzubereiten. In den folgenden Jahren nahm Hermann II. mit seinen Söhnen an mehreren sächsischen Adelsversammlungen Teil. Dabei wurde Hermann nach dem Herzog meist an zweiter Stelle genannt. Graf Hermann war einer der Vögte des Klosters Werden. Nachdem sich der dortige Abt Hettharnich über Eingriffe Hermanns beim Kaiser beschwert hatte, wurden dem Grafen unter anderem die Höfe bei Arnsberg und weitere Besitzungen übergeben; dafür verzichtete die Grafenfamilie auf weitere Ansprüche gegenüber dem Kloster. Dadurch konnte der durch Erbteilungen geschrumpfte Besitz des Hauses wieder einigermaßen konsolidiert werden.[7]
Hermann trouwde (1) met NN von NN.
Hij trouwde (2), ongeveer 27 jaar oud, in 1007 met de 29 of 30-jarige
129 Godila von Rothenburg, geboren in 977. Godila is overleden op 18-06-1015, 37 of 38 jaar oud. Godila is weduwe van Lothar III graaf von Walbeck (ovl. 1003).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Bernard III (van Arnsberg) van Werl, geboren in 1010. Bernard is overleden omstreeks 1080, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Bernard: Graaf van Werl en in Frisia. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg.
Mogelijk de graaf Bernhard genoemd in een oorkonde van 24 oktober 1062 waarvan het origineel zich bevind in het Koninklijk Staatsarchief in Hannover; Koning Hendrik IV geeft aan de aartsbisschoppelijke stoel te Hamburg de graafschappen van graaf Bernhard in de gouwen Emsgau, Westfalen en Enger.
Ook: Padua 1096 waarin keizer Hendrik IV aan de Hamburgse kerk teruggeeft, de graafschappen die graf Bernhard in de Emsgau en Westfalen in bezit had.
Uit Adam von Bremen "Hamburgische Kirchengeschichte": die Grafschaften Bernhards
[116 Graf Bernhard II. von Werl (+ um 1079/89) besaß den Emsgau um Emden und Leer. Schenkung am 24. Oktober 1063. May Reg. 280. Vgl. III, 46,49. - Graf Ekbert von Braunschweig, Markgraf von Meißen (1038-1068) hatte sich wohl des Hunesgo und Fivelgo bemächtigt, vgl. III, 8 mit Anm. 31; III, 46,49. May Reg. 250. Verleihung an Bremen am 25. April 1057. Verlust 1066.]
und Ekibrects, endlich die Güter Sincicum, Plisna, Groningon, Dispargum und Lismona.
Bernard trouwde met NN van NN.
II. Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010 (zie 64).
III. Mathilde van Werl, geboren omstreeks 1012.
194 Otto II de rijke van Zutphen, geboren omstreeks 1045. Otto is overleden op 16-04-1113, ongeveer 68 jaar oud. Hij is begraven in Walburgiskerk Zutfen.
Notitie bij Otto: Vermeld als Heer van Zutphen, graaf in Friesland, ondervoogd van Corvey, graaf van Zutphen, Graaf van Corvey en graaf in Noordwestfalen.
1064 Vermeld als graaf Otto. Willem, bisschop van Utrecht, verklaart, volgens opdracht van keizer Hendrik IV, dat graaf Otto op een hofdag, door die keizer te Aken gehouden, waar tegenwoordig was Gerard graaf van Gelre, overgedragen heeft aan Constantijn van Melegarde de advocatie over de horige goederen en personen der kerk te Zutfen, doch voor zich en de wettige erfgenaam van oppidum Zutfen behouden heeft die over de curtis der kerk en over de wastinsigen; de proost ontvangt voor het ruilen van horigen twee solidi of een geitenvel; de keizer staat toe, dat ieder vrije zich en zijne goederen aan de kerk te Zutphen mag opdragen.
(Enkele vermeldingen kunnen niet juist zijn. Hendrik IV werd keizer in 1084; de aanwezige Herman was aartsbisschop van Keulen tussen 1089 en 1099; ook de overige vermelde hoogwaardigheidsbekleders kunnen niet aanwezig zijn geweest. Gerard graaf van Gelder moet dan Gerard I Flamens zijn geweest. Ook aanwezig zou zijn geweest Coenradus hertog van Luxemburg. Dat moet dan de grootvader zijn geweest van Koenraad van Luxemburg die in 1134 trouwt met Ermgard, de dochter van graaf Otto II van Zutfen. De inhoud van het stuk blijkt echter uit latere oorkonden wel juist te zijn)
Wordt vermeld omstreeks 1169 als getuige in een oorkonde van de kerk van Osnabrück als zoon van prefect Godschalk.
27 september 1074. Otto, graaf van Zutfen en Gelre, getuige in de oorkonde, waarbij Anno II, aartsbisschop van Keulen, goederen door Everhard, graaf van Kleef, en zijn vrouw Berta gegeven voor het stichten van een kerk te Neuss, tussen deze en de Dom te Keulen verdeelt. (Ook in dit stuk vermeldingen van getuigen die niet mogelijk zijn. Dat Otto ook graaf van Gelder was op dat moment kan ook niet waar zijn)
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 203; 1103; Otto graaf van Zutfen is aanwezig bij het ruilen van goederen tussen de proosten van St Steven te Mainz en van Ravengirsburg, waarbij de eerste de kerk van Alzey verkrijgt.
Sloet 208;1105 graaf Otto vermeld als de herbouwer van de kerk van St Petrus en St Walburgis te Zutfen, ingewijd door bisschop Burchart, die tevens de privileges van de kerk bevestigd.
Uit Henk Verdonk: In 1105 verklaart bisschop Burchard van Utrecht, dat hij, op verzoek van graaf Otto, illustris comitis domini Ottonis, naar Zutphen is gekomen om daar de door deze graaf na een brand her bouwde kerk in te wijden, en nadat hij met de graaf de door mot en vuur beschadigde privileges van de kerk heeft ingezien – op verzoek van de graaf en zijn wettige zonen, ipso cum filiis suis legitimis, die daarover met zijn kanunniken overleg had gepleegd – met de vredesban de goederen van deze kerk bevestigt, en wel over vier met naam genoemde hoven (curtes principales), te weten: te Zutphen, Broekhof, Horstlaar en Rijssel, en over de tien hoeven die graaf Godschalk had geschonken voor de nagedachtenis van zijn zoon Gebehard en al zijn verwanten, en wier voogdij aan de erfgenamen van de Zutphense nederzetting, sola advocatia in manu sua propria et heredum suorum legitimorum huis oppidi retenta, bleef voorbehouden.
Betreffende oorkonde, naar een afschrift uit de zgn. Zutphense rotulus, wordt voor een vervalsing gehouden. Toch mag worden aangenomen dat de inhoud elementen bevat uit een echt stuk. Uit deze oorkonde blijkt dat graaf Otto van Zutphen meerdere zonen heeft gehad.
1107 Hendrik V, Rooms koning, oorkondt dat hij op verzoek van graaf Otto van Zutphen en diens zoon Henricus aan de kerk van Zutphen het recht heeft gegeven dat vrijen zich en hun goed aan haar mogen schenken; aan de proost heeft hij rechtsmacht gegeven en regelt diens bevoegdheden en die van zijn schout; voorts bevestigd hij de graaf in de volledige rechtsmacht in Menardinghamme en in de wildban aan beide zijden van de Isla, welk bezit de graaf en diens voorgangers op grond van eigendomsrecht en niet ingevolge een koninklijke schenking bezaten. Andere getuigen: graaf Cruin, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, Diederik van Los, Steven en Herman van Oye en graaf Berengarius van Sultebach.
Sloet 210; Oorkonde opgemaakt tussen 1106 en 1128, een lijst van goederen van het stift Corvei, waarin ook het beneficium voorkomt van graaf Otto van Zutfen, voor zijn advocale servitutem, en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hadden aangematigd.
Oorkonde van het stift Corvey tussen 1106 en 1113 opgenomen in het UB van Osnabrück. Overzicht van de inkomsten van abt Erkenbert waarin ook de lenen van graaf Otto en zijn zoon Hendrik worden vermeld.
Uit Henk Verdonk: In een tussen 1106 en 1113 vervaardigde lijst van goederen van abt Erkenbert van Corvey (1106-1128) wordt graaf Otto van Zutphen met zijn zoon Hendrik
genoemd. Volgens deze lijst hield Otto comes Sutfenensis voor zijn diensten als voogd, pro advocati servicio, de hoven Haselünne, Huntlosen en Lastrup in leen van de abdij, alsmede het goed Aldrup, dat door graaf Hendrik, de zoon van Otto, werd geclaimd, comes Heinricus filius Ottonis, en negen boerderijen in Hollwege. Volgens deze goederenlijst had graaf Otto deze voogdij ontvangen uit handen van de hertog, habuit nec advocatiam illam sed advocatiam ducis.
Aangezien de graven van Northeim hoofdvoogd van de abdij van Corvey waren, kan met deze hertog alleen Otto van Northeim zijn bedoeld, die van 1061 tot zijn afzetting door koning Hendrik IV in 1070 hertog van Beieren was. Ook na zijn afzetting bleef hij zich hertog noemen. Omdat Otto van Northeim op 11 januari 1083 overleed, moet graaf Otto van Zutphen in ieder geval vóór deze datum de voogdij over deze goederen in handen hebben gekregen. Zoon Hendrik was gehuwd met Mathilde van Beichlingen, haar vader was voormelde Otto van Northeim. Hendrik ruilt het leen Alzey voor een graafschap in Friesland (Urk en Emelweerd en Kuinre).
Coenradus van Urck verkrijgt later van de abdij Corvey het leengoed Mereta (Mirdum in Gaasterland). Zeer waarschijnlijk zijn er familierelaties tussen Coenraad van Urk en Koenraad van Beichlingen mogelijk, al of niet via Adelhardus de eerste voogd van het leengoed van St Pantaleon in Urk.
Otto trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1085 met Judith (Jutta) van Arnstein (±1070-1118), ongeveer 15 jaar oud.
Hij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1060 met
195 NN (Irmgard?) van Northeim.
Notitie bij NN: De graven van Nordheim waren erfelijk oppervoogden van de abdij Corvey.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik I (de oude) van Zutphen, geboren omstreeks 1065. Hendrik is overleden in 1127, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Hendrik: Volgens de Algemene Geschiedschrijving van Nederland door J P Arens zou Hendrik in 1123 zijn overleden en opgevolgd zijn door zijn broer Dirk, de bisschop van Münster. Na diens dood werd Ermgard gravin.
Volgens Anton Fahne von Roland in zijn boek Die Dynasten, Freiherren und Grafen von Bochholz zou Hendrik de laatste graaf van Hamaland zijn geweest, overleden in 1127, met als erfgenaam zijn zuster Ermgarde. Aus Bondam, Charterboek der Hertogen van Gelderland, pag 176.
Notitie bij Hendrik: Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk in 1107) staat vermeld dat Hendrik trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is.
Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. De vader van Mathilde moet Otto zijn en Kuno is haar broer.
Sloet 207; In een oorkonde uit het jaar 1105 schrijven de geestelijkheid en de burgerij van Mainz aan keizer Hendrik IV, dat zijn vijanden, bijgestaan door o.a. graaf H, zoon van graaf O, de stad zullen aanvallen. Zeer waarschijnlijk wordt hier graaf Hendrik van Zutfen bedoeld.
Sloet 215; In een oorkonde van 28 december 1107 geeft koning Hendrik V aan graaf Hendrik van Zutfen een graafschap in Friesland (Orch en Emelweert en Kuinre en mogelijk nog een deel langs de zuidkust van Friesland tussen Vlie en Lauwers) en bepaald, dat wanneer Hendrik zonder wettige erfgenaam zal overlijden, zijn vader Otto hem zal opvolgen. Getuigen: graaf Gerard (van Gelre?), graaf Ervinus, graaf Ernest van Homburg, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, zijn broer Bruno, Fultinus, Witichinus, Diederik van Los, Hendrik van Lateste, Steven en Herman van Oye, Herman graaf van Redellenberg, graaf Berengarius van Sulzbach, graaf Frederik Palatinus, Godfried van Calve, Gerard van Iuwei en broer Gerlach.
In dezelfde oorkonde staat Hendrik af aan de koning het leen Alzey, dus feitelijk heeft er een ruil plaatsgevonden. Zie over Alzey het boek van Henk Verdonk; ISBN 9789012390729.
In het jaar 1114 neemt Hendrik deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren.
Is graaf van Zutfen in de jaren 1113 tot 1118.
In een lijst van goederen van het stift Corvey, opgemaakt tussen de jaren 1106 en 1128, komt voor het beneficium van Otto, graaf van Zutfen, voor zijn advocale servitutum en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hebben aangematigd. (Zie Sloet nr.210)
Sloet 224; 1114; Hendrik graaf van Zutfen neemt deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren en steunt de Keulenaren.
Sloet 227; 1117; Hendrik graaf van Zutfen is getuige in een oorkonde waarbij Frederik I aartsbisschop van Keulen, de gift van een curia vernieuwde, door zijn voorganger Anno aan de kerk te Zyflich gedaan.
Hendrik trouwde, ongeveer 42 jaar oud, omstreeks 1107 met Mathilde van Beichlingen van Northeim, ongeveer 52 jaar oud. Mathilde is geboren omstreeks 1055, dochter van Otto I van Northeim hertog van Beieren en Richenza van Schwaben. Mathilde is overleden omstreeks 1140, ongeveer 85 jaar oud. Mathilde is weduwe van Koenraad (Konrad) von Arnsberg van Werl (±1050-1092), met wie zij trouwde omstreeks 1070.
Notitie bij Mathilde: Ook vermeld als Mathilde van Northeim.
Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk 1107) staat vermeld dat Hendrik (van Zutphen) trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is. Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. Otto van Northeim is haar vader en Kuno haar broer.
Hendrik en Mathilde bleven kinderloos.
II. Dirk (Diederik II) van Winzenburg van Zutphen, geboren omstreeks 1070. Dirk is overleden op 28-02-1127, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Bisschop van Münster.
Hij heeft in 1126 voor zijn nagedachtenis en die van zijn ouders zijn erfgoed te Niedermeiser aan het klooster Abdinghof te Paderborn ge schonken en het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn overlijden op 28 februari in het necrologium van dit klooster wordt vermeld.
Het overlijden van de Münsterse bisschop op 28 februari 1127 wordt niet alleen in het necrologium van het klooster Abdinghof genoemd, maar ook in de dodenboeken van het klooster Möllenbeck en de bisschopskerk van Hildesheim.
De inschrijving van bisschop Dirk in het necrologium van Elten, is lang onopgemerkt gebleven. Op 27 februari wordt in dit necrologium het overlijden herdacht van Theodericus Episcopus, met wie ongetwijfeld bisschop Dirk wordt bedoeld.
Hij wordt in de oorkonde van 1127 vermeld als erfgenaam van Zutphen.
Dirk bleef kinderloos.
III. Adelheid van Tecklenburg van Zutphen, geboren omstreeks 1080 (zie 97).
IV. Gerard van Zutphen, geboren omstreeks 1085. Gerard is overleden omstreeks 1100, ongeveer 15 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde welke is opgemaakt tussen 1129 en 1133.
Vermeld in de oorkonde van 1134. Zie bij Ermgard.
Moet jong gestorven zijn.

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

256 Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960. Herman is overleden op 13-07-995, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Herman: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Der erste sicher bezeugte und einer der bedeutendsten Träger des Namen war Hermann I. (erstmals urkundlich erwähnt im Jahr 987). Auf dem Höhepunkt seines Einflusses beherrschte Hermann I. ein Gebiet, zu dem das spätere Herzogtum Westfalen, die Grafschaft Mark (beide im Sauerland), der Süden des Münsterlandes sowie der nördliche Teil des Fürstbistums Paderborn gehörten. Zum Teil reichte der Einfluss bis in die Gegend des heutigen Schleswig-Holstein.
Für die bedeutende Stellung Hermanns I. spricht seine Heirat mit Gerberga von Burgund, einer Tochter des Königs Konrad III. von Burgund. Durch diese Heirat muss Graf Hermann in den Großadelsstand aufgestiegen sein. Kinder des Paares sind Hermann II., Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard von Werl. Alle drei Söhne haben nach Übernahme der Erbschaft den Grafentitel erworben.
Nach dem Tod Hermanns I. heiratete Gerberga Hermann von Schwaben. Aus dieser Ehe stammte unter anderem Gisela von Schwaben, spätere Gemahlin Kaiser Konrads II.. Damit bestanden auch verwandtschaftliche Beziehungen der Grafen zum salischen Königshaus.
Zu den Nachkommen gehören der Haupterbe Hermann II., Rudolf von Werl und Bernhard von Werl. Es spricht nach Leidinger einiges dafür, dass die Äbtissin Ida/Hitda, die mögliche Stifterin des Hitda-Codex, eine Tochter Hermann war.[4]
Die Brüder Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard (I.) erhielten Teile des väterlichen Besitzes im Nordosten und Westen. Rudolf von Werl erbte die Groningerlande. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann III., der um 1045 Richenza (Werl-Northeim) geheiratet hatte. Seine Enkelin Oda heiratete um 1065 Udo von Stade. Ein weiterer Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein.[5]
Bernhard von Werl war Graf am westlichen Hellweg und im östlichen Münsterland. Möglicherweise war er um 1027 auch Vogt des Stifts Essen. Ob er tatsächlich, wie Albert K. Hömberg meint, als Bernhard von Werl-Hövel Begründer der Linie der Grafen von Hövel war, ist nach Forschungen von Paul Leidinger nicht sicher.[6]
Toevoeging Anne Post:
Herman von Werl was Graaf in Groningerland. Dit gebied, exclusief de nederzetting Groningen, behoorde tot het bisdom Münster.Drenthe en de nederzetting Groningen behoorden tot het bisdom Utrecht.
Dat het Groningerland tot het bisdom Múnster is gaan behoren is historisch te verklaren. Karel de Grote benoemde tot eerste bisschop van Münster, Liudger. Liudger was de prediker van het geloof in " Frisia"’ en was als beloning voor zijn goede werk vereerd door Karel de Grote met het bisdom Münster. Liudger was ook de stichter van het klooster te Werden aan de Roer, nu een deel van de stad Essen.(Gesticht op familiegrond, volgens Westfaalse bronnen). Liudger voegde aan zijn bisdom toe, met instemming van Karel de Grote, die gebieden waar hij gepredikt had. Dat waren de gouwen Humsterland, Hunsingo, Fivelgo, Emsgo en Federgo (de laatste twee in Oost Friesland). Deze gebieden lagen niet aangesloten aan het overige deel van het bisdom Múnster. Een enclave dus, maar waarmee hij hecht was verbonden. Dat verklaart ook de vele bezittingen in Groningerland die aan het klooster Werden zijn geschonken. En dat komt ook omdat Liudger in Frisia gepredikt had vanuit Wierum, niet het Wierum in de huidige provincie Friesland maar Wierum boven Groningen. Precies op de hoek waar de oude loop van de Hunze, het Selwerderdiepje, aansluit aan het Reitfiep. Een strategisch punt, waar één van de eerste oude borgen rond de stad Groningen moet hebben gestaan. De andere, de Gruenenborgh, stond ten oosten van de stad, aan de Hunze, op een schiereiland en in het zich van de stad. Nu ligt er de Finse haven. Maar Wierum bestaat nog steeds. En hier zal Herman van Werl ook vertoefd hebben als hij zijn leengebieden bezocht. Ook zijn achterkleinzoon Leffard van Groningen, is waarschijnlijk hier geboren en niet afkomstig van Bierum, zoaks in veel artikelen is vermeld.
Hij trouwde met
257 Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965. Gerberga is overleden na 1016, minstens 51 jaar oud. Gerberga trouwde (2) met Herman II von Schwaben.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980 (zie 128).
II. Rudolf I van Werl, geboren omstreeks 985. Rudolf is overleden op 12-07-1044, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/werl_grafen_von/rudolf_graf_von_werl_um_1044/rudolf_graf_von_werl_+_um_1044.html (artikel Paul Leidinger)
Graaf van Fivelgo(uw) volgens de bronnen tussen 1031 en 1038. Zie www.graafschap-middeleeuwen.nl/
Komt ook voor als Ludolf von Werl. Geboren tussen 982 en 986. (de.wikipedia.org)
Vermeld in een oude Tabula van de Keulse kerk: XI Ludolphus Comes dedit Werle et quicquid propietatis habuit in Episcopatu Coloniensi et insuper tantum de sylua Lur quantum remansit fratri suo Conrado.(jaar 1000)
www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/ondergang-hamaland.html
vermeld 1031-1038; graaf aan de Groninger kust.
Rodolf (Rudolf) wordt als graaf genoemd in de oorkonde van 21 mei 1040 waarin koning Hendrik III de landgoederen Eyen en Linfherunge schenkt aan de Utrechtse kerk, welke goederen ingevolge rechterlijke uitspraak zijn ontnomen aan Uffo en zijn broers.
Na zijn dood in 1044 wordt Godfried als graaf van Fivelgo genoemd, waarschijnlijk Godfried II met de baard van Lotharingen. Deze kwam in opstand tegen de keizer, Hendrik III, die vervolgens in 1047 aartsbisschop Adalbart van Bremen met Godfried’s graafschap beleende. Deze was vermoedelijk Adalbert, zoon van Rudolfs broer Herman II van Werle.Betwijfeld moet worden of Godfried ooit Fivelgo heeft bezocht, daar hij tot zijn dood in 1069 hoofdzakelijk in zuid europa actie was.

http://de.wikipedia.org/wiki/Rudolf_von_Werl
Über ihn ist nur wenig bekannt. Seinen Namen verdankte er seinem Onkel. Über seine Enkelin Oda wurde der Vorname von den Grafen von Stade übernommen. Er war Inhaber einer Reichsgrafschaft im Groningerland (Hunse- und Fivelgo). In dieser Eigenschaft ist er noch um 1040 durch Quellen zu fassen. Möglicherweise hat er im Emsland auch Vogteirechte des Klosters Werden verwaltet. Er scheint 1018/19 die Opposition seines Bruders Hermann gegen Heinrich II. und 1025 bis 1027 die Opposition von Mathilde gegen Konrad II. unterstützt zu haben. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann, der um 1045 Richenza aus dem Haus der Ezzonen geheiratet hatte. Ein Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein. Das Totenbuch von Essen verzeichnet ihn am 12. Juni als „Rudolphus comes.“

Zie ook: Opstellen van D J Henstra over middeleeuws Friesland. De Winsumer koninklijke oorkonde van 1057.
http://books.google.nl/books?id=whUETwVMSk0C&pg=PA149&lpg=PA149&dq=rudolf+von+werl&source=bl&ots=_E_VxKJ-p0&sig=X53q1c17M85HFa-O-8rQqJ_dDyQ&hl=nl&sa=X&ei=KWTcUd3HPIjHPOLqgMgB&ved=0CE8Q6AEwBTgK#v=onepage&q=rudolf%20von%20werl&f=false
Rudolf trouwde met Adelheid (van Saksen) van Verdun. Zie 1552,VII voor persoonsgegevens van Adelheid.
III. Bernhard II van Werl, geboren omstreeks 1000. Bernhard is overleden in 1067, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Bernard (ovl. na 1066). Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Was waarschijnlijk ook voogd van het stift Essen. Ook vermeld als graaf von Hövel of Hoevel.
Vermeld in een oorkonde van 24 oktober 1062, opgemaakt in Regensburg, waarin koning Hendrik IV aan de aartsbisschoppelijke stoel te Hamburg de graafschappen van graaf Bernhard in de Emsgau, Westfalen en Enger overdraagt. (Oorkondenboek van OstFriesland nr. 5)
Naamsvermelding in 1096, Ostfriesisches Urkunden Ernst Friedlander; Keizer Hendrik IV geeft de Hamburgse kerk de graafschappen terug die graf Bernhard in Emsgau en in Westfalen heeft bezeten.
IV. [waarschijnlijk] Ida van Werl (van Meschede). Ida is overleden na 1020.
Notitie bij Ida: Abdis van Meschede
V. [waarschijnlijk] Adolf I van Werl (von Keldachgouw). Adolf is overleden in 1041. Adolf trouwde met NN von NN.
388 Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010. Godschalk is overleden op 16-12-1063, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godschalk: Gesneuveld op het slagveld in Noordwestfalen.
Notitie bij Godschalk: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/godschalk-i-twente.html#ConflictFriesland
Graaf van Agradingouw, Emsgouw, Hetter, Twente en pagus Westfalen en heer van Zutphen.
Vermeld als leengraaf van Noord Hamaland, graaf in Bochum, graaf in Twenthe, leengraaf in Hettergouw, stichtsvoogd van Münster en voogd van Liesborn; voogd van de kapittelkerk in Zutphen en eigenaar van de burcht in Zutphen.
Godschalk sneuvelde in Friesland in het leger van bisschop Adalbert van Bremen.
In een oorkonde van 1059 zegt bisschop Wilhelmus van Utrecht dat een langdurig geschil omtrent tienden met de heren van Zutfen is opgelost. Graaf Godschalk, zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebehard en Otto krijgen de tienden van Lochem toegekend.(Sloet nr 173) Als Gebehard geen schrijffout is van Gerhard moet worden betwijfeld of Godschalk de vader is van de hier vermelde kinderen.
zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk (urk. 1026-1059, + (gefallen) 1063/64, im Dienst des Erzbischofs Adalbert von Bremen im Kampf um Friesland), war Graf von der Twente, Präfekt und Vogt der Stifte Münster und Borghorst, Sohn Hermanns, Graf im Drein-, Lochtrop- und Hessengau, Vogt von Werden. Er heiratet vor 1059 Adelheid, Erbin von Zutphen (1059) und Waldenburg, Tochter des Grafen Liudolf, Vogt von Brauweiler, (*um 995) und Besitzer der Herrschaften Zutphen und Arnheim.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1035 met de ongeveer 20-jarige
389 Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015. Adelheid is overleden omstreeks 1070, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Vermeld als gravin van Zutphen, erfgenaam van Waldenburg, erfgenaam van Zutphen, erfgenaam voogdij van Borghorst, erfgenaam voogdij van Münster.
Ook vermeld als Adelheid van Lotharingen.
Adelheid is weduwe van [misschien] Rutger van Kleef (±1010-±1030), met wie zij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1030.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard I (Gebhart?) van Zutphen van Lohn, geboren omstreeks 1043. Gerard is overleden omstreeks 1092, ongeveer 49 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde van 1059 van bisschop Wilhelm van Utrecht, waarin de geschillen tussen de voorgangers van de bisschop van Utrecht met de Heren van Zutphen worden bijgelegd. Vermeld staan graaf Godschalk met zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebhart en Otto.
Wordt in 1064 als erfgenaam van zijn oom Rupert, graaf van het gebied Noord-Zutphen en in 1086 graaf van Laon of Loen of Lohn.
(Opmerking Anne Post: Rupert was een zoon van Ermintrud, de zuster van zijn moeder Adelheid van Zutphen.)
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/lohn/gerhard-i-lohn.html
Grote kans dat Gerhard I al tijdens zijn vaders leven in diens voetsporen in pagus Westfalen en, misschien, de Hetter treedt.
In ieder geval komt hij in 1086 samen met zijn zoon Godschalk I voor met de toenaam Lohn, maar dan zonder grafelijke titel: "Gerhardus de Laon. Godascalcus filius eius".
Het geslacht Lohn heeft vele zijtakken waaronder de families Van Der Heiden, Wesenthorst, Varsseveld en Silvolde.
Zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
"Gerhard von Loen, Gf. v. Nordzutphen, geboren um 1043 (urk. 1059-1086, 1092 + 1059) um 1064 als Erbe seines Onkels Rupert, 1086 Gf. zu Loen, oo Irmgard N. Kinder:
Edelherr Godschalk I. von Lohn, Herr z. Rees (1085 –1092)
Ruprecht (Rupert) war sein Vorgänger als Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
Zu dessen Zeit, im Jahre 1046 lag die Grenze der Grafschaft des Rupertus zu Zutphen, „in Hamalanda sito“, auch bei „de Hunne ad Weicstapolon“ oder Weggestapelen, zwischen Bathmen und Holten, bei "Loo" an der Schipbeek, „inde ad Westerfle“ oder Westerflier bei Diepenheim. Hier könnte der Sitz der späteren Familie von "Loen" zunächst vermutet werden.
Lochem an der Berkel lag 1059 in der Utrechter Grafschaft des Ruprecht. Hier war ein Streit um den Zehnten zu Lochem zwischen Godschalk, Präfekt von Gennep, Besitzer der Herrlichkeit (Süd-)Zutphen (Graafschap mit Arnheim) und Ruprecht, Graf zu (Nord-) Zutphen entstanden, welcher vom Utrechter Bischof Wilhelm I. von Poitou (1054-1076) beigelegt wurde."
Zie ook MD Teenstra: Jaar 1085. Gerhard I wordt erfgraaf van geheel Gelderland en regeert tot 1117.
Gerard trouwde met Irmgard. Irmgard is geboren omstreeks 1045.
II. Otto II de rijke van Zutphen, geboren omstreeks 1045 (zie 194).
III. Gottschalk van Gennep, geboren omstreeks 1060. Gottschalk is overleden na 1096, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Gottschalk: Prefect van Gennep; vermeld in oorkonden tussen 1075 en 1096.
IV. Heribert van Gennep, geboren omstreeks 1062. Heribert trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1080 met Hedwig.
V. Umbert van Zutphen, geboren omstreeks 1065. Umbert is overleden na 1093, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Umbert: Monnik in Corvey, later abt van het klooster Abdinghof in Paderborn.

Generatie 10 (stamouders)

512 [waarschijnlijk] Hendrik van Werl, geboren in 915. Hendrik is overleden in 985, 69 of 70 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Die Grafen von Werl waren um das Jahr 1000 das einflussreichste Grafengeschlecht im norddeutschen Raum und lebten auf dem Gebiet der heutigen Altstadt von Werl. Nach der Übersiedlung nach Arnsberg wurde das Geschlecht Grafen von Werl-Arnsberg genannt, ehe man später von den Grafen von Arnsberg sprach. Bereits vor diesem Übergang hatten die Grafen einen beträchtlichen Teil ihres ehemaligen Einflusses eingebüßt. In einer anderen Linie sind aus den Grafen von Werl die Grafen von Hövel hervorgegangen, eine Seitenlinie, die dann in den Jahren 1225/1226 erlosch. Auch die Reichsgrafen von Rietberg waren aus dem Geschlecht hervorgegangen, die 1562 im Mannestamm ausstarben.
Die Geschichte der Werler Grafen war ab 1930 Gegenstand zahlreicher Untersuchungen, z.B. durch Bollnow (1930), v. Klocke (1949), Schölkopf (1957) und Prinz (1970); insbesondere aber durch Hömberg (1949, 1950, 1963, 1967) und Leidinger (1965, 1972, 1994, 2007, 2009).
Hömberg nahm als Spitzenahn der Werler einen 850 und 860 bezeugten Grafen Hermann an. Dieser soll dem Geschlecht des Grafen Ricdagent stammen. Nach seiner Meinung stammten die Grafen von Werl ursprünglich aus Meschede und bewohnten dort die Hünenburg, die als fränkische Sicherung der von Soest nach Hessen führenden Straße angelegt wurde. Dieses ersten Hermanns Ehefrau sei eine Erbtochter der Cobbonen gewesen, die ihrerseits von dem sächsischen dux Ekbert und seiner Frau, der karolingischen Prinzessin und späteren Heiligen Ida von Herzfeld, abstammten. Leidinger stimmte Hömbergs Hypothesen zur Herkunft der Werler vorsichtig zu, wobei er die Überprüfung einzelner Aspekt für notwendig hält. Für eine enge Verwandtschaft mit Ida von Herzfeld spricht unter anderem die Vorliebe für diesen Vornamen im Geschlecht der Werler. Damit wäre eine verwandtschaftliche Beziehung sowohl zu den Karolingern, wie auch zu die Liudolfingern gegeben. Diese hochadelige Herkunft wäre eine Erklärung für die spätere Heirat von Hermann I. mit Gerberga von Burgund.
Toevoeging Anne Post:
De voornamen Liudolf, Egbert en Ida komen we in dit parenteel regelmatig tegen.
Kind van Hendrik uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960 (zie 256).
514 Koenraad (de vreedzame) van Bourgondië.
Hij trouwde met
515 Mathilde van Frankrijk.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965 (zie 257).
II. Rudolf III van Bourgondië.
III. Berta van Bourgondië.
776 Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967. Herman is overleden op 28-05-1029, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: graaf van Brabant en graaf van Verdun.
Ook vermeld als graaf van Nifterlaka.
Hij trouwde met
777 Imma van Haspengau, geboren omstreeks 970.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Ermgard van Verdun.
II. Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010 (zie 388).
778 Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993. Liudolf is overleden op 11-04-1031, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Brauweiler.
Notitie bij Liudolf: Graaf van Bonngau, graaf van Zutphen van 1025-1031, heer van Waldenberg, voogd van Münster, voogd van Brauweiler, bannerheer van Keulen. Heer van Alzey en Walberg.
Op een grafschrift in de abdij van Brauweiler staat dat Ludolf, de zoon van paltsgraaf Ezzo en Mathilde, de dochter van keizer Otto II, gehuwd is met Mathildis Ottonis Zutphaniae comitis filia. In de Fundatio monasterii Brunwilarensis staat dat zij twee zonen kregen, Hendrik en Cuno, die beide kinderloos zijn gestorven.
De abdij is gesticht door Ezzo en Mathilde. Ludolf was voogd van de abdij.
Henk Verdonk neemt in zijn boek "Alzey-Zutphen; Een onderzoek naar het rijksleen Alzey van de graven van Zutphen", pagina 331, de stelling in dat hier de familieverhoudingen duidelijk zijn aangegeven en dat uit niets blijkt dat Liudolf en Mathilde één of meerdere dochters zouden hebben gehad.
Dat is mijns inziens te kort door de bocht. Vrouwelijke nakomelingen kunnen vaak alleen worden afgeleid uit vermeldingen in oorkonden of andere stukken die betrekking hebben op de echtgenoot. Het is wel zaak daarbij te letten op de tijdbalk en dat geen generatie wordt overgeslagen.
Ook vermeld als Ludolph de Lorraine en Liudolf van Brauweiler.
Tekst zie ook Sloet nr 156; oorkonde van 11 april 1031.
Hij trouwde, ongeveer 27 jaar oud, omstreeks 1020 met de ongeveer 17-jarige Mathilde van Zutphen.
Notitie bij het huwelijk van Liudolf en Mathilde: Ook vermeld als Luidolf van Lotharingen.
779 Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003. Mathilde is overleden na 1031, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Was erfdochter van het bezit van haar vader Otto.
Verkreeg Alzey als morgengave of weduwengoed in 1031 bij de dood van haar man Liudolf, paltsgraaf en eerste voogd van de abdij Brauweiler. Hun zoontje Hendrik stierf in hetzelfde jaar. Zie W. Bader; Die ehemalige Benediktinerabtei Brauweiler in Pulheim bei Köln; 1976.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015 (zie 389).
II. Cuno van Lotharingen, geboren omstreeks 1015.
III. Hendrik I van Lotharingen, geboren omstreeks 1020. Hendrik is overleden omstreeks 1031, ongeveer 11 jaar oud. Hendrik bleef ongehuwd. Hendrik bleef kinderloos.
IV. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1020. Mathilde is overleden in 1076, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: 1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit van Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft. De gegeven helft van Straelen is in 1064 door Bruno van Kessel geschonken aan de aartsbisschop Anno II van Keulen en is afkomstig uit het familiebezit van zijn vrouw Mathilde van Zutphen. In 1076 is Mathilde dus overleden en haar zuster Ermintrude leeft dan nog.
Mathilde trouwde met Bruno von Heimbach graaf van Kessel. Bruno is geboren omstreeks 1020, zoon van Hendrik van Kessel. Bruno is overleden in 1067, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Voogd van St Pantaleon, Heer van Straelen en Stokkem.
1064. Bruno (van Kessel), graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik.
Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100.
1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit te Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft.
Sloet nr. 183. Regesten Roermond.
Zie ook:
https://www.genealogieonline.nl/de/stamboom-i-m-d-de-vries/I14629.php
Hieruit mogen we afleiden dat naar alle waarschijnlijkheid hun familie ook het voogdijschap van Straelen 1118 weer terug heeft verkregen en dat dit daarna steeds in de familie wordt overgedragen.
Een van hen is later Reinzo van Straelen in 1144 genoemd.
1096 december 13.
Herman III, aartsbisschop van Keulen, geeft aan de abdij Siegburg het praedium van gravin Irmintrudis, waaronder Stokkem en Straelen.
Sloet nr. 197.
Hier lezen we dat Irmintrudis van Zutphen ook Stokkem in bezit had.
Dit Stokkum is waarschijnlijk de plaats gelegen tussen KLeef en de oude IJsel.
V. [waarschijnlijk] NN van Zutphen, geboren omstreeks 1020. NN is overleden vóór 1064, ten hoogste 44 jaar oud. NN trouwde met Elli II van Leinegau.
VI. [waarschijnlijk] Irmingard van Aspel, geboren omstreeks 1020. Irmingard is overleden omstreeks 1065, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Irmingard: Uit: https://de.wikipedia.org/wiki/Irmgard_von_Süchteln
Während ältere Kirchendokumente ab dem 12. Jahrhundert zunehmend von nur einer wohltätigen Person ausgingen, deren Namen gleichzusetzen seien, sind in der neueren Forschung mehrere Rekonstruktionsversuche unternommen worden, die von bis zu drei Personen ausgehen: Eine ältere Irmgard (von Aspel), eine jüngere Irmgard (von Süchteln), und eine Schwester Irmtrud (von Aspel). Das ökumenische Heiligenlexikon geht von der Stifterin/Mutter Irmgard und der Pilgerin/Tochter Irmtrud als zwei zu unterscheidenden Personen aus, deren Legenden stark durchmischt seien; Klaus-Gunther Wesseling verwarf hingegen die „konstruierte Abgrenzung“ zwischen der Gräfin/Stifterin Irmgard und der Jungfrau/Pilgerin Irmgard: es handele sich demnach um nur eine Person.

Die Burg Aspel wurde im 10. Jahrhundert von Richizo von Aspel erbaut, dem Neffen des Kölner Erzbischofs Wichfrid. Richizos Sohn Godizo von Aspel erbte diese Anlagen; er starb um das Jahr 1011/1012; seine namentlich nicht bekannte Witwe um 1022. Die Geburt der gemeinsamen Tochter Irmgard wird um das Jahr 1002 vermutet. Sie soll zwischen 1020 und 1030 den Grafen Kadelo geheiratet haben, diese Ehe sei kinderlos geblieben.[3][4] Sie konnte ein großes Vermögen verwalten und wohnte in Köln, wo sie Wohltäterin für die Armen der Stadt gewesen sein soll. Sie stiftete eine Kirche in Haldern und gründete das Kollegiatstift in Rees. Beigesetzt wurde sie im Kölner Dom; 1319 wurden ihre Gebeine in die Agneskapelle im neuen Chor überführt.[5]
Nach einer Rekonstruktion starb Gräfin Irmgard von Aspel im Frühjahr 1064/1065.[6] Ihre jüngere Schwester Irmtrud von Aspel machte 1075 die Schenkung von Rees an das Erzbistum. Eine von Irmtruds Töchtern war die spätere Eremitin Irmgard von Süchteln, welche demnach auch die drei Pilgerfahrten nach Rom unternommen haben soll.[3]Nach einer anderen Rekonstruktion war die ältere Irmgard von Aspel ein Einzelkind. Als entfernte Cousine von Kaisers Heinrich III. schenkte dieser ihr im Jahr 1041 mehrere Landgüter, die nach ihrem Tod 1065 in den Besitz ihrer Töchter Irmtrud und Irmgard übergegangen seien. Die Tochter Irmtrud nahm 1075 die Schenkung an das Erzbistum vor; die Tochter Irmgard unternahm die Pilgerfahrten nach Rom und wurde Einsiedlerin.[7]
Eine weitere Interpretation der Quellen gibt an, dass es sich um eine einzige Person gehandelt habe, welcher Legenden bezüglich Einsiedlertum und Pilgerfahrten angedichtet worden seien; nur eines der Todesdaten (um 1065 oder um/nach 1080) könne stimmen; die Übertragung der Landgüter an das Erzbistum Köln sei „nach 1040“ erfolgt.[1
VII. [waarschijnlijk] Irmintrud van Aspel, geboren omstreeks 1022. Irmintrud is overleden omstreeks 1083, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Irmintrud: Ook vermeld als Irmintrud von Waldenburg.
Zie over de persoon Irmgard: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/IrmgardisvanZutphen
Is mogelijk dezelfde persoon als Irmingarde, vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 waarin Koning Hendrik III aan zijn nicht Irmingarde goederen schenkt gelegen te Harive, Vaals, Apine en Valkenburg in de Luikgouw in het graafschap van Diebald. Zie Oorkondenboek Gelre-Zutfen van Sloet nr 160.
Lacomblet 109; König Heinrich III schenkt seiner nichte Irmingard, auf Bitte des Herzogs Gozelo und dessen Sohnes Godefred, das confiscirte Gut in den Villen Hervé, Vaels, Epen, Falkenberg, im Lütticher Gaue, in der Grafschaft’s Dietbald’s.
In een oud Liber memoriam van het Stift Rees genoemd: cometissa Sutphaniensis et fundatrix ecclesie Ressensis.
In een oorkonde opgemaakt tussen de jaren 1056 en 1075 is vermeld dat gravin Irmintrude de proosdij te Rees schenkt aan de kerk van St Peter te Keulen. (Lacomblet Urkundenbuch nr 222; Sloet nr 169)

1064; Bruno, graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik. (Bruno was de man van Mathilde, de zuster van Irmintrude)
Zie ook: 1064. Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100
Op 29 juli 1075 (volgens Sloet) zegt Anno, aartsbisschop van Keulen, dat hij de goederen die zijn voorganger heeft ontvangen van Irmintrude, heeft gegeven aan de door hem gestichte kerk van Maria ad gradus te Keulen.
Van Spaen stelt de oorkonde op 1065.
Hildolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigd de gift van Stralen, door zijn voorganger Anno II aan de abdij Siegburg gedaan, de helft dadelijk, het overige na het overlijden van Ermentrude. De oorkonde heeft geen datum maar is gesteld op 1076.
In een oorkonde gedateerd tussen de jaren 1079 en 1089 verklaart Sigewin, aartsbisschop van Keulen, dat gravin Irmengarde aan de proost van Rees gegeven heeft de strafrechtspraak over de horigen der kerk, de varkenstienden te Rees, Emmerik en Stralen, ene curtis te Wezevelde en haar bezittingen te Königswinter.
Sloet 307; 3 juli 1159; Paus Adriaan IV bevestigt de giften die door gravin Irmintrude of Irmingarde aan de kerk te Rees zijn gedaan.
Irmintrud trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1040 met Ruprecht I (Rupert) van Opper Lahngau, ongeveer 20 jaar oud. Rupert is geboren omstreeks 1020. Rupert is overleden in 1064, ongeveer 44 jaar oud.
Notitie bij Rupert: Urkundenbuch Niederrhein Lacomblet nr 295; 27-05-1122; Keizer Hendrik V geeft aan de abdij van Werden het goed Elten terug, door zijn grootvader aan de abdij geschonken, maar die de graaf Rutbert en zijn gemalin Ermentrud aan zich getrokken hebben.
Ook vermeld als Rupert I van Zutphen, met kinderen Herman, abt van St Pantaleon en Guda van Zutphen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Ruprecht (Rupert) war Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.

Generatie 11 (stamgrootouders)

1552 Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937. Godfried is overleden in 1002, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Godfried van Verdun "de gevangene"
Het huis van Verdun, of het huis van Ardennen, of het huis van Wigerik, is één van de oudste geverifieerde adelijke families in Europa. Wigerik was paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Bidgouw. Hij is vòòr 919 overleden.
Graaf van Hettergouw, Bidgouw, Methingouw, Henegouwen, Verdun, markgraaf van Ename en van Frisia, prefect van Utrecht.
Godfried is weduwnaar van Averarda Everhardsdr. van Salland (ovl. 961), met wie hij trouwde (1), ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950.
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
1553 Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939. Mathilde is overleden op 25-05-1008, ongeveer 69 jaar oud. Mathilde trouwde (1), ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 955 met Boudewijn III van Vlaanderen (940-962), ongeveer 15 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried II van Verdun van Neder Lotharingen, geboren omstreeks 961. Godfried is overleden op 26-09-1023, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Was hertog van Neder-Lotharingen
Godfried bleef kinderloos.
II. Gozelo I van Verdun, geboren omstreeks 970. Gozelo is overleden in 1046, ongeveer 76 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Zegt in 1044 grafelijke rechten te hebben op o.a. Fivelgo. Zijn zoon Godfried schijnt daarna met Fivelgo te zijn beleend tot 1047 toen het hem weer is ontnomen vanwege zijn opstand tegen de keizer.
Bruno V van Brunswijk claimt dezelfde rechten.
Vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 als Hertog waarin hij met zijn zoon Godfried de koning Hendrik III verzoekt om de geconfiskeerde goederen in Hervé, Vaals, Epen en Valkenburg te schenken aan Irmingard, een nicht van de koning.(Lacomblet nr.109)
III. Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967 (zie 776).
IV. Adalberd II van Verdun, geboren omstreeks 964.
V. Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975 (zie 1559).
VI. Frederik van Verdun, geboren omstreeks 970. Frederik is overleden op 06-01-1022 in Verdun, ongeveer 52 jaar oud.
VII. Adelheid (van Saksen) van Verdun. Adelheid trouwde met Rudolf I van Werl. Zie 256,II voor persoonsgegevens van Rudolf.
VIII. Gerberga van Verdun. Gerberga trouwde met Folmar IV van Bliesgouw.
IX. Reinmodis van Verdun.
1556 Erenfried (Ezzo) III paltsgraaf (Ezzo) van Lotharingen, geboren omstreeks 955. Ezzo is overleden op 21-05-1034 in Saalveld, ongeveer 79 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Ezzo: Zie www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/zutphen graven von/
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 992 met de ongeveer 14-jarige
1557 Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978. Mathilde is overleden op 04-11-1025 in Esch, ongeveer 47 jaar oud. Zij is begraven in Brauweiler, abdij..
Notitie bij Mathilde: Zou in totaal 10 kinderen hebben gebaard.
Was een zuster van keizer Otto III.
Overlijdensdatum ook 21-05-1025 in Saalveld.
Mathilde werd in het nonnenklooster Essen opgevoed en onderwezen door haar zelfbewuste en goed opgeleide nicht Mathilde van Schwaben, de dochter van hertog Liudolf.
Was na de dood van haar broer keizer Otto III, de enige overgebleven erfgenaam van de Liudolfinger. Maar de opvolger van Otto III, keizer Hendrik II, meende dat veel goederen rijksbezit waren en hierdoor ontstond een zware strijd om goederen uit de erfenis van Otto III. Toen later ook Hendrik II kinderloos stierf konden de kinderen van Mathilde opnieuw aanspraak maken op vele goederen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993 (zie 778).
II. Herman II van Lotharingen, geboren omstreeks 994. Herman is overleden op 11-02-1056, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: Aartsbisschop van Keulen.1036-1056. Kanselier van de keizer van Duitsland, aartskanselier van paus Leo IX.
III. Otto II van Schwaben, geboren omstreeks 995. Otto is overleden op 07-09-1047 in Keulen, op de Tomberg., ongeveer 52 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Otto: Paltsgraaf van Lotharingen 1034-1045 aan de Rijn, hertog van Zwaben 1045-1047, graaf van de Deutzgau 1025-1047
Otto trouwde met Mathilde von Egisheim.
IV. Richenza van Lotharingen, geboren omstreeks 996. Richenza is overleden op 21-03-1063, ongeveer 67 jaar oud. Richenza trouwde met Mieczylav hertog van Polen. Mieczylav is geboren in 990. Mieczylav is overleden op 10-05-1034, 43 of 44 jaar oud.
Notitie bij Mieczylav: Mieczylav II Lambert "De Vadsige" (Mieszko) van Polen.
V. Wazela van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Wazela trouwde met Rutger van Kleef. Rutger is geboren omstreeks 995. Rutger is overleden in 1050, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Rutger: Graaf van van Kleef 1020-50 en Zutphen, zoon van Diederik I (Durk, Thierry) van de Betuwe en Lutgard van Hamaland.
Rutger I is afstammeling van Karel de Grote. Aanvankelijk noemden zij zich ook de heren van Zutphen. Omdat Boudewijn IV hun gebieden in Ename had veroverd wende Rutger en zijn broer zich waarschijnlijk rond 1033 tot Koenraad II. Daar klaagden ze dat ze slachtoffer waren geworden van de door het heilige Roomse Rijk verloren gegane gebieden in Vlaanderen. Ter compensatie kreeg Gerard het gebied Wassenberg en kreeg zijn broer Rutger het gebied Kleef waar hij stamvader werd van het geslacht van Kleef. Deze gebieden waren vrij gekomen na de moord van Adela van Hamaland op Wichman III van Vreden (wiens goederen aansloten aan Hamaland). Hierdoor kwam het goed van Wichman vrij en werd het gebied van Adela en haar echtgenoot Balderik (Graaf van Drenthe en Salland) door de keizer geconfisqueerd. Het gebied van Rutger omvatte behalve Kleef ook Kalkar (waarschijnlijk inclusief het klooster), Zyfflich, Bedburg en Xanten. Verder werd hij leenman van goederen op de Betuwe, en mocht hij tol heffen bij Kellen en Huissen. Rutger I werd opgevolgd door zijn zoon Rutger II.
1007 juni 4 (Mainz). Hendrik II, Duits koning en Keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders als keizerlijke voogden (tutores). Sloet nr. 150. Regesten Roermond
VI. Adelheid van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Adelheid is overleden vóór 1011, ten hoogste 14 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Abdis van St Gertrudis in Nivellis
VII. Ida van Lotharingen, geboren omstreeks 998. Ida is overleden omstreeks 1060, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Ida: Abdis van het klooster St Maria te Keulen
Ida trouwde met Georg I von Hirscher.
VIII. Mathilde van Lotharingen, geboren omstreeks 1000.
Notitie bij Mathilde: Abdis van het klooster te Villich.
IX. Theofanu van Lotharingen, geboren omstreeks 1002. Theofanu is overleden op 05-03-1056, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Theofanu: Abdis van St Cosmos te Essen.
X. Heilwich van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Heilwich is overleden op 21-09-1076, ongeveer 71 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Abdis van het stift St Maria te Neuss.
XI. Sophia van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Sophia is overleden omstreeks 1035, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Abdis van St Maria te Gandersheim.
1558 Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975. Otto is overleden op 05-06-1036, 60 of 61 jaar oud.
Notitie bij Otto: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/otto-i-zutphen.html
Hij is graaf in Neder-Lahngouw, Engersgouw, Einrichgouw, Wetterau, Niddagouw en mogelijk ook Deutzgouw. Uit deze opsomming mag blijken dat de verwerving van Zutphen van ondergeschikt belang is, mede gezien de omstandigheid dat aan Zutphen geen grafelijke titel is verbonden.
Het is misplaatst om Otto I ’van Zutphen’ te noemen, want Otto I is elders meervoudig graaf en slechts heer van Zutphen. Otto I komt in de Zutphense bronnen zelden voor, waardoor het ontstaan van graafschap Zutphen onduidelijk is.
De identificatie van Otto van Hammerstein als Otto I van Zutphen is door Jackman recentelijk (1990-2000) in verschillende publicaties nieuw leven ingeblazen.
Hij trouwde met
1559 Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975. Irmengard is overleden op 10-03-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Udo van Hammerstein. Udo is overleden in 1034. Udo bleef kinderloos.
II. NN van Hammerstein. NN trouwde met Wigger van NN.
III. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003 (zie 779).

Generatie 12 (stamovergrootouders)

3104 Gozelo van Ardennengouw.
Hij trouwde met
3105 Oda van Metzgouw.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937 (zie 1552).
3106 Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912. Herman is overleden op 27-03-973 in Quedlinburg, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Herman: In het jaar 936 benoemd tot hertog (legeraanvoerder) door koning Otto I.
De koning koos niet de oudere broer Wichman, die zich daar wel tegen verzette, maar in 938 vrede moest sluiten met Otto.
Herman trouwde (1) met Oda.
Hij trouwde (2) met
3107 Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803. Hildegard is overleden in 857, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Hildegard: Ook vermeld als Hildegard van Westerburg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939 (zie 1553).
II. Swanehilde Billung. Swanehilde is overleden op 26-11-1014. Swanehilde trouwde met Liutheri van NN. Liutheri is overleden op 05-09-929 in Lenzen.
III. Bernhard I von Sachsen Billung, geboren omstreeks 955. Bernhard is overleden op 09-02-1011 in Corvey, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen.
Steunde in 1002 Ekkehard van Saksen, markgraaf van Meissen, als kandidaat voor de Duitse kroon.
Hertog van Sachsen tussen 973 en 1011.
http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/sachsen/bernhard_1_herzog_von_sachsen_1011_billunger/bernhard_1_herzog_von_sachsen_+_1011.html
Bernhard trat 973 die Nachfolge seines Vaters Hermann Billung an, dessen Befugnisse er wesentlich erweitern konnte. In den Jahren 974,983 und 994 wehrte er Vorstöße der Dänen in das Reichsgebiet ab. Nach dem Tode OTTOS II. hatte er entscheidenden Anteil daran, dass der Versuch Heinrichs des Zänkers, König zu werden, scheiterte und dass der junge OTTO III. als König anerkannt wurde. Auf einem Reichstag zu Quedlinburg übte er 986 das Amt des Marschalls aus; 991 und 995 beteiligte er sich an den Feldzügen OTTOS III. gegen die Slawen. Im Innern Sachsens baute er den Herrschaftsbereich der BILLUNGER, vor allem im Bardengau und an der mittleren Weser, aus. Bei der Nachwahl HEINRICHS II. durch die Sachsen im Jahre 1002 in Merseburg wies er als Sprecher des Stammes den König durch die Übergabe der heiligen Lanze erneut in die Herrschaft im Reiche ein, nachdem dieser das sächsische Stammesrecht bestätigt hatte. War sein Vater noch der Vertreter des Königs in Sachsen gewesen, so wurde Bernhard als Herzog der Repräsentant des Stammes gegenüber der Krone.
Bernhard trouwde met Hildegard von Stade. Hildegard is een dochter van Hendrik de kale von Stade.
3114 Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955. Otto is overleden op 07-12-983, 27 of 28 jaar oud.
Hij trouwde met
3115 Theofano van Byzanthia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Saksen.
II. Sophie van Saksen.
III. Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978 (zie 1557).
IV. Otto III van Duitsland, geboren omstreeks 980. Otto is overleden in 1002, ongeveer 22 jaar oud.
Notitie bij Otto: Na zijn dood kozen de rijksgroten Ekkehard, markgraaf van Meissen, als de opvolger voor Otto III als koning van Duitsland. De steun kwam ook van Bernard I Billung, hertog van Saksen als opvolger van zijn vader Herman.
Ekkehard werd echter vermoord. Hendrik II, hertog van Beieren, werd toen gekozen tot nieuwe koning van Duitsland.
Otto bleef kinderloos.
3116 Heribert van Kinziggouw.
Hij trouwde met
3117 Irmentrud van Lotharingen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975 (zie 1558).
3118 Godfried van Verdun (dezelfde als 1552 in generatie 11).
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
3119 Mathilde von Saksen Billung (dezelfde als 1553 in generatie 11).

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

6210 Gerhard van Metz van de Gulikgouw, geboren omstreeks 870. Gerhard is overleden op 22-06-910, ongeveer 40 jaar oud.
Hij trouwde met
6211 Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878. Oda is overleden na 952, minstens 74 jaar oud. Oda is weduwe van Zwentibold, koning van Lotharingen (±870-900).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Oda van Metzgouw (zie 3105).
II. Benedicta.
III. Cecilia.
IV. Wigfried van Gulikgouw, geboren omstreeks 900. Wigfried is overleden op 09-07-953, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Wigfried: Aartsbisschop van Keulen 924-953.
V. Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905 (zie 12470).
6212 Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890. Egbert is overleden in 967, ongeveer 77 jaar oud.
Hij trouwde met
6213 NN van Stade.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman de oudere Billung, geboren omstreeks 910. Wichman is overleden in 944, ongeveer 34 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Wichman bezat een groot graafschap in de Elbe-Weser regio, graaf van de Bardengau.
Zijn kinderen waren vermoedelijk nog jong toen Wichman stierf en zij zouden zijn opgegroeid, na 944, aan het hof van keizer Otto I, waarvan zij neven waren.
Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/richenza_von_northeim_erbin_von_harsefeld.html
Wichman trouwde met Beatrice van Ringelheim. Zie 24914,VI voor persoonsgegevens van Beatrice.
II. Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912 (zie 3106).
6214 Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879. Karel is overleden op 07-10-929 in Peronne, 50 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 918 met
6215 Eadgyfu van Engeland.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803 (zie 3107).
6228 Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912. Otto is overleden op 07-05-973 in Memleben, 60 jaar oud. Hij is begraven in Maagdenburg in de Dom..
Notitie bij Otto: Otto de Grote, koning van Duitsland in 936, Rooms Keizer vanaf 02-02-962 en koning van de Longobarden.
In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 95 brak een nieuwe opstand uit, waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
Vermeld in een oorkonde van 12 februari 940, waarin hij een schenking doet aan de kerk van Spiers. Getuigen bisschop Amalrich van Spiers en graaf Koenraad.
In juli 955 trok hij op tegen de Magyaren, waarbij de Slag op het Lechveld plaatsvond. Zie hiervoor de annalen van Widukind en een scriptie van Niels Janssens: Otto I, de zoektocht naar het Karolingische verelden in de Ottoonse historiografie.
Op 17 januari 966 bevestigt hij de ruil van de curtis Gelmen in de Haspengouw door het OLV stift te Aken tegen goederen van graaf Immo, waaronder in de Molengouw Erkelenz, Hostrich, Berge, Richolferod en Wazzalar. Sloet nr 99.
Als graaf van Haspengouw wordt Werenhari vermeld, van de Molengouw Eremfredi, van de Luikgouw Richari en van de Avelgouw wordt Eberhardi vermeld.
Schenkt in 972, op voorspraak van hertog Otto van Worms (zijn kleinzoon), het marktrecht in Urbach aan het klooster Hornbach.
Otto begon een relatie (1) met Slavin uit voorname familie. Otto is weduwnaar van Edgith (Eadgifu) van Engeland (ovl. 946), met wie hij trouwde (2), 16 of 17 jaar oud, in 929.
Hij trouwde (3) met
6229 Adelheid van Bourgondie.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik van Duitsland, geboren in 951. Hendrik is overleden in 954, 2 of 3 jaar oud.
II. Mathilde van Duitsland, geboren omstreeks 953. Mathilde is overleden in 999, ongeveer 46 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Abdis van Quedlinburg
III. Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955 (zie 3114).
6232 Koenraad I van Elzas.
Kind van Koenraad uit onbekende relatie:
I. Heribert van Kinziggouw (zie 3116).
6234 Megingoz van NN.
Hij trouwde met
6235 Gerberga van Lotharingen.
Notitie bij Gerberga: Vermeld in de "Vita Adelheidis".
Adel heid was de eerste abdis van het klooster te Vilich bij Bonn. Het klooster werd omstreeks 978 gesticht door haar ouders, Megingoz en zijn vrouw Gerberga, kort na het overlijden van hun enige zoon Godfried. Gerberga, de echtgenote van Megingoz wordt in de Vita een dochter genoemd van “hertog Godfried”, filia exstitit ducis cuiusdam nomine Godefridi.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Irmentrud van Lotharingen (zie 3117).
II. Alverada van Lotharingen.
III. Godfried van Lotharingen. Godfried is overleden in 977. Godfried bleef kinderloos.
IV. Bertrade van Lotharingen.
V. Adelheid van Lotharingen.

Generatie 14 (stamoudouders)

12422 Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835. Otto is overleden op 30-11-912, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gandersheim, Stiftskerk.
Notitie bij Otto: Graaf in Süd Thüringergau. Hertog van Sachsen vanaf ca 903.
Hij trouwde met
12423 Hadewich van Babenberg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Thankmar van Sachsen, geboren vóór 876. Thankmar is overleden vóór 912.
II. Liudolf van Sachsen, geboren vóór 876. Liudolf is overleden vóór 909.
Notitie bij Liudolf: Toen zijn broer Hendrik trouwde met Mathilde, was Hendrik de enige zoon van Otto van Sachsen die nog in leven was.
III. Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876 (zie 12456).
IV. Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878 (zie 6211).
V. Liutgard van Sachsen, geboren omstreeks 880. Liutgard is overleden op 21-01-923, ongeveer 43 jaar oud.
12424 Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865. Egbert is overleden omstreeks 930, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Verkrijgt van koning Arnulf, vanwege zijn militaire ondersteuning in de veldtocht tegen de Moraven, een buitengewone rijke gift van 66 koninklijke hoeven in de graafschappen tussen de Leine en de boven Weser in de Bardengau, aan de Elbe.
Egbert erfde de grafelijkheid in Frisia tussen Lauwers en Eems.
Hij trouwde met
12425 Ida van Herfort.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde van de Wetigau.
II. Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890 (zie 6212).
12428 Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846. Lodewijk is overleden op 10-04-879 in Compiegne, 32 jaar oud.
Hij trouwde met
12429 Adelheid van Parijs.
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879 (zie 6214).
12430 Edward I (koning) van Engeland.
Kind van Edward uit onbekende relatie:
I. Eadgyfu van Engeland (zie 6215).
12456 Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876. Hendrik is overleden op 02-07-936 in Memleben, 59 of 60 jaar oud. Hij is begraven in Quedlinburg.
Notitie bij Hendrik: Koning van 919 tot 936. Hertog van Saksen van 912 tot 936.
Hendrik trouwde (1), 29 of 30 jaar oud, in 906 met Hatheburg (geb. ±878), ongeveer 28 jaar oud. De ontbinding van dit huwelijk werd uitgesproken in 909.
Hij trouwde (2), 32 of 33 jaar oud, in 909 met de ongeveer 13-jarige
12457 Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896. Mathilde is overleden op 14-03-968 in Quedlinburg, ongeveer 72 jaar oud. Zij is begraven in Stiftskerk Quedlinburg.
Notitie bij Mathilde: Opgevoed in het klooster Herford, dat werd geleid door haar grootmoeder Mathilde, de abdis van dat klooster.
Mathilde stond bekend om haar deugd en schoonheid en daar zij tevens van hoogadellijke afkomst was, was zij een uitstekende kandidaat om koningin van Duitsland te worden. Hendrik reisde incognito naar Herford en werd spontaan verliefd en vroeg direct bij grootmoeder Mathilde om de hand van haar kleindochter. Die verkreeg hij en al de volgende dag schijnt het paar afgereisd te zijn naar Wallhausen om het huwelijk te laten voltrekken, zonder de toestemming van de ouders af te wachten. Hendrik gaf Wallhausen met alles wat er bij behoorde aan zijn nieuwe echtgenote Mathilde.
Thietmars von Merseburg schrijft in zijn kronieken dat Hendrik allerminst een onbedorven jongeling was toen hij trouwde met Mathilde. Hij was al 33 jaar en in 906 gehuwd met Hatheburg, dochter van Erwin. Bij Hatheburg had hij een zoon verwekt die de naam Thankmar kreeg.
Zie Daniëlla Müller-Wiegand: Vermitteln-Beraten-Erinnern; Funktionen und Aufgabenfelder von Frauen in der Ottonischen Herrscherfamilie (919-1024). Universiteit van Kassel. Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Philosophie.3 dezember 2003.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912 (zie 6228).
II. Gerberga van Duitsland, geboren omstreeks 913. Gerberga is overleden na 968, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Gerberga: Vermeld 928-939; geeft de kerk en de villa Echt aan de kerk van St Servaas te Maastricht.
Gerberga:
(1) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, in 929 met Gijsbert van Lotharingen, ongeveer 49 jaar oud. Gijsbert is geboren omstreeks 880. Gijsbert is overleden op 02-10-939, ongeveer 59 jaar oud.
(2) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in 939 met Lodewijk IV van Frankrijk.
III. Hadewich van Duitsland, geboren omstreeks 922. Hadewich is overleden na 958, minstens 36 jaar oud. Hadewich trouwde met Hugo de Grote Hertog van Francie. Hugo is geboren omstreeks 895. Hugo is overleden op 17-06-956, ongeveer 61 jaar oud.
IV. Hendrik I de jongere hertog van Beieren, geboren omstreeks 920. Hendrik is overleden op 01-11-955 in Nordhausen, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Door zijn moeder Mathilde naar voren geschoven om koning te worden omdat Otto niet als koningszoon was geboren. Dat was Hendrik wel. Veel vooraanstaande uit de Saksische adel waren het met Mathilde eens en kozen partij voor Hendrik. In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 954 brak een nieuwe opstand uit waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
V. Bruno van Duitsland, geboren in 05-925. Bruno is overleden op 11-10-965, 40 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Aartsbisschop van Keulen.
Vermaakt in zijn testament o.a. Hengelo en Wessem aan de abdij St Pantaleon te Keulen.
12458 Rudolf II koning van Bourgondie. Rudolf is overleden in 937.
Hij trouwde met
12459 Berta von Schwaben.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Bourgondie (zie 6229).
12464 Gebhard van Ufgouw. Gebhard is overleden vóór 948.
Kind van Gebhard uit onbekende relatie:
I. Koenraad I van Elzas (zie 6232).
12470 Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905. Godfried is overleden omstreeks 952, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Paltsgraaf van Lotharingen vanaf 925, wanneer Lotharingen definitief aan het Duitse rijk wordt toegevoegd.
Vermeld in het gedenkboek van Remiremont met de namen van vrouw en kinderen.
"Gotefridus, Ermendrudis, Gotefridus, Gebehardus, Gerhardus, Adelardus,
Gerberga."
Godfried wordt voor het laatst vermeld in een oorkonde van keizer Otto I, getekend op 1 juni 949 in Nijmegen.
Hij trouwde met
12471 Ermentrudis, geboren omstreeks 909.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried van Lotharingen.
II. Gebhard van Lotharingen.
III. Gerhard van Lotharingen.
IV. Adelardus van Lotharingen, geboren omstreeks 925.
V. Gerberga van Lotharingen (zie 6235).

Generatie 15 (stamoudgrootouders)

24844 Liudolf hertog van Sachsen.
Hij trouwde met
24845 Oda von Billung.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835 (zie 12422).
24846 Heinrich von Babenberg.
Hij trouwde met
24847 Judith van Friaul.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hadewich van Babenberg (zie 12423).
24848 Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820. Wichman is overleden op 02-02-880, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Zoons van Wichman II verdelen de nalatenschap van hun vader.
Wichman III krijgt de goederen van vaders kant en Meginhard II die van moeders kant.Zie:
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/wichman-ii-hamaland.html
Wichman wordt de stamvader van de hertogen van Saksen.
Na het verdrag van Verdun zal Wichman II, met goedvinden van koning Lotharius I, de grafelijkheid in het Friese gebied tussen Lauwers en Eems hebben verkregen, met daarnaast bezit van leengoederen en eigen goederen uit de erfscheiding.
Wichman sneuvelde in de strijd tegen de Denen in het beneden Elbe gebied.
Hij trouwde met
24849 Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelbert van de Wetigau.
II. Richild van de Wetigau.
III. Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865 (zie 12424).
24856 Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823. Karel is overleden op 06-10-877 in Avrieux, 54 jaar oud.
Hij trouwde met
24857 Ermentrudis, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden omstreeks 869, ongeveer 39 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846 (zie 12428).
24912 Otto van Sachsen (dezelfde als 12422 in generatie 14).
Hij trouwde met
24913 Hadewich van Babenberg (dezelfde als 12423 in generatie 14).
24914 Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866. Dietrich is overleden na 916, minstens 50 jaar oud.
Notitie bij Dietrich: Graaf van Ringelheim; bisschop van Paderborn.
Hij trouwde, ongeveer 24 jaar oud, omstreeks 890 met de ongeveer 15-jarige
24915 Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875. Reginhild is overleden op 11-05-932, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Reginhild: Van Reginhild of Reinhilde is niet meer bekend dan dat zij uit een Fries/Deens geslacht stamde. Bekend is dat van ouds de Friese en Deense vorstengeslachten veel contact hadden en dat er onderling uitgehuwelijkt werd. Friezen en Denen gingen vriendschappelijk met elkaar om. Als er dan vanaf ongeveer 800 de zogenaamde Noormannen de streken langs de Noordzee, Frisia en Engeland binnenvallen, dan is dat niet gericht tegen de Friezen, maar tegen de bezetters, de Franken. De Denen beroven voornamelijk goederen die de Franken in bezit hebben genomen en steken de kerken in brand. Omdat de Friezen geen tegenstand boden konden de Denen tot diep in het Frankisch gebied, tot voorbij Keulen, opdringen. Eén van die Denen, bekend als Godfried de Zeekoning, was, evenals een paar voorgangers van hem, door een overeenkomst met de Frankische koning, leenman van grote delen van Frisia geworden. In 885 zond hij zelfs eisen naar de keizer via de Friese graven Gerulf en Gardulf. Dat betekent dat Godfried de Deen deze beide Friese graven goed kende en waarschijnlijk hadden zij familiebanden. Gerulf en Gardolf zijn te traceren in West Frisia, Gerulf met bezit in de gouw Oostergo en in de gouw Sudergo was Gardolf graaf. Reginhilde moet geboren zijn omstreeks 875 en haar ouders moeten dan rond die tijd in het gebied Midden Frisia gezocht worden. Gelet op de tijdbalk zou dan een telg van graaf Gerhart in aanmerking komen. Graaf Gerhart zelf moet een zoon zijn van graaf Gerulf I. Deze is een tijdgenoot van Reginhild van Denemarken, dochter van vorst Horik I van Denemarken. Deze Horik was ook leenman van gebieden in Frisia. Mogelijk is zijn dochter Reginhild getrouwd met graaf Gerulf I en komt de naam Reginhild in het nageslacht terecht. Voormelde graaf Gerhart zou een dochter Reginhild of Reinhilde gehad kunnen hebben welke na 855 is getrouwd met Godfried de Zeekoning, die op dat moment weer terug was in Frisia, na tevergeefs een gooi te hebben gedaan naar het Deense koningschap. Reinhilde en Godfried kunnen ook een dochter hebben gekregen die zij Reginhild hebben genoemd en zo’n dochter zal een uitstkende partij zijn geweest voor Dietrich van Ringelheim. Maar er zijn meerdere constructies denkbaar.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Amalrada van Ringelheim. Amalrada trouwde met Eberhart graaf van Hamaland. Eberhart is overleden in 966.
II. Friederuna. Friederuna is overleden in 916. Friederuna trouwde met Wichman. Wichman is een zoon van Billung, graaf. Wichman is overleden in 944.
III. Bia.
IV. Ruotbert. Ruotbert is overleden in 956.
Notitie bij Ruotbert: Was aartsbisschop van Trier van 931 tot 956.
V. Lantbert.
VI. Beatrice van Ringelheim.
Notitie bij Beatrice: Moet dezelfde zijn als Bia.
Beatrice trouwde met Wichman de oudere Billung. Zie 6212,I voor persoonsgegevens van Wichman.
VII. Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896 (zie 12457).
24928 Eberhart I van Ortenau. Eberhart is overleden in 902.
Kinderen van Eberhart uit onbekende relatie:
I. Gebhard van Ufgouw (zie 12464).
II. Eberhard van Maienfeld. Eberhard is overleden in 944.
III. Koenraad van Elzas. Koenraad is overleden in 948.
24940 Gerhard van Metz van de Gulikgouw (dezelfde als 6210 in generatie 13).
Hij trouwde met
24941 Oda van de Hessengau (Saksen) (dezelfde als 6211 in generatie 13).
24942 Karel de Eenvoudige, koning.
Hij trouwde met
24943 Frederuna.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ermentrudis, geboren omstreeks 909 (zie 12471).

Generatie 16 (stamoudovergrootouders)

49696 Wichman II graaf van Hamaland van Saksen, geboren omstreeks 795. Wichman is overleden in 860, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland door huwelijk.
Hij trouwde met
49697 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820 (zie 24848).
II. Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845. Meginhart is overleden in 881, minstens 36 jaar oud. Meginhart trouwde met Evesa van de Argengau. Evesa is een dochter van Koenraad van de Argengau en Adelheid van de Elzas. Evesa is overleden na 881.
49698 Amelung II, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
49699 Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800.
Kind uit dit huwelijk:
I. Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820 (zie 24849).
49712 Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers). Lodewijk is overleden op 20-06-840 in Ingelheim, 61 jaar oud. Lodewijk is weduwnaar van Ermengarde van Haspengouw (±778-818), met wie hij trouwde (1), 15 of 16 jaar oud, in 794.
Hij trouwde (2), 40 jaar oud, in 02-819 in Aken met de ongeveer 19-jarige
49713 Judith van Altorf (van Beieren), geboren omstreeks 800. Judith is overleden op 19-04-843 in Tours, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Judith: Ook Judith Welfs genoemd
Zij was de tweede vrouw van Lodewijk de Vrome.
Zij is begraven in de Basiliek van Sint Maarten te Tours.
Keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gisela van Karolingen (van Frankrijk), geboren in 820. Gisela is overleden op 05-07-874, 53 of 54 jaar oud.
II. Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823 (zie 24856).
49828 Waltbert graaf van Graingouw, geboren omstreeks 805. Waltbert is overleden in 872, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Waltbert: Stichter van Wildeshausen; graaf in Lerigouw
Waltbert trouwde (1) met Altburg.
Hij trouwde (2) met
49829 Mathilde van Herfort. Mathilde is overleden in 915.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866 (zie 24914).
II. Widukind van Graingouw.
III. Imed (Immed) van Graingouw.
IV. Reginberd van Graingouw.
49830 [misschien] Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830. Godfried is overleden in 885, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godfried: Vermoord bij Heerspijk in de Betuwe.
Notitie bij Godfried: Ook vermeld als Godfried de Zeekoning.
Vermeld in 851 in welk jaar hij plundertochten onderneemt in de landen langs de Noordzee. hij vestigt zich in Normandië.
Vermeld in 881 als onderdrukker van de Friezen, samen met koning Siegfried van de Noren. Zij roven en branden van Frisia tot in België en langs de Rijn tot Trier.
Godfried laat zich in 882 dopen en krijgt een dochter van Lotharius als vrouw en een bruidschat, zijnde de landen die vroeger zijn oom Roruk in leen had.
Hij wordt in 885 vermoord door krijgslieden van markgraaf Hendrik. Het gezag van de Vikingen in deze streken neemt hiermee na 70 jaar een einde.
In 887 vaart koning Siegfried van Noorwegen de Seine op en gaat ook naar Friesland om zich in de rechten te stellen van de twee jaar eerder vermoorde Godfried. Hij wordt echter door de Friezen veslagen. Siegfried sneuvelt uiteindelijk bij Leuven in een strijd met Arnulf, hertog van Karinthië, een kleinzoon van Lodewijk de Duitser.
Godfried trouwde (2), ongeveer 52 jaar oud, in 882 met Gisla van Lotharingen.
Hij trouwde (1), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 860 met [misschien] de ongeveer 20-jarige
49831 [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840. Reginhilde is overleden vóór 880, ten hoogste 40 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [misschien] Reginmunt van Denemarken.
II. [misschien] Reginhart van Denemarken.
III. [misschien] Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875 (zie 24915).
IV. [misschien] Reginbert, graaf in Frisia Westerlauwers, geboren omstreeks 875. Reginbert, is overleden na 945, minstens 70 jaar oud.
Notitie bij Reginbert,: Vermeld in 945. Is dan nog in leven.
Schenkt in de periode tussen 900 en 950 goederen gelegen in de omgeving van Franeker in Oostergo. In dezelfde periode hebben een Reginmunt en een Reginhart uitgebreide bezittingen rond Ternaard in Oostergo.
49856 Udo van Lahngau. Udo is overleden vóór 885.
Hij trouwde met
49857 Judith van Argengau.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Eberhart I van Ortenau (zie 24928).
II. Koenraad van Lahngau. Koenraad is overleden in 906.
III. Gebhard hertog van Lotharingen.

Generatie 17 (stamoudbetovergrootouders)

99392 Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780.
Hij trouwde met
99393 Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herman II van Saksen.
II. Wichman II graaf van Hamaland van Saksen, geboren omstreeks 795 (zie 49696).
III. Amelung II, geboren omstreeks 800 (zie 49698).
99394 Meginhardt I van Isala, geboren omstreeks 780. Meginhardt is overleden omstreeks 850, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Werd graaf van Isala (Salland).
Kind van Meginhardt uit onbekende relatie:
I. NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800 (zie 49697).
99396 Bennid I van Saksen (dezelfde als 99392).
Hij trouwde met
99397 Egbertha van de Wetigau (dezelfde als 99393).
99398 Egbert van Saksen, geboren omstreeks 756. Egbert is overleden omstreeks 810, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Uit: http://www.wikiwand.com/nl/Egbert_van_Saksen
Egbert van Saksen
Egbert I (ca. 756; † voor 811) was graaf van Boroctra in Westfalen en graaf van de Deense Mark en was de zogenaamde Dux der Saksen. Hij wordt beschouwd als de stichter van de adellijke familie van Egbertijnen.
Hoewel hij in de bronnen beschreven wordt als een Saksische graaf, was Egbert waarschijnlijk van adellijke Frankische afkomst. Bovendien werd hij door Karel de Grote benoemd tot de militaire commandant (dux) van de Saksen, tussen de Rijn en de Weser. Op bevel van keizer Karel de Grote nam Egbert samen met andere Saksische graven, waarschijnlijk het gevolg van zijn titel als "Dux", de plaats Esesfeld aan de Stör in en hield deze bezet. Egbert had een aantal goederen in het zuiden van Westfalen, tussen Rijn en Wezer. Op basis van historisch onderzoek bestaat het vermoeden dat de Egbertijnen verwant waren aan de Liudolfingen (Ottonen).

Volgens de Vita Idae was Egbert getrouwd met Ida van Herzfeld, dochter van Frankische adel, en hadden zij samen de volgende kinderen:
Cobbo de Oudere (* 800), graaf van Hrecwiti en Boroctra in Westfalen ongeveer 825-850
Warin, abt van de Abdij van Corvey
Ida, de jongere, tweede echtgenote van graaf Asig (Esiko) van de Saksische Hessengouw en naar wie de Esikonen vernoemd zijn
(Niet zeker:) Addila, na de dood van haar echtgenoot Bunicho en haar zonen, ging ze naar abdij van Herford en werd abdis.
gravin Haduwey, die later abdes werd van Herford, zij huwde met graaf Amalung.
Een dochter van Haduwey en Amalung huwde hoogstwaarschijnlijk met Wichman II (*?-880).
Zij hadden een zoon graaf Egbert Billung, die ten minste twee zonen had, Herman Billung en Wichman de oude.
Hij trouwde met
99399 Ida van Herzfeld.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cobbo de oudere van Saksen.
II. Warin van Saksen.
III. Ida van Saksen.
IV. Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800 (zie 49699).
99424 Karel (de Grote) van Karolingen, geboren op 02-04-748 in Aix-la-Chapelle. Karel is overleden op 28-01-814 in Aken, 65 jaar oud.
Hij trouwde met
99425 Hildegard van Vinzgouw, geboren omstreeks 758. Hildegard is overleden omstreeks 783, ongeveer 25 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers) (zie 49712).
99426 Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775. Welf is overleden op 03-09-825, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Welf: Graaf in het Frankenrijk.
Hij trouwde, ongeveer 19 jaar oud, omstreeks 794 met de ongeveer 16-jarige
99427 Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778. Heilwich is overleden na 833, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Werd in 826 Abdis van de abdij van Chelles
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf (van Ponthieugouw) van Altorf. Rudolf is overleden op 06-01-866.
II. Hrodo (van Argengouw) van Altorf.
III. Judith van Altorf (van Beieren), geboren omstreeks 800 (zie 49713).
IV. Koenraad (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 800. Koenraad is overleden op 16-02-863, ongeveer 63 jaar oud.
V. Emma van Altorf, geboren omstreeks 808. Emma is overleden op 31-01-876 in Regensburg, ongeveer 68 jaar oud. Emma trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 827 met Lodewijk de Duitser.
99660 Harald III Klakk van Haithabu van Denemarken.
Kind van Harald uit onbekende relatie:
I. Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830 (zie 49830).
99662 [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820. Alfdag is overleden na 873, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Alfdag: Vermeld is een Alfdag die goederen geschonken heeft aan het klooster Fulda, welke gelegen waren in Hieslum. deze goederen kwamen uit de erfenis van broer Otger en hij deed die schenking samen met zijn broers Wulpolt en Folcwar. De schenking komt voor in een goederenlijst uit de periode 825-842, maar de schenking kan ook later, maar in ieder geval voor 856 plaats hebben gehad.
In 873 is een graaf Alfdag verantwoordelijk voor de verdediging van Oostergo. Dan valt de Deen Rudolf daar binnen, maar deze wordt verslagen, waarbij vermeld wordt dat de bevolking werd geleid door een Deen die reeds lang onder hen woonde. Het kan Alfdag zijn of een dienstman van hem, van Deense afkomst. Van oudsher onderhielden de Friese vorsten/voormannen en die van de Denen vriendschappelijke banden en telgen trouwden onderling. Omdat graaf Gerhart in dezelfde periode schenkingen doet aan Fulda en de grond in dezelfde plaats is gelegen, en gelet op de tijdbalk, is het niet ondenkbeeldig dat Alfdag en broers zonen zijn van Gerhart, en zoniet, dan toch verwant.
Kind van Alfdag uit onbekende relatie:
I. [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840 (zie 49831).

Generatie 18 (edelouders)

198784 Amelung van Saksen.
Kind van Amelung uit onbekende relatie:
I. Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780 (zie 99392).
198786 Wichman van de Wetigau, geboren omstreeks 750.
Notitie bij Wichman: Was één van de grote steunpilaren van Karel de Grote en werd na de vredesbesprekingen met de Denen, toen de noordgrens van het Frankische rijk werd vastgesteld, als beloning voor bewezen diensten, benoemd tot graaf van de Saksische gouwen langs de kust ten oosten van de Lauwers.
Kind van Wichman uit onbekende relatie:
I. Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780 (zie 99393).
198852 Ruthart van Argengouw.
Hij trouwde met
198853 Irminsind van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775 (zie 99426).
198854 Isanbarth van Thurgouw.
Notitie bij Isanbarth: Was een Saksische edelman
Hij trouwde met
198855 Theodrada van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778 (zie 99427).
199324 [misschien] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805. Gerhart is overleden in 859, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Gerhart: Graaf van Westrichouw, vermeld omstreeks 840 in Hieslum, Westergo.
Schenkt in de periode 825-842, maar in elk geval vòòr 856, goederen aan het klooster Fulda, gelegen in Hieslum.
Hij trouwde met [misschien]
199325 [misschien] Reginhild van Denemarken, geboren in 810.
Kind uit dit huwelijk:
I. [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820 (zie 99662).

Generatie 19 (edelgrootouders)

398648 [waarschijnlijk] Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775. Dirk, is overleden omstreeks 822, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Dirk,: Uit: De afstamming van de Hollandse graven; dr. Kees Nieuwenhuizen.
Artikel gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw 126-2, 2009, p. 29 - 39.
..."In de geschreven bronnen over Frisia in de 8ste en 9de eeuw komt de naam Dirk meermalen voor. Een van de twee graven Dirk die in 880 sneuvelden was mogelijk een Fries. Er is een Dirk ‘gratia Dei’ geweest die bezittingen had in noordelijk Frisia en die in 822 stierf, en tenslotte een veldheer Dirk die in 793 in Oost-Friesland zijn laatste gevecht leverde.. Over familiebanden tussen de genoemde Dirken en Gerulfen kan alleen maar gespeculeerd worden. Misschien was een van de twee Dirken die in 880 sneuvelden de ‘missing link’ tussen Gerulf I en II. Verder terug in de tijd is het denkbaar dat Gerulf I een zoon was van Dirk ‘gratia Dei’ († 822). Tenslotte is het mogelijk dat Dirk ‘gratia Dei’ een zoon was van veldheer Dirk († 793). Qua namen vormt het in elk geval een fraaie reeks: veldheer Dirk († 793), Dirk ‘gratia Dei’, Gerulf I, Dirk († 880), Gerulf II en Dirk I van Holland.
Met veldheer Dirk loopt het spoor dood. Hij is - in deze hypothetische reeks - de oudst bekende voorouder van de Hollandse graven. Hij was een verwant van Karel de Grote, maar we weten niet op welke wijze die verwantschap precies liep. Waar hij vandaan kwam weten we ook niet, maar aangezien hij zijn militaire carrière begon in Saksen, in het noordoosten van het Duitse Rijk, is het aannemelijk dat daar zijn geboortegrond lag"...
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
398649 [waarschijnlijk] Theodrada, geboren omstreeks 777. Theodrada is overleden omstreeks 845, ongeveer 68 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [waarschijnlijk] Gerulf I graaf in Frisia, geboren omstreeks 800. Gerulf is overleden in 853, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Gerulf: Erhard Reg. Historia Westfalica S 11, nr 13.
Vermeld in een oorkonde van 30 mei 839 wanneer hij zijn bezittingen in Westergo terug krijgt van de keizer, welke hem in 834 werden afgenomen wegens zijn samenspanning met Lotharius tegen zijn vader Lodewijk de Vrome.
Vermeld wordt: "goederen in de gouw Westracha, in de villa Cammingehunderi en elders."
Hij zou in 853 zijn toegetreden als monnik tot de abdij van Corvey, waar hij ook is overleden.
II. [waarschijnlijk] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805 (zie 199324).
398650 Horik (Erik I) van Denemarken.
Kind van Horik uit onbekende relatie:
I. Reginhild van Denemarken, geboren in 810 (zie 199325).

Generatie 20 (edelovergrootouders)

797296 Radboud III vorst in Frisia.
Kind van Radboud uit onbekende relatie:
I. Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775 (zie 398648).
797298 Bernard.
Kind van Bernard uit onbekende relatie:
I. Theodrada, geboren omstreeks 777 (zie 398649).
Gegenereerd met Aldfaer-versie 7.2 op 12-10-2019 12:08:15 door A. Post