Kwartierstaat van Bertold Knas van Eelde

Generatie 1 (proband)

1 Bertold Knas van Eelde, geboren omstreeks 1300. Bertold is overleden na 1340, minstens 40 jaar oud.
Notitie bij Bertold: Vermeld in een register van inkomsten van de BvU van een goed in de parochie Eelde samen met Otto Polleman (zijn zwager), omstreeks 1330. Dat goed zal een deel zijn van het oorspronkelijke landgoed Lemferding.
Woonde in 1340 in Eelde.
Oorkonde van 10 oktober 1340 waarin Bertold Knas van Eelde met Conrad van den Ghore, Bertold van Ansen, Otto Haertinge van Haren, Otto Dusewold van Dilligte en Alf Mensing, verklaren van de stad Groningen het vredegeld te hebben ontvangen wegens een doodslag (1000 mark vanwege de doodslag van upper Borch door de Friezen)
Bertold trouwde met NN van NN.
Kind van Bertold en NN:
I. Roelof Bertolds Knasse van Eelde, geboren omstreeks 1330. Roelof is overleden omstreeks 1400, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Roelof: Vermeld in een oorkonde van de bisschop van Utrecht uit 1395, waarin hij vermeld wordt als een vijand van de bisschop.
Oorkonde 1385: Groningen: Roelof Knasse verkoopt aan Baye Goden Jacobs drie grazen land en een half gras land met halve stal. Burgemeesters waren Herman Kater, Ghert Lewe, Wicbolt Maurissinghe, Wicbolt Everdeszoon, Ghert Paesdach en Ecbert Vorhouwens.
Roelof trouwde met NN van NN.

Generatie 2 (ouders)

2 [waarschijnlijk] Rutger van Eelde, geboren omstreeks 1260. Rutger is overleden na 1304, minstens 44 jaar oud.
Notitie bij Rutger: ogd0217 de dato 29 maart 1304 Uitspraak in een geschil over tienden tussen het klooster van Assen en Rotger van Eelde, schulte van Drenthe. Aanwezigen: Pelgrim van Vollenhove, dekaan van Drenthe, Wiecher (van Norch) decaan van Steenwijk.
MD Teenstra: 1263, Rotger van Eelde brengt Adolf van Peize om. Gerard Clencke verwoest daarop het kasteel van Rutger van Eelde, schulte van Drenthe.
Kinderen van Rutger uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Bertold Knas van Eelde, geboren omstreeks 1300 (zie 1).
II. NN van Eelde, geboren omstreeks 1300. NN trouwde met Otto Polleman. Otto is geboren omstreeks 1300, zoon van Rudolf Clencke en [waarschijnlijk] NN van Ruinen.
Notitie bij Otto: Vermeld in een lijst van inkomsten uit ca 1330 van de bisschop van Utrecht, als leenman van een goed in Arlo (Haerlo bij Peest) en in Roden. Samen met Berthold Knas (van Eelde) ook aangeslagen voor goederen in Eelde.
Tussen 1365 en 1382 wordt een Otte Polleman vermeld als burgemeester van Groningen.

Generatie 3 (grootouders)

wapen_schultinghe.jpg
1 Wapen Schultinghe
4 Hendrikus Scultinc van Eelde (afb. 1), geboren omstreeks 1240. Hendrikus is overleden vóór 1301, ten hoogste 61 jaar oud.
Notitie bij Hendrikus: Vermeld in 1263 ridder, getuige van de Bisschop van Utrecht
Vermeld 1276-19-november als schulte van Eelde.
Vermeld o.a. in een oorkonde van 17 april 1284, samen met Heino (Hendrik) van Borculo (ridder), Egbert van Groningen en 4 burgemeesters van Groningen.
Hendrik van Eelde was schulte van Drenthe, dienstman van de bisschop van Utrecht.
ogd0174 van 4 januari 1287 Hendrik, ridder van Eelde, schulte van Drenthe en zijn zonen Rutger en Thizo verklaren aan het klooster te Assen een schenking van tienden te hebben gedaan.
ogd0214 de dato 31 juli 1301. Bevestiging van de op de seend te Vries gedane uitspraak in een geschil tussen ridder Rotger van Eelde en het klooster te Assen over tienden te Benneveld. Vermelde namen: ridder Hendrik van Eelde, Rotger van Eelde en broer Thezo van Eelde, Wicher, pastoor te Vries,
Kinderen van Hendrikus uit onbekende relatie:
I. Rutger van Eelde, geboren omstreeks 1260 (zie 2).
II. Bole van Eelde, geboren omstreeks 1260. Bole is overleden vóór 1335, ten hoogste 75 jaar oud. Bole trouwde met Sophia van NN. Sophia is geboren in Ruinen. Sophia is overleden na 1273. Sophia is weduwe van Rudolf van Ansen (±1215-vóór 1273).
Notitie bij Sophia: Request van 29 juni 1273. Archief Dickninghe.
Sophia, weduwe van deer Rodolphus, ridder, van Ansen, en haar zonen Bertoldus, Cesarius en Heino, verkopen aan de abt in Ruinen een pacht van twee Deventer Schellingen. Met medebezegeling door heer Bartholomeus.
III. Margareta van Eelde, geboren omstreeks 1265. Margareta is overleden na 1287, minstens 22 jaar oud.
Notitie bij Margareta: Vermeld in 1287 waarin zij wordt opgenomen in het klooster te Assen.
IV. Thizo van Eelde, geboren omstreeks 1275. Thizo is overleden vóór 1301, ten hoogste 26 jaar oud.

Generatie 4 (overgrootouders)

8 [waarschijnlijk] Thezo van Eelde, geboren omstreeks 1220.
Notitie bij Thezo: Vermeld in oorkonde 1276; ogd0153. Egbert, prefect van Groningen en Hendrik, schulte van Eelde, doen samen met de oldermannen van de stad Groningen uitspraak in een geschil over de tienden te Glimmen tussen Johan, Herman en Thezo, de zoons van de overleden ridder Thezo, en het klooster Essen.
ogd0192 de dato 5 mei 1294. De geestelijken van Drenthe verzoeken de bisschop van Utrecht een rechter aan te stellen in de twist tussen de familie (Thiszo en broer Hermannus, zoons van Thiszo senior en hun handlangers) van ridder Thiszo en het klooster te Essen.
Kind van Thezo uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Hendrikus Scultinc van Eelde, geboren omstreeks 1240 (zie 4).

Generatie 5 (betovergrootouders)

16 Thezo van Eelde, geboren omstreeks 1195. Thezo is overleden in 1250, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Thezo: Kronieken abdij Bloemhof; 1241; Thizo en Rudolf, zoon van Christina, doden Roelof of Rudolf, oudste zoon van prefect Egbert van Groningen tijdens de onlusten in de stad tussen Gelkingers en de prefect en aanhangers.
M D Teenstra vermeld in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel omtrent het jaar 1240/1241, dat de ridders van Eelde, van Peize en van Norch zich aangesloten hadden bij de Gelkingers. Aanhangers van de burggraaf van Groningen vernielen in 1241 het slot van de Gelkingers en verbranden het dorp Eelde. De Gelkingers vernielden daarop het oude slot Groenenburg aan de Hunze, de burchten van Thezo, ridder te Eelde, van Rudolf van Norch en van zijn broer Adolf van Peize.
Van het jaar 1250 vermeld Teenstra over de twisten tussen Hunsegoers en Fivelgoers dat ridder Rudolf de ridder Thizo van Eelde te Groningen had doodgeslagen en met hulp van Koenraad van Groningen had hij vele Fivelgoers gevangen genomen, roofde de beste paarden die door de Ommelanders op de markt waren gebracht, bij welke roof hij vele moorden pleegde, zodat hij de schrik van de twistende landlieden was.
Vermeld in de Quedan narracio in hoofdstuk 27. Hier wordt vermeld dat de zoons van schout Bertold bij Peize gevangen genomen worden door krijgslieden van de bisschop en worden opgesloten in de Sint Walburgskerk te Groningen.Namen van die zoons worden niet vermeld. Jaar 1228.
1241; Jaarboek van en voor Groningen; Ridder Thizo van Eelde is een neef van de zonen van de overleden prefect van Groningen. Ook Rudolf van Norch en Menso van Roden en de ridder van Peize.
Thizo moet dus een zoon zijn van Barthold.
Thizo en zijn neven worden bijgestaan in de strijd door schulte Rutger en zijn broeders. Rutger moet dan de opvolger zijn van schulte Barthold die in 1240 is overleden.
Rutger of Rotger moet dan de oudste zoon zijn van schulte Barthold
Hij trouwde met
17 NN van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Thezo van Eelde, geboren omstreeks 1220 (zie 8).
II. Hermannus van Eelde, geboren omstreeks 1218.
Notitie bij Hermannus: Vermeld in oorkonde 1276; ogd0153

Generatie 6 (oudouders)

32 Bartold, schulte van Eelde, geboren omstreeks 1170. Bartold, is overleden in 1240, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Bartold,: Het landgoed/leengoed Lemferding bij Eelde is in het jaar 1040 door de Duitse keizer geschonken aan de prefect van Groningen. Toen deze overleed waren zijn enige dochter en schoonzoon ook al overleden. De erfgenamen waren zijn drie kleinzoons en twee kleindochters. De kleinzoons kregen gezamenlijk de prefectuur van Groningen en de kleindochters kregen ieder een landgoed. De ene kreeg Eyen (Een bij Norg) en de ander Lemferding bij Eelde. Eén van de kleindochters moet getrouwd zijn met een ridder Bartold. Vermoedelijk een zoon van Johannes van Eelde, vermeld als schulte van Eelde en ook schulte van Drenthe. Deze Johannes zal familiebanden hebben gehad met de prefect Leffert van Groningen en als dienstman gewoond hebben op Lemferding.
De bisschop van Utrecht stelt in 1206 het Schultambt voor Drenthe in en belast de heren van Eelde erfelijk met deze functie. Daarvoor was deze functie niet vererfbaar.
De eerste die wordt aangesteld is ridder Bartold in 1206 en die heeft deze functie uitgeoefend tot zijn dood in 1240.
Volgens J W Schaap de stamvader van de schulten van Eelde.
MD Teenstra: In 1206 wordt het schultambt in Drenthe ingesteld en de heren van Peize worden hier erfelijk mee beschonken. Zijnde Bertold van Eelde ridder, 1206-1240; Rutger van Eelde 1263-1290; Rutger II van Eelde 1303-1325; Hendrik van Eelde 1325-1340. Dat betekent dus dat Bertold van Eelde volgens Teenstra,een afstammeling is van een van Peize.
Maar vermoedelijk is dit een schrijffout. (In 1177 is echter reeds sprake van een Johannes als schulte van Eelde.)
Vermeld in de Quedam narracio in hoofdstuk 27. Hier wordt vermeld dat zijn zoons bij Peize gevangen genomen worden door krijgslieden van de bisschop en worden opgesloten in de Sint Walburgskerk te Groningen.Namen van die zoons worden niet vermeld.
Zie oorkondenboek Groningen-Drenthe volgnrs.
43 (1206) Vermelde namen o.a. Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Sturm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch, Hendrik van Norg, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bonne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
53 (1212) Volker van Coevorden, ridder, Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Johan van Ruinen, Schulte Bertold, Engelbert van Steenwijck.
64 (1 januari 1219) Namen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, Frederik Redinc; voogden van Ida, vrouwe van de Ese: Gijsbert, Hugo Donker, Herman Clencke, Rudolf Rocke.
67 (10 januari 1224) Namen: de broers Rudolf en Frederik van Coevorden, Johan van Ruinen, Bernard van de Ese, de broers Rudolf en Menso van Peize, Egbert van Groningen, Bertold van Steenwijck, Schulte Bertold van Drenthe, Frederik Rading met zijn broer Walter, Coenraad, schulte van Vollenhove, ridders.
83 (omstreeks 1225, lijst van opbrengsten aan het kapittel van de dom te Utrecht) Namen in Drenthe: Egbert van Groningen, Rudolfs zoon Albert, Leffarts zoon Menso, Thezo’s zoon Johannes, Johan van Ruinen, Johan van Haarlo, Steven van Tuten, Lubbert van Dalen, Philip uit Ide, Otto van Zeegse, Menso van Roden, Rudolf van Langelo, Albert van Uffelte, Rudolf van Norch, Herman van Voorst, Theodorus van Buckhorst, Rudolf van Peize, Zijn broer Menso van Peize, Rudolf Rogge, Rudolf van Coevorden, Schulte Bartold (van Eelde), Bernard te Rothe ?, Resindis, dochter van Hendrik Papinck, Ludolf van Kuinre, Lubbert van Bunne.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
33 Christina? van Sepperothe, geboren omstreeks 1170.
Notitie bij Christina?: Krijgt na de dood van haar grootvader het landgoed Lemferding bij Eelde als leengoed van de Bisschop van Utrecht.
Zie verder de vermelding bij haar zuster.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rutger van Eelde, geboren omstreeks 1190. Rutger is overleden in 1263, ongeveer 73 jaar oud.
Notitie bij Rutger: Schulte van Eelde 1240-1263.
Zie Jaarboek van en voor Groningen deel 1 pag 300.
"De schulte Rotger en zijne broeders waren hun voornaamste helpers"; d.w.z. de helpers van Lambert van Peize en zijn neven van Norch en Eelde, die de toewijzing van de prefectuur van Groningen bestreden, omdat Lambert meende daar recht op te hebben, maar die was toegewezen aan Rudolf, Egbert en Godschalk van Sepperothe of Seppenrade, kleinkinderen van Lamberts broer Ludolf, de overleden prefect van Groningen.
II. [waarschijnlijk] NN van Eelde, geboren omstreeks 1192. NN trouwde met [waarschijnlijk] Diederik van Buckhorst. Diederik is geboren omstreeks 1180, zoon van Gosewijn II van Gemen en NN van NN. Diederik is overleden in 1227, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Diederik: 1213 Dirk en Hendrik van Buckhorst vermeld als getrouwe lieden en vrienden van bisschop Otto .
Theoderick (Dirk of Diederik) van Buckhorst, samen met zijn zoon gesneuveld in de slag bij Ane. (Holthone)
III. Thezo van Eelde, geboren omstreeks 1195 (zie 16).
IV. [vader:waarschijnlijk] Johannes van Haerlo van Eelde, geboren omstreeks 1198. Johannes is overleden na 1245, minstens 47 jaar oud.
Notitie bij Johannes: komt voor in een lijst van inkomsten van het Domkapittel Utrecht uit 1245 welk goed in 1330 Otto Polleman als belastingplichtige weergeeft, zwager van Barthold Knas.

Generatie 7 (oudgrootouders)

64 Johannes (van Ruinen), schulte van Eelde, geboren vóór 1150. Johannes is overleden vóór 1206.
Notitie bij Johannes: Vermeld als Johannes Schulte en ook schulte van Drenthe.
Vermeld in oorkonde van 1177/1178 als getuige samen met Leffert van Groningen, Lambert van Peize, Walter Radinck en Arnold Wilde.
Later vermelde schultes van Eelde hebben een wapenschild waarop twee Gelderse rozen en een helm. Het schild van de ridders van Ruinen heeft drie Gelderse rozen, conform het schild van Gelre. Johannes kan een nazaat van Ruinen zijn.
Kind van Johannes uit onbekende relatie:
I. Bartold, schulte van Eelde, geboren omstreeks 1170 (zie 32).
66 Godschalk van Sepperothe. Godschalk is overleden vóór 1178.
Notitie bij Godschalk: Volgens het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek zou hij omstreeks 1170 gehuwd zijn.
Quedam narracio: Godschalk verwekte drie zonen, Rodolphum, Mensonum en Hecbertum, door Hans van Rij vertaald (1989) als Roelof, Menso en Egbert.
Hij stamt af van de ridders van Sepperothe. De plaats heet nu Seppenrade en ligt vlak bij Lüdinghausen, ten zuiden van Münster.
Hij trouwde omstreeks 1160 met de ongeveer 25-jarige
67 NN van Groningen van Wierum, geboren omstreeks 1135. NN is overleden vóór 1178, ten hoogste 43 jaar oud.
Notitie bij NN: Volgens het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek zou zij omstreeks 1170 gehuwd zijn. Bron: Narracio. Zij is overleden voor haar vader Leffart.
Kinderen uit dit huwelijk:
wapenschildhvnorch.jpg
2 WapenschildHvNorch
I. NN van Sepperothe, geboren omstreeks 1160.
Notitie bij NN: Krijgt na de dood van haar grootvader het landgoed Eyen als leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar zuster krijgt het landgoed Lemferding bij Eelde, eveneens leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar broers krijgen gezamenlijk de Prefectuur in Groningen en de bezittingen aldaar.
Van de verdeling van de erfenis zijn geen stukken bekend, maar het is af te leiden uit latere oorkonden waarin opbrengsten van het Sticht Utrecht staan vermeld.
NN trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1180 met Hendrik I van Kuinre (afb. 2), ongeveer 30 jaar oud. Hendrik is geboren omstreeks 1150, zoon van [misschien] Engelbert (van Ramelo) van Horne. Hendrik is overleden omstreeks 1215, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Ook vermeld als Hendrik de Crane, maar waarschijnlijk een onjuiste beoordeling van de vermelding "Crue" in de oudste oorkonde. Dit zal Cunre moeten zijn.
Geschiedenis van Friesland; MD Teenstra: 1195 Hendrik de Kraan, graaf van de Kuinder. (blz 121). Hendrik gedroeg zich als graaf in het gebied langs de zuidkust van Friesland.Hij was borggraaf van de Kuinder en waarschijnlijk ook van Urk en Emelweerd, een leen van de bisschop van Utrecht. Deze bisschop had samen met de graaf van Holland de grafelijke rechten over het Friesland tussen Vlie en Lauwers verkregen. Toen Willem (zonder land) terugkeerde van een roemrijke tocht naar Palestina vond hij het vaderlijk erfgoed verdeeld. Door tussenkomst van oom Boudewijn, toen bisschop van Utrecht, stond broer Dirk hem Friesland (tussen Vlie en Lauwers) af. Daar verdreef hij Hendrik de Crane van de grond die Hendrik onrechtmatig in bezit had en bouwde een sterk slot in Oosterzee om Hendrik in bedwang te houden.
Annales Egmondensis pagina 193: Bisschoppelijk leenman Hendrik van Kuinre neemt Willem van Holland gevangen omstreeks 1196. Willem van Holland was graaf van Friesland. Deze gevangenneming gebeurde op het slot ter Horst, waar Willem was uitgenodigd door zijn broer Dirk van Holland. Aan tafel, onder de ogen van Dirk, nam Hendrik de Crane Dirks broer Willem gevangen. Dirk was dus kennelijk de opdrachtgever. De aanleiding was de openlijke steun die Willem verleende aan graaf Otto van Gelre, de vijand van Dirk.
Zie verder: Algemene Geschiedenis des Vaderlands door JP Arend, tweede deel 900-1581; 1841 JF Schleijer Amsterdam.

OSU0567;1204; Hendrik van Kuinre krijgt zijn goederen en rechten terug die hem door graaf Willem van Friesland waren ontnomen. (=de borg te Kuinre en bijbehorende rechten)
OSU0568; 1204 Bisschop Diederik vergunt aan de bewoners van Holtpade een parochiekerk te stichten.
Getuigen: Hendrik van Kuinre, Herman van Voorst, Arnold van Ruinen, Bernard Benzinck, Arnold Wilde, Hugo en Wigher Storm, Engelbert Merekinck.
Deze Hendrik van Kuinre moet wel dezelfde persoon zijn als de twee jaar later vermelde Hendrik van Norch. Het familiewapen van Norch is gelijk aan het familiewapen van Kuinre.
ogd0043 datum 1206 of 1207. Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen.
Genoemd worden: Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Storm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch (Radinc bij Vollenhove?), Randulfo ?, Hendrik van Norch, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bunne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
OSU0601; 1211; Bisschop Diederik schenkt, voor zijne memorie, aan het klooster te Ruinen de tienden uit een huis te Volenhove, dat het klooster reeds lang bezeten had. Getuigen: Hendrik van Groningen, Johan van Vollenhove priesters, Folkert van Coevorden, Hendrik van Kuinre, Hugo Storm, Arnold Wilde, Hugo Donker, Gijsbert, Walter, Godfried, Gosewijn, Arnold van Ruinen, Otto, dienstmannen.
Oorkondenboek Sticht Utrecht nr. 613.
1213; De elect Otto schenk aan de horige lieden te Wilsum en Zalk op het Veen, die wonen op hoeven van Diederik en Hendrik van Buckhorst, dezelfde vrijheid die de burgers van Zalk, Zwolle en andere steden en dorpen in de omtrek genieten. Dirk en Hendrik zullen hofsteden verpachten en het lagere gerecht uitoefenen.
Getuigen: Hendrik van Kuinre, Gijsbert en Egbert van Amstel, broers, Herman van Voorst, Wolter van IJsselmuiden, Arnold Loef, Steven van Bosinchem, Arnold de Wilde, Thicard schulte van Vollenhove, en vele andere goede lieden.

Elders gepubliceerd: Henrici NORCH. Familiewapen: in veld van zilver vijf linker schuinbalken van keel.
Genoemd in 1206.(drs. O.D.J. Roemeling, ’Adelijke geslachten in de ME in Drente’, NL 1973).

De Heren van Kuinre waren de ergste zeerovers van Noord Nederland, te vergelijken met roofridders als Zweder van Bentheim, Herbrun van Putten (’de gesel der Veluwe’) en Zweder van Voorst. Hun kasteel lag op een uitermate strategische locatie ten opzichte van de Hanzeroutes naar het Oostzeegebied. Kooplieden uit onder ander Danzig (Gdansk) en Hamburg werden nogal eens opgebracht en voor losgeld op het slot te Kuinre vastgezet. Aldus de tekst in http://nl.wikipedia.org/wiki/Kuinre.

De Heren van Kuinre waren ridders, maar anderen vonden hen rovers. Zij leefden in de tweede helft van de Middeleeuwen, in een tijd dat er veel gehandeld werd tussen de Hanzesteden. In de Noordoostpolder zijn resten gevonden van 2 burchten. Deze kastelen stonden aan beide kanten van de oude rivier de Kuinder of de Tjonger.
De oudste burcht werd gebouwd rond 1200. Maar toen de Zuiderzee steeds groter werd, dreigde het kasteel te worden weggespoeld. De Heren van Kuinre moesten verhuizen. Even verderop bouwden ze een nieuw kasteel. Hoe die kastelen er precies uitzagen weten we niet. In de polderbodem zijn resten van fundamenten en voorwerpen als wapens, potten en bekers teruggevonden.
De Heren van Kuinre waren niet geliefd bij de handelaren van de Hanzesteden. De ’heren’ namen de vracht of het schip van de handelaren soms in beslag. In ruil voor losgeld konden ze hun eigendommen terugkrijgen. Soms zonken de handelsschepen ook wel op de Zuiderzee. In Flevoland zijn 14 wrakken gevonden van deze handelsschepen. Die handelsschepen worden ook wel koggen genoemd.
(Uit: http://www.nieuwlanderfgoed.nl/studiecentrum/canon-van-flevoland/de-heren-van-kuinre-en-de-hanze,-1200-1500)

„Heren van Kuinre waren geen roofridders”
04-10-2011 11:13 | Gerco Verdouw
Akkerbouwer en historicus Evert de Boer (66) vond eens een middeleeuws kanon in zijn land in Luttelgeest. Misschien was het wapen wel ingezet in de strijd tegen de burcht van Kuinre, een paar honderd meter verderop.
Een tochtje maken door de Noordoostpolder is op een zonnige nazomermiddag geen straf. Op de uitgestrekte akkers vreten combines, hakselaars en andere oogstmachines zich een weg door de rijpe gewassen. Tractoren met grote kiepkarren laten stofwolken achter als ze het graan, de mais en de aardappels wegbrengen.
Interessant wordt het tochtje als Evert de Boer meerijdt. De akkerbouwer uit Luttelgeest weet niet alleen alles van aardappels en uien af, hij kan ook vertellen wat er onder de vruchtbare voormalige zeebodem te vinden is. „Die interesse voor archeologie zit in de familie. Ik ben geboren in Wons, in het westen van Friesland. We woonden op een afgegraven terp. Mijn grootvader en vader vonden allerlei interessante dingen in de grond.”
De Boer verhuisde in 1952 als zevenjarige jongen naar de Noordoostpolder. Zijn vader begon een boerderij vlak bij Schokland. „Daar is mijn belangstelling voor de archeologie gewekt. Er kwamen in die tijd zo veel dingen uit de grond. Mijn zoon heeft er zijn beroep van gemaakt, hij is regioarcheoloog van Zuidoost-Utrecht.”
De Boer wijst naar het stuk land waarin hij het kanon uit de middeleeuwen vond. „Het stond waarschijnlijk op een schip dat ten strijde trok tegen de heren van Kuinre.”
De heerlijkheid Kuinre was aan het eind van de 11e eeuw ontstaan op de plek waar de rivieren de IJssel en de Kuinder in de Zuiderzee stroomden. De heren van Kuinre waren belangenbehartigers van de bisschop van Utrecht. Het liefst gingen ze echter hun eigen gang. De Boer: „Het was hier een onherbergzame, moerassige streek. De heren leefden van de jacht en de visserij.”
De van oorsprong Frankische gouwgraven bouwden tussen 1165 en 1197 een burcht aan de rand van de Zuiderzee. Een reconstructie daarvan is nog te zien in het Kuinderbos. De Boer laat het graag zien. Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer 300 meter lopen naar de burcht. De spaarboog waardoor bezoekers de burcht betreden, valt het meest op. „Vanwege de vorm denken de mensen dat dit een poort is, maar de naam spaarboog zegt het eigenlijk al: deze boog is gemaakt om stenen uit te sparen, want die waren in deze streek van veen en water erg duur.”
http://www.refdag.nl/nieuws/regio_2_210/heren_van_kuinre_waren_geen_roofridders_1_593040
II. Egbert III (ook Egbertus) van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1163. Egbert is overleden in 1240, ongeveer 77 jaar oud.
Notitie bij Egbert: MD Teenstra: 1195. Herbert, broer van Rudolf van Sepperothe, is voogd over Rudolfs zoon Albert, na diens overlijden tijdens een kruistocht. De door Teenstra vermelde Herbert is dezelfde als Egbert of Ecbert of Ekbert die in de Quedam narracio wordt vermeld.
Bisschop Boudewijn zendt een zekere Berthold naar Groningen om gedurende de minderjarigheid van Albert, als burggraaf in Groningen op te treden.Hij wordt echter hetzelfde jaar nog door Egbert van Sepperothe doodgeslagen.
Quedam narracio: Hecbert of Egbert leefde nog in 1232. Was prefect van Groningen voor 1/3e deel.
Deze Hecbert is waarschijnlijk dezelfde die in latere stukken als Egbert staat vermeld. (Egbert III)
Zie oorkondenboek Groningen-Drenthe.
(1206) Vermelde namen o.a. Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Sturm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch, Hendrik van Norg, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bonne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
Opmerking Anne Post: Schulte Bartold woonde in Eelde, waarschijnlijk op Oosterbroek, een borg nabij het oorspronkelijke landgoed Lemferding en aan de Drentse A gelegen.Gelmer van Ide woonde op een oorspronkelijk mottekasteel, ten noorden van de wegsplitsing Groningen, Norg, Rolde (Assen) tussen de huidige Lugtenburgerweg en de Moespot. Dit was een zogenaamde ringwalburcht bestaande uit twee cirkelvormige grachten die samen een 8 vormen. Op de kleinste stond een uitkijktoren. Later worden bewakers van Ide vermeld. Bedoeld wordt dan waarschijnlijk dat deze het verkeer bij Yde van en naar Groningen moesten controleren. Werenzone van Bonne woonde op de burcht te Bunne die in 1145 is gebouwd in opdracht van bisschop Herbert van Wierum. Egbert ten Hove zal op een hofgoed hebben gewoond, waarschijnlijk op de Gruenenborg aan de Hunze bij Groningen. Egbert en Menso van Groningen zullen op de borg Selwerd hebben gewoond. Jacob en de later vermelde broer Gerard woonden op een borg gelegen aan de A.
(1208) Vermelde namen o.a. Volker van Coevorden, Walter Rading, Arnold Wilde, Bernard Benze (van de Ese), Menso van Peize, Egbert van Groningen, Otto Proeys ?, Volradus van IJsselmuiden, Jacob en Gerard ter A.
(1212) Volker van Coevorden, ridder, Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Johan van Ruinen, Schulte Bertold, Engelbert van Steenwijck.
(1217) Namen: Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Rudolf van Coevorden, Arnold van Ruinen, Arnold van Alva en Menzo van Gravestorp.(van Peize)
(1 januari 1219) Namen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, Frederik Redinc; voogden van Ida, vrouwe van de Ese: Gijsbert, Hugo Donker, Herman Clencke, Rudolf Rocke.
(10 januari 1224) Namen: de broers Rudolf en Frederik van Coevorden, Johan van Ruinen, Bernard van de Ese, de broers Rudolf en Menso van Peize, Egbert van Groningen, Bertold van Steenwijck, Schulte Bertold van Drenthe, Frederik Rading met zijn broer Walter, Coenraad, schulte van Vollenhove, ridders.

(19 oktober 1225) Egbert van Groningen zal als scheidsman optreden.
(21 juli 1233) Wilbrand, bisschop van Utrecht neemt het klooster Marienberg in bescherming (gesticht voor de zielen van zijn voorganger Otto en de met hem gevallenen in de slag bij Ane) Aanwezigen: Egbert, prefect van Groningen, Rudolf van Norch, de broers Herman en Gerard van Roden. Pelgrim en Wolter Radinc van Vollenhove, Hendrik van Schoonebeek, Burchard en Gerard van Middelwijk, Sweder van Voorst, Gijsbert van Buchorst, Alfred van IJsselmuiden, Eilard van Bentheim, Winnemar van Hardenberg, Egbert van Haren, Engelbert en Hendrik van Gerner, Remfrid van Junne, Sweder van Genne en Herman van Vilsteren.
(19 mei 1235) Egbert van Groningen vermeld.
Egbert trouwde met NN van NN.
III. Rudolf van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1165. Rudolf is overleden in 1195, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Vermeld 1181, 1184.
Overleden tijdens een kruistocht in 1195.
Was prefect van Groningen voor 1/3e deel na het overlijden van zijn grootvader van moeders zijde.
Rudolf trouwde met NN van NN.
IV. Menzo van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1175. Menzo is overleden vóór 1225, ten hoogste 50 jaar oud.
Notitie bij Menzo: Was prefect van Groningen voor 1/3e deel na het overlijden van zijn grootvader.
ogd0043 datum 1206 of 1207. Genoemd wordt o.a. Heinrico de Nurch.
Enkele anderen: Johanne de Volnho, Hermanno de Stenwic, sacerdotibus;
Woltero de Covorde, Rodulfo, Menzone, fratribus de Peisge, Arnoldo de Rune, Ottone de Pollo, Hugo(ne) Sturm, Gerardo Leone, Hugone Dunker, Egberto, Menzone, fratribus de Gruningen, Wichero Lapinch, Randulfo, Waltero Radiac, Bartoldo sculteto, Gelmaro de Ide, Werenzone de Bonne, Egberto de Hove, Ottone de Rune, Jacobo de A et aliis quam pluribus.
(Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen)
V. Christina? van Sepperothe, geboren omstreeks 1170 (zie 33).

Generatie 8 (oudovergrootouders)

128 Arnoldus van Ruinen, geboren omstreeks 1120 in Ruinen. Arnoldus is overleden na 1141, minstens 21 jaar oud.
Notitie bij Arnoldus: Vermeld als zoon en erfgenaam van Otto in een oorkonde van 1141. Zie bij Otto.
Kinderen van Arnoldus uit onbekende relatie:
I. Otto II van Ruinen, geboren omstreeks 1140. Otto is overleden na 1206, minstens 66 jaar oud.
Notitie bij Otto: Op 1 april 1169 bekrachtigd bisschop Godfried de verkoop van Selwerd door Lutgerus, dienstman van St Maarten aan het klooster te Ruinen. Als getuigen worden vermeld Otto van Ruinen, Hendrik van Cunre, Leffert van Groningen, Everhard van Almelo en Ingelbert van Ramlo.
In 1181 komt Otto voor in een brief van abt Hendrik, samen met Lambert van Peize, en Roelof van Groningen, als getuigen en dienstmannen.
De vermelde kinderen Otto en Johan worden vermeld op:
http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm#g3
zonder nadere bronnen.
II. Johannes (van Ruinen), schulte van Eelde, geboren vóór 1150 (zie 64).
134 Leffart van Wierum van Groningen, geboren omstreeks 1110. Leffart is overleden vóór 1178, ten hoogste 68 jaar oud.
Notitie bij Leffart: Prefect van Groningen. (Naam Leffert oorspronkelijk Lyfrid)
Hij werd benoemd in 1144 door zijn broer Herbert nadat deze de prefectuur aan Egbert van Groenenberg had ontnomen. Deze Egbert was prefect van 1141 tot 1144 en was ook benoemd door bisschop Herbert, maar Egbert lag regelmatig met de Gelkingers in de stad Groningen overhoop.
Volgens MD Teenstra zouden de Groenbergers, na het verwerven van de wereldlijke macht door de bisschop van Utrecht in 1047 zijn aangesteld als leenmannen, maar hun beleid van bevoordeling van familieleden leidde tot groot ongenoegen onder de bevolking, wat in 1105 escaleerde in het ontstaan van de groepering van de Gelkingers, die de bisschop van Utrecht niet meer erkenden als wereldlijk machthebber van Groningen.
Komt voor in een oorkonde van 1177 en 1178 samen met zijn jongere broer Lambert van Peize, Schulte Johannes, Walter Radinc (van Vollenhove) en Arnold Wilde.
Na zijn overlijden worden 3 kleinzoons elk voor een derde beleend met de prefectuur. Deze, Rudolf, Menzo en Hecbert (Egbert), zijn van een dochter getrouwd met Godschalk van Sepperothe (beiden overleden voor hun vader resp.schoonvader).
Volgens M D Teenstra in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel is Leffart overleden in 1160 (1180?). Zijn kleinzonen waren Lefferd, Rudolf, Menso en Herbert.
Anne Post: Heeft vermoedelijk de (houten) borg Selwerd laten bouwen op de grond die hij als leenman in bezit had. Deze borg stond 3,5 kilometer ten zuidoosten van zijn geboortehuis op de wierde Wierum, toen behorend tot Frisia, waar de Hunze instroomt in het Reitdiep vroeger Koningsdiep.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
135 NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120.
Notitie bij NN: Vermoedelijk een nazaat Groenenberg, vanwege de voornamen Egbert en Menzo van haar kleinkinderen.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN van Groningen van Wierum, geboren omstreeks 1135 (zie 67).

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

gelre-wapenschild.jpg
3 Gelre-wapenschild
256 Otto van Ruinen (afb. 3), geboren omstreeks 1093. Otto is overleden na 1141, minstens 48 jaar oud.
Notitie bij Otto: Als moeder van Otto van Ruinen is Adelheid van Zutfen aangenomen. Deze had een zoon Otto waarvan verder geen gegevens bekend zijn. Het wapen van Ruinen bevat drie rozen, dezelfde als die voorkomen in het wapen van Gelre/Zutfen uit de jaren 1190-1236. (Otto I van Gelre) De geboortedatum van Otto van Ruinen is praktisch gelijk aan die van Otto, zoon van Adelheid. Deze Adelheid bezat erfelijke rechten op o.a. de Emsgau, via haar vader verkregen van haar grootvader Godschalk van Twenthe.
zie ndva 1897 blz 219.
De Heren van Ruinen woonden op de havezate Oldenhof bij Ruinen.
De oudst bekende stamvader was een Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093, die in 1139 voor het eerst wordt vermeld als getuige en dienstman van bisschop Andries of Andreas. Deze begiftigde de kerk te Oldenzaal met pachten uit de kerken te Anlo, Beilen, Vries, Eelde, Norch, Roden en Roderwolde. De getuigen hiervan zijn: Hartbertus, Hoofd provoost (de latere bisschop van Utrecht), Albero, provoost van St Pieter, Adelardus provoost (van Pantaleon?), Hugo, provoost van St Marie, Lutbertus, dekaan van St Martini, Arnoldus, dekaan, allen kanunniken; de vrijen Simon, Leodricus en Henricus; graaf Godfried (van Cuijck g/m Jutta van Werl) en zijn broer Herman ( II van Malsen), Franco van Diepenheim, Wernerus zijn broer, allen dienstmannen; Hugo van Hoonhorst, schulte Frederik (van Coevorden) Otto van Ruinen, Bartold en zijn zoon Gosewijn, Lidulphus van Oldenzaal en vele anderen.
Otto was toen al niet zo jong meer, want bij een belangrijke schenking in 1141 was medeondertekenaar zijn zoon, die toen dus volwassen was.
In die akte van 1141 wordt hij Otto dienstman van St Maarten genoemd. Op zijn verzoek schenkt bisschop Herbert de kerk van Steenwijk aan de kerk St Maria te Ruinen. Otto had die kerk van de bisschop in leen. Otto zelf schonk aan de kerk van Ruinen zijn veen tussen Ruinen en Meppel met alle tienden, twee huizen te Ruinen, het land Gislo, de tienden te Anreep, een huis te Petthe (Pesse) en een huis te Buun. Hij deed dit om de monniken die daar onder de regel van St Benedictus wilden leven, een beter bestaan te geven. In feite dus een schenking aan het gestichte klooster te Ruinen. Getuigen waren o.a. de vrije mannen Hugo, Walter, Rudolf, Godfried en Diederik. De leken Albero, Gerard, Egbert, Werenbold, Everard, Steven, Sieger, Walter en de voornoemde Otto van Ruinen. Verder Wiecher, Herman, Benso, Rodolf, Tidico, Rudericus, Benneco, Alferdus en zijn broer Leferdus, Wazo, Godschalk, Frederik van Coevorden, Arnoldus, de zoon van de bovenvermelde Otto, Anneco. Heppo en vele anderen.

De voorouders van Otto van Ruinen zijn tot op heden niet rechtstreeks te traceren. Ruinen, de Oldehof, was omstreeks 1100 een leengoed van de bisschop van Utrecht, die behalve de kerkelijke macht ook de wereldlijke macht bezat, verkregen op 21 mei 1040 en vermeld in een oorkonde van koning Hendrik III. Koning Hendrik III was eigenaar van alle gronden in Drenthe behalve die van de boermarken in Drenthe, de grond die de Drentse eigenerfde boeren in gebruik hadden ten tijde van Karel de Grote. Deze Karel had namelijk bepaald, na de onderwerping van de Drenten omstreeks 805, dat alle niet bebouwde en bij de boeren niet in bewerking zijnde grond van de koning was. De Drenten waren het hier uiteraard niet mee eens, maar moesten dit onder dwang aanvaarden. Karel gaf delen van zijn grond uit aan getrouwen uit zijn omgeving om dit namens hem te beheren en hij vaardigde een landgoederenbesluit uit, waarbij ridders uit zijn leger een stuk grond kregen waarop zij een landgoed moesten aanleggen, waarop vee moest worden gehouden en produkten moesten worden verbouwd ter voorziening van voedsel voor zijn hoven en zijn leger. Deze landgoederen werden voornamelijk aangelegd op strategische punten en langs hoofdroutes in zijn rijk. In oorkonden van mei 1040 worden enkele in Drenthe met name genoemd, zoals Uffelte, Wittelte, Pithlo, Eyen (Een) en Lintherunge (Lenverding of Lemferding bij Eelde). In latere oorkonden komen de namen van meer leengoederen voor waarop zich ook een versterkt huis bevindt en een kapel, zodat mag worden aangenomen dat ook die hebben behoord tot de vroegste landgoederen. Ruinen behoort daar ook toe. De ridders/leenmannen waren telgen uit adellijke geslachten uit zuidelijker streken.
Ook de voorouders van Otto van Ruinen stammen af van Westfaalse graven die destijds ten tijde van Karel de Grote de macht uitoefenden. Van de oudst bekende heren van Norch (Eyen), Eelde, Peize, Groningen, Coevorden, Steenwijk en Kuinre zijn de voorouders getraceerd. Nazaten van Otto van Ruinen zijn hiermee verwant, maar ook de voorouders van Otto zullen die verwantschap hebben, gezien de roepnamen in de familie. Vermoedelijk loopt ook deze lijn via Zutphen/Gelre naar de streken langs de Rijn.
Het wapenschild van de heer van Ruinen heeft 3 rozen, dezelfde als het wapen van Gelre.
Zie ook: http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm
Kinderen van Otto uit onbekende relatie:
I. Arnoldus van Ruinen, geboren omstreeks 1120 in Ruinen (zie 128).
II. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120 (zie 135).
III. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120. NN trouwde met [waarschijnlijk] Egbert II van Groenenberg. Egbert is geboren omstreeks 1110, zoon van [waarschijnlijk] Werner? van Groenenberg.
Notitie bij Egbert: Egbert werd in 1143 afgezet door bisschop Herbert van Wierum, die daarna zijn broer Leffart tot prefect van Groningen benoemde.
268 Rudolf van Werl van Wierum, geboren omstreeks 1070.
Notitie bij Rudolf: Rudolf van Wierum, de hier opgevoerde vader van Herbert of Hartbert van Wierum, zal een kleinzoon zijn van graaf Rudolf van Fivelgo, vermeld in de oorkonde van mei 1040 waarin keizer Hendrik Drenthe en de stad Groningen en andere goederen schenkt aan de bisschop van Utrecht.
Herman II van Werl had een zoon Rudolf uit een tweede huwelijk waarvan verder niets bekend is. Hij kwam niet in aanmerking voor opvolging als graaf. Na de dood van Herman II werd zijn zoon Bernhard III, uit zijn eerste huwelijk, graaf in de Emsgau en Frisia (tussen Lauwers en Eems). Bernhard had een borg in Emden. Het was gebruikelijk in grafelijke kringen om belangrijke bestuurlijke posities te laten innemen door vertrouwelingen en dan meestal familieleden. Daardoor was de macht beter te handhaven en mogelijk uit te breiden. Het gebied van graaf Bernhard bestond uit meerdere gouwen. Het is dan aan te nemen dat een deel van die gouwen, waaronder Fivelgo en Hunsego, als onderleen door Bernhard aan zijn halfbroer Rudolf is gegeven. De zetel van deze Rudolf zal dan op een strategische plek hebben gelegen in dit gebied. Deze plek is dan Wierum, van waaruit een goede verbinding over zee met Emden bestond. Op dit punt, waar Hunze en Aa samen komen en waar alle verkeer van en naar Groningen te controleren is, zal zeker een borg of versterkt huis hebben gestaan. Kleinzoon Rudolf, vader van Herbert, zal hier gewoond hebben en niet in Bierum zoals deze plaats is vertaald uit het latijn door de samenstellers van de bekende oorkondenboeken van het Sticht.
Zie ook de veronderstelling van Roemeling, vermeld bij Herbert. Rudolf zal dan bekend geweest zijn als Rudolf van Wierum.
Wierum, en meerdere terpen langs de Hunze, waren al bewoond voor het jaar 0.
Zeer waarschijnlijk is de borg Selwerd, net ten zuiden van Wierum, een vervanging van een versterkt huis te Wierum.
Archeologische opgravingen door de stad Groningen, http://gemeente.groningen.nl/stadsgeschiedenis/over-archeologie, toonden aan dat ter plaatse waar de borg Selwerd heeft gestaan, ook sporen zijn gevonden van een eerder ter plaatse gebouwde houten borg of bolwerk, vermoedelijk gebouwd omstreeks 1100-1150. De bouwer is dan een nazaat van Rudolf van Wierum en moet dan Leffart zijn geweest, door zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht en bezitter van het gebied Selwerd, benoemd als prefect van Groningen. De afgezette prefect Egbert woonde op de Gruenenborg aan de Hunze. De borg Selwerd is dan het stamhuis van de prefecten van Groningen van het Westfaalse geslacht van Werl / (later van Sepperothe),waarin de naam Rudolf veelvuldig voorkomt. De Gruenenborg aan de Hunze is het stamhuis van de prefecten van het Saksische geslacht Groenenberg of Groenebeke, verwant aan de graven van Brunswijk, waarvan velen de naam Egbert dragen.
Hij trouwde met [misschien]
269 Sigardis? van NN. Sigardis is overleden na 1148 in Coevorden ?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herbert (Hartbert) van Wierum, Bisschop van Utrecht, geboren omstreeks 1100. Herbert is overleden op 12-11-1150, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Herbert: Vermeld in Quedam Narracio pag.2 als Hartbert en afkomstig van Berum in Frisia.
Bisschop van Utrecht 1139-1150. Daarvoor Domprost van Utrecht.
De aanduiding "Berum in Frisia" wordt verschillend gelezen en er is geen eenduidigheid welke plaats hiermee bedoeld wordt.
Een enkeling meent dat Bierum boven Delfzijl wordt bedoeld, maar anderen denken dat hier Wierum moet worden gelezen.
Men denkt dan aan Wierum boven Dokkum vanwege de toevoeging Frisia. Maar Frisia omstreeks 1100 was het gehele gebied langs de kust tot aan de Weser. Ook het huidige Groningen behoorde daartoe.
Mol en Noomen denken in hun artikel " DE STICHTING VAN DE AUGUSTIJNER KOORHERENABDIJ LUDINGAKERKE EN HAAR RELATIE MET ROLDUC" aan het gebied rond Sexbierum in Friesland en vinden in ieder geval Bierum in Groningen hoogst onwaarschijnlijk.
Roemeling zegt in zijn artikel in de Nederlandscha Leeuw van okt/nov 1973 dat voor Berum niet moet worden gelezen Bierum, maar Wierum, gelegen vlak bij Groningen in een bocht van de Hunze. En dat is veel logischer. De terp Wierum bestaat nog steeds en was vroeger een heel strategisch punt, waar de oude Hunze instroomt in het Reitdiep, toen een open verbinding met de Noordzee. Wie Wierum bezat had de controle over de handel van en naar de stad Groningen.
Wierum wordt al vermeld in een oorkonde van 855. Hierin schenkt een zekere Folker zijn erfgoederen aan de abdij Werden, gelegen in o.a. Humerki, met name genoemd Krassum en Wierum. (Zie oorkondenboek Lacomblet nr. 65)

Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde. Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht. Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden, vanwege de latere vermelding van een Ludolf van Bunne.
II. Ludolf van Wierum van Coevorden, geboren omstreeks 1115. Ludolf is overleden omstreeks 1155, ongeveer 40 jaar oud.
Notitie bij Ludolf: Verkreeg van zijn broer Herbert in 1141 Coevorden in leen en de jurisdictie over Drente.
Was daarvoor zeer waarschijnlijk leenman van het landgoed Ansen, allodiaal bezit van de bisschop van Utrecht. Zijn zoon Folker trok zich in 1196 terug op zijn erfgoed Ansen.
Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde.Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht.
Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden. Omstreeks 1280 is deze burcht een klooster geworden van een Duitse orde. Een Ludolf van Bunne werd de 5e Land-Kommandeur der Utrechtse Balije en wel van 1286 tot 1288.
Ludolf trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1135 met Johanna van Goor, ongeveer 15 jaar oud. Johanna is geboren omstreeks 1120, dochter van Willem II van Goor. Johanna trouwde later omstreeks 1155 met Floris van Vorenborch (±1125-na 1195).
III. Leffart van Wierum van Groningen, geboren omstreeks 1110 (zie 134).
IV. [moeder:misschien] Lambert van Wierum van Peize, geboren omstreeks 1125. Lambert is overleden na 1181, minstens 56 jaar oud.
Notitie bij Lambert: Wordt in de Quedam Narracio vermeld ten tijde van de bisschop Godfried van Renen (1156-1178) met zijn zoons Rudolf en Menso. Verkreeg van zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht het leengoed Peize en bouwde daar een borg.
OSU 486;na 9 maart 1176; Wordt als getuige vermeld in een oorkonde samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen, schulte Johannes (van Eelde), Walter Radinc (Vollenhove) en Arnold Wilde.
Komt voor in een oorkonde van 1177/1178 samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen. Streed met zijn neven om de prefectuur van Groningen na het overlijden van Leffart van Groningen in 1177.
In een oorkonde van 1181 komt hij als eerste voor onder een aantal ministerialen van de bisschop van Utrecht met Rudolf van Groningen, Otto van Ruinen en Herman de Polle. Overleden na 1181.
Lambert trouwde met NN Mensodr. van NN.
270 [waarschijnlijk] Otto van Ruinen (dezelfde als 256).

Generatie 10 (stamouders)

512 Arnold van Blankenheim van Gelre, geboren omstreeks 1082. Arnold is overleden vóór 1105, ten hoogste 23 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1100 met [waarschijnlijk] de ongeveer 18-jarige
513 [waarschijnlijk] Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1082. Adelheid is overleden vóór 1118, ten hoogste 36 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Volgens http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/joomla/index.php/adel/graafschap-zutphen/240-otto-ii-de-rijke.html erft zij de rechten in Agradingouw en Emsgouw en de voogdij van Münster, of krijgt deze als huwelijksgeschenk mee. Zij is waarschijnlijk twee keer getrouwd geweest. (Ook wordt vermeld dat zij met Egbert van Saarbrucken getrouwd zou zijn geweest en dat zij het huis Tecklenburg zouden hebben gesticht. Waarschijnlijk is het Adelheid van Gelre die met een van Teclenburg is getrouwd. Adelheid moet geboren zijn tussen 1060 en 1085 en kan dus ouder zijn dan hier vermeld. Mogelijk stamt Otto uit een eerder huwelijk. Een partner zou dan kunnen zijn Arnold van Blankenheim van Gelre. Het wapen van Otto van Ruinen is identiek aan het wapen van Gelre, drie rozen op een geel vlak, zoals het wapen van Gelre uit de jaren 1190-1236.)

Vermeld staat dat Adelheid een zoon Otto had. Van deze zoon is verder niets bekend.
Mogelijk dat deze Otto dezelfde is als Otto van Ruinen die omstreeks 1093 moet zijn geboren. Gezien de namen van de nakomelingen van Otto van Ruinen is deze mogelijkheid zeer reeel.
Adelheids broer Hendrik verkrijgt in 1107 het graafschap Agridiogen, later overeenkomend met het gebied Kuinre-Urk-Emelweerd, in bezit. In 1139 wordt Hartbert van Wierum bisschop van Utrecht en het is zeer waarschijnlijk dat de borg Ruinen rond die tijd is gesticht en in leen is gegeven aan Adelheids zoon Otto.
Adelheid trouwde (2), ongeveer 23 jaar oud, omstreeks 1105 met [waarschijnlijk] Willem van Steinvorde (±1070-1147), ongeveer 35 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. [moeder:waarschijnlijk] Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093 (zie 256).
536 NN (Hartbert, Heribert) Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo, geboren omstreeks 1040.
Hij trouwde met
537 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Werl van Wierum, geboren omstreeks 1070 (zie 268).

Generatie 11 (stamgrootouders)

1024 Gerard I graaf van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1060. Gerard is overleden op 16-10-1129, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Gerard: overleden voor 1122. Volgens MD Teenstra overleden in 1117. In dat jaar zou zijn zoon hem zijn opgevolgd.
Volgens http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/genealogie/getperson.php?personID=I40&tree=DGidME_01 overleden op 16-10-1129.
Notitie bij Gerard: Verkreeg in 1076/1077 van Albert III van Namen, die door keizer Hendrik IV was belast met het gezag over Nederlotharingen, het domein Echt in leen. Gerard vergreep zich bij herhaling aan de inkomsten van de kerk in Echt, die tussen 929 en 939 door Gerberga, de echtgenote van hertog Giselbert van Lotharingen en zuster van keizer Otto I, aan de Sint-Servaaskerk waren geschonken. Hij werd in 1087 op een rijksdag in Aken hiervoor bestraft en Dirk van Herlaer (van Looz/Loon/Horne) werd aangesteld als voogd van de St Servaaskerk te Maastricht.
Wordt in de getuigenis van Jocundus aangeduid als een man met een opvallende lengte.
Wordt in 1082 de opvolger van zijn vader, na het overlijden van zijn oom en voogd Diederik II, broer van zijn vader, als waarnemend graaf na het overlijden van zijn vader omstreeks 1070. Graaf in Zuid Hamaland.
Ook graaf van Wassenberg en van Looz; Voogd van St Marie in Utrecht.
22 juni 1083; (Sloet 189) Koning Hendrik IV geeft de abdij te Elten in de gouw Hamaland, in het graafschap van Gerard, aan de kerk van Hamburg.
Sloet 191; 1085; Keizer Hendrik IV doet door zijn graven Gerard van Wassenberg en Gozewijn van Heinsbergen, Luipo in het bezit stellen van de abdij van St Truijen.
Het stamslot van Gerard II lag in Wassenberg in de Molengouw, een ondergouw van Hettergouw, het meest zuidelijke deel van zijn bezit. Gelder lag centraler en daar heeft hij zich mettertijd gevestigd en werd daarna, vanaf 1096, bekend als Gerard van Gelre.
Sloet 193; 1087; Keizer Hendrik IV beslist, volgens uitspraak der rijksgroten, de geschillen over de kerk te Echt tussen graaf Gerard van Wassenberg en St Servaas te Maastricht. Als getuigen waren aanwezig : Magnus hertog van Saksen, Koenraad hertog van Lotharingen, graaf Adelbert, graaf Cono, graaf Arnoldus, graaf Hendrik van Lacho, graaf Godfried van Kercklo en zijn zoon.
Sloet 196; 1096; Gerard graaf van Gelder en zijn broeder Hendrik getuigen van Ida gravin van Boeljon, bij een gift van haar en haar zoon Godfried aan het klooster van Aflingem. Gezegeld door Gerard en Hendrik en Godschalk van Iacen, Hendrik van Cuck, Cono van Montout, Diederik van Bemel, Hendrik van Birbaica, Baldewijn van Oosterwijk, Walter van Grimbergen.
Sloet 198; 9 november 1099; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij de bisschoppen van Spiers en Worms een ruiling aangaan. Andere getuigen: hertog Frederik, palzgraaf Siegfried, Cuno zoon van hertog Otto, Gerard hertog van Mogentinus, Adelbrath, markies Burchart, Wippreth en Heriman.
Sloet 201; 16 mei 1101; Keizer Hendrik IV neemt door tussenkomst van o.a. Gerard graaf van Wassenberg, de abdij Lobbes in zijn bescherming.
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 204; 13 april 1104; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde van Frederik aartsbisschop van Keulen, over giften van Meginher van Randerode aan het stift van Maria ad Gradus. Volgende getuigen zijn graaf Gerard van Julich en zijn broer Gerlach, Gerhart van Hochstaden, Diederik van Mere, Herman van Zulpico, Hartpern van Fraegenzo, Eppo van Scleido, Bernewin van Othweiler, Gerunc van Scevene, Huprecht van Oye, Bertram van Iecheze en Walter van Buckenheim.
Sloet 209; 3 december 1105; Graaf Gerard van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik IV goederen geeft aan de abdij van St Pantaleon in Keulen.
Sloet 211; Omstreeks 1107 trouwt Jolanda, dochter van graaf Gerard van Gelre en Wassenberg met Boudewijn III, graaf van Henegouwen.
Sloet 213; 2 november 1107; Gerard graaf van Gelre is getuige in de oorkonde waarbij koning Hendrik V aan de abdij St Pantaleon te Keulen het rijksleen van Gertrudis van Boppard geeft. Andere getuigen zijn Adolf graaf van Berg en de familie Bobard Fridebreht, Arnolt, Annecho, Germar, Engilbreht, Gerlach en Diederik.
Sloet 216; Gerard vermeld als advocatus van St Marie in Utrecht.
Sloet 217; 26 juni 1108, het jaar onzeker; Gerard van Wassenberg is aanwezig bij de afstand door Burchard, bisschop van Utrecht, van de kerk te Aalburg aan de abt van St Truiden.(Aantekening van abt Rudolf in zijn Gesta abbatum Trudonensium, "dat hij den rijken Hollandschen graaf met zilveren koorden naar Utrecht had moeten trekken en den harden nek van den bisschop met een hamer van hetzelfde metaal ten zijnen gunste had doen neigen, om aan de abdij het bezit van Aalburg terug te bezorgen")
Sloet 219; Gerard graaf van Gelre als getuige genoemd.
Sloet 221; Gerard van Gelre vermeld in een oorkonde van 14 augustus 1111.
Sloet 221bis; 1112; Hendrik I koning van Engeland, machtigt de graaf van Gelre een huwelijk te bewerken bij de graaf van Vlaanderen. (De koning van Engeland trouwde in 1120 met een dochter van Godfried met de baard, graaf van Leuven)
Sloet 226; tussen 1116 en 1118; Graaf Gerard en zijn zoon Gerard getuigen in de oorkonde, waarbij keizer Hendrik V de kerk van Utrecht bevestigt in het bezit van een graafschap in Friesland.
Sloet 228; 1117; Gerard graaf van Gelre en zijn zoon Gerard zijn getuigen in de oorkonde waarbij Frederik I, aartsbisschop van Keulen, de berg Meregelpe ruilt met de kerk te Zyflich tegen de census fer kerken tussen Maas en Waal, met uitzondering van die te Dreumel en Niftrik, die aan de congregatie te Xanten betalen.
Gerard, graaf van Wassenberg en zijn zoon Gerard zijn getuigen van Frederik, aartsbisschop van Keulen, in de oorkonde over de stichting van de kerk te Dunwald.
Sloet 231; 5 april 1118; Frederik I, aartsbisschop van Keulen, doet afstand van zijn recht op de tienden van een te ontginnen broek te Stralen, terwijl graaf Gerard en zijn broer Hendrik het broek uit hunne advocatie (voogdij) ontslaan.
Sloet 232; 30 september 1118; Graaf Gerard sticht op zijn allodium Wassenberg een kerk.
Lacomblet Rheinische Urkunden nr 289; 30-09-1118; Graaf Gerhard van Wassenberg en Gelre sticht op zijn slot Wassenberg "eine Collegiatkirche".
In 1123 tekenen comes Gerardus, filius eius Gerardus als eerste wereldlijke getuigen
een oorkonde van keizer Hendrik V, waarbij deze een schenking van het graafschap Friesland door zijn vader aan de Utrechtse kerk bevestigt.
Gerard trouwde (2), ongeveer 43 jaar oud, omstreeks 1103 met Clementia van Gleiberg van Poitou (ovl. ±1140).
Hij trouwde (1), ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1080 met de ongeveer 20-jarige
1025 Sophia van Looz (Loon), geboren omstreeks 1060. Sophia is overleden omstreeks 1090, ongeveer 30 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard II de Lange van Gelre, geboren omstreeks 1080. Gerard is overleden op 24-08-1131, ongeveer 51 jaar oud [bron: Necrologium van Wassenberg].
Notitie bij overlijden van Gerard: Zie Sloet 261; Gerard, graaf van Gelre, bijgenaamd de Lange, sterft.
Zie in detoelichting van Sloet ook mogelijke andere familierelaties.
Notitie bij Gerard: Hij, of zijn vader, steunt de keizer Hendrik in 1114, wanneer de Keulse bisschop Frederik I, gesteund door een aantal machigen uit zijn bisdom, in opstand komt.
Volgens MD Teenstra zou hij zijn vader in 1117 zijn opgevolgd.
Sloet 238; 1122; Gerard graaf van Gelre, is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik V de kerken van St Servaas en van St Marie te Maastricht bevestigt in haar recht van dwangmolen.
Sloet 239; 29 maart 1122; Gerard graaf van Gelre en zijn zoon zijn aanwezig toen keizer Hendrik V aan het klooster Siegberg het recht geeft op de metalen die in de bodem van zijn bezittingen gevonden mochten worden. Andere getuigen waren Godfried hertog van Leuven, hertog Koenraad, graaf Adelbert van Namen, graaf Arnold van Kleef, Gijsbert van Duraz.
Sloet 240; 25 april 1122; Keizer Hendrik V bevestigt een gift die door zijn grootmoeder Agnes aan het klooster te Burscheid is gedaan, na raadpleging van de aanwezigen waaronder hertog Godfried van Leuven, graaf Godfried van Namen, graaf Gerard van Gelre, graaf Arnold van Los, Graaf Willem van Luxemburg, graaf Lambert van Acuto-Berg, en graaf Gijsbert.
Sloet 242; 2 augustus 1123; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik V vrijdom van doop en begrafenisrechten geeft aan Deventer.
Sloet 244; 1126; Godebald, bisschip van Utrecht geeft aan het kapittel van de Dom te Utrecht terug het broek, behorende bij Amerongen, Doorn en Koten, ingevolge uitspraak der vorsten en ten overstaan van koning Lothar. Getuigen zijn Diederik van Zutfen, bisschop van Münster, hertog Hendrik van Saksen (Hendrik de Grootmoedige hertog van Beieren en getrouwd op 20 mei 1127 met Gertrudis dochter van Lothar van Supplinburg die in 1106 tot hertog van Saksen werd benoemd), graaf Paganus, graaf Arnold van Lon, graaf Gerard van Gelre, graaf Arnold van Kleef, graaf Adolf van Hövel, graaf Diederik van Upage, heer Gerard van Ostade, heer Godfried van Malsen, en zijn broer heer Herman, heer Riquinus van Malsbergen, heer Godfried van Rhenen, kastelein Arnold, Wulfgerus van Amstel, Werenbold van Werkendam, Willem en Hugo.
Sloet 245; 31 maart 1125; Keizer Hendrik V bevestigt een gift aan de abdij van St Jacob te Luik gedaan onder getuigenis van markies Tietbaldus, graaf Godfried van Namen, graaf Berengerus van Sozbach, graaf Arnold van Los, graaf Gerard van Wassenberg, graaf Willem, graaf Lambert, Gosewijn broer van Gerardus, en anderen.
Sloet 247; 1127; Gerard van Gelre als getuige genoemd van aartsbisschop Frederik van Keulen.
1127-1131. De bisschop van Traiectum oorkondt dat graaf Gerhardus en zijn zoon Henricus, met toestemming van Gerhardus’vrouw Ermengardis, voor hun zieleheil en dat van hun voorouders in de kapel te Ellenchem zal worden gebeden en daartoe alle tienden hebben geschonken aan de kerk in Zutphen als prebende voor de daar verblijvende broeders. Getuigen, Adam van Brunckhorst, Bernhard van Brunckhorst, Udo van Zutphen en Pelgrim.
Sloet 251; Gerard graaf van Gelre vermeld in een oorkonde van 2 februari 1129 waarin hij zich na beschuldiging, overgeeft aan koning Lothar III, en Gerards volgelingen 1000 mark als losprijs beloven.
Sloet 252; 10 februari 1129; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarin koning Lothar III een wijnberg aan de abdij St Pantaleon teruggeeft.
(Dit moet dan de wijnberg zijn die Irmingarde haar broer Herman, benoemd tot abt in 1082, geschonken heeft)
Sloet 253; 8 maart 1129; Koning Lothar III bevestigt de burgers van Duisburg in het recht van vrije steengroeve in het bos aldaar, onder getuigenis van graaf Gerhardus de Lange van Gelre, graaf Arnold van Kleef, graaf Herman van Calverlage, graaf Herman van Salm, graaf Otto van Reineck, graaf Floris van Holland, graaf Gerard van Hostad, graaf Berhard van Hillesheim, graaf Godfried en Herman van Cuch, graaf Adolf van Berg, en een aantal dienstmannen.
Sloet 260; 29 maart 1131; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij koning Lothar III het klooster Beuron in Würtemberg aan de Donau in zijn bescherming neemt. Enkele getuigen: graaf Otto van Reineck, graaf Adalbert van Saxen, de graaf van Holland en zijn broer, de graaf van Namen, de graaf van Montenon en zijn broer, graaf Koenraad van Luxemburg, graaf Reinold van München en zijn broer Frederik, graaf Arnold van Loon, graaf Arnold van Kleef, graaf Hugo, graaf Herman van Salm en zijn broer, Wilhelm graaf van Gliezberg.
Gerard trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 1117 met Ermgard (Ermengardis) van Zutphen, ongeveer 32 jaar oud. Ermgard is geboren omstreeks 1085, dochter van Otto II de rijke van Zutphen (zie 1026) en Judith (Jutta) van Arnstein. Ermgard is overleden omstreeks 1140, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Ermgard: Is overleden tussen 1134 en 1138.
Ermgard trouwde later in 1134 met Koenraad II hertog van Luxemburg (1106-1136).
Notitie bij Ermgard: Volgt in 1118 haar broer Hendrik op als gravin van Zutphen.
Uit een oorkonde van 1204, een vredesverdrag tussen de bisschop van Utrecht en Lodewijk van Loon, graaf van Holland, blijkt dat het graafschap Urk en Emelweerd in de praktijk bezit is gebleven van de erfgenamen van Otto II de Rijke van Zutphen.
1134 op 2 februari; Andreas, bisschop van Traiectum, oorkondt dat gravin Ermengardis, erfgename van de stad Zutphen, tezamen met haar echtgenoot Cunradis van Lucelenburg, en haar zoon Henricus, de kerk in Lochem met de tienden en inkomsten heeft geschonken aan het kapittel van de kerk van Zutphen, dit voor het zieleheil van haar (eerdere) echtgenoot Gerhardus, haar vader Otto, haar moeder Judith en haar broers, bisschop Diederik, en de graven Hendrik en Gerard.
Na Ermgards overlijden gaat Zutphen naar haar zoon Hendrik II.
II. Arnold van Blankenheim van Gelre, geboren omstreeks 1082 (zie 512).
III. Judith (Jutta) van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1087. Judith is overleden op 24-06-1151, ongeveer 64 jaar oud.
Notitie bij Judith: Verkreeg Wassenberg als bruidschat mee.
Trad na het overlijden van haar man in 1189 toe tot het klooster van Rolduc of Kloosterrade.
Judith trouwde, ongeveer 23 jaar oud, op 04-06-1110 met Walram II hertog van Limburg, 24 of 25 jaar oud. Walram is geboren in 1085, zoon van Hendrik I, graaf van Limburg en Adelaide (Adelheit) van Bodenstein. Walram is overleden op 16-07-1139, 53 of 54 jaar oud.
Notitie bij Walram: Bijgenaamd Paganus. Ook hertog van Neder Lotharingen van 1128 tot 1139 ter vervanging van Godfried I van Leuven, benoemd door de keizer van Duitsland. Hij verkreeg ook het markgraafschap Antwerpen in leen. In 1129 werd hij voogd van Duisburg.
1115 graaf van Aarlen, 1119 graaf van Wassenberg en Limburg, 1128 graaf van Neder Lotharingen.
http://www.kareldegrote.nl/Reeks170_Hermans.html
Walram III Paganus van Limburg, de “heiden” genoemd wegens zijn vete met de bisschop van Luik, geb. 1085, graaf van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen, overl. 6 aug. 1139, tr. Jutta van Geldern, geb. 1087, overl. 24 juni 1151, dochter van Eberhard van Wassenberg en Clementia van Poitou.
IV. Jolanda van Dalen van Gelre, geboren omstreeks 1088.
Notitie bij Jolanda: Erfgenaam van het graafschap Dalen en erfgenaam van Dodewaard.
Gravin van Henegouwen.
Jolanda:
(1) trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 1107 met Boudewijn III van Henegouwen. Boudewijn is overleden in 1120.
Notitie bij Boudewijn: Sloet 211 toelichting.
(2) trouwde, minstens 32 jaar oud, na 1120 met Godfried van Bouchain.
1026 Otto II de rijke van Zutphen (afb. 3), geboren omstreeks 1045. Otto is overleden op 16-04-1113, ongeveer 68 jaar oud. Hij is begraven in Walburgiskerk Zutfen.
Notitie bij Otto: Vermeld als Heer van Zutphen, graaf in Friesland, ondervoogd van Corvey, graaf van Zutphen, Graaf van Corvey en graaf in Noordwestfalen.
1064 Vermeld als graaf Otto. Willem, bisschop van Utrecht, verklaart, volgens opdracht van keizer Hendrik IV, dat graaf Otto op een hofdag, door die keizer te Aken gehouden, waar tegenwoordig was Gerard graaf van Gelre, overgedragen heeft aan Constantijn van Melegarde de advocatie over de horige goederen en personen der kerk te Zutfen, doch voor zich en de wettige erfgenaam van oppidum Zutfen behouden heeft die over de curtis der kerk en over de wastinsigen; de proost ontvangt voor het ruilen van horigen twee solidi of een geitenvel; de keizer staat toe, dat ieder vrije zich en zijne goederen aan de kerk te Zutphen mag opdragen.
(Enkele vermeldingen kunnen niet juist zijn. Hendrik IV werd keizer in 1084; de aanwezige Herman was aartsbisschop van Keulen tussen 1089 en 1099; ook de overige vermelde hoogwaardigheidsbekleders kunnen niet aanwezig zijn geweest. Gerard graaf van Gelder moet dan Gerard I Flamens zijn geweest. Ook aanwezig zou zijn geweest Coenradus hertog van Luxemburg. Dat moet dan de grootvader zijn geweest van Koenraad van Luxemburg die in 1134 trouwt met Ermgard, de dochter van graaf Otto II van Zutfen. De inhoud van het stuk blijkt echter uit latere oorkonden wel juist te zijn)
Wordt vermeld omstreeks 1169 als getuige in een oorkonde van de kerk van Osnabrück als zoon van prefect Godschalk.
27 september 1074. Otto, graaf van Zutfen en Gelre, getuige in de oorkonde, waarbij Anno II, aartsbisschop van Keulen, goederen door Everhard, graaf van Kleef, en zijn vrouw Berta gegeven voor het stichten van een kerk te Neuss, tussen deze en de Dom te Keulen verdeelt. (Ook in dit stuk vermeldingen van getuigen die niet mogelijk zijn. Dat Otto ook graaf van Gelder was op dat moment kan ook niet waar zijn)
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 203; 1103; Otto graaf van Zutfen is aanwezig bij het ruilen van goederen tussen de proosten van St Steven te Mainz en van Ravengirsburg, waarbij de eerste de kerk van Alzey verkrijgt.
Sloet 208;1105 graaf Otto vermeld als de herbouwer van de kerk van St Petrus en St Walburgis te Zutfen, ingewijd door bisschop Burchart, die tevens de privileges van de kerk bevestigd.
Uit Henk Verdonk: In 1105 verklaart bisschop Burchard van Utrecht, dat hij, op verzoek van graaf Otto, illustris comitis domini Ottonis, naar Zutphen is gekomen om daar de door deze graaf na een brand her bouwde kerk in te wijden, en nadat hij met de graaf de door mot en vuur beschadigde privileges van de kerk heeft ingezien – op verzoek van de graaf en zijn wettige zonen, ipso cum filiis suis legitimis, die daarover met zijn kanunniken overleg had gepleegd – met de vredesban de goederen van deze kerk bevestigt, en wel over vier met naam genoemde hoven (curtes principales), te weten: te Zutphen, Broekhof, Horstlaar en Rijssel, en over de tien hoeven die graaf Godschalk had geschonken voor de nagedachtenis van zijn zoon Gebehard en al zijn verwanten, en wier voogdij aan de erfgenamen van de Zutphense nederzetting, sola advocatia in manu sua propria et heredum suorum legitimorum huis oppidi retenta, bleef voorbehouden.
Betreffende oorkonde, naar een afschrift uit de zgn. Zutphense rotulus, wordt voor een vervalsing gehouden. Toch mag worden aangenomen dat de inhoud elementen bevat uit een echt stuk. Uit deze oorkonde blijkt dat graaf Otto van Zutphen meerdere zonen heeft gehad.
1107 Hendrik V, Rooms koning, oorkondt dat hij op verzoek van graaf Otto van Zutphen en diens zoon Henricus aan de kerk van Zutphen het recht heeft gegeven dat vrijen zich en hun goed aan haar mogen schenken; aan de proost heeft hij rechtsmacht gegeven en regelt diens bevoegdheden en die van zijn schout; voorts bevestigd hij de graaf in de volledige rechtsmacht in Menardinghamme en in de wildban aan beide zijden van de Isla, welk bezit de graaf en diens voorgangers op grond van eigendomsrecht en niet ingevolge een koninklijke schenking bezaten. Andere getuigen: graaf Cruin, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, Diederik van Los, Steven en Herman van Oye en graaf Berengarius van Sultebach.
Sloet 210; Oorkonde opgemaakt tussen 1106 en 1128, een lijst van goederen van het stift Corvei, waarin ook het beneficium voorkomt van graaf Otto van Zutfen, voor zijn advocale servitutem, en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hadden aangematigd.
Oorkonde van het stift Corvey tussen 1106 en 1113 opgenomen in het UB van Osnabrück. Overzicht van de inkomsten van abt Erkenbert waarin ook de lenen van graaf Otto en zijn zoon Hendrik worden vermeld.
Uit Henk Verdonk: In een tussen 1106 en 1113 vervaardigde lijst van goederen van abt Erkenbert van Corvey (1106-1128) wordt graaf Otto van Zutphen met zijn zoon Hendrik genoemd. Volgens deze lijst hield Otto comes Sutfenensis voor zijn diensten als voogd, pro advocati servicio, de hoven Haselünne, Huntlosen en Lastrup in leen van de abdij, alsmede het goed Aldrup, dat door graaf Hendrik, de zoon van Otto, werd geclaimd, comes Heinricus filius Ottonis, en negen boerderijen in Hollwege. Volgens deze goederenlijst had graaf Otto deze voogdij ontvangen uit handen van de hertog, habuit nec advocatiam illam sed advocatiam ducis.
Aangezien de graven van Northeim hoofdvoogd van de abdij van Corvey waren, kan met deze hertog alleen Otto van Northeim zijn bedoeld, die van 1061 tot zijn afzetting door koning Hendrik IV in 1070 hertog van Beieren was. Ook na zijn afzetting bleef hij zich hertog noemen. Omdat Otto van Northeim op 11 januari 1083 overleed, moet graaf Otto van Zutphen in ieder geval vóór deze datum de voogdij over deze goederen in handen hebben gekregen. Zoon Hendrik was gehuwd met Mathilde van Beichlingen, haar vader was voormelde Otto van Northeim. Hendrik ruilt het leen Alzey voor een graafschap in Friesland (Urk en Emelweerd en Kuinre).
Coenradus van Urck verkrijgt later van de abdij Corvey het leengoed Mereta (Mirdum in Gaasterland). Zeer waarschijnlijk zijn er familierelaties tussen Coenraad van Urk en Koenraad van Beichlingen mogelijk, al of niet via Adelhardus de eerste voogd van het leengoed van St Pantaleon in Urk.
Otto trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1085 met Judith (Jutta) van Arnstein (±1070-1118), ongeveer 15 jaar oud.
Hij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1060 met
1027 NN (Irmgard?) van Northeim.
Notitie bij NN: De graven van Nordheim waren erfelijk oppervoogden van de abdij Corvey.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik I (de oude) van Zutphen, geboren omstreeks 1060. Hendrik is overleden in 1118, ongeveer 58 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Hendrik: Volgens de Algemene Geschiedschrijving van Nederland door J P Arens zou Hendrik in 1123 zijn overleden en opgevolgd zijn door zijn broer Dirk, de bisschop van Münster. Na diens dood werd Ermgard gravin.
Volgens Anton Fahne von Roland in zijn boek Die Dynasten, Freiherren und Grafen von Bochholz zou Hendrik de laatste graaf van Hamaland zijn geweest, overleden in 1127, met als erfgenaam zijn zuster Ermgarde. Aus Bondam, Charterboek der Hertogen van Gelderland, pag 176.
Notitie bij Hendrik: Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk in 1107) staat vermeld dat Hendrik trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is.
Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. De vader van Mathilde moet Otto zijn en Kuno is haar broer.
Sloet 207; In een oorkonde uit het jaar 1105 schrijven de geestelijkheid en de burgerij van Mainz aan keizer Hendrik IV, dat zijn vijanden, bijgestaan door o.a. graaf H, zoon van graaf O, de stad zullen aanvallen. Zeer waarschijnlijk wordt hier graaf Hendrik van Zutfen bedoeld.
Sloet 215; In een oorkonde van 28 december 1107 geeft koning Hendrik V aan graaf Hendrik van Zutfen een graafschap in Friesland (Agridiogen of Umbalaha, later graafschap Kuinre) en bepaald, dat wanneer Hendrik zonder wettige erfgenaam zal overlijden, zijn vader Otto hem zal opvolgen. Getuigen: graaf Gerard (van Gelre?), graaf Ervinus, graaf Ernest van Homburg, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, zijn broer Bruno, Fultinus, Witichinus, Diederik van Los, Hendrik van Lateste, Steven en Herman van Oye, Herman graaf van Redellenberg, graaf Berengarius van Sulzbach, graaf Frederik Palatinus, Godfried van Calve, Gerard van Iuwei en broer Gerlach.
In dezelfde oorkonde staat Hendrik af aan de koning het leen Alzey, dus feitelijk heeft er een ruil plaatsgevonden. Zie over Alzey het boek van Henk Verdonk; ISBN 9789012390729.
In het jaar 1114 neemt Hendrik deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren.
Is graaf van Zutfen in de jaren 1113 tot 1118.
In een lijst van goederen van het stift Corvey, opgemaakt tussen de jaren 1106 en 1128, komt voor het beneficium van Otto, graaf van Zutfen, voor zijn advocale servitutum en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hebben aangematigd. (Zie Sloet nr.210)
Sloet 224; 1114; Hendrik graaf van Zutfen neemt deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren en steunt de Keulenaren.
Sloet 227; 1117; Hendrik graaf van Zutfen is getuige in een oorkonde waarbij Frederik I aartsbisschop van Keulen, de gift van een curia vernieuwde, door zijn voorganger Anno aan de kerk te Zyflich gedaan.
Hendrik trouwde, ongeveer 47 jaar oud, omstreeks 1107 met Mathilde van Beichlingen van Northeim, ongeveer 52 jaar oud. Mathilde is geboren omstreeks 1055, dochter van Otto I van Northeim hertog van Beieren en Richenza van Schwaben. Mathilde is overleden omstreeks 1140, ongeveer 85 jaar oud. Mathilde is weduwe van Koenraad (Konrad) von Arnsberg van Werl (±1050-1092), met wie zij trouwde omstreeks 1070.
Notitie bij Mathilde: Ook vermeld als Mathilde van Northeim.
Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk 1107) staat vermeld dat Hendrik (van Zutphen) trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is. Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. Otto van Northeim is haar vader en Kuno haar broer.
Het huwelijk van Hendrik en Mathilde bleef kinderloos.
II. Dirk (Diederik II) van Winzenburg van Zutphen, geboren omstreeks 1070. Dirk is overleden op 28-02-1127, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Bisschop van Münster.
Hij heeft in 1126 voor zijn nagedachtenis en die van zijn ouders zijn erfgoed te Niedermeiser aan het klooster Abdinghof te Paderborn ge schonken en het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn overlijden op 28 februari in het necrologium van dit klooster wordt vermeld.
Het overlijden van de Münsterse bisschop op 28 februari 1127 wordt niet alleen in het necrologium van het klooster Abdinghof genoemd, maar ook in de dodenboeken van het klooster Möllenbeck en de bisschopskerk van Hildesheim.
De inschrijving van bisschop Dirk in het necrologium van Elten, is lang onopgemerkt gebleven. Op 27 februari wordt in dit necrologium het overlijden herdacht van Theodericus Episcopus, met wie ongetwijfeld bisschop Dirk wordt bedoeld.
Hij wordt in de oorkonde van 1127 vermeld als erfgenaam van Zutphen.
Dirk bleef kinderloos.
III. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1082 (zie 513).
IV. Gerard van Zutphen, geboren omstreeks 1085. Gerard is overleden omstreeks 1100, ongeveer 15 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde welke is opgemaakt tussen 1129 en 1133.
Vermeld in de oorkonde van 1134. Zie bij Ermgard.
Moet jong gestorven zijn.
1072 Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010.
Notitie bij Rudolf: De van Werls hadden in die tijd vele graafschappen in leen in het noordelijk deel van het keizerrijk, langs de kust. Ze staan vermeld als graaf in de Emsgau, graaf in Frisia, graaf in Fivelgo.
Hij trouwde met
1073 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN (Hartbert, Heribert) Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo, geboren omstreeks 1040 (zie 536).

Generatie 12 (stamovergrootouders)

2048 Gerard Flamens van Wassenberg, geboren omstreeks 1010. Gerard is overleden omstreeks 1070, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Gerard: na 1021. Sloet nr. 150.
De keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders en afkomstig uit Vlaanderen, als keizerlijke voogden (tutores).
Graaf vanaf 1044 tot ca 1070 van de Betuwe, Duffelgouw, Hettergouw, Teisterbant en de Veluwe.
Zijn voorouders hadden bezittingen in zuidelijker streken maar hebben die moeten verlaten onder Vlaamse druk. Zijn vader trouwde Bava, een rijke vrouw, die bezittingen had in het gebied langs de Rijn. Haar grootvader was Immed, graaf van de Betuwe, Duffelgouw en Hettergouw en haar grootmoeder, ook van vaders kant was Adela, die bezittingen had in Hamaland en de Veluwe.Via moeders kant waren er bezittingen van haar grootvader Unruoch in Teisterbant.(http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/gelre/gerard-i-flamens.html)
In de eerste helft van de elfde eeuw kreeg koning Hendrik III te maken met graven/leenmannen die hun bezit graag wilden verstevigen en het gezag van Hendrik brokkelde wat af. Hendrik zocht steun bij de bisschop van Utrecht, die hij de wereldlijke macht over Drenthe toekende, wat gerealiseerd kon worden in 1047, na het kinderloos overlijden van de toenmalige graaf. In Hamaland en omgeving zag hij kennelijk in Gerard Flamens, tot aan dat moment geen graaf, een bondgenoot en hij beleende hem in 1052 met Teisterbant en de Veluwe en in 1067 met de Hettergouw, waarin ook Geldern ligt. Het begin van de macht van het graafschap Gelre.
Volgens een oorkonde uit 1123 was hij eerste getuige bij een schenking door de keizer van het graafschap Friesland aan de Utrechtse kerk. (Zie bij Gerard I)
Gerard trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1050 met Alvaradis van den Moezelgouw.
Hij trouwde (1), ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1030 met
2049 NN van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gosewijn van Heinsberg. Gosewijn is overleden op 01-04-1128.
II. Gerard I graaf van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1060 (zie 1024).
2050 Giselbert II van Looz (Loon). Giselbert is overleden na 1070.
Hij trouwde met
2051 Liutgard.
Kind uit dit huwelijk:
I. Sophia van Looz (Loon), geboren omstreeks 1060 (zie 1025).
2052 Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010. Godschalk is overleden op 16-12-1063, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godschalk: Gesneuveld op het slagveld in Noordwestfalen.
Notitie bij Godschalk: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/godschalk-i-twente.html#ConflictFriesland
Graaf van Agradingouw, Emsgouw, Hetter, Twente en pagus Westfalen en heer van Zutphen.
Vermeld als leengraaf van Noord Hamaland, graaf in Bochum, graaf in Twenthe, leengraaf in Hettergouw, stichtsvoogd van Münster en voogd van Liesborn; voogd van de kapittelkerk in Zutphen en eigenaar van de burcht in Zutphen.
Godschalk sneuvelde in Friesland in het leger van bisschop Adalbert van Bremen.
In een oorkonde van 1059 zegt bisschop Wilhelmus van Utrecht dat een langdurig geschil omtrent tienden met de heren van Zutfen is opgelost. Graaf Godschalk, zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebehard en Otto krijgen de tienden van Lochem toegekend.(Sloet nr 173) Als Gebehard geen schrijffout is van Gerhard moet worden betwijfeld of Godschalk de vader is van de hier vermelde kinderen.
zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk (urk. 1026-1059, + (gefallen) 1063/64, im Dienst des Erzbischofs Adalbert von Bremen im Kampf um Friesland), war Graf von der Twente, Präfekt und Vogt der Stifte Münster und Borghorst, Sohn Hermanns, Graf im Drein-, Lochtrop- und Hessengau, Vogt von Werden. Er heiratet vor 1059 Adelheid, Erbin von Zutphen (1059) und Waldenburg, Tochter des Grafen Liudolf, Vogt von Brauweiler, (*um 995) und Besitzer der Herrschaften Zutphen und Arnheim.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1035 met de ongeveer 20-jarige
2053 Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015. Adelheid is overleden omstreeks 1070, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Vermeld als gravin van Zutphen, erfgenaam van Waldenburg, erfgenaam van Zutphen, erfgenaam voogdij van Borghorst, erfgenaam voogdij van Münster.
Ook vermeld als Adelheid van Lotharingen.
Adelheid is weduwe van [misschien] Rutger van Kleef (±1010-±1030), met wie zij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1030.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard I (Gebhart?) van Zutphen van Lohn, geboren omstreeks 1043. Gerard is overleden omstreeks 1092, ongeveer 49 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde van 1059 van bisschop Wilhelm van Utrecht, waarin de geschillen tussen de voorgangers van de bisschop van Utrecht met de Heren van Zutphen worden bijgelegd. Vermeld staan graaf Godschalk met zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebhart en Otto.
Wordt in 1064 als erfgenaam van zijn oom Rupert, graaf van het gebied Noord-Zutphen en in 1086 graaf van Laon of Loen of Lohn.
(Opmerking Anne Post: Rupert was een zoon van Ermintrud, de zuster van zijn moeder Adelheid van Zutphen.)
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/lohn/gerhard-i-lohn.html
Grote kans dat Gerhard I al tijdens zijn vaders leven in diens voetsporen in pagus Westfalen en, misschien, de Hetter treedt.
In ieder geval komt hij in 1086 samen met zijn zoon Godschalk I voor met de toenaam Lohn, maar dan zonder grafelijke titel: "Gerhardus de Laon. Godascalcus filius eius".
Het geslacht Lohn heeft vele zijtakken waaronder de families Van Der Heiden, Wesenthorst, Varsseveld en Silvolde.
Zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
"Gerhard von Loen, Gf. v. Nordzutphen, geboren um 1043 (urk. 1059-1086, 1092 + 1059) um 1064 als Erbe seines Onkels Rupert, 1086 Gf. zu Loen, oo Irmgard N. Kinder:
Edelherr Godschalk I. von Lohn, Herr z. Rees (1085 –1092)
Ruprecht (Rupert) war sein Vorgänger als Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
Zu dessen Zeit, im Jahre 1046 lag die Grenze der Grafschaft des Rupertus zu Zutphen, „in Hamalanda sito“, auch bei „de Hunne ad Weicstapolon“ oder Weggestapelen, zwischen Bathmen und Holten, bei "Loo" an der Schipbeek, „inde ad Westerfle“ oder Westerflier bei Diepenheim. Hier könnte der Sitz der späteren Familie von "Loen" zunächst vermutet werden.
Lochem an der Berkel lag 1059 in der Utrechter Grafschaft des Ruprecht. Hier war ein Streit um den Zehnten zu Lochem zwischen Godschalk, Präfekt von Gennep, Besitzer der Herrlichkeit (Süd-)Zutphen (Graafschap mit Arnheim) und Ruprecht, Graf zu (Nord-) Zutphen entstanden, welcher vom Utrechter Bischof Wilhelm I. von Poitou (1054-1076) beigelegt wurde."
Zie ook MD Teenstra: Jaar 1085. Gerhard I wordt erfgraaf van geheel Gelderland en regeert tot 1117.
Gerard trouwde met Irmgard. Irmgard is geboren omstreeks 1045.
II. Otto II de rijke van Zutphen, geboren omstreeks 1045 (zie 1026).
III. Gottschalk van Gennep, geboren omstreeks 1060. Gottschalk is overleden na 1096, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Gottschalk: Prefect van Gennep; vermeld in oorkonden tussen 1075 en 1096.
IV. Heribert van Gennep, geboren omstreeks 1062. Heribert trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1080 met Hedwig.
V. Umbert van Zutphen, geboren omstreeks 1065. Umbert is overleden na 1093, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Umbert: Monnik in Corvey, later abt van het klooster Abdinghof in Paderborn.
2144 Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980. Hermann is overleden op 14-05-1025, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Hermann: http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_II_van_Werl.
Herman II van Werl (ca. 980 - overleden vermoedelijk na 14 september 1029) stamde uit de hoogste West-Europese adel.
Hij was een zoon uit het eerste huwelijk van de Saksische graaf Herman I van Werl met Gerberga van Bourgondië, een dochter van Koenraad van Bourgondië en Mathilde van Frankrijk.
Herman was graaf van Werl vanaf 997 tot 1024. Hij verwierf ook de graafschappen Lochtrop (bij Eslohe) en Dreigau (in het Sauerland) en in het bisdom Osnabrück. Ook was hij voogd van de abdij van Werden, de abdij van Liesborn, het stift van Meschede en het stift van Oedingen. Oedingen werd door Herman samen met zijn moeder, Gerberga van Bourgondië, gesticht.
Herman was een trouw bondgenoot van zijn halfzuster Gisela van Zwaben en daardoor een tegenstander van keizer Hendrik II. In 1018 werd Herman gevangengenomen door Udo van Stade, neef van de bisschop van Münster in een conflict over het voogdijschap over Liesborn, wat Herman uiteindelijk verloor. In 1019-20 verzette hij zich samen met de Billungen en de paltsgraven tegen de politiek van Hendrik II die sterk op de bisschoppen steunde. Herman kwam ook in conflict met de aartsbisschop van Keulen over voogdijschappen en over de gevangenname van zijn moeder. Na de dood van Hendrik II speelde Herman een belangrijke rol in de verkiezing van Koenraad II de Saliër (de man van Gisela) tot koning van Duitsland.
Herman was in 997 met een onbekende vrouw getrouwd, en hertrouwde in 1007 met Godila van Rothenburg (ca. 968 - 18 juni 1015). Zij was dochter van Werner van Rothenburg (ovl. 1015), neef van bisschop Wigfried van Verdun, en weduwe van Lotharius III van Walbeck. Wegens te nauwe verwantschap werden Herman en Godila geëxcommuniceerd, wat een geliefd middel van Hendrik II was om zijn tegenstanders te dwarsbomen. Herman en zijn eerste vrouw kregen de volgende kinderen:
Hendrik (ovl. na 1051), graaf van Werl, voogd van Höddeken en van de kathedraal van Paderborn en was net als zijn vader in conflict met de bisschoppen van Münster.
Koenraad, Adalbert, Bernard (ovl. na 1066).
Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Vader van: Koenraad van Werl-Arnsberg, Hendrik (in 1084 bisschop van Paderborn), Liupold (graaf van Werl-Arnsburg als opvolger van zijn broer). (Deze site is een gedeeltelijke vertaling van een eerdere Duitse site)

http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Nachfolger von Hermann I. als Erbe der Grafschaft war Hermann II.. Er erbte ganz Südwestfalen.
Hermann II. war ein politischer Gegner des Bischofs Dietrich von Münster und wurde 1018 von Udo von Katlenburg - vermutlich der Vogt und ein naher Verwandter (vielleicht sogar Bruder) des Bischofs - gefangen genommen. Bei diesem Konflikt büßte Hermann auf einer Fürstenversammlung in Goslar die Vogteirechte über das Kloster Liesborn ein. Nach seiner Freilassung schloss sich Hermann trotz seiner Verwandtschaft mit dem Kaiserhaus der Rebellion der Billunger und der Pfalzgrafen gegen die kirchenfreundliche Politik Heinrichs II. an. Dabei spielten wohl auch Ansprüche auf das burgundische Erbe eine Rolle. Im Konflikt stand er auch mit dem Erzbischof Heribert von Köln. Auch dabei ging es um Vogteirechte. Hermann war zusammen mit seiner Mutter Gerberga Stifter des Klosters Oedingen, dessen Vogt er auch wurde.
Nach dem Tod Kaiser Heinrichs II. kam es in Werl zu einer Versammlung sächsischer Grafen, um die Wahl des Saliers Konrad zum Kaiser vorzubereiten. In den folgenden Jahren nahm Hermann II. mit seinen Söhnen an mehreren sächsischen Adelsversammlungen Teil. Dabei wurde Hermann nach dem Herzog meist an zweiter Stelle genannt. Graf Hermann war einer der Vögte des Klosters Werden. Nachdem sich der dortige Abt Hettharnich über Eingriffe Hermanns beim Kaiser beschwert hatte, wurden dem Grafen unter anderem die Höfe bei Arnsberg und weitere Besitzungen übergeben; dafür verzichtete die Grafenfamilie auf weitere Ansprüche gegenüber dem Kloster. Dadurch konnte der durch Erbteilungen geschrumpfte Besitz des Hauses wieder einigermaßen konsolidiert werden.[7]
Hermann trouwde (1) met NN von NN.
Hij trouwde (2), ongeveer 27 jaar oud, in 1007 met de 29 of 30-jarige
2145 Godila von Rothenburg, geboren in 977. Godila is overleden op 18-06-1015, 37 of 38 jaar oud. Godila is weduwe van Lothar III graaf von Walbeck (ovl. 1003).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010 (zie 1072).
II. Mathilde van Werl, geboren omstreeks 1012.

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

4096 Gerard Flamens van Kamerijk, geboren omstreeks 970. Gerard is overleden vóór 1018, ten hoogste 48 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Ook vermeld als Gerard Rotgerszoon van Antoing.
Bekend als Gerard Flamens
Nazaten zijn graven van Gelre en Kleef
Heeft zelf geen grafelijke titel.
Hij trouwde met
4097 Bava van Hamaland, geboren omstreeks 995.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard Flamens van Wassenberg, geboren omstreeks 1010 (zie 2048).
II. Rutger van Hamaland, geboren omstreeks 1012.
Notitie bij Rutger: Krijgt van zijn broer Gerard in 1044 de Duffelgouw in onderleen, de basis voor het latere graafschap Kleef.
III. Diederik II van Hamaland van de Veluwe, geboren omstreeks 1014. Diederik is overleden in 1082, ongeveer 68 jaar oud.
IV. [vader:waarschijnlijk, moeder:misschien] Hendrik van St Maria van Wassenberg, geboren omstreeks 1000.
V. NN van Wassenberg van NN, geboren omstreeks 1000.
VI. [vader:waarschijnlijk] Willem van Gelre, geboren omstreeks 1024. Willem is overleden op 27-04-1076 in Utrecht, ongeveer 52 jaar oud.
Notitie bij Willem: Was bisschop van Utrecht van 1054 tot 1076.
In 1059 bereikte hij een accoord met graaf Godschalk van Twenthe over de tienden in Lochem.
VII. [vader:waarschijnlijk] Wickhart van Gelre.
Notitie bij Wickhart: Was voogd van Gelre.
4100 Arnulf (Arnold) van Looz (Loon), geboren omstreeks 990. Arnulf is overleden omstreeks 1040, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Arnulf: De broers Giselbert en Arnulf worden vermeld tussen circa 1015 en 1040 als graven van Loon en Haspengouw.
Graaf van Haspingou.
Uit: Arnoud Jan Bijsterveld; van Karolingische kernregio tot regionale lappendeken.
De graven van Loon stichtten in of voor1027 nabij de burcht in Borgloon een seculier kapittel, gewijd aan St Odulphus.
Zie ook: De graven van Loon; Geert Souvereijns en Arnoud Jan Bijsterveld.
Het graafschap Loon; Jean Baerten.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
4101 Ermengardis.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Emmo II (Irmfried) van Looz (Loon), geboren omstreeks 1025. Emmo is overleden op 17-01-1078, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Emmo: https://nl.wikipedia.org/wiki/Emmo_van_Loon
Zie ook Arnold Jan Bijsterveld: De volle middeleeuwen (900-1200); Van Karolingische kernregio tot territoriale lappendeken.
Voorheen werd aangenomen dat Emmo de zoon was van graaf Giselbert van Loon, maar waarschijnlijk was hij de zoon van diens broer Arnulf van Haspinga, omdat dit verklaart waarom "Arnold" de steeds terugkerende naam van het geslacht werd.[1]
Emmo’s jongere broer Otto II van Duras was abt in de abdij van Sint-Truiden. Tussen 1046 en 1078 werden Emmo en Otto samen als comites de Los vermeld, hetgeen doet vermoeden dat ze het graafschap samen bestuurden. De stelling dat Emmo trouwde met een erfdochter van Horne is al lang achterhaald;[2] intussen staat vast dat hij trouwde met Swanhilde, dochter van Dirk III van Holland[3]

[1] Geert Souvereyns & Arnoud-Jan Bijsterveld, "De graven van Loon"
[2] Mathias Joseph Wolters, Notice historique sur l’ancien comté de Hornes & sur les anc. seigneuries de Weert, Wessem, Ghoor et Kessenich (Gyselynck, Gent, 1850), p 10 (noot Anne Post: onbetrouwbaar volgens van de Boel)
[3]Henk Verdonk, "Stammen de heren van Herlaer af van de graven van Loon" - in "Het oude land van Loon vol 77 (Hasselt, 1998), p 250-253.

W M van de Boel vindt de vermelde binding van het huis Horne aan het huis Looz/Loon door het huwelijk van Emmo van Looz met Ermengarde van Horn achterhaald en verwijst naar diverse modernere publicaties. Uit later bekend geworden gegevens is Emmo de Looz gehuwd met Swanhilde van Holland, dochter van Dirk III van Holland.
Wanneer we de tijdbalk in acht nemen en de namen van de vermelde kinderen van Emmo dan moet worden aangenomen dat Emmo twee keer getrouwd moet zijn geweest.
Uit de bekende overlijdensdata kan worden afgeleid dat Emmo’s eerste vrouw Swanhilde moet zijn geweest en dat hij daarna getrouwd is met Ermengarde. Arnold en Dirk moeten verwekt zijn na 1055, dus bij Ermengarde.
Emmo:
(1) trouwde, ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1047 met Swanhilde van Holland, ongeveer 23 jaar oud. Swanhilde is geboren omstreeks 1024, dochter van Dirk III, graaf van Holland en Othilde van de Nordmark van Saksen. Swanhilde is overleden omstreeks 1055, ongeveer 31 jaar oud.
Notitie bij Swanhilde: Volgens de kroniekschrijver van de "Annalista Saxo" werd Swanhilde van Loon genoemd naar het kasteel Loon in de Haspengouw, was ze een dochter van Dirk III van Holland en Othelhilde en was ze de moeder van Arnold, burggraaf van Mainz. In het necrologium van het St. Jansklooster te Luik, waarvan de graven van Loon voogden waren, wordt op 31 maart de notitie "Spannehildis comitissima de Los, pro quahabemus II solidos" aangetroffen. Op dezelfde dag herdenkt het necrologium van het klooster Maria-Laach het overlijden van Swanhilde comtissa. Haar vermelding in dit necrologicum doet vermoeden, dat zij na 1093 is overleden, het jaar waarin de voorbereidingen voor de stichting van het benediktijnenklooster Maria-Laach werden getroffen.
Swanhilde komt verder in geen enkele oorkonde voor.
Als de vermelde vermoedelijke overlijdensdatum van Swanhilde juist is, kan haar echtgenoot niet dezelfde zijn als Emmo van Looz die in 1078 is overleden en een weduwe naliet met de naam Ermengarde.
(2) trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1055 met Irmengard van Horne??, ongeveer 15 jaar oud. Irmengard is geboren omstreeks 1040, dochter van Conrad van Horn??. Irmengard is overleden na 1078, minstens 38 jaar oud.
Notitie bij Irmengard: Vermeld door Roderick W Stuart in Royelty for Commoners, 2002 Baltimore Maryland.
Immo (Emmo)IV , Count of Loos, d. by 17 Jan 1078; md by 1055, Irmengard von Hornes, a widow in 1078; dau of Conrad, Count of Hornes.
Vermoedelijk overgenomen uit het werk van F X Goedhals- Histoire généalogique de la maison de Horne, Bruxelles 1848. Ook te vinden in het boekje van M J Wolters- Notice historique sur l’ancien comté de Hornes et sur les anciennes seigneuries de Weert, Wessem, Ghoor et Kessenich; Gand, 1850.
In 1079 schonk gravin Ermengardis (weduwe van graaf Emmo van Loon) goederen aan het Sint Lambertuskapittel te Luik met de eis dat haar goederen, gelegen te Bree en te Gruitrode geplaatst zouden worden onder de voogdij van graaf Diederik.
Over Horne zie ook: De Heren van Horne van W. M. van de Boel. Deze noemt bovenstaande publicaties hopeloos verouderd en verwijst naar K Korteweg; De rechtsbronnen van Woudrichem en Altena.
Van de Boel zegt op basis van vermeldingen in oorkonden en andere oude geschriften dat er pas in 1102 een Engelbert wordt vermeld met de toevoeging van Horne.
Dat zou betekenen dat Irmengard geen van Horne is.
II. Giselbert II van Looz (Loon) (zie 2050).
III. Otto II van Duras van Looz (Loon), geboren vóór 1046. Otto is overleden na 1085, minstens 39 jaar oud.
Notitie bij Otto: Vermeld in 1046, 1067 en tussen 1078-1085.
In 1067 zegelt hij een akte van de abdij St Truiden als voogd samen met zij broer Emmo en worden dan als graven van Los vermeld.
"Signum Ottonis advocati et fratris ejus Emmonis, comitis de Los"
Otto trouwde met Oda van Duras.
IV. Godfried van Duras.
V. Adalbert van Looz (Loon), geboren omstreeks 1020.
VI. Herman van Gronsfeld van Looz (Loon), geboren omstreeks 1035.
4104 Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967. Herman is overleden op 28-05-1029, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: graaf van Brabant en graaf van Verdun.
Ook vermeld als graaf van Nifterlaka.
Hij trouwde met
4105 Imma van Haspengau, geboren omstreeks 970.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Ermgard van Verdun.
Notitie bij Ermgard: Ook vermeld als Ermgard Hermansdr. van Westfalen.
II. Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010 (zie 2052).
4106 Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993. Liudolf is overleden op 11-04-1031, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Brauweiler.
Notitie bij Liudolf: Graaf van Bonngau, graaf van Zutphen van 1025-1031, heer van Waldenberg, voogd van Münster, voogd van Brauweiler, bannerheer van Keulen. Heer van Alzey en Walberg.
Op een grafschrift in de abdij van Brauweiler staat dat Ludolf, de zoon van paltsgraaf Ezzo en Mathilde, de dochter van keizer Otto II, gehuwd is met Mathildis Ottonis Zutphaniae comitis filia. In de Fundatio monasterii Brunwilarensis staat dat zij twee zonen kregen, Hendrik en Cuno, die beide kinderloos zijn gestorven.
De abdij is gesticht door Ezzo en Mathilde. Ludolf was voogd van de abdij.
Henk Verdonk neemt in zijn boek "Alzey-Zutphen; Een onderzoek naar het rijksleen Alzey van de graven van Zutphen", pagina 331, de stelling in dat hier de familieverhoudingen duidelijk zijn aangegeven en dat uit niets blijkt dat Liudolf en Mathilde één of meerdere dochters zouden hebben gehad.
Dat is mijns inziens te kort door de bocht. Vrouwelijke nakomelingen kunnen vaak alleen worden afgeleid uit vermeldingen in oorkonden of andere stukken die betrekking hebben op de echtgenoot. Het is wel zaak daarbij te letten op de tijdbalk en dat geen generatie wordt overgeslagen.
Ook vermeld als Ludolph de Lorraine en Liudolf van Brauweiler.
Tekst zie ook Sloet nr 156; oorkonde van 11 april 1031.
Hij trouwde, ongeveer 27 jaar oud, omstreeks 1020 met de ongeveer 17-jarige Mathilde van Zutphen.
Notitie bij het huwelijk van Liudolf en Mathilde: Ook vermeld als Luidolf van Lotharingen.
4107 Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003. Mathilde is overleden na 1031, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Was erfdochter van het bezit van haar vader Otto.
Verkreeg Alzey als morgengave of weduwengoed in 1031 bij de dood van haar man Liudolf, paltsgraaf en eerste voogd van de abdij Brauweiler. Hun zoontje Hendrik stierf in hetzelfde jaar. Zie W. Bader; Die ehemalige Benediktinerabtei Brauweiler in Pulheim bei Köln; 1976.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015 (zie 2053).
II. Cuno van Lotharingen, geboren omstreeks 1015.
III. Hendrik I van Lotharingen, geboren omstreeks 1020. Hendrik is overleden omstreeks 1031, ongeveer 11 jaar oud. Hendrik bleef ongehuwd. Hendrik bleef kinderloos.
IV. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1020. Mathilde is overleden in 1076, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: 1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit van Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft. De gegeven helft van Straelen is in 1064 door Bruno van Kessel geschonken aan de aartsbisschop Anno II van Keulen en is afkomstig uit het familiebezit van zijn vrouw Mathilde van Zutphen. In 1076 is Mathilde dus overleden en haar zuster Ermintrude leeft dan nog.
Mathilde trouwde met Bruno von Heimbach graaf van Kessel. Bruno is geboren omstreeks 1020, zoon van Hendrik van Kessel. Bruno is overleden in 1067, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Voogd van St Pantaleon, Heer van Straelen en Stokkem.
1064. Bruno (van Kessel), graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik.
Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100.
1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit te Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft.
Sloet nr. 183. Regesten Roermond.
Zie ook:
https://www.genealogieonline.nl/de/stamboom-i-m-d-de-vries/I14629.php
Hieruit mogen we afleiden dat naar alle waarschijnlijkheid hun familie ook het voogdijschap van Straelen 1118 weer terug heeft verkregen en dat dit daarna steeds in de familie wordt overgedragen.
Een van hen is later Reinzo van Straelen in 1144 genoemd.
1096 december 13.
Herman III, aartsbisschop van Keulen, geeft aan de abdij Siegburg het praedium van gravin Irmintrudis, waaronder Stokkem en Straelen.
Sloet nr. 197.
Hier lezen we dat Irmintrudis van Zutphen ook Stokkem in bezit had.
Dit Stokkum is waarschijnlijk de plaats gelegen tussen KLeef en de oude IJsel.
V. [waarschijnlijk] NN van Zutphen, geboren omstreeks 1020. NN is overleden vóór 1064, ten hoogste 44 jaar oud. NN trouwde met Elli II van Leinegau.
VI. [waarschijnlijk] Irmingard van Aspel, geboren omstreeks 1020. Irmingard is overleden omstreeks 1065, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Irmingard: Uit: https://de.wikipedia.org/wiki/Irmgard_von_Süchteln
Während ältere Kirchendokumente ab dem 12. Jahrhundert zunehmend von nur einer wohltätigen Person ausgingen, deren Namen gleichzusetzen seien, sind in der neueren Forschung mehrere Rekonstruktionsversuche unternommen worden, die von bis zu drei Personen ausgehen: Eine ältere Irmgard (von Aspel), eine jüngere Irmgard (von Süchteln), und eine Schwester Irmtrud (von Aspel). Das ökumenische Heiligenlexikon geht von der Stifterin/Mutter Irmgard und der Pilgerin/Tochter Irmtrud als zwei zu unterscheidenden Personen aus, deren Legenden stark durchmischt seien; Klaus-Gunther Wesseling verwarf hingegen die „konstruierte Abgrenzung“ zwischen der Gräfin/Stifterin Irmgard und der Jungfrau/Pilgerin Irmgard: es handele sich demnach um nur eine Person.

Die Burg Aspel wurde im 10. Jahrhundert von Richizo von Aspel erbaut, dem Neffen des Kölner Erzbischofs Wichfrid. Richizos Sohn Godizo von Aspel erbte diese Anlagen; er starb um das Jahr 1011/1012; seine namentlich nicht bekannte Witwe um 1022. Die Geburt der gemeinsamen Tochter Irmgard wird um das Jahr 1002 vermutet. Sie soll zwischen 1020 und 1030 den Grafen Kadelo geheiratet haben, diese Ehe sei kinderlos geblieben.[3][4] Sie konnte ein großes Vermögen verwalten und wohnte in Köln, wo sie Wohltäterin für die Armen der Stadt gewesen sein soll. Sie stiftete eine Kirche in Haldern und gründete das Kollegiatstift in Rees. Beigesetzt wurde sie im Kölner Dom; 1319 wurden ihre Gebeine in die Agneskapelle im neuen Chor überführt.[5]
Nach einer Rekonstruktion starb Gräfin Irmgard von Aspel im Frühjahr 1064/1065.[6] Ihre jüngere Schwester Irmtrud von Aspel machte 1075 die Schenkung von Rees an das Erzbistum. Eine von Irmtruds Töchtern war die spätere Eremitin Irmgard von Süchteln, welche demnach auch die drei Pilgerfahrten nach Rom unternommen haben soll.[3]Nach einer anderen Rekonstruktion war die ältere Irmgard von Aspel ein Einzelkind. Als entfernte Cousine von Kaisers Heinrich III. schenkte dieser ihr im Jahr 1041 mehrere Landgüter, die nach ihrem Tod 1065 in den Besitz ihrer Töchter Irmtrud und Irmgard übergegangen seien. Die Tochter Irmtrud nahm 1075 die Schenkung an das Erzbistum vor; die Tochter Irmgard unternahm die Pilgerfahrten nach Rom und wurde Einsiedlerin.[7]
Eine weitere Interpretation der Quellen gibt an, dass es sich um eine einzige Person gehandelt habe, welcher Legenden bezüglich Einsiedlertum und Pilgerfahrten angedichtet worden seien; nur eines der Todesdaten (um 1065 oder um/nach 1080) könne stimmen; die Übertragung der Landgüter an das Erzbistum Köln sei „nach 1040“ erfolgt.[1
VII. [waarschijnlijk] Irmintrud van Aspel, geboren omstreeks 1022. Irmintrud is overleden omstreeks 1083, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Irmintrud: Ook vermeld als Irmintrud von Waldenburg.
Zie over de persoon Irmgard: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/IrmgardisvanZutphen
Is mogelijk dezelfde persoon als Irmingarde, vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 waarin Koning Hendrik III aan zijn nicht Irmingarde goederen schenkt gelegen te Harive, Vaals, Apine en Valkenburg in de Luikgouw in het graafschap van Diebald. Zie Oorkondenboek Gelre-Zutfen van Sloet nr 160.
Lacomblet 109; König Heinrich III schenkt seiner nichte Irmingard, auf Bitte des Herzogs Gozelo und dessen Sohnes Godefred, das confiscirte Gut in den Villen Hervé, Vaels, Epen, Falkenberg, im Lütticher Gaue, in der Grafschaft’s Dietbald’s.
In een oud Liber memoriam van het Stift Rees genoemd: cometissa Sutphaniensis et fundatrix ecclesie Ressensis.
In een oorkonde opgemaakt tussen de jaren 1056 en 1075 is vermeld dat gravin Irmintrude de proosdij te Rees schenkt aan de kerk van St Peter te Keulen. (Lacomblet Urkundenbuch nr 222; Sloet nr 169)

1064; Bruno, graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik. (Bruno was de man van Mathilde, de zuster van Irmintrude)
Zie ook: 1064. Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100
Op 29 juli 1075 (volgens Sloet) zegt Anno, aartsbisschop van Keulen, dat hij de goederen die zijn voorganger heeft ontvangen van Irmintrude, heeft gegeven aan de door hem gestichte kerk van Maria ad gradus te Keulen.
Van Spaen stelt de oorkonde op 1065.
Hildolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigd de gift van Stralen, door zijn voorganger Anno II aan de abdij Siegburg gedaan, de helft dadelijk, het overige na het overlijden van Ermentrude. De oorkonde heeft geen datum maar is gesteld op 1076.
In een oorkonde gedateerd tussen de jaren 1079 en 1089 verklaart Sigewin, aartsbisschop van Keulen, dat gravin Irmengarde aan de proost van Rees gegeven heeft de strafrechtspraak over de horigen der kerk, de varkenstienden te Rees, Emmerik en Stralen, ene curtis te Wezevelde en haar bezittingen te Königswinter.
Sloet 307; 3 juli 1159; Paus Adriaan IV bevestigt de giften die door gravin Irmintrude of Irmingarde aan de kerk te Rees zijn gedaan.
Irmintrud trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1040 met Ruprecht I (Rupert) van Opper Lahngau, ongeveer 20 jaar oud. Rupert is geboren omstreeks 1020. Rupert is overleden in 1064, ongeveer 44 jaar oud.
Notitie bij Rupert: Urkundenbuch Niederrhein Lacomblet nr 295; 27-05-1122; Keizer Hendrik V geeft aan de abdij van Werden het goed Elten terug, door zijn grootvader aan de abdij geschonken, maar die de graaf Rutbert en zijn gemalin Ermentrud aan zich getrokken hebben.
Ook vermeld als Rupert I van Zutphen, met kinderen Herman, abt van St Pantaleon en Guda van Zutphen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Ruprecht (Rupert) war Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
4288 Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960. Herman is overleden op 13-07-995, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Herman: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Der erste sicher bezeugte und einer der bedeutendsten Träger des Namen war Hermann I. (erstmals urkundlich erwähnt im Jahr 987). Auf dem Höhepunkt seines Einflusses beherrschte Hermann I. ein Gebiet, zu dem das spätere Herzogtum Westfalen, die Grafschaft Mark (beide im Sauerland), der Süden des Münsterlandes sowie der nördliche Teil des Fürstbistums Paderborn gehörten. Zum Teil reichte der Einfluss bis in die Gegend des heutigen Schleswig-Holstein.
Für die bedeutende Stellung Hermanns I. spricht seine Heirat mit Gerberga von Burgund, einer Tochter des Königs Konrad III. von Burgund. Durch diese Heirat muss Graf Hermann in den Großadelsstand aufgestiegen sein. Kinder des Paares sind Hermann II., Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard von Werl. Alle drei Söhne haben nach Übernahme der Erbschaft den Grafentitel erworben.
Nach dem Tod Hermanns I. heiratete Gerberga Hermann von Schwaben. Aus dieser Ehe stammte unter anderem Gisela von Schwaben, spätere Gemahlin Kaiser Konrads II.. Damit bestanden auch verwandtschaftliche Beziehungen der Grafen zum salischen Königshaus.
Zu den Nachkommen gehören der Haupterbe Hermann II., Rudolf von Werl und Bernhard von Werl. Es spricht nach Leidinger einiges dafür, dass die Äbtissin Ida/Hitda, die mögliche Stifterin des Hitda-Codex, eine Tochter Hermann war.[4]
Die Brüder Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard (I.) erhielten Teile des väterlichen Besitzes im Nordosten und Westen. Rudolf von Werl erbte die Groningerlande. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann III., der um 1045 Richenza (Werl-Northeim) geheiratet hatte. Seine Enkelin Oda heiratete um 1065 Udo von Stade. Ein weiterer Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein.[5]
Bernhard von Werl war Graf am westlichen Hellweg und im östlichen Münsterland. Möglicherweise war er um 1027 auch Vogt des Stifts Essen. Ob er tatsächlich, wie Albert K. Hömberg meint, als Bernhard von Werl-Hövel Begründer der Linie der Grafen von Hövel war, ist nach Forschungen von Paul Leidinger nicht sicher.[6]
Toevoeging Anne Post:
Herman von Werl was Graaf in Groningerland. Dit gebied, exclusief de nederzetting Groningen, behoorde tot het bisdom Münster.Drenthe en de nederzetting Groningen behoorden tot het bisdom Utrecht.
Dat het Groningerland tot het bisdom Múnster is gaan behoren is historisch te verklaren. Karel de Grote benoemde tot eerste bisschop van Münster, Liudger. Liudger was de prediker van het geloof in " Frisia"’ en was als beloning voor zijn goede werk vereerd door Karel de Grote met het bisdom Münster. Liudger was ook de stichter van het klooster te Werden aan de Roer, nu een deel van de stad Essen.(Gesticht op familiegrond, volgens Westfaalse bronnen). Liudger voegde aan zijn bisdom toe, met instemming van Karel de Grote, die gebieden waar hij gepredikt had. Dat waren de gouwen Humsterland, Hunsingo, Fivelgo, Emsgo en Federgo (de laatste twee in Oost Friesland). Deze gebieden lagen niet aangesloten aan het overige deel van het bisdom Múnster. Een enclave dus, maar waarmee hij hecht was verbonden. Dat verklaart ook de vele bezittingen in Groningerland die aan het klooster Werden zijn geschonken. En dat komt ook omdat Liudger in Frisia gepredikt had vanuit Wierum, niet het Wierum in de huidige provincie Friesland maar Wierum boven Groningen. Precies op de hoek waar de oude loop van de Hunze, het Selwerderdiepje, aansluit aan het Reitfiep. Een strategisch punt, waar één van de eerste oude borgen rond de stad Groningen moet hebben gestaan. De andere, de Gruenenborgh, stond ten oosten van de stad, aan de Hunze, op een schiereiland en in het zich van de stad. Nu ligt er de Finse haven. Maar Wierum bestaat nog steeds. En hier zal Herman van Werl ook vertoefd hebben als hij zijn leengebieden bezocht. Ook zijn achterkleinzoon Leffard van Groningen, is waarschijnlijk hier geboren en niet afkomstig van Bierum, zoaks in veel artikelen is vermeld.
Hij trouwde met
4289 Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965. Gerberga is overleden na 1016, minstens 51 jaar oud. Gerberga trouwde (2) met Herman II von Schwaben.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980 (zie 2144).
II. Rudolf I van Werl, geboren omstreeks 985. Rudolf is overleden op 12-07-1044, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/werl_grafen_von/rudolf_graf_von_werl_um_1044/rudolf_graf_von_werl_+_um_1044.html (artikel Paul Leidinger)
Graaf van Fivelgo(uw) volgens de bronnen tussen 1031 en 1038. Zie www.graafschap-middeleeuwen.nl/
Komt ook voor als Ludolf von Werl. Geboren tussen 982 en 986. (de.wikipedia.org)
Vermeld in een oude Tabula van de Keulse kerk: XI Ludolphus Comes dedit Werle et quicquid propietatis habuit in Episcopatu Coloniensi et insuper tantum de sylua Lur quantum remansit fratri suo Conrado.(jaar 1000)
www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/ondergang-hamaland.html
vermeld 1031-1038; graaf aan de Groninger kust.
Rodolf (Rudolf) wordt als graaf genoemd in de oorkonde van 21 mei 1040 waarin koning Hendrik III de landgoederen Eyen en Linfherunge schenkt aan de Utrechtse kerk, welke goederen ingevolge rechterlijke uitspraak zijn ontnomen aan Uffo en zijn broers.
Na zijn dood in 1044 wordt Godfried als graaf van Fivelgo genoemd, waarschijnlijk Godfried II met de baard van Lotharingen. Deze kwam in opstand tegen de keizer, Hendrik III, die vervolgens in 1047 aartsbisschop Adalbart van Bremen met Godfried’s graafschap beleende. Deze was vermoedelijk Adalbert, zoon van Rudolfs broer Herman II van Werle.Betwijfeld moet worden of Godfried ooit Fivelgo heeft bezocht, daar hij tot zijn dood in 1069 hoofdzakelijk in zuid europa actie was.

http://de.wikipedia.org/wiki/Rudolf_von_Werl
Über ihn ist nur wenig bekannt. Seinen Namen verdankte er seinem Onkel. Über seine Enkelin Oda wurde der Vorname von den Grafen von Stade übernommen. Er war Inhaber einer Reichsgrafschaft im Groningerland (Hunse- und Fivelgo). In dieser Eigenschaft ist er noch um 1040 durch Quellen zu fassen. Möglicherweise hat er im Emsland auch Vogteirechte des Klosters Werden verwaltet. Er scheint 1018/19 die Opposition seines Bruders Hermann gegen Heinrich II. und 1025 bis 1027 die Opposition von Mathilde gegen Konrad II. unterstützt zu haben. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann, der um 1045 Richenza aus dem Haus der Ezzonen geheiratet hatte. Ein Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein. Das Totenbuch von Essen verzeichnet ihn am 12. Juni als „Rudolphus comes.“

Zie ook: Opstellen van D J Henstra over middeleeuws Friesland. De Winsumer koninklijke oorkonde van 1057.
http://books.google.nl/books?id=whUETwVMSk0C&pg=PA149&lpg=PA149&dq=rudolf+von+werl&source=bl&ots=_E_VxKJ-p0&sig=X53q1c17M85HFa-O-8rQqJ_dDyQ&hl=nl&sa=X&ei=KWTcUd3HPIjHPOLqgMgB&ved=0CE8Q6AEwBTgK#v=onepage&q=rudolf%20von%20werl&f=false
Rudolf trouwde met Adelheid (van Saksen) van Verdun. Zie 8208,VII voor persoonsgegevens van Adelheid.
III. Bernhard II van Werl, geboren omstreeks 1000. Bernhard is overleden in 1067, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Bernard (ovl. na 1066). Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Was waarschijnlijk ook voogd van het stift Essen. Ook vermeld als graaf von Hövel of Hoevel.
Vermeld in een oorkonde van 24 oktober 1062, opgemaakt in Regensburg, waarin koning Hendrik IV aan de aartsbisschoppelijke stoel te Hamburg de graafschappen van graaf Bernhard in de Emsgau, Westfalen en Enger overdraagt. (Oorkondenboek van OstFriesland nr. 5)
Naamsvermelding in 1096, Ostfriesisches Urkunden Ernst Friedlander; Keizer Hendrik IV geeft de Hamburgse kerk de graafschappen terug die graf Bernhard in Emsgau en in Westfalen heeft bezeten.
IV. [waarschijnlijk] Ida van Werl (van Meschede). Ida is overleden na 1020.
Notitie bij Ida: Abdis van Meschede
V. [waarschijnlijk] Adolf I van Werl (von Keldachgouw). Adolf is overleden in 1041. Adolf trouwde met NN von NN.

Generatie 14 (stamoudouders)

8192 Rodger van Kamerijk. Rodger is overleden in 983.
Kind van Rodger uit onbekende relatie:
I. Gerard Flamens van Kamerijk, geboren omstreeks 970 (zie 4096).
8194 Diederik I graaf van Hamaland van de Betuwe, geboren omstreeks 978. Diederik is overleden op 07-01-1017, ongeveer 39 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Diederik: Vermoedelijk vermoord door zijn stiefvader Balderik
Hij trouwde met
8195 NN van Teisterband.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Bava van Hamaland, geboren omstreeks 995 (zie 4097).
II. Adila (Doda) van Hamaland, geboren omstreeks 995.
Notitie bij Adila: Komt ook voor als Gerberga van Hamaland
Adila trouwde met Godfried II van Neder Lotharingen van Verdun. Godfried is een zoon van Gozelo I van Verdun (zie 8208,II). Godfried is overleden in 1069. Godfried trouwde later met Beatrix.
Notitie bij Godfried: Hertog van Neder Lotharingen. Ook vermeld als Godfried met de Baard.
Graaf van de Veluwe, Betuwe,Teisterbant, Hamaland, Drenthe, Duffelgouw en de Hettergouw.
Tijdens een bijeenkomst op 22 mei 1046 in de palts te Aken schenkt koning Hendrik III aan bisschop Bernold van Utrecht een graafschap in Drenthe. Dit is een deel van het toenmalige Drenthe, zonder de Stellingwerven. Gozelo I, de vader van Godfried, was in 1046 overleden. Gozelo I had in 1044 de grafelijke rechten in Fivelgo geclaimd en verkregen, welke rechten koning/keizer Hendrik III aan de bisschop van Münster/Bremen had toegedacht. Doordat Godfried II zich tegen de keizer keerde werden hem zijn rechten ontnomen en kwam Drenthe in 1047 definitief in bezit van de bisschop van Utrecht evenals de overige graafschappen uit zijn bezit, die deel uitmaakten van het Sticht en Oversticht, deels vastgelegd in de oorkonde van 26 augustus 1046 te Spiers.
De bisschop verkrijgt het rechtsgebied met munt en tol te Deventer evenals een graafschap in Hamaland, waarvan de grenzen nader worden omschreven.
Dit gebied blijkt praktisch identiek te zijn aan het later vermelde graafschap Zutphen.
De wereldlijke rechten worden door de bisschop niet zelf uitgevoerd, maar, evenals dat het geval is bij koningen en keizers, als ambtsleen waargenomen door graven. De oude grafelijke families die voorheen deze rechten bezaten, zullen niet zonder slag of stoot afstand hebben gedaan van deze rechten, wanneer men zich kan beroepen op erfrecht.
8200 NN van NN.
Notitie bij NN: NN, de vader van Balderik en broers is mogelijk Rudolf II, graaf in de Haspengouw in 967, broer van Balderik I die tussen 955 en 959 bisschop van Luik was.
Uit: De graven van Loon van G Souvereyns en A J Bijsterveld.
Ook in aanmerking komt Otto van Kamerijk van Looz g/m Liutgard van Namen. Zie:
JONGBLOED H.H., De Flamenses in de 11e eeuw. Hij poneert dat de oudste graven van Loon en bisschop Balderik II van Luik zonen zijn van Odo/Otto ‘van Loon’ en Liutgard van Namen. Odo/Otto zou de zoon zijn van Arnulf Isaaczoon van Kamerijk en Bertha, dochter uit het huwelijk van Nevelong met een dochter van Reinier II. Hij baseert zich bij deze reconstructie van de oudste genealogie van de graven van Loon onder meer op de vaststaande verwantschappen (zoals die van bisschop Balderik II van Luik met Arnulf van Valenciennes, graaf Balderik († 1021) en de familie van Florennes).
Kinderen van NN uit onbekende relatie:
I. Balderik II bisschop van Luik. van Looz (Loon), geboren omstreeks 980. Balderik is overleden in 1018, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Luik; st Jacobsabdij;.
Notitie bij Balderik: Zie: dr. J Baerten;Het graafschap Loon (11de - 14de eeuw) Assen 1959 van Gorcum.
Was bisschop van Luik tussen 1008 en 1018.
II. Giselbert I van Looz (Loon), geboren omstreeks 985. Giselbert is overleden omstreeks 1032, ongeveer 47 jaar oud. Hij is begraven in Luik; st Jacobsabdij.
Notitie bij Giselbert: De broers Giselbert en Arnulf worden vermeld tussen circa 1015 en 1040 als graven van Loon en Haspengouw.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Giselbert_van_Loon
Giselbert van Loon (ca. 980 - ca. 1045) was de eerste graaf van het graafschap Loon dat een leen was van het graafschap Haspinga.
Hij was graaf en is vóór 18 mei 1046 overleden. Giselbert nam het initiatief om in Borgloon, het eerste centrum van het graafschap, een burcht te bouwen. De burcht was een motte op een heuvel, met een zaal en een kapel in de voorhof, die voorhof vormt de kern van het latere stadje Borgloon. Het kasteel zelf is verwoest en de motteheuvel is in de 19e eeuw afgegraven.
1015-1016. Bisschop Balderik II stelt zijn broer Giselbert aan tot voogd van de St Jacobsabdij te Luik.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Graafschap_Loon
Een graaf van Haspinga was Arnold, een broer van Giselbert, de eerste graaf van Loon. De leenrechtelijke band tussen hen beiden ontstond hoogstwaarschijnlijk bij de regeling van de erfopvolging door hun vader Rodolf. Arnold en Giselbert hadden een broer, bisschop Balderik II van Luik, die mogelijk een rol heeft gespeeld bij de afstand van het Graafschap Haspinga aan Luik. De graaf bezat ook gebieden in Waals Haspengouw en op de rechteroever van de Maas. Voor de rechtspraak was hij een vazal van de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Na Giselbert regeerde zijn zoon Emmo van Loon van 1046 tot 1079.
(Een nieuwere zienswijze is dat Emmo een zoon is van Arnulf of Arnold, de broer van Giselbert)
Vervolgens regeerden Arnold I van Loon, Arnold II van Loon, Lodewijk I van Loon, Gerard. Gedurende het bestuur van Gerard verhuisde de hoofdplaats van het graafschap naar een nieuwe grafelijke burcht in Kuringen genoemd het Prinsenhof. De meer centrale ligging en de nabijheid van de abdij van Herkenrode die hij in 1182 stichtte en die als mausoleum voor het grafelijk geslacht kon dienen, verklaarde deze wisseling.
Vervolgens bestuurden Lodewijk II van Loon en Arnold III van Loon het graafschap. Deze laatste schonk samen met zijn zus Machtildis, abdis van Munsterbilzen in 1220 een kapel met een miraculeus Mariabeeld met aanhorigheden en de rechten aan de Duitse Orde waaruit later de landcommanderij Alden Biesen ontstond. Arnold III stierf echter kinderloos. Lodewijk III van Loon die het eerder verworven graafschap Rieneck bestuurde en zoon van de jongere broer van Arnold III volgde hem op.
Na deze tussengraaf bestuurde zijn opvolger Arnold IV het graafschap meer dan 50 jaar. Hij huwde met Johanna, de enige dochter van de graaf van Graafschap Chiny. Na de dood van zijn schoonvader erfde hij het uitgestrekte Graafschap Chiny. Na deze graaf kwamen de graven Jan van Loon en Arnold V van Loon(1279-1323). Vijf van de acht kinderen van Arnold V traden in de Duitse Orde. Eén van hen, Gerard van Loon was van 1317 tot 1324 landcommandeur van de Landcommanderij Alden Biesen.
Na het kinderloos overlijden van Arnolds V opvolger, graaf Lodewijk IV van Loon in 1336 eiste zijn neef, Diederik van Heinsberg de titel op. Pas in 1346 ging de prins-bisschop met deze dubieuze machtswissel akkoord. Toen ook Diederik kinderloos stierf en zijn neef, Godfried van Dalenbroek de titel opeiste, was de maat voor Luik vol en werd het graafschap, na een lange strijd in 1366, ingelijfd nadat een andere pretendent en lid van de grafelijke familie, Arnold van Rummen, zijn aanspraak op de titel tegen een lijfrente van de hand deed aan de Luikse prins-bisschop.
Giselbert trouwde met Erlande van Geldenaken.
Notitie bij Erlande: Ook vermeld als Erlendis van de Luikgouw.
III. Arnulf (Arnold) van Looz (Loon), geboren omstreeks 990 (zie 4100).
8208 Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937. Godfried is overleden in 1002, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Godfried van Verdun "de gevangene"
Het huis van Verdun, of het huis van Ardennen, of het huis van Wigerik, is één van de oudste geverifieerde adelijke families in Europa. Wigerik was paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Bidgouw. Hij is vòòr 919 overleden.
Graaf van Hettergouw, Bidgouw, Methingouw, Henegouwen, Verdun, markgraaf van Ename en van Frisia, prefect van Utrecht.
Godfried is weduwnaar van Averarda Everhardsdr. van Salland (ovl. 961), met wie hij trouwde (1), ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950.
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
8209 Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939. Mathilde is overleden op 25-05-1008, ongeveer 69 jaar oud. Mathilde trouwde (1), ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 955 met Boudewijn III van Vlaanderen (940-962), ongeveer 15 jaar oud, zie 65558,III.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried II van Verdun van Neder Lotharingen, geboren omstreeks 961. Godfried is overleden op 26-09-1023, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Was hertog van Neder-Lotharingen
Godfried bleef kinderloos.
II. Gozelo I van Verdun, geboren omstreeks 970. Gozelo is overleden in 1046, ongeveer 76 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Zegt in 1044 grafelijke rechten te hebben op o.a. Fivelgo. Zijn zoon Godfried schijnt daarna met Fivelgo te zijn beleend tot 1047 toen het hem weer is ontnomen vanwege zijn opstand tegen de keizer.
Bruno V van Brunswijk claimt dezelfde rechten.
Vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 als Hertog waarin hij met zijn zoon Godfried de koning Hendrik III verzoekt om de geconfiskeerde goederen in Hervé, Vaals, Epen en Valkenburg te schenken aan Irmingard, een nicht van de koning.(Lacomblet nr.109)
III. Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967 (zie 4104).
IV. Adalberd II van Verdun, geboren omstreeks 964.
V. Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975 (zie 8215).
VI. Frederik van Verdun, geboren omstreeks 970. Frederik is overleden op 06-01-1022 in Verdun, ongeveer 52 jaar oud.
VII. Adelheid (van Saksen) van Verdun. Adelheid trouwde met Rudolf I van Werl. Zie 4288,II voor persoonsgegevens van Rudolf.
VIII. Gerberga van Verdun. Gerberga trouwde met Folmar IV van Bliesgouw.
IX. Reinmodis van Verdun.
8212 Erenfried (Ezzo) III paltsgraaf (Ezzo) van Lotharingen, geboren omstreeks 955. Ezzo is overleden op 21-05-1034 in Saalveld, ongeveer 79 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Ezzo: Zie www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/zutphen graven von/
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 992 met de ongeveer 14-jarige
8213 Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978. Mathilde is overleden op 04-11-1025 in Esch, ongeveer 47 jaar oud. Zij is begraven in Brauweiler, abdij..
Notitie bij Mathilde: Zou in totaal 10 kinderen hebben gebaard.
Was een zuster van keizer Otto III.
Overlijdensdatum ook 21-05-1025 in Saalveld.
Mathilde werd in het nonnenklooster Essen opgevoed en onderwezen door haar zelfbewuste en goed opgeleide nicht Mathilde van Schwaben, de dochter van hertog Liudolf.
Was na de dood van haar broer keizer Otto III, de enige overgebleven erfgenaam van de Liudolfinger. Maar de opvolger van Otto III, keizer Hendrik II, meende dat veel goederen rijksbezit waren en hierdoor ontstond een zware strijd om goederen uit de erfenis van Otto III. Toen later ook Hendrik II kinderloos stierf konden de kinderen van Mathilde opnieuw aanspraak maken op vele goederen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993 (zie 4106).
II. Herman II van Lotharingen, geboren omstreeks 994. Herman is overleden op 11-02-1056, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: Aartsbisschop van Keulen.1036-1056. Kanselier van de keizer van Duitsland, aartskanselier van paus Leo IX.
III. Otto II van Schwaben, geboren omstreeks 995. Otto is overleden op 07-09-1047 in Keulen, op de Tomberg., ongeveer 52 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Otto: Paltsgraaf van Lotharingen 1034-1045 aan de Rijn, hertog van Zwaben 1045-1047, graaf van de Deutzgau 1025-1047
Otto trouwde met Mathilde von Egisheim.
IV. Richenza van Lotharingen, geboren omstreeks 996. Richenza is overleden op 21-03-1063, ongeveer 67 jaar oud. Richenza trouwde met Mieczylav hertog van Polen. Mieczylav is geboren in 990. Mieczylav is overleden op 10-05-1034, 43 of 44 jaar oud.
Notitie bij Mieczylav: Mieczylav II Lambert "De Vadsige" (Mieszko) van Polen.
V. Wazela van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Wazela trouwde met Rutger van Kleef. Rutger is geboren omstreeks 995. Rutger is overleden in 1050, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Rutger: Graaf van van Kleef 1020-50 en Zutphen, zoon van Diederik I (Durk, Thierry) van de Betuwe en Lutgard van Hamaland.
Rutger I is afstammeling van Karel de Grote. Aanvankelijk noemden zij zich ook de heren van Zutphen. Omdat Boudewijn IV hun gebieden in Ename had veroverd wende Rutger en zijn broer zich waarschijnlijk rond 1033 tot Koenraad II. Daar klaagden ze dat ze slachtoffer waren geworden van de door het heilige Roomse Rijk verloren gegane gebieden in Vlaanderen. Ter compensatie kreeg Gerard het gebied Wassenberg en kreeg zijn broer Rutger het gebied Kleef waar hij stamvader werd van het geslacht van Kleef. Deze gebieden waren vrij gekomen na de moord van Adela van Hamaland op Wichman III van Vreden (wiens goederen aansloten aan Hamaland). Hierdoor kwam het goed van Wichman vrij en werd het gebied van Adela en haar echtgenoot Balderik (Graaf van Drenthe en Salland) door de keizer geconfisqueerd. Het gebied van Rutger omvatte behalve Kleef ook Kalkar (waarschijnlijk inclusief het klooster), Zyfflich, Bedburg en Xanten. Verder werd hij leenman van goederen op de Betuwe, en mocht hij tol heffen bij Kellen en Huissen. Rutger I werd opgevolgd door zijn zoon Rutger II.
1007 juni 4 (Mainz). Hendrik II, Duits koning en Keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders als keizerlijke voogden (tutores). Sloet nr. 150. Regesten Roermond
VI. Adelheid van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Adelheid is overleden vóór 1011, ten hoogste 14 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Abdis van St Gertrudis in Nivellis
VII. Ida van Lotharingen, geboren omstreeks 998. Ida is overleden omstreeks 1060, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Ida: Abdis van het klooster St Maria te Keulen
Ida trouwde met Georg I von Hirscher.
VIII. Mathilde van Lotharingen, geboren omstreeks 1000.
Notitie bij Mathilde: Abdis van het klooster te Villich.
IX. Theofanu van Lotharingen, geboren omstreeks 1002. Theofanu is overleden op 05-03-1056, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Theofanu: Abdis van St Cosmos te Essen.
X. Heilwich van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Heilwich is overleden op 21-09-1076, ongeveer 71 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Abdis van het stift St Maria te Neuss.
XI. Sophia van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Sophia is overleden omstreeks 1035, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Abdis van St Maria te Gandersheim.
8214 Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975. Otto is overleden op 05-06-1036, 60 of 61 jaar oud.
Notitie bij Otto: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/otto-i-zutphen.html
Hij is graaf in Neder-Lahngouw, Engersgouw, Einrichgouw, Wetterau, Niddagouw en mogelijk ook Deutzgouw. Uit deze opsomming mag blijken dat de verwerving van Zutphen van ondergeschikt belang is, mede gezien de omstandigheid dat aan Zutphen geen grafelijke titel is verbonden.
Het is misplaatst om Otto I ’van Zutphen’ te noemen, want Otto I is elders meervoudig graaf en slechts heer van Zutphen. Otto I komt in de Zutphense bronnen zelden voor, waardoor het ontstaan van graafschap Zutphen onduidelijk is.
De identificatie van Otto van Hammerstein als Otto I van Zutphen is door Jackman recentelijk (1990-2000) in verschillende publicaties nieuw leven ingeblazen.
Hij trouwde met
8215 Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975. Irmengard is overleden op 10-03-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Udo van Hammerstein. Udo is overleden in 1034. Udo bleef kinderloos.
II. NN van Hammerstein. NN trouwde met Wigger van NN.
III. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003 (zie 4107).
8576 [waarschijnlijk] Hendrik van Werl, geboren in 915. Hendrik is overleden in 985, 69 of 70 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Die Grafen von Werl waren um das Jahr 1000 das einflussreichste Grafengeschlecht im norddeutschen Raum und lebten auf dem Gebiet der heutigen Altstadt von Werl. Nach der Übersiedlung nach Arnsberg wurde das Geschlecht Grafen von Werl-Arnsberg genannt, ehe man später von den Grafen von Arnsberg sprach. Bereits vor diesem Übergang hatten die Grafen einen beträchtlichen Teil ihres ehemaligen Einflusses eingebüßt. In einer anderen Linie sind aus den Grafen von Werl die Grafen von Hövel hervorgegangen, eine Seitenlinie, die dann in den Jahren 1225/1226 erlosch. Auch die Reichsgrafen von Rietberg waren aus dem Geschlecht hervorgegangen, die 1562 im Mannestamm ausstarben.
Die Geschichte der Werler Grafen war ab 1930 Gegenstand zahlreicher Untersuchungen, z.B. durch Bollnow (1930), v. Klocke (1949), Schölkopf (1957) und Prinz (1970); insbesondere aber durch Hömberg (1949, 1950, 1963, 1967) und Leidinger (1965, 1972, 1994, 2007, 2009).
Hömberg nahm als Spitzenahn der Werler einen 850 und 860 bezeugten Grafen Hermann an. Dieser soll dem Geschlecht des Grafen Ricdagent stammen. Nach seiner Meinung stammten die Grafen von Werl ursprünglich aus Meschede und bewohnten dort die Hünenburg, die als fränkische Sicherung der von Soest nach Hessen führenden Straße angelegt wurde. Dieses ersten Hermanns Ehefrau sei eine Erbtochter der Cobbonen gewesen, die ihrerseits von dem sächsischen dux Ekbert und seiner Frau, der karolingischen Prinzessin und späteren Heiligen Ida von Herzfeld, abstammten. Leidinger stimmte Hömbergs Hypothesen zur Herkunft der Werler vorsichtig zu, wobei er die Überprüfung einzelner Aspekt für notwendig hält. Für eine enge Verwandtschaft mit Ida von Herzfeld spricht unter anderem die Vorliebe für diesen Vornamen im Geschlecht der Werler. Damit wäre eine verwandtschaftliche Beziehung sowohl zu den Karolingern, wie auch zu die Liudolfingern gegeben. Diese hochadelige Herkunft wäre eine Erklärung für die spätere Heirat von Hermann I. mit Gerberga von Burgund.
Toevoeging Anne Post:
De voornamen Liudolf, Egbert en Ida komen we in dit parenteel regelmatig tegen.
Kind van Hendrik uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960 (zie 4288).
8578 Koenraad (de vreedzame) van Bourgondië.
Hij trouwde met
8579 Mathilde van Frankrijk.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965 (zie 4289).
II. Rudolf III van Bourgondië.
III. Berta van Bourgondië.

Generatie 15 (stamoudgrootouders)

16384 Arnulf I van Kamerijk.
Hij trouwde met
16385 Bertha van den Betuwe.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto van Kamerijk van Looz. Otto is overleden vóór 1011.
Notitie bij Otto: Komt ook voor als Odo van Kamerijk.
Otto trouwde met Liutgard van Namen.
II. Rodger van Kamerijk (zie 8192).
III. Hugo van Kamerijk.
IV. Arnulf II van Kamerijk van Valenciennes.
V. Reiner van Kamerijk.
VI. Robert van Kamerijk.
VII. Alpaides van Kamerijk.
16388 Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950. Immed is overleden op 27-01-983, ongeveer 33 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Immed: Overlijdensdatum ook vermeld als 29-01-990
Notitie bij Immed: Stamt uit een vooraanstaand Saksisch geslacht.
Graaf van de Betuwe, Duffelgouw en Hettergouw.
Meer informatie in publicaties van Johanna M van Winter en Hein Jongbloed.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 975 met de ongeveer 23-jarige
16389 Adela van Hamaland, geboren in 952. Adela is overleden in 08-1017 in Keulen, 64 of 65 jaar oud.
Notitie bij Adela: Was de laatste gravin van Hamaland.
Sloet nr 143: 6 oktober 1016. Gravin Adela doet den West-Saksische graaf Wichman vermoorden; de Houberg wordt belegerd die door Adela, daar Balderik was gevlucht, wordt verdedigd. Zij geeft zich over, met lijfsbehoud, waarna het slot wordt verwoest. Balderik en Adela verliezen hun goederen.
Sloet nr 145 jaar 1017. Na de dood van Adela verdelen haar zoon Meinwerk en haar dochter Adela, die non was in de abdij van Elten, de goederen die in de Nederlanden waren gelegen.
Adela trouwde (2), 43 of 44 jaar oud, op 18-12-996 met Balderik graaf Duffelgouw (±965-1021), ongeveer 31 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meinwerk bisschop van Paderborn, geboren omstreeks 975. Meinwerk is overleden op 05-06-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Meinwerk: Bisschop van Paderborn
Hij was bevriend met keizer Hendrik II.
Uit: http://www.heiligen.net/heiligen/06/05/06-05-1036-meinwerk.php
Na de dood van bisschop Rotharius van Paderborn, werd hij tot opvolger benoemd. Op 13 maart 1009 ontving hij in Goslar de bisschopswijding uit handen van bisschop Willigis van Mainz († 1011; feest 23 februari).
Spoedig daarna vertrok hij naar zijn nieuwe standplaats, waar hij met veel eerbied en vriegde door zijn nieuwe kudde werd ingehaald. De kathedraal, die nog stamde uit de tijd van Karel de Grote († 814), bleek echter tot een ruïne vervallen te zijn. Onmiddellijk toog hij aan het werk, liet de nieuwbouw, waarmee zijn voorganger juist begonnen was, weer afbreken, omdat hij het allemaal te klein vond, en legde het fundament voor een imposant godshuis.
Intussen visiteerde hij zijn bisdom en ging overal persoonlijk poolshoogte nemen van de situatie. Intussen vond hij nog tijd om keizer hendrik aan het hof bij te staan en raad te geven in de oorlogen, die juist uitgebroken waren en om enkele bisschopssynodes bij te wonen. Overal waar hij kwam, wist hij geld en goederen los te krijgen voor de bouw van zijn kerk. Op 13 februari 1013 werd Hendrik in Rome door de paus tot keizer gekroond. Bij diezelfde gelegenheid ontving hij uit handen van de paus een grote hoeveelheid relieken voor zijn kerk. Op de terugweg gingen Hendrik en Meinwerk langs klooster Cluny in Bourgondië. Van daar nam hij dertien monniken mee om in zijn bisdom een nieuw klooster te beginnen. Dat is de stichting van klooster Abdinghofen in 1015. Siegward (of Sigehard) werd er tot eerste abt aangesteld. In dezelfde tijd vernam Meinwerk, dat de kloosterlijke geest in de beroemde abdij van Corvey aan de Weser ernstig in verval was. Hij zette abt Wallon, die daarvoor verantwoordelijk werd gehouden af, en benoemde Druthmar († 1046; feest † 15 februari & 13 augustus), aan wie hij een aantal wijze lessen en regels meegaf.
In september was de nieuwe kathedraal klaar en op 15 september van dat jaar werd ze plechtig ingewijd. Ook de domschool bracht hij weer tot bloei.
Het jaar daarop werd Meinwerk getroffen in zijn persoonlijk leven. Zijn moeder, die na de dood van Imad hertrouwd was met een edelman Baudry, had zich door haar nieuwe echtgenoot op laten stoken om haar andere zoon Diedrik om het leven te brengen. De keizer wilde haar de doodstraf toedienen, maar op verzoek van Meinwerk schonk hij haar gratie. Wel werden al haar goederen verbeurd verklaard en kwamen ten goede aan goede doelen. Zowel Baudry als moeder zouden later ellendig aan hun komen.
Meinwerk bleef de rest van zijn leven actief; hij stichtte kerken en kloosters, en bleef ook aan het hof verbonden onder keizer Hendrik’s opvolger Koenraad. Hij stierf op 11 juni, pinksterzaterdag, van het jaar 1036. Hij werd als bisschop opgevolgd door Rudolf van Hersfeld.
In 1376 werd zijn stoffelijk overschot tot de eer der altaren verheven.
II. Diederik I graaf van Hamaland van de Betuwe, geboren omstreeks 978 (zie 8194).
III. Emma van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Emma is overleden op 03-12-1038, ongeveer 58 jaar oud. Emma trouwde met Liudger von Sachsen Billung. Liudger is een zoon van Herman 1 Hertog van Saksen Billung (zie 16418) en Oda. Liudger is overleden op 26-02-1011.
Notitie bij Liudger: Graaf van Lesum. Komt in 1001 voor als graaf in Westfalen en graaf in Engern.
IV. Azela (Adela) van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Azela is overleden na 1017, minstens 37 jaar oud.
Notitie bij Azela: Kanunnikse in Elten
V. Glismod van de Betuwe, geboren omstreeks 985. Glismod is overleden omstreeks 1040, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Glismod: Gehuwd met een graaf uit Beieren.
Glismod:
(1) trouwde met Reding graaf van Beieren.
(2) trouwde met Adalbert van Oostenrijk.
16390 Unroch van Teisterbant.
Kind van Unroch uit onbekende relatie:
I. NN van Teisterband (zie 8195).
16416 Gozelo van Ardennengouw.
Hij trouwde met
16417 Oda van Metzgouw.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937 (zie 8208).
16418 Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912. Herman is overleden op 27-03-973 in Quedlinburg, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Herman: In het jaar 936 benoemd tot hertog (legeraanvoerder) door koning Otto I.
De koning koos niet de oudere broer Wichman, die zich daar wel tegen verzette, maar in 938 vrede moest sluiten met Otto.
Herman trouwde (1) met Oda.
Hij trouwde (2) met
16419 Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803. Hildegard is overleden in 857, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Hildegard: Ook vermeld als Hildegard van Westerburg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939 (zie 8209).
II. Swanehilde Billung. Swanehilde is overleden op 26-11-1014. Swanehilde trouwde met Liutheri van NN. Liutheri is overleden op 05-09-929 in Lenzen.
III. Bernhard I von Sachsen Billung, geboren omstreeks 955. Bernhard is overleden op 09-02-1011 in Corvey, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen.
Steunde in 1002 Ekkehard van Saksen, markgraaf van Meissen, als kandidaat voor de Duitse kroon.
Hertog van Sachsen tussen 973 en 1011.
http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/sachsen/bernhard_1_herzog_von_sachsen_1011_billunger/bernhard_1_herzog_von_sachsen_+_1011.html
Bernhard trat 973 die Nachfolge seines Vaters Hermann Billung an, dessen Befugnisse er wesentlich erweitern konnte. In den Jahren 974,983 und 994 wehrte er Vorstöße der Dänen in das Reichsgebiet ab. Nach dem Tode OTTOS II. hatte er entscheidenden Anteil daran, dass der Versuch Heinrichs des Zänkers, König zu werden, scheiterte und dass der junge OTTO III. als König anerkannt wurde. Auf einem Reichstag zu Quedlinburg übte er 986 das Amt des Marschalls aus; 991 und 995 beteiligte er sich an den Feldzügen OTTOS III. gegen die Slawen. Im Innern Sachsens baute er den Herrschaftsbereich der BILLUNGER, vor allem im Bardengau und an der mittleren Weser, aus. Bei der Nachwahl HEINRICHS II. durch die Sachsen im Jahre 1002 in Merseburg wies er als Sprecher des Stammes den König durch die Übergabe der heiligen Lanze erneut in die Herrschaft im Reiche ein, nachdem dieser das sächsische Stammesrecht bestätigt hatte. War sein Vater noch der Vertreter des Königs in Sachsen gewesen, so wurde Bernhard als Herzog der Repräsentant des Stammes gegenüber der Krone.
Bernhard trouwde met Hildegard von Stade. Hildegard is een dochter van Hendrik de kale von Stade.
16426 Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955. Otto is overleden op 07-12-983, 27 of 28 jaar oud.
Hij trouwde met
16427 Theofano van Byzanthia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Saksen.
II. Sophie van Saksen.
III. Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978 (zie 8213).
IV. Otto III van Duitsland, geboren omstreeks 980. Otto is overleden in 1002, ongeveer 22 jaar oud.
Notitie bij Otto: Na zijn dood kozen de rijksgroten Ekkehard, markgraaf van Meissen, als de opvolger voor Otto III als koning van Duitsland. De steun kwam ook van Bernard I Billung, hertog van Saksen als opvolger van zijn vader Herman.
Ekkehard werd echter vermoord. Hendrik II, hertog van Beieren, werd toen gekozen tot nieuwe koning van Duitsland.
Otto bleef kinderloos.
16428 Heribert van Kinziggouw.
Hij trouwde met
16429 Irmentrud van Lotharingen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975 (zie 8214).
16430 Godfried van Verdun (dezelfde als 8208 in generatie 14).
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
16431 Mathilde von Saksen Billung (dezelfde als 8209 in generatie 14).

Generatie 16 (stamoudovergrootouders)

32770 Nevelung van den Betuwe.
Kind van Nevelung uit onbekende relatie:
I. Bertha van den Betuwe (zie 16385).
32776 Irminfried van Kleef.
Notitie bij Irminfried: Zie Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein. Hein H. Jongbloed.
Hij trouwde met
32777 Gisela (Keila) van Thuringen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ricfried van Kleef.
II. Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950 (zie 16388).
32778 Wichman IV van Hamaland, geboren in 927. Wichman is overleden vóór 975, ten hoogste 48 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Wichman: Overleden op 20 juni in een jaar voor 975.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland (de Liemers en de Graafschap)
Was een van de aanzienlijkste heersers aan de Nederrijn.
Zeer rijk en van buitengewoon oude adel.
Stichtte het vrouwenklooster Elten (voor adellijke vrouwen) in 968, na de dood van zijn zoon en beoogd opvolger Wichman.
In een oorkonde van 29 juni 968 schenkt keizer Otto I aan het stift Elten alles wat graaf Wichman op Urk, in Salland en in de graafschappen Naardingerland en Hamaland van hem in leen had gehouden.
Op 3 augustus 970 bevestigde keizer Otto de giften die graaf Wichman aan het klooster had gedaan, waaronder ook de inkomsten uit Hunsingo, Fivelgo, Marne en Middagsterland.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 947 met de ongeveer 12-jarige
32779 Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935. Liutgard is overleden op 15-10-962, 26 of 27 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Hamaland, geboren omstreeks 950. Liutgard is overleden omstreeks 995, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Liutgard: Was de eerste abdis van het door haar vader gestchte jufferenstift Elten in 968.
Schonk haar aandeel in de erfenis van haar vader aan dit klooster, even na 973.
Liutgard trouwde met Gozelo van Aspel. Gozelo is geboren omstreeks 950. Gozelo is overleden na 1015, minstens 65 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Graaf van Hamaland en de Lüttichgau, Heer van Hengebach -1011 en Aspel, zoon van Richard I (Richiso, Richarri, Richwin) van Metz en Ermentrudis van Hamaland, geboren ±960 Aspel, overleden na 1015
II. Adela van Hamaland, geboren in 952 (zie 16389).
III. Wichman V van Hamaland, geboren in 958. Wichman is overleden in 966, 7 of 8 jaar oud.
32834 Gerhard van Metz van de Gulikgouw, geboren omstreeks 870. Gerhard is overleden op 22-06-910, ongeveer 40 jaar oud.
Hij trouwde met
32835 Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878. Oda is overleden na 952, minstens 74 jaar oud. Oda is weduwe van Zwentibold, koning van Lotharingen (±870-900).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Oda van Metzgouw (zie 16417).
II. Benedicta.
Notitie bij Benedicta: Benedicta en Cecilia werden abdis van de abdij te Susteren.
III. Cecilia.
IV. Wigfried van Gulikgouw, geboren omstreeks 900. Wigfried is overleden op 09-07-953, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Wigfried: Aartsbisschop van Keulen 924-953.
V. Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905 (zie 65718).
32836 Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890. Egbert is overleden in 967, ongeveer 77 jaar oud.
Hij trouwde met
32837 NN van Stade.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman de oudere Billung, geboren omstreeks 910. Wichman is overleden in 944, ongeveer 34 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Wichman bezat een groot graafschap in de Elbe-Weser regio, graaf van de Bardengau.
Zijn kinderen waren vermoedelijk nog jong toen Wichman stierf en zij zouden zijn opgegroeid, na 944, aan het hof van keizer Otto I, waarvan zij neven waren.
Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/richenza_von_northeim_erbin_von_harsefeld.html
Wichman trouwde met Beatrice van Ringelheim. Zie 131410,VI voor persoonsgegevens van Beatrice.
II. Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912 (zie 16418).
32838 Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879. Karel is overleden op 07-10-929 in Peronne, 50 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 918 met
32839 Eadgyfu van Engeland.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803 (zie 16419).
32852 Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912. Otto is overleden op 07-05-973 in Memleben, 60 jaar oud. Hij is begraven in Maagdenburg in de Dom..
Notitie bij Otto: Otto de Grote, koning van Duitsland in 936, Rooms Keizer vanaf 02-02-962 en koning van de Longobarden.
In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 950 brak een nieuwe opstand uit, waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
Vermeld in een oorkonde van 12 februari 940, waarin hij een schenking doet aan de kerk van Spiers. Getuigen bisschop Amalrich van Spiers en graaf Koenraad.
In juli 955 trok hij op tegen de Magyaren, waarbij de Slag op het Lechveld plaatsvond. Zie hiervoor de annalen van Widukind en een scriptie van Niels Janssens: Otto I, de zoektocht naar het Karolingische verelden in de Ottoonse historiografie.
Op 17 januari 966 bevestigt hij de ruil van de curtis Gelmen in de Haspengouw door het OLV stift te Aken tegen goederen van graaf Immo, waaronder in de Molengouw Erkelenz, Hostrich, Berge, Richolferod en Wazzalar. Sloet nr 99.
Als graaf van Haspengouw wordt Werenhari vermeld, van de Molengouw Eremfredi, van de Luikgouw Richari en van de Avelgouw wordt Eberhardi vermeld.
Schenkt in 972, op voorspraak van hertog Otto van Worms (zijn kleinzoon), het marktrecht in Urbach aan het klooster Hornbach.
Otto begon een relatie (1) met Slavin uit voorname familie. Otto is weduwnaar van Edgith (Eadgifu) van Engeland (ovl. 946), met wie hij trouwde (2), 16 of 17 jaar oud, in 929.
Hij trouwde (3) met
32853 Adelheid van Bourgondie.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik van Duitsland, geboren in 951. Hendrik is overleden in 954, 2 of 3 jaar oud.
II. Mathilde van Duitsland, geboren omstreeks 953. Mathilde is overleden in 999, ongeveer 46 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Abdis van Quedlinburg
III. Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955 (zie 16426).
32856 Koenraad I van Elzas.
Kind van Koenraad uit onbekende relatie:
I. Heribert van Kinziggouw (zie 16428).
32858 Megingoz van NN.
Hij trouwde met
32859 Gerberga van Lotharingen.
Notitie bij Gerberga: Vermeld in de "Vita Adelheidis".
Adel heid was de eerste abdis van het klooster te Vilich bij Bonn. Het klooster werd omstreeks 978 gesticht door haar ouders, Megingoz en zijn vrouw Gerberga, kort na het overlijden van hun enige zoon Godfried. Gerberga, de echtgenote van Megingoz wordt in de Vita een dochter genoemd van “hertog Godfried”, filia exstitit ducis cuiusdam nomine Godefridi.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Irmentrud van Lotharingen (zie 16429).
II. Alverada van Lotharingen.
III. Godfried van Lotharingen. Godfried is overleden in 977. Godfried bleef kinderloos.
IV. Bertrade van Lotharingen.
V. Adelheid van Lotharingen.

Generatie 17 (stamoudbetovergrootouders)

65552 Ricfried van Kleef.
Kind van Ricfried uit onbekende relatie:
I. Irminfried van Kleef (zie 32776).
65556 Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890. Meginhardt is overleden op 15-03-955 in Elten, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Was in 898 minderjarig. Wordt in 921 als graaf vermeld.
Was graaf in Hamaland, Salland, Drenthe, Veluwe, Hunsego, Fivelgo en Naardinkland.
Overleden op de Eltenberg, de residentie van zijn zoon Wichman.
Kwam in opstand tegen koning Otto I in 938. waarna hem de grafelijke rechten zijn ontnomen.
Meginhardt trouwde (1) met Irmintrud.
Hij trouwde (2) met
65557 Kunigunde.
Kind uit dit huwelijk:
I. Wichman IV van Hamaland, geboren in 927 (zie 32778).
65558 Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888. Arnulf is overleden op 27-03-965, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gent, st Pieter.
Notitie bij Arnulf: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Graaf van Vlaanderen 918-964. Na de dood van zijn vader graaf van Noord-Vlaanderen
en na de dood van zijn broer Adalofi, heer van Boulogne 933. Veroverde het graafschap Ponthieu.
Bevorderde de kloosterhervormingen van Gerard van Brogne. Deed grote schenkingen aan de St. Pieter te Gent. Trof regelingen met de Westfrankische koning Lotharius ter bescherming van diens jeugdige kleinzoon als opvolger in 962.
Hij trouwde, ongeveer 45 jaar oud, in 933 met de ongeveer 21-jarige
65559 Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912. Adela is overleden in 959 in Gent, ongeveer 47 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935 (zie 32779).
II. Hildegard van Vlaanderen, geboren omstreeks 937. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud. Hildegard trouwde, ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950 met Dirk II burggraaf van Gent, graaf in Frisia, ongeveer 18 jaar oud. Dirk is geboren omstreeks 932, zoon van NN (Gerulf??) van Frisia. Dirk is overleden op 06-05-988, ongeveer 56 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Egmond.
Notitie bij Dirk: Dirk II (of Diederik II) was een Friese graaf die het feitelijke bewind voerde over drie graafschappen die tezamen het gehele kustgebied tussen de Oosterschelde en het Vlie opvulden, zijnde de gouwen: Masaland(Maasland), Kinhem (Kennemerland) en Texla(Texel). Op 15 juni 950 schonken Dirk II en zijn vrouw Hildegard aan Egmond ter ere van de bijzetting van Sint Adelbert een stenen kloosterkerk. Ook schonken zij het Evangeliarium van Egmond, thans een van Nederlands belangrijkste cultuurhistorische voorwerpen uit de vroege middeleeuwen. Het negende-eeuwse handschrift werd circa 975 door hem verworven en bevat de tekst van de vier evangeliën. Dirk en Hildegard zijn afgebeeld op twee miniaturen, die Dirk voor de gelegenheid aan het boek liet toevoegen. Op 25 augustus 985 kreeg Dirk zijn drie lenen van koning Otto III in vrije eigendom.
Dirk wist tussen 965 en 969, na de dood van zijn schoonvader en de daarop volgende gezagscrisis, in Gent een graafschap te vestigen, dat zich ook uitstrekte over het land van Waas. Boudewijn IV verkrijgt echter het markgraafschap Vlaanderen in leen.
"Vita sancti Alberti"; hierin wordt het leven beschreven van Adalbertus, missionaris eind 7e begin 8e eeuw, en metgezel van Willibrord die onder de Frisii preekte.
Onder graaf Dirk I werden Adalberts relieken overgebracht naar een kerk, die misschien tot het door Dirk I gestichte vrouwenklooster behoorde. Tijdens de heerschappij van Dirk II, burggraaf van Gent en graaf in Frisia, werd het mannenklooster te Egmond gesticht, waar Adalbert speciale verering genoot.
Mogelijk komen deze relieken oorspronkelijk uit een abdij/kerk of klooster bij Emunde, de monding van de Aa bij Grevelingen in Frans Vlaanderen waar Willibrord gepredikt heeft en welk gebouw mogelijk verwoest is en heeft Dirk I het door hem gestichte vrouwenklooster vernoemd naar die plek en het Egmond genoemd. Dit komt in de historie vaker voor; b.v. Assen, ontstaan bij een klooster en vernoemd naar het klooster Assen in Westfalen, waar de eerste abdis waarschijnlijk vandaan kwam.
Dirk trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 950 met [waarschijnlijk] Hildegard van Vlaanderen, ongeveer 13 jaar oud. Hildegard is geboren omstreeks 937, dochter van Arnulf I van Vlaanderen. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud.
III. Boudewijn III van Vlaanderen, geboren in 940. Boudewijn is overleden op 01-01-962, 21 of 22 jaar oud. Boudewijn trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 955 met Mathilde von Saksen Billung, ongeveer 16 jaar oud. Zie 8209 voor persoonsgegevens van Mathilde.
IV. Egbert (Eibret) van Vlaanderen.
65670 Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835. Otto is overleden op 30-11-912, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gandersheim, Stiftskerk.
Notitie bij Otto: Graaf in Süd Thüringergau. Hertog van Sachsen vanaf ca 903.
Hij trouwde met
65671 Hadewich van Babenberg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Thankmar van Sachsen, geboren vóór 876. Thankmar is overleden vóór 912.
II. Liudolf van Sachsen, geboren vóór 876. Liudolf is overleden vóór 909.
Notitie bij Liudolf: Toen zijn broer Hendrik trouwde met Mathilde, was Hendrik de enige zoon van Otto van Sachsen die nog in leven was.
III. Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876 (zie 65704).
IV. Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878 (zie 32835).
V. Liutgard van Sachsen, geboren omstreeks 880. Liutgard is overleden op 21-01-923, ongeveer 43 jaar oud.
65672 Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865. Egbert is overleden omstreeks 930, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Verkrijgt van koning Arnulf, vanwege zijn militaire ondersteuning in de veldtocht tegen de Moraven, een buitengewone rijke gift van 66 koninklijke hoeven in de graafschappen tussen de Leine en de boven Weser in de Bardengau, aan de Elbe.
Egbert erfde de grafelijkheid in Frisia tussen Lauwers en Eems.
Hij trouwde met
65673 Ida van Herfort.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde van de Wetigau.
II. Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890 (zie 32836).
65676 Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846. Lodewijk is overleden op 10-04-879 in Compiegne, 32 jaar oud.
Hij trouwde met
65677 Adelheid van Parijs.
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879 (zie 32838).
65678 Edward I (koning) van Engeland.
Kind van Edward uit onbekende relatie:
I. Eadgyfu van Engeland (zie 32839).
65704 Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876. Hendrik is overleden op 02-07-936 in Memleben, 59 of 60 jaar oud. Hij is begraven in Quedlinburg.
Notitie bij Hendrik: Koning van 919 tot 936. Hertog van Saksen van 912 tot 936.
Hendrik trouwde (1), 29 of 30 jaar oud, in 906 met Hatheburg (geb. ±878), ongeveer 28 jaar oud. De ontbinding van dit huwelijk werd uitgesproken in 909.
Hij trouwde (2), 32 of 33 jaar oud, in 909 met de ongeveer 13-jarige
65705 Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896. Mathilde is overleden op 14-03-968 in Quedlinburg, ongeveer 72 jaar oud. Zij is begraven in Stiftskerk Quedlinburg.
Notitie bij Mathilde: Opgevoed in het klooster Herford, dat werd geleid door haar grootmoeder Mathilde, de abdis van dat klooster.
Mathilde stond bekend om haar deugd en schoonheid en daar zij tevens van hoogadellijke afkomst was, was zij een uitstekende kandidaat om koningin van Duitsland te worden. Hendrik reisde incognito naar Herford en werd spontaan verliefd en vroeg direct bij grootmoeder Mathilde om de hand van haar kleindochter. Die verkreeg hij en al de volgende dag schijnt het paar afgereisd te zijn naar Wallhausen om het huwelijk te laten voltrekken, zonder de toestemming van de ouders af te wachten. Hendrik gaf Wallhausen met alles wat er bij behoorde aan zijn nieuwe echtgenote Mathilde.
Thietmars von Merseburg schrijft in zijn kronieken dat Hendrik allerminst een onbedorven jongeling was toen hij trouwde met Mathilde. Hij was al 33 jaar en in 906 gehuwd met Hatheburg, dochter van Erwin. Bij Hatheburg had hij een zoon verwekt die de naam Thankmar kreeg.
Zie Daniëlla Müller-Wiegand: Vermitteln-Beraten-Erinnern; Funktionen und Aufgabenfelder von Frauen in der Ottonischen Herrscherfamilie (919-1024). Universiteit van Kassel. Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Philosophie.3 dezember 2003.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912 (zie 32852).
II. Gerberga van Duitsland, geboren omstreeks 913. Gerberga is overleden na 968, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Gerberga: Vermeld 928-939; geeft de kerk en de villa Echt aan de kerk van St Servaas te Maastricht.
Gerberga:
(1) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, in 929 met Gijsbert van Lotharingen, ongeveer 49 jaar oud. Gijsbert is geboren omstreeks 880. Gijsbert is overleden op 02-10-939, ongeveer 59 jaar oud.
(2) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in 939 met Lodewijk IV van Frankrijk.
III. Hadewich van Duitsland, geboren omstreeks 922. Hadewich is overleden na 958, minstens 36 jaar oud. Hadewich trouwde met Hugo de Grote Hertog van Francie. Hugo is geboren omstreeks 895. Hugo is overleden op 17-06-956, ongeveer 61 jaar oud.
IV. Hendrik I de jongere hertog van Beieren, geboren omstreeks 920. Hendrik is overleden op 01-11-955 in Nordhausen, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Door zijn moeder Mathilde naar voren geschoven om koning te worden omdat Otto niet als koningszoon was geboren. Dat was Hendrik wel. Veel vooraanstaande uit de Saksische adel waren het met Mathilde eens en kozen partij voor Hendrik. In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 954 brak een nieuwe opstand uit waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
V. Bruno van Duitsland, geboren in 05-925. Bruno is overleden op 11-10-965, 40 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Aartsbisschop van Keulen.
Vermaakt in zijn testament o.a. Hengelo en Wessem aan de abdij St Pantaleon te Keulen.
65706 Rudolf II koning van Bourgondie. Rudolf is overleden in 937.
Hij trouwde met
65707 Berta von Schwaben.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Bourgondie (zie 32853).
65712 Gebhard van Ufgouw. Gebhard is overleden vóór 948.
Kind van Gebhard uit onbekende relatie:
I. Koenraad I van Elzas (zie 32856).
65718 Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905. Godfried is overleden omstreeks 952, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Paltsgraaf van Lotharingen vanaf 925, wanneer Lotharingen definitief aan het Duitse rijk wordt toegevoegd.
Vermeld in het gedenkboek van Remiremont met de namen van vrouw en kinderen.
"Gotefridus, Ermendrudis, Gotefridus, Gebehardus, Gerhardus, Adelardus,
Gerberga."
Godfried wordt voor het laatst vermeld in een oorkonde van keizer Otto I, getekend op 1 juni 949 in Nijmegen.
Hij trouwde met
65719 Ermentrudis, geboren omstreeks 909.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried van Lotharingen.
II. Gebhard van Lotharingen.
III. Gerhard van Lotharingen.
IV. Adelardus van Lotharingen, geboren omstreeks 925.
V. Gerberga van Lotharingen (zie 32859).

Generatie 18 (edelouders)

131112 Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862. Everhard is overleden in 898, ongeveer 36 jaar oud.
Notitie bij Everhard: Staat vermeld als graaf van Hamaland en markgraaf van Friesland.
Legde in 882 de grote ringbugwal aan in Zutfen.
Vermoord Godfried de Deen in 885.
Hij werd in 898 vermoord door de Fries Waldger, zoon van Gerulf, de stamvader van de graven van Holland. (Waldger III van Teisterband)
Als markgraaf van Frisia zullen hem rechten zijn verleend die later zijn genoemd bij zijn achterneef Wichman IV; rechten in Urk, Hunzego, Midgo, Marne, Fivelgo en Naardinkland.
Hij heeft in heel Frisia op strategische plaatsen ring of walburgen laten aanleggen. Vanaf 885 in Oostburg, Souburg, Domburg, Middelburg, Burg-Haamstede, Rijnsburg en Den Burg; stroomopwaarts bij Aalburg en verder in Hamaland bij Zutfen en Elten; versterkt de Hunnenschans bij Uddel en de oude walburg Duno bij Arnhem en legt mogelijk ook de Hunenborg bij Oldenzaal aan.
Everhard trouwde (2) met Adelinde van Grabfeld.
Hij trouwde (1) met
131113 Wiltrud?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Everhard II van Hamaland.
II. Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890 (zie 65556).
131116 Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864. Boudewijn is overleden op 10-09-918, ongeveer 54 jaar oud. Hij is begraven in Gent.
Notitie bij Boudewijn: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Nam na afloop van invallen van de Noormannen in de jaren 879-883 gronden en rechten in bezit in de hele streek tussen Schelde en Artois. Wordt als grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom bestempeld. Wisselde herhaaldelijk van partij in de strijd tussen de diverse Westfrankische koningen en liet aartsbisschop Fulco van Reims (900) en graaf Heribert I van Vermandois (vóór 907) vermoorden. Richtte een groot aantal burchten op ter bescherming van zijn gebied.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 884 met
131117 Aelfthryth van Wessex.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adalbert van Vlaanderen.
Notitie bij Adalbert: Bisschop van Parijs en proost van Tronchiennes.
II. Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888 (zie 65558).
131118 Herbert II van Vermandois.
Hij trouwde met
131119 Liutgarde van Neustrie.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912 (zie 65559).
131340 Liudolf hertog van Sachsen, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
131341 Oda von Billung.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835 (zie 65670).
131342 Heinrich von Babenberg.
Hij trouwde met
131343 Judith van Friaul.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hadewich van Babenberg (zie 65671).
131344 Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820. Wichman is overleden op 02-02-880, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Zoons van Wichman II verdelen de nalatenschap van hun vader.
Wichman III krijgt de goederen van vaders kant en Meginhard II die van moeders kant.Zie:
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/wichman-ii-hamaland.html
Wichman wordt de stamvader van de hertogen van Saksen.
Na het verdrag van Verdun zal Wichman II, met goedvinden van koning Lotharius I, de grafelijkheid in het Friese gebied tussen Lauwers en Eems hebben verkregen, met daarnaast bezit van leengoederen en eigen goederen uit de erfscheiding.
Wichman sneuvelde in de strijd tegen de Denen in het beneden Elbe gebied.
Hij trouwde met
131345 Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelbert van de Wetigau.
II. Richild van de Wetigau.
III. Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865 (zie 65672).
131352 Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823. Karel is overleden op 06-10-877 in Avrieux, 54 jaar oud.
Hij trouwde met
131353 Ermentrudis, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden omstreeks 869, ongeveer 39 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846 (zie 65676).
131408 Otto van Sachsen (dezelfde als 65670 in generatie 17).
Hij trouwde met
131409 Hadewich van Babenberg (dezelfde als 65671 in generatie 17).
131410 Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866. Dietrich is overleden na 916, minstens 50 jaar oud.
Notitie bij Dietrich: Graaf van Ringelheim; bisschop van Paderborn.
Hij trouwde, ongeveer 24 jaar oud, omstreeks 890 met de ongeveer 15-jarige
131411 Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875. Reginhild is overleden op 11-05-932, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Reginhild: Van Reginhild of Reinhilde is niet meer bekend dan dat zij uit een Fries/Deens geslacht stamde. Bekend is dat van ouds de Friese en Deense vorstengeslachten veel contact hadden en dat er onderling uitgehuwelijkt werd. Friezen en Denen gingen vriendschappelijk met elkaar om. Als er dan vanaf ongeveer 800 de zogenaamde Noormannen de streken langs de Noordzee, Frisia en Engeland binnenvallen, dan is dat niet gericht tegen de Friezen, maar tegen de bezetters, de Franken. De Denen beroven voornamelijk goederen die de Franken in bezit hebben genomen en steken de kerken in brand. Omdat de Friezen geen tegenstand boden konden de Denen tot diep in het Frankisch gebied, tot voorbij Keulen, opdringen. Eén van die Denen, bekend als Godfried de Zeekoning, was, evenals een paar voorgangers van hem, door een overeenkomst met de Frankische koning, leenman van grote delen van Frisia geworden. In 885 zond hij zelfs eisen naar de keizer via de Friese graven Gerulf en Gardulf. Dat betekent dat Godfried de Deen deze beide Friese graven goed kende en waarschijnlijk hadden zij familiebanden. Gerulf en Gardolf zijn te traceren in West Frisia, Gerulf met bezit in de gouw Oostergo en in de gouw Sudergo was Gardolf graaf. Reginhilde moet geboren zijn omstreeks 875 en haar ouders moeten dan rond die tijd in het gebied Midden Frisia gezocht worden. Gelet op de tijdbalk zou dan een telg van graaf Gerhart in aanmerking komen. Graaf Gerhart zelf moet een zoon zijn van graaf Gerulf I. Deze is een tijdgenoot van Reginhild van Denemarken, dochter van vorst Horik I van Denemarken. Deze Horik was ook leenman van gebieden in Frisia. Mogelijk is zijn dochter Reginhild getrouwd met graaf Gerulf I en komt de naam Reginhild in het nageslacht terecht. Voormelde graaf Gerhart zou een dochter Reginhild of Reinhilde gehad kunnen hebben welke na 855 is getrouwd met Godfried de Zeekoning, die op dat moment weer terug was in Frisia, na tevergeefs een gooi te hebben gedaan naar het Deense koningschap. Reinhilde en Godfried kunnen ook een dochter hebben gekregen die zij Reginhild hebben genoemd en zo’n dochter zal een uitstkende partij zijn geweest voor Dietrich van Ringelheim. Maar er zijn meerdere constructies denkbaar.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Amalrada van Ringelheim.
Notitie bij Amalrada: Stamt af uit het geslacht van Widukind, een krachtige tegenstander van Karel de Grote.
Amalrada trouwde met Eberhart graaf van Hamaland. Eberhart is overleden in 966.
II. Friederuna. Friederuna is overleden in 916. Friederuna trouwde met Wichman. Wichman is een zoon van Billung, graaf. Wichman is overleden in 944.
III. Bia.
Notitie bij Bia: Moet dezelfde zijn als Beatrice.
IV. Ruotbert. Ruotbert is overleden in 956.
Notitie bij Ruotbert: Was aartsbisschop van Trier van 931 tot 956.
V. Lantbert.
VI. Beatrice van Ringelheim.
Notitie bij Beatrice: Moet dezelfde zijn als Bia.
Beatrice trouwde met Wichman de oudere Billung. Zie 32836,I voor persoonsgegevens van Wichman.
VII. Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896 (zie 65705).
131424 Eberhart I van Ortenau. Eberhart is overleden in 902.
Kinderen van Eberhart uit onbekende relatie:
I. Gebhard van Ufgouw (zie 65712).
II. Eberhard van Maienfeld. Eberhard is overleden in 944.
III. Koenraad van Elzas. Koenraad is overleden in 948.
131436 Gerhard van Metz van de Gulikgouw (dezelfde als 32834 in generatie 16).
Hij trouwde met
131437 Oda van de Hessengau (Saksen) (dezelfde als 32835 in generatie 16).
131438 Karel de Eenvoudige, koning.
Hij trouwde met
131439 Frederuna.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ermentrudis, geboren omstreeks 909 (zie 65719).

Generatie 19 (edelgrootouders)

262224 Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845. Meginhart is overleden in 881, minstens 36 jaar oud.
Hij trouwde met
262225 Evesa van de Argengau. Evesa is overleden na 881.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meginhardt III van Hamaland, geboren omstreeks 855. Meginhardt is overleden in 917, ongeveer 62 jaar oud. Meginhardt trouwde met Hildegard.
II. Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862 (zie 131112).
262232 Boudewijn I graaf van Terwaan. Boudewijn is overleden op 21-01-879.
Notitie bij Boudewijn: Boudewijn I met de IJzeren Arm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West-Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk). Hij verloor in 862 na zijn schaking van Judith van West-Francië zijn graafschappen maar verzoende zich met haar vader keizer Karel de Kale en werd in 864 opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois). Leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870. Toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar
Italië.
Hij trouwde op 13-12-863 in Auxerre met de ongeveer 19-jarige
262233 Judith van West Francie, geboren omstreeks 844. Judith is overleden na 870, minstens 26 jaar oud. Judith trouwde (1) met Aethelwulf van Wessex. Judith trouwde (2) met Aethlebald van Wessex.
Kind uit dit huwelijk:
I. Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864 (zie 131116).
262234 Alfred I koning van Engeland.
Hij trouwde met
262235 Elswitha van Gainsborough.
Kind uit dit huwelijk:
I. Aelfthryth van Wessex (zie 131117).
262688 Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795. Wichman is overleden in 860, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland door huwelijk.
Hij trouwde met
262689 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820 (zie 131344).
II. Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845 (zie 262224).
262690 Amelung II, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
262691 Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800.
Kind uit dit huwelijk:
I. Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820 (zie 131345).
262704 Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers). Lodewijk is overleden op 20-06-840 in Ingelheim, 61 jaar oud. Hij is begraven in Saint Arnould, Metz. Lodewijk is weduwnaar van Ermengarde van Haspengouw (±778-818), met wie hij trouwde (1), 15 of 16 jaar oud, in 794.
Hij trouwde (2), 40 jaar oud, in 02-819 in Aken met de ongeveer 19-jarige
262705 Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800. Judith is overleden op 19-04-843 in Tours, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Judith: Ook Judith Welfs genoemd
Zij was de tweede vrouw van Lodewijk de Vrome.
Zij is begraven in de Basiliek van Sint Maarten te Tours.
Keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823 (zie 131352).
262820 Waltbert graaf van Graingouw, geboren omstreeks 805. Waltbert is overleden in 872, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Waltbert: Stichter van Wildeshausen; graaf in Lerigouw
Waltbert trouwde (1) met Altburg.
Hij trouwde (2) met
262821 Mathilde van Herfort. Mathilde is overleden in 915.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866 (zie 131410).
II. Widukind van Graingouw.
III. Imed (Immed) van Graingouw.
IV. Reginberd van Graingouw.
262822 [misschien] Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830. Godfried is overleden in 885, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godfried: Vermoord bij Heerspijk in de Betuwe.
Notitie bij Godfried: Ook vermeld als Godfried de Zeekoning.
Vermeld in 851 in welk jaar hij plundertochten onderneemt in de landen langs de Noordzee. hij vestigt zich in Normandië.
Vermeld in 881 als onderdrukker van de Friezen, samen met koning Siegfried van de Noren. Zij roven en branden van Frisia tot in België en langs de Rijn tot Trier.
Godfried laat zich in 882 dopen en krijgt een dochter van Lotharius als vrouw en een bruidschat, zijnde de landen die vroeger zijn oom Roruk in leen had.
Hij wordt in 885 vermoord door krijgslieden van markgraaf Hendrik. Het gezag van de Vikingen in deze streken neemt hiermee na 70 jaar een einde.
In 887 vaart koning Siegfried van Noorwegen de Seine op en gaat ook naar Friesland om zich in de rechten te stellen van de twee jaar eerder vermoorde Godfried. Hij wordt echter door de Friezen veslagen. Siegfried sneuvelt uiteindelijk bij Leuven in een strijd met Arnulf, hertog van Karinthië, een kleinzoon van Lodewijk de Duitser.
Godfried trouwde (2), ongeveer 52 jaar oud, in 882 met Gisla van Lotharingen.
Hij trouwde (1), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 860 met [misschien] de ongeveer 20-jarige
262823 [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840. Reginhilde is overleden vóór 880, ten hoogste 40 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [misschien] Reginmunt van Denemarken.
II. [misschien] Reginhart van Denemarken.
III. [misschien] Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875 (zie 131411).
IV. [misschien] Reginbert, graaf in Frisia Westerlauwers, geboren omstreeks 875. Reginbert, is overleden na 945, minstens 70 jaar oud.
Notitie bij Reginbert,: Vermeld in 945. Is dan nog in leven.
Schenkt in de periode tussen 900 en 950 goederen gelegen in de omgeving van Franeker in Oostergo. In dezelfde periode hebben een Reginmunt en een Reginhart uitgebreide bezittingen rond Ternaard in Oostergo.
262848 Udo van Lahngau. Udo is overleden vóór 885.
Hij trouwde met
262849 Judith van Argengau.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Eberhart I van Ortenau (zie 131424).
II. Koenraad van Lahngau. Koenraad is overleden in 906.
III. Gebhard hertog van Lotharingen.

Generatie 20 (edelovergrootouders)

524448 Wichman II graaf van Hamaland (dezelfde als 262688 in generatie 19).
Hij trouwde met
524449 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw (dezelfde als 262689 in generatie 19).
524450 Koenraad van de Argengau.
Hij trouwde met
524451 Adelheid van de Elzas.
Kind uit dit huwelijk:
I. Evesa van de Argengau (zie 262225).
524466 Karel II de Kale, keizer van Francie, geboren op 13-06-823 in Frankfurt am Main. Karel is overleden op 06-10-877 in Maurienne, 54 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Nantua, later Saint Denis.
Notitie bij Karel: Uit: Karel de Grote Reeks 1.
Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen. Door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine-Quierzy in september 838 en van Aquitanië op 13-12-838. Strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I die zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) op 25-06-841.
Verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun in augusutus 843. Wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door “bijna alle” wereldlijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond te Orléans in 848. Weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken. Schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het Middenrijk kan leiden. Laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (08-08-869) tot koning van Lotharingen wijden te Metz op 09-09-869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen op 08-08-870. Laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk II door paus Johannes VIII tot keizer kronen te Rome op 25-12-875.
Geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling tot “protector et defensor” (en daarmee feitelijk tot koning) te Pavia febr. 876. Tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28-08-876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele Middenrijk te verwerven maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen op 08-10-876. Treft op een rijksverzameling te Quierzy, waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd, op 14-06-877 voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen maar ziet daartoe in Italië geen kans.
Karel trouwde (2), 46 jaar oud, op 12-10-869 in Bevestid Aix la Chapelle 22-01-870 [bron: Karel de Grote Reeks 1] met NN van Gorze.
Hij trouwde (1), 19 jaar oud, op 13-12-842 in Quierzie met de ongeveer 12-jarige
524467 Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden op 06-10-869, ongeveer 39 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Judith van West Francie, geboren omstreeks 844 (zie 262233).
II. Lodewijk II van Francie.
III. Karel het kind van Francie.
IV. Karloman de blinde van Francie.
V. Lotharius van Francie.
VI. Ermentrudis van Francie.
VII. Hildegardis van Francie.
VIII. Gisela van Francie.
IX. Rothrudis van Francie.
525376 Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780.
Hij trouwde met
525377 Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herman II van Saksen.
II. Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795 (zie 262688).
III. Amelung II, geboren omstreeks 800 (zie 262690).
525378 Meginhardt I van Isala, geboren omstreeks 780. Meginhardt is overleden omstreeks 850, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Werd graaf van Isala (Salland).
Kind van Meginhardt uit onbekende relatie:
I. NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800 (zie 262689).
525380 Bennid I van Saksen (dezelfde als 525376).
Hij trouwde met
525381 Egbertha van de Wetigau (dezelfde als 525377).
525382 Egbert van Saksen, geboren omstreeks 756. Egbert is overleden omstreeks 810, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Uit: http://www.wikiwand.com/nl/Egbert_van_Saksen
Egbert van Saksen
Egbert I (ca. 756; † voor 811) was graaf van Boroctra in Westfalen en graaf van de Deense Mark en was de zogenaamde Dux der Saksen. Hij wordt beschouwd als de stichter van de adellijke familie van Egbertijnen.
Hoewel hij in de bronnen beschreven wordt als een Saksische graaf, was Egbert waarschijnlijk van adellijke Frankische afkomst. Bovendien werd hij door Karel de Grote benoemd tot de militaire commandant (dux) van de Saksen, tussen de Rijn en de Weser. Op bevel van keizer Karel de Grote nam Egbert samen met andere Saksische graven, waarschijnlijk het gevolg van zijn titel als "Dux", de plaats Esesfeld aan de Stör in en hield deze bezet. Egbert had een aantal goederen in het zuiden van Westfalen, tussen Rijn en Wezer. Op basis van historisch onderzoek bestaat het vermoeden dat de Egbertijnen verwant waren aan de Liudolfingen (Ottonen).

Volgens de Vita Idae was Egbert getrouwd met Ida van Herzfeld, dochter van Frankische adel, en hadden zij samen de volgende kinderen:
Cobbo de Oudere (* 800), graaf van Hrecwiti en Boroctra in Westfalen ongeveer 825-850
Warin, abt van de Abdij van Corvey
Ida, de jongere, tweede echtgenote van graaf Asig (Esiko) van de Saksische Hessengouw en naar wie de Esikonen vernoemd zijn
(Niet zeker:) Addila, na de dood van haar echtgenoot Bunicho en haar zonen, ging ze naar abdij van Herford en werd abdis.
gravin Haduwey, die later abdes werd van Herford, zij huwde met graaf Amalung.
Een dochter van Haduwey en Amalung huwde hoogstwaarschijnlijk met Wichman II (*?-880).
Zij hadden een zoon graaf Egbert Billung, die ten minste twee zonen had, Herman Billung en Wichman de oude.
Hij trouwde met
525383 Ida van Herzfeld.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cobbo de oudere van Saksen.
II. Warin van Saksen.
III. Ida van Saksen.
IV. Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800 (zie 262691).
525408 Karel (de Grote) van Karolingen, geboren op 02-04-748 in Aix-la-Chapelle. Karel is overleden op 28-01-814 in Aken, 65 jaar oud.
Hij trouwde met
525409 Hildegard van Vinzgouw, geboren omstreeks 758. Hildegard is overleden omstreeks 783, ongeveer 25 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers) (zie 262704).
525410 Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775. Welf is overleden op 03-09-825, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Welf: Graaf in het Frankenrijk.
Hij trouwde, ongeveer 19 jaar oud, omstreeks 794 met de ongeveer 16-jarige
525411 Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778. Heilwich is overleden na 833, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Werd in 826 Abdis van de abdij van Chelles
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf (van Ponthieugouw) van Altorf. Rudolf is overleden op 06-01-866.
II. Hrodo (van Argengouw) van Altorf.
III. Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800 (zie 262705).
IV. Koenraad (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 800. Koenraad is overleden op 16-02-863, ongeveer 63 jaar oud.
V. Emma van Altorf, geboren omstreeks 808. Emma is overleden op 31-01-876 in Regensburg, ongeveer 68 jaar oud. Emma trouwde met Lodewijk de Duitser van Karolingen. Lodewijk is geboren omstreeks 806, zoon van Lodewijk (de vrome) van Karolingen (zie 262704) en Ermengarde van Haspengouw. Lodewijk is overleden in 876, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Koning van Beieren
525644 Harald III Klakk van Haithabu van Denemarken.
Kind van Harald uit onbekende relatie:
I. Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830 (zie 262822).
525646 [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820. Alfdag is overleden na 873, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Alfdag: Vermeld is een Alfdag die goederen geschonken heeft aan het klooster Fulda, welke gelegen waren in Hieslum. deze goederen kwamen uit de erfenis van broer Otger en hij deed die schenking samen met zijn broers Wulpolt en Folcwar. De schenking komt voor in een goederenlijst uit de periode 825-842, maar de schenking kan ook later, maar in ieder geval voor 856 plaats hebben gehad.
In 873 is een graaf Alfdag verantwoordelijk voor de verdediging van Oostergo. Dan valt de Deen Rudolf daar binnen, maar deze wordt verslagen, waarbij vermeld wordt dat de bevolking werd geleid door een Deen die reeds lang onder hen woonde. Het kan Alfdag zijn of een dienstman van hem, van Deense afkomst. Van oudsher onderhielden de Friese vorsten/voormannen en die van de Denen vriendschappelijke banden en telgen trouwden onderling. Omdat graaf Gerhart in dezelfde periode schenkingen doet aan Fulda en de grond in dezelfde plaats is gelegen, en gelet op de tijdbalk, is het niet ondenkbeeldig dat Alfdag en broers zonen zijn van Gerhart, en zoniet, dan toch verwant.
Kind van Alfdag uit onbekende relatie:
I. [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840 (zie 262823).

Generatie 21 (edelbetovergrootouders)

1048934 Odo van Orleans.
Kind van Odo uit onbekende relatie:
I. Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830 (zie 524467).
1050752 Amelung van Saksen.
Kind van Amelung uit onbekende relatie:
I. Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780 (zie 525376).
1050754 Wichman van de Wetigau, geboren omstreeks 750.
Notitie bij Wichman: Was één van de grote steunpilaren van Karel de Grote en werd na de vredesbesprekingen met de Denen, toen de noordgrens van het Frankische rijk werd vastgesteld, als beloning voor bewezen diensten, benoemd tot graaf van de Saksische gouwen langs de kust ten oosten van de Lauwers.
Kind van Wichman uit onbekende relatie:
I. Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780 (zie 525377).
1050820 Ruthart van Argengouw.
Hij trouwde met
1050821 Irminsind van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775 (zie 525410).
1050822 Isanbarth van Thurgouw.
Notitie bij Isanbarth: Was een Saksische edelman
Hij trouwde met
1050823 Theodrada van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778 (zie 525411).
1051292 [misschien] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805. Gerhart is overleden in 859, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Gerhart: Graaf van Westrichouw, vermeld omstreeks 840 in Hieslum, Westergo.
Schenkt in de periode 825-842, maar in elk geval vòòr 856, goederen aan het klooster Fulda, gelegen in Hieslum.
Hij trouwde met [misschien]
1051293 [misschien] Reginhild van Denemarken, geboren in 810.
Kind uit dit huwelijk:
I. [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820 (zie 525646).

Generatie 22 (edeloudouders)

2102584 [waarschijnlijk] Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775. Dirk, is overleden omstreeks 822, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Dirk,: Uit: De afstamming van de Hollandse graven; dr. Kees Nieuwenhuizen.
Artikel gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw 126-2, 2009, p. 29 - 39.
..."In de geschreven bronnen over Frisia in de 8ste en 9de eeuw komt de naam Dirk meermalen voor. Een van de twee graven Dirk die in 880 sneuvelden was mogelijk een Fries. Er is een Dirk ‘gratia Dei’ geweest die bezittingen had in noordelijk Frisia en die in 822 stierf, en tenslotte een veldheer Dirk die in 793 in Oost-Friesland zijn laatste gevecht leverde.. Over familiebanden tussen de genoemde Dirken en Gerulfen kan alleen maar gespeculeerd worden. Misschien was een van de twee Dirken die in 880 sneuvelden de ‘missing link’ tussen Gerulf I en II. Verder terug in de tijd is het denkbaar dat Gerulf I een zoon was van Dirk ‘gratia Dei’ († 822). Tenslotte is het mogelijk dat Dirk ‘gratia Dei’ een zoon was van veldheer Dirk († 793). Qua namen vormt het in elk geval een fraaie reeks: veldheer Dirk († 793), Dirk ‘gratia Dei’, Gerulf I, Dirk († 880), Gerulf II en Dirk I van Holland.
Met veldheer Dirk loopt het spoor dood. Hij is - in deze hypothetische reeks - de oudst bekende voorouder van de Hollandse graven. Hij was een verwant van Karel de Grote, maar we weten niet op welke wijze die verwantschap precies liep. Waar hij vandaan kwam weten we ook niet, maar aangezien hij zijn militaire carrière begon in Saksen, in het noordoosten van het Duitse Rijk, is het aannemelijk dat daar zijn geboortegrond lag"...
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
2102585 [waarschijnlijk] Theodrada, geboren omstreeks 777. Theodrada is overleden omstreeks 845, ongeveer 68 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [waarschijnlijk] Gerulf I graaf in Frisia, geboren omstreeks 800. Gerulf is overleden in 853, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Gerulf: Erhard Reg. Historia Westfalica S 11, nr 13.
Vermeld in een oorkonde van 30 mei 839 wanneer hij zijn bezittingen in Westergo terug krijgt van de keizer, welke hem in 834 werden afgenomen wegens zijn samenspanning met Lotharius tegen zijn vader Lodewijk de Vrome.
Vermeld wordt: "goederen in de gouw Westracha, in de villa Cammingehunderi en elders."
Hij zou in 853 zijn toegetreden als monnik tot de abdij van Corvey, waar hij ook is overleden.
II. [waarschijnlijk] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805 (zie 1051292).
2102586 Horik (Erik I) van Denemarken.
Kind van Horik uit onbekende relatie:
I. Reginhild van Denemarken, geboren in 810 (zie 1051293).

Generatie 23 (edeloudgrootouders)

4205168 Radboud III vorst in Frisia.
Kind van Radboud uit onbekende relatie:
I. Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775 (zie 2102584).
4205170 Bernard.
Kind van Bernard uit onbekende relatie:
I. Theodrada, geboren omstreeks 777 (zie 2102585).
Gegenereerd met Aldfaer-versie 11.1 op 01-01-2025 15:40:18 door A. Post