Kwartierstaat van Otto van den Rutenborg

Generatie 1 (proband)

1 Otto van den Rutenborg, geboren na 1498. Otto is overleden vóór 03-1542, ten hoogste 44 jaar oud.
Notitie bij Otto: ** Op 31 oktober 1535 (OA fol 112v) "vercofft ende versatte" Aloff van den
Rutenborch aan Otto van den Rutenborch een rente van 22 mud winterrogge "uuth
dat erve Gerner, daer die Groete Egbert nu op woent, ende uut dat erve Barchhuys,
daer Hinrich ter Barchhuys up woent, gelegen in de buyrschap to Vilsteren".
Zie voor latere leenmannen de leenprotocollen van het Oversticht E D Eijken.
Kind van Otto uit onbekende relatie:
I. Anna van Rechteren, geboren omstreeks 1530.
Notitie bij Anna: 12 april 1553:
Joest van Keppell en zijn vrouw Anna van Rechteren verklaren ontvangen te hebben van hun zwager en oom Johan van Rechteren 2500 guldens ter gedeeltelijke aflossing van de vordering die zij op hem hebben, groot 4500 guldens, vermeld in de overeenkomst d.d. 1551 september 26 (regest nr. 1
Vermeld 27 maart 1542.
Henryck van Rechteren, heer tot Almeloe, Adrian van Twickkeloe, Wijnolt van Sallandt en Frederyck van Keppelloe, heer tot Verwoilde, aan de zijde van de minderjarige juffer Anna van Rechteren, enig kind van wijlen Otto van Rechteren, alsmede Otto van den Rutenberch en dr. Johan van Langen, aan de zijde van Johan van Rechteren, broer van voornoemde Otto, verklaren boedelscheiding tot stand te hebben gebracht over de nalatenschap van wijlen hun respectievelijke grootvader en vader Adolff van Rechteren, waarbij het huis en hof te Rechteren aan Johan wordt toegewezen, waarvoor hij aan Anna slechts 1000 guldens zal hoeven uit te keren, omdat haar vader, Otto, reeds twaalf jaar dit huis had bezeten en hout daarvan had verkocht, waarnaast Anna nog de erven Duvelshues en Veltkamp worden toegewezen, waarop echter het vruchtgebruik van haar moeder gevestigd blijft.
Anna trouwde met Joost van Keppel.

Generatie 2 (ouders)

2 Adolph van Rutenberge van Rechteren, geboren omstreeks 1470. Adolph is overleden na 1535, minstens 65 jaar oud.
Notitie bij Adolph: 15 januari 1477:
Aloff van Rutenberge, onmondig, na opdracht door Steven van den Rutenberge,
vrouw van heer Otto van Heikeren geheiten van Rechteren, ridder. Hulder Wolter ten
Water.
Oorkonde van 5 januari ??.
Adolff van Rechteren verklaart de rente van 50 Franse schilden per jaar die hij heeft verkocht uit de tienden van de buurschap Daerle in het kerspel Helendorn, aan juffer Mabelie van Coverden, weduwe van Johan Stellinck, en hun kinderen, als erfgenamen van genoemde Johan Stellinck, met toestemming van zijn broer Johan van Rechteren, heer tot Almeloe, als leenheer, binnen zes jaar te lossen. Ter medebezegeling verzoekt hij Johan van Voerst van Beerse en Zweder Zobbe, leenmannen van Johan van Rechteren.
13 november 1498: Adolph van Rechteren verklaart verkocht te hebben aan prior en convent van Zybekeloe een rente van 8 mud winterrogge Zwolse maat uit zijn tienden grof en smal van het erf Noerdinck, gelegen in het kerspel Helendoern en de buurschap Daerle, behoudens het recht van wederkoop voor 100 Overlandse gouden Rijnse gulden en de goedkeuring door de leenheer.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 151 vs. (blz. 300), in het archief van het klooster Sibculo.
Heer van Almelo vanaf 1500 en tot Rechteren, vermeld vanaf 1478, ambtman van Drenthe en kastelein van Coevorden 1496, overl. na 1518 en vóór 10 mei 1520, huwt Kessel 15 sep 1498 Catharina de Cock van Opijnen, dochter van Jan de Cock van Opijnen en Elisabeth van Ranst, vrouwe van Boxtel, overl. 3 mei 1549, begr. Dalfsen.
Vermeld 31 maart 1505:
Burgemeesters, schepenen en raad der stad Campen verklaren in bewaring te hebben genomen op verzoek van nagenoemde partijen de akte van "commissie" d.d. 1496 december 14, opgemaakt te Vollenho, waarin heer Frederik [van Baden], bisschop van Utrecht, het drostambt te Covorden en het rentmeesterschap van Drenthe met de tollen te Covorden voor 1072 oude schilden in pand heeft gegeven aan jonker Aloph van Rechteren, drost van Covorden.
** Op 31 oktober 1535 (OA fol 112v) "vercofft ende versatte" Aloff van den
Rutenborch aan Otto van den Rutenborch een rente van 22 mud winterrogge "uuth
dat erve Gerner, daer die Groete Egbert nu op woent, ende uut dat erve Barchhuys,
daer Hinrich ter Barchhuys up woent, gelegen in de buyrschap to Vilsteren".
Hij trouwde, ongeveer 28 jaar oud, op 15-09-1498 in Kessel met
3 Katherine de Cock van Opijnen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johan van Rechteren.
Notitie bij Johan: Vermeld 27 maart 1542. Henryck van Rechteren, heer tot Almeloe, Adrian van Twickkeloe, Wijnolt van Sallandt en Frederyck van Keppelloe, heer tot Verwoilde, aan de zijde van de minderjarige juffer Anna van Rechteren, enig kind van wijlen Otto van Rechteren, alsmede Otto van den Rutenberch en dr. Johan van Langen, aan de zijde van Johan van Rechteren, broer van voornoemde Otto, verklaren boedelscheiding tot stand te hebben gebracht over de nalatenschap van wijlen hun respectievelijke grootvader en vader Adolff van Rechteren, waarbij het huis en hof te Rechteren aan Johan wordt toegewezen, waarvoor hij aan Anna slechts 1000 guldens zal hoeven uit te keren, omdat haar vader, Otto, reeds twaalf jaar dit huis had bezeten en hout daarvan had verkocht, waarnaast Anna nog de erven Duvelshues en Veltkamp worden toegewezen, waarop echter het vruchtgebruik van haar moeder gevestigd blijft.
Oorkonde van 12 augustus 1562: Henrick van Rechterenn, heer tot Almelo, bijgestaan door zijn dedingslieden Berendt de Bever, Berendt van Beverfoerde tot Wemssele, Hermann van Westerholt, Wulff van Ittersum en Boirchairdt van Westerholt, enerzijds, en Johan van Rechteren, zijn broer, met Ernst Mulerdt, schout te Hasselt, en Johann van Haersolte op de Lemkuyle, als voogden over diens minderjarige kinderen, met hun dedingslieden Herman van den Kloster, prior op de Berch te Deventer, Johann Sloeth, Henrick de Vos van Stenwick en Tijman de Boyer, anderzijds, verklaren het reeds lang bestaande geschil tussen partijen te hebben bijgelegd over de nalatenschap van wijlen hun broer Seiger van Rechterenn, op voorwaarden:
- dat Johann van Rechteren alle goederen zal verkrijgen die Henrick van Seiger had geërfd of waarop hij recht heeft, waartegen Johan aan Henrick 6000 goudguldens zal uitkeren, te voldoen in termijnen binnen één jaar;
- dat Henrick aan Johan alle akten zal overgeven die betrekking hebben op de goederen Breedenhorst en Eegedenn;
- dat deze overeenkomst nietig zal zijn als Henrick en zijn vrouw Agnes van Westerholt alsnog kinderen mochten krijgen.
II. Zeiger van Rechteren, geboren na 1498. Zeiger is overleden vóór 1562, ten hoogste 64 jaar oud.
Notitie bij Zeiger: Rechter te Heino, vermeld 22 maart 1562.
Bezat de goederen Bredenhorst en Egeden.
III. Elisabeth van Rechteren, geboren na 1498. Elisabeth is overleden vóór 1534, ten hoogste 36 jaar oud.
Notitie bij Elisabeth: Vermeld 17 juni 1552.
Oorkonde van 7 juli 1553: Everdt vann Langenn en zijn vrouw Elyzabeth verklaren ontvangen te hebben voor hun zoon Aleff van Hinrich vann Rechterenn, heer tot Almelo, het geld dat juffer Catrina van Opinenn, weduwe van Adolp vann Rechter, aan hun zoon schuldig is wegens een jaarrente.
Elisabeth trouwde met Everdt van Langen tho Langen.
Notitie bij Everdt: 22 februari 1554:
Everdt van Langhen tot Everswynkell en zijn vrouw Elizabeth van Rechteren verklaren afstand te doen en bij deze over te dragen al hun rechten op het kindsdeel van Elizabeth uit de nalatenschap van wijlen haar ouders Aleff van Rechteren en Katherina Kocks van Opijnen, en van de vorderingen die zij hadden voortspruitende uit hun huwelijksvoorwaarden, daar zij bekennen voldaan te zijn door Henric van Rechteren en diens vrouw Walrave van Rossem van de som geld die hen bij boedelscheiding d.d. 1553 juni 27 (regest nr. 1033) was toebedeeld, met uitzondering van eventuele goederen die zij bij het kinderloos overlijden van Henric van Rechteren zelf zouden kunnen erven, waarbij Walraven van Rossum zich wel het vruchtgebruik hierover voorbehoudt.
IV. Otto van den Rutenborg, geboren na 1498 (zie 1).
V. Adolf van Rechteren, geboren na 1498. Adolf is overleden vóór 1534, ten hoogste 36 jaar oud.
VI. Hinrick, Heer van Almelo van Rechteren, geboren omstreeks 1510. Hinrick, is overleden na 1563, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Hinrick,: Oorkonde 23 juli 1526:
Johan van Twickelloe, drost en ambtman van Twente, verklaart dat Henrick van Rechteren, heer tot Almeloe, heeft bekend zijn moeder juffer Katherine van Opine, weduwe Van Rechteren, te zullen vrijwaren van een betaling die zij heeft gedaan te zijnen behoeve aan Evert van Lintelloe van 300 Rijnse guldens uit het goed Tedingeswert in het kerspel Avesaet in de Betuwe, in mindering van een schuld in totaal 1000 guldens die hij heeft aan juffer Metthe van Langen genaamd van Daerle onder verband van het huis Almeloe, voor welke betaling Henrick nu ten behoeve van zijn moeder tot onderpand stelt al het hout staande op de erven Kolthoff, Nortwick en andere erven in de heerlijkheid Almeloe.
Keurnoten: Ghert van Pesie en Sise van den Cloester, waarnaast Henrick tot meerder zekerheid nog "handtastinge" doet in handen van Frederick en Adriaen van Twickelloe, broers van de drost.
Vermeld 8 april 1550;
Henryck van Rechteren, heer tot Almeloe, en zijn vrouw Walraven van Rossem verklaren verkocht te hebben aan Johan van den Boetzeller en diens vrouw Anna van Rossem de grove en smalle tienden te Daerle in het kerspel Hellendoeren voor een som van 5800 goudguldens, welke tienden in totaal nog zijn belast met 1080 goudguldens ten gunste van de drost van Twenthe, terwijl Van den Boetzeller voor wijnkoop nog zal betalen 18 ellen zwart fluweel en een aam wijn.
Dedingslieden: Otto van Bellynchaeve, Johan van Vlodrop, richter [te Almelo], en Deryck van Bedtber, richter te Delden, aan de zijde van Van Rechteren, alsmede heer Thias van Boetzeller, bastaard, en heer Thyas van Hellendoeren dye olde aan de zijde van Van den Boetzeller.
Oorkonde 9 juli 1555;
Henryck van Rechteren, heer tot Almelo, en Johan van Rechteren, broers, verklaren nadere bepalingen te maken op de akte van boedelscheiding d.d. 1553 juni 28 (regest nr. 1034), waarbij wordt bepaald dat Henrick het leengoed Tetynxweert te Avesaet zal krijgen, afkomstig van hun moeder Katarina [de Cock] van Opinen, terwijl Johan de overige vrijeigen- en tijnsgoederen zal krijgen, voor beiden op de voorwaarde dat als hun zuster (NICHT) Anna rechten op deze goederen doet gelden, zij haar ieder voor hun eigen deel moeten uitkopen.
Oorkonde van 15 september 1556: Henrick van Rechteren, heer tot Almelo, en zijn vrouw Agnes van Westerholt verklaren dat zij of hun erfgenamen terstond na het overlijden van Henrick aan Johan van Rossem, heer tot Poederoyen en Meynertswijck, of diens erfgenamen de som van 1160 goudguldens zullen uitkeren die aan Johans dochter Walraven, eerste vrouw van Henrick, als deel der bruidsschat was meegegeven en waarvan Henrick het levenslang vruchtgebruik heeft, voor welke teruggave zij tot zekerheid stellen hun goed Tedynxwerdt te Avezaet, een leengoed van het wereldlijke stift Thoeren, en al hun verdere goederen, zowel gelegen in de Nederbetuwe als elders, terwijl zij, bij gebrek aan Thoernse leenmannen, aan Wolter van Baexen, heer tot Coninxvrij, ambtman van Tielre- en Bomelrewerden, en Jan die Kock van Opynen, Gelders leenman, verzoeken deze akte mede te zegelen om bij Margriet dochter too Brederode, vrouwe van het stift, als leenvrouwe, goedkeuring van deze bezwaring van het leengoed te verkrijgen.
Oorkonde van 2 juni 1560: Hermen van Westerholt, drost, Jacop die Cock van Oppijnen, Wolter Janssen van Ysendoren en Jan van Rossem, bastaard, verklaren, als scheidslieden een geschil te hebben beslecht tussen Johan van Rossem, heer tot Poederoyen en Meynertswijck, en Henrick van Rechteren, heer tot Almeloe, waarbij wordt bepaald:
- dat de terugbetaling door Van Rechteren aan Van Rossem van 1160 goudguldens, als deel van de bruidsschat van Van Rossems dochter wijlen Walraven van Rossem, eerste vrouw van Henrich van Rechteren, zal worden gecompenseerd met de reeds verschuldigde en gedurende het leven van Van Rechteren nog door Van Rossem te betalen rente, zijnde 87 goudguldens per jaar, wegens het nog niet betaald overige deel van deze bruidsschat, waarnaast Van Rossem nog 100 goudguldens schuldig blijft, die hij binnen één jaar moet voldoen, en
- dat de jaarlijkse rente van 21 goudguldens die Van Rechteren eertijds had verkocht aan de maarschalk Marten van Rossem, en welke deze laatste weer had overgedragen aan Johan, zoon van voornoemde Johan van Rossem, van kracht zal blijven, evenals het levenslange recht van vruchtgebruik dat juffer Anna van Zwartsenborch, weduwe Van Rossem en Broickhuysen, daarvan heeft, waarbij de heerlijkheid Broickhuysen als onderpand voor de teruggave na haar dood wordt gesteld.
12 januari 1563: Henrick van Rechteren, heer tot Almelo, verklaart ontvangen te hebben van zijn broer Johan van Rechteren 300 guldens, zijnde de eerste termijn van de betaling die zij waren overeengekomen bij de overeenkomst onlangs gesloten in den Ham
11 november 1563: Henrick van Rechteren, heer tot Almeloe, verklaart voor zich en zijn vrouw voldaan te zijn door zijn broer Johan van Rechteren van de som van 6000 goudguldens, zoals deze was verschuldigd wegens hun overeenkomst gesloten in [den] Ham op 12 augustus 1562 (regest nr. 1121) over de nalatenschap van wijlen hun broer Zeiger van Rechteren, betrekking hebbende op de goederen Bredenhoerst en Egedenn.
Hinrick,:
(1) trouwde, ongeveer 23 jaar oud, in 1533 met Walrave van Rossum. Walrave is overleden vóór 1555.
Notitie bij Walrave: Oorkonde van 20 augustus 1556: Mr. Jan van Rossem, deken te Rossem, Johan van den Boetzler, heer ter Moelen, Jorgen Werninckhoff, Wisscher ambtman, en Jan van Rossem, bastaard, richter van Bomelreweert, als dedingslieden aan de zijde van Johan van Rossem, heer tot Poederoyen en Meynerswijck, alsmede mr. Johan ter Brugge, pastoor te Almelo, Bernt van Bervoirde toe Wemsselo etc., Herman van Westerholt en Oth van Bellinchove aan de zijde van Henrick van Rechteren, heer tot Almelo, verklaren boedelscheiding te maken van de nalatenschap van juffer Walraven van Rossem, dochter van genoemde heer van Poederoyen en vrouw van Van Rechteren, ter uitvoering van de huwelijksvoorwaarden tussen partijen in 1533 gemaakt, waarbij wordt bepaald:
- dat Van Rechteren de sieraden aan haar vader zal teruggeven, met uitzondering van twee gouden broches die hij ter nagedachtenis aan zijn vrouw mag behouden en een fluwelen tabbert met borduursel;
- dat Van Rechteren het vruchtgebruik over de rest van haar aangebrachte goederen behoudt, bestaande nu uit een reeds uitgekeerde som van 1160 goudguldens en een jaarlijkse rente van 87 goudguldens, voor de teruggave waarvan hij aan Van Rossem zijn erve in Tielreweert in de Nederbetuwe en al zijn verder goederen tot zekerheid zal stellen;
- dat Van Rossem voor de betaling van de jaarlijkse rente nog zekerheid zal stellen.
(2) trouwde, ongeveer 46 jaar oud, in 1556 met Agnes van Westerholt.

Generatie 3 (grootouders)

4 Otto van Rechteren, geboren omstreeks 1410. Otto is overleden in 1477, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Otto: Uit: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0214&minr=862399&miview=inv2&milang=nl
(ook van Heeckeren genaamd van Rechteren), heer van Almelo vanaf ca. 1470, tot Rechteren, Bredenhorst, Egede en van de halve heerlijkheid Tull en ’t Wael, vermeld vanaf 1450, ridder 1455, overl. vóór 10 nov 1478, huwt 22 jul 1455 [h.c. 15 jul] met Stefania (Steventje) van den Rutenberg, dochter van Alef van den Rutenberg tot Zuthem en Wilhelmina van Vianen van Beverweerde, overl. 1479.
12 juli 1461: Otto van Heker, geheeten van Rechter, als leenheer, verklaart te hebben beleend Harman van Rechter Johanszone, met het erve Dorstelhorst, gelegen te Wijtman, kerspel Zwolle, de luttike en grote Slaghe te Soestloe, de groote maet te Wijtman, en de Maet gelegen achter Dorstelhorst, te verheergewaden met vijf marken.
Stichtsmannen: Aernt van Bervoerde en Egbert Schonecamp.
Oorkonde 1470: Steven van Haren, Herman van Peijse en Geert van den Clooster, vanwege Jonker Sweder, Heer van Voorst en Bertoldus Leppinck, priester, Frederik van Haren en Wolter Oij, van wegen Heer Otto van Rechteren, doen kond, dat zij een vriendelijk maagscheid getroffen hebben tussen deze beide gebroeders over de nalatenschap van wijlen hun moeder juffer Connegont van Voirst.
Oorkonde 17 april 1475:
David van Borgoignen, bisschop van Utrecht, verklaart met zijn bisschoppelijke raad vonnis te wijzen in het proces in appèl tussen Wobbe, weduwe van Jan Reyners, te Deventer, met als procureur mr. Wyllem Buer, als oorspronkelijk eiseres, tegen Otto van Rechteren, ridder, die als borg van Frederick van Haren door haar was aangesproken voor 1000 guldens en 100 nobels, met als procureur Zweer van Rumelair, waarbij Van Rechteren in het ongelijk wordt gesteld en wordt veroordeeld in de kosten van het appèl.
Hij trouwde, ongeveer 45 jaar oud, op 22-07-1455 met
5 Stefania van den Rutenbergh. Stefania is overleden in 1479.
Notitie bij Stefania: 1465 dec 31 (BD fol 120v)
Steven van den Rutenberge na opdracht door Willem, weduwe van Alef van den
Rutenberge. Hulder Stevens man heer Otto van Hekeren geheiten van Rechteren,
ridder. Betreft: Dat guet, geheyten Gherner, mytten tienden, holt ende vier waeren ende een vierdel, gelegen in den kerspele van Ommen in der buerscap van Vylsteren.
1477 jan 15 (BD fol 121)
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johan van Rechteren. Johan is overleden in 1500.
Notitie bij Johan: Heer van Almelo vanaf 1478, tot Rechteren en Bredenhorst, vermeld vanaf 1478, overl. 1500, huwt 20 jul 1486 met Evertje van Ewsum, dochter van Onno van Ewsum, hoofdeling te Middelstum, en Goetha van Manninga.
23 september 1479: Herman van Langhen, proost van de kerk van St. Mauricius buiten Münster, verklaart beleend te hebben Johan van Rechteren, zoon van wijlen heer Otte, met het erve en goed to Nortwijck in het kerspel Almelo en met de Osterhoff in het kerspel Rissen.
Getuigen: Sander, drost te Senderen, en [Heyden]rick, drost te Visscher[ynck], schout van de proosdij.
25 april 1486:
Heer Vincencius, heer tot Bueren en tot Bozinckhem, ridder, heer Aloff van Rutenberge, proost van St. Marie te Utrecht, jonker Seygher van Rechteren van Voerst, Roeloff van Langhen en heer Hinrick van Hulsscher, pastoor te Almelloe, aan de zijde van de bruidegom, en heer Wolter, abt van Adewert, heer Johan Rengers van den Poste, ridder, heer Wolter van Overhagen, commandeur te Bunne, mr. Herman Elderwolt, licentiaat, pastoor ter Ae binnen Gronyngen, verklaren, huwelijkse voorwaarden gemaakt te hebben tussen jonker Johan van Rechteren van Almelloe en jonkvrouwe Evert, dochter van heer Onno van Ewesma, ridder, hoofdeling te Middelstum, en van vrouwe Gele, waarbij wordt bepaald dat de bruidegom zal aanbrengen de heerlijkheid Almelloe c.a., onder bepaling dat zijn broers jonker Vrederick, jonker Aloff en jonker Seygher van Rechteren, die hieraan hun goedkeuring hebben gegeven, afstand doen van al hun rechten op deze heerlijkheid, waartegen de bruid zal aanbrengen 1000 Rijnse guldens, benevens grasland in Vreeslandt ter waarde van 3000 Rijnse guldens, dat aangewezen zal worden door genoemde mr. Herman Elderwolt en verder door mr. Doeke, pastoor te Middelstum, Johan Tedema en Sijbrant Ulfers.

Oorkonde van 7 augustus 1534 te Vollenhove.
Hyddo Onsta, hoofdeling te Sauwert, Johann Hilbrants J.U.D., Eltet to Lellens, burgemeester van Groningen, en Reyner van Dockom, J.U.D. en secretaris der stad Groningen, als scheidslieden aan de zijde van Onna van Ewesum Roloffsz., hoofdeling te Roeden, en juffer Betke van Raswert, weduwe van Wickbolt van Ewesum, hoofdeling te Middelstum, met haar kinderen ter ener zijde en Johan van Twickel, drost van Twenth, Adriain van Reede, maarschalk en drost van Laege, Hinrich Hagen en Herman van den Cloister, als scheidslieden aan de zijde van de broers Hinrich en Otto van Rechterenn, erfgenamen van wijlen Johan en Adolff van Rechteren, ter andere zijde, onder super-arbitrage van heer Georg Schenck, heer tot Tautenburch, stadhouder van Vrieslandt en Overijssel, verklaren vonnis gewezen te hebben in het geschil dat was ontstaan over de uitvoering van de huwelijkse voorwaarden van Johan van Rechteren en juffer Evert van Ewesum, waardoor de Van Ewesum’s meenden een vordering te hebben op de Van Rechteren’s en waarbij nu wordt bepaald dat de Van Rechterens binnen een jaar 700 Rijnse guldens en binnen de volgende 26 jaren nog een 1222 Rijnse guldens aan de Van Ewesum’s moeten betalen.
Johan trouwde op 20-07-1486 in Middelstum met Evertje van Ewsum, ongeveer 16 jaar oud. Evertje is geboren omstreeks 1470, dochter van Onno Egbert van Ewsum en Goetha van Manninga. Evertje is overleden vóór 1534, ten hoogste 64 jaar oud.
Notitie bij Evertje: Ook vermeld als Ewesum en Ewesma.
II. Zeger van Rechteren. Zeger is overleden omstreeks 1522.
Notitie bij Zeger: Heer tot Bredenhorst en Egede, vermeld vanaf 1478, drost van Salland, overl. tussen 17 feb 1521 en 20 okt 1523, huwt 1503 [h.c. 31 okt] Mechteld van Doornick, dochter van Jan van Doornick en Elisabeth van Renesse van Baar, overl. na 1551.
Zeger trouwde met Mechteld van Doornick. Mechteld is een dochter van Jan van Doornick en Elisabeth van Renesse van Baar. Mechteld is overleden na 1551.
III. Kunnegonde van Rechteren. Kunnegonde is overleden omstreeks 1501.
Notitie bij Kunnegonde: Vermeld vanaf 1473, overl. tussen 1500 en 1502, huwt vóór 1473 Derk van Keppel, heer tot Verwolde, zoon van Wolter van Keppel en Wichmoet van Ittersum;
Kunnegonde trouwde vóór 1473 met Derk van Keppel.
Notitie bij Derk: Hij zou zijn hertrouwd met Johanna, dochter van Herman van Woelbeecke genaamd van Keppel, en later met Agnes, dochter van Hendrik ter Bruggen.
IV. Frederik van Rechteren, geboren vóór 1451. Frederik is overleden omstreeks 1489, minstens 38 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Heer tot Rechteren en Bredenhorst, vermeld vanaf 1478, ongehuwd overl. tussen 13 mei 1489 en 27 feb 1490.
27 oktober 1451: Frederick van Rechter, als leenheer, verklaart te hebben beleend Herman van Rechter Johanssoen, met het goed Dortelhorst, gelegen te Wytman in het kerspel van Zwolle, de Lutteke maat en de groote Slage gelegen te Soeslo, de Groote maat te Wytman en de Maat achter Dorstelhorst een en ander met 5 marken te verheergewaden.
Leenmannen: Seger van Rechter, broeder v.d. leenheer, en Herman van Voirst,
In den jair onss Heren dusent vierhundert ende een ende vijfftich up sancte Symonis ende Judenavendt der hilligen Apostolen.
Frederik bleef ongehuwd.
V. Adolph van Rutenberge van Rechteren, geboren omstreeks 1470 (zie 2).
6 Jan de Cock van Opijnen.
Hij trouwde met
7 Elisabeth van Ranst.
Kind uit dit huwelijk:
I. Katherine de Cock van Opijnen (zie 3).

Generatie 4 (overgrootouders)

8 Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, geboren omstreeks 1380. Frederik is overleden op 01-02-1462, ongeveer 82 jaar oud. Hij is begraven in Dalfsen.
Notitie bij Frederik: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0214&minr=862399&miview=inv2&milang=nl
heer tot Rechteren, Bredenhorst, Egede en Rhaan, vermeld vanaf 1392, in de Ridderschap van Salland 1411, drost van Drenthe en kastelein van Coevorden 1420- 1437 (sedert 1432 waargenomen door zijn jongere broer Zeger), overl. 1 feb 1462, begr. Dalfsen, huwt omstreeks 1432 met Kunegonde van Polanen, vrouwe van Voorst en Keppel, dochter van Otto van Polanen, heer van Asperen, en Johanna van Voorst, vrouwe van Voorst en Keppel, overl. ca. 1438.
Oorkonde van 11 maart 1440: Frederick van Rechter verklaart dat hij heeft beloofd Seger van Rechter schadeloos te zullen houden van 1200 Rijnse guldens en 100 mudden rogge, waarvoor Seger zich tegenover Roloff van den Bergh en diens zoon Jan had borg gesteld, onder verband van gijzeling binnen Zwolle of beslag op zijn goederen. (Berkenvelder regesten III nr. 1734)
Zoenbrief tusschen WILLEM, zoon tot Egmond en broeder tot Gelre, en FREDERICK VAN RECHTEREN, heer van Voorst, Asperen en Keppel, 1433. Met een vidimus dd. 1436.
Boedelscheiding tusschen FREDERICK VAN RECHTEREN en zijn kinderen SWEDER, OTTO, JOHAN, SEYGER en FYE, 1450.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1400 met de ongeveer 15-jarige
9 Cunegonda van Asperen, geboren omstreeks 1385. Cunegonda is overleden in 1437, ongeveer 52 jaar oud.
Notitie bij Cunegonda: Vrouwe van Voorst, Keppel en Asperen.
1 juni 1436: Philippus (graaf van Holland), beleent jonkvrouw Coenegont, vrouwe van Asperen, met de heerlijkheid hoog en laag en het huis Wadenburch te Asperen, haar aanbestorven van haar broeder Jan van Voirst heer t’Asperen, waarvoor haar man Frederick van Rechteren den leeneed doet
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Sweder van Voorst en Keppel, geboren omstreeks 1405. Sweder is overleden omstreeks 1484, ongeveer 79 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Vermeld vanaf 1450, heer van Almelo vanaf ca. 1457-ca. 1470, heer van Voorst en Keppel, overl. 1484, huwt ca. 1452 met Elisabeth van Homoet, dochter van Johan, heer van Homoet en Wisch, en Agnes van Culemborg, overl. ca. 1484.
24 mei 1460: Sweder, Heer van Vorst en van Keppel en Jonker van Almelo verklaart dat hij ten overstaan van Johan Rensynck, richter der heerlijkheid Almelo, en zijn keurnoten Johan van Ghelre en Johan Moleman aan Mase ten Pasche en diens vrouw Lijse een jaarrente van vier mud rogge uit de Hondebrinck in de heerlijkheid Almelo heeft verkocht.
Met zegels van oorkonder en richter. Op bladzijde 113 van het vierde deel van het Tijdrekenkundig Register toegeschreven aan het kloosterarchief van Albergen doch blijkens bladzijde 213 van het vijfde deel behorende tot Sibculo.
12 januari 1462: Zweder, heer van Voirst en Keppell, verklaart te hebben verkocht aan Oetbert Hoff 3 Hamburger tonnen rode pachtboter van de 13 vaten, die men Zweder schuldig is te levren op de Berch of Steen te Voerst; en dat hij aan Lubbert Peterssone en Jacob van den Hove, memoriemeesters van de O.L.V. memorie te Campen 1 Hamburger ton boter heeft verkocht.
23 mei 1462: David van Burgondiën, bisschop van Utrecht, vergunt als leenheer de verkoop door Sweder van Voirst, heer van Keppell, van een boterrente van 4 vaten boter uit leengoederen onder Staphorst en Ruwevene, waarvan 3 vaten aan Oetbert Hoff en 1 vat aan de memoriemeesters van de O.L.V. memorie in de O.L.V. kerk te Kampen.
Hs.: Afschrift van een vidimus (25 september 1492) in Cartularium II, fol. 186 vs (blz. 370), in het archief van het klooster Sibculo.
5 januari 1470: Alffer Peterssoene verklaart, dat hij jonker Zweder, heer van Voirst en Keppel, de wederkoop toestaat van de boterrente van 3 1/2 vat boter, die hij van hem gekocht heeft, deel uitmakende van de 13 vaten boter, die Zweder heft uit Staphorst en Ruvene en wel met 380 Overlandse gouden Rijnse gulden.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 189 (blz. 375), in het archief van het klooster Sibculo.
13 oktober 1511: Frederick, markgraaf van Baden en bisschop van Utrecht, bekrachtigt als leenheer de koop door prior en convent van het klooster Zibekeloe van de boterrente van 9 1/2 vaten boter, door verschillende burgers van Campen eertijds van Sweder en zijn zoon Johan van Voirst, heren van Keppell, gekocht welke rente gaat uit leengoederen onder Staphorst en Ruvene.
Sweder trouwde, ongeveer 47 jaar oud, in 1452 met Elisabeth van Homoet. Elisabeth is een dochter van Johan van Homoet en Agnes van Culemborg.
II. Otto van Rechteren, geboren omstreeks 1410 (zie 4).
III. Johan van Rechteren, geboren omstreeks 1415. Johan is overleden vóór 1470, ten hoogste 55 jaar oud. Johan trouwde met Margaretha van Homoet.
IV. Zeger van Rechteren, geboren omstreeks 1420. Zeger is overleden vóór 1470, ten hoogste 50 jaar oud.
V. Sophia (Feye) van Heeckeren, geboren omstreeks 1425. Feye is overleden op 16-11-1509 in Arnhem, ongeveer 84 jaar oud.
Notitie bij Feye: Vermeld als sophia van Hekeren van Rechteren en Voorst.
Feye trouwde, ongeveer 28 jaar oud, in 1453 met Wijnand van Arnhem, 27 of 28 jaar oud. Wijnand is geboren in 1425, zoon van Gerard (Geryt) (Geert) van Arnhem en Cunegonda (Alyd) van Kuinre. Wijnand is overleden op 27-02-1486, 60 of 61 jaar oud.
Notitie bij Wijnand: Ook vermeld als wijnand van Presikhaaf, ridder van Jeruzalem.
Schepen van Arnhem 1459-1462, burgemeester van 1462-1475.
10 Alof van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1380. Alof is overleden in 1464, ongeveer 84 jaar oud.
Notitie bij Alof: Wordt op 6 oktober 1422 beleend met alle goederen van voorheen zijn vader Hake.
Hij trouwde met
11 Willempje van Vianen van Beverweerde. Willempje is overleden na 1465.
Notitie bij Willempje: * Dat guet, geheyten Gherner, mytten tienden, holt ende vier waeren ende een
vierdel, gelegen in den kerspele van Ommen in der buerscap van Vylsteren.
1442 apr 13 (BC fol 62v)
Willam van Vyanen van Beverweerde. Hulder haar man Adolph van den Rutenberge
na de dood van Henric van Ryn.
1457 apr 21 (BD fol 68v)
Willem van Beverwerde. Hulder haar man Alef van den Rutenberge.
1463 mei 14 (BD fol 68v)
Willem van Beverwerde. Hulder Wolter van den Water.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Stefania van den Rutenbergh (zie 5).
II. Egbert van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1410. Egbert trouwde met Elisabeth van Amstel.

Generatie 5 (betovergrootouders)

16 Sweder van Heeckeren gen. van Rechteren, geboren omstreeks 1350. Sweder is overleden op 23-04-1404, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Ridder. Uit: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-brus-bakker/I2285.php
Sweder van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld vanaf 1357, heer tot Rechteren 1388, raad van de bisschop van Utrecht 1395, drost van Coevorden en Drenthe 1396, overl. 23 apr 1404, huwt 1387 [h.c. 17 apr] Fye (Sofia) van Groesbeek, dochter van Zeger van Groesbeek, heer van Heumen, en Margaretha van Bylandt, vermeld tot 1429.
7 september 1394: Sweder van Heker, geheten van Rechter, verklaart dat hij, door bemiddeling van de dedingslieden Rolof van Ittersum en Geerlich de Cadeneter ter eene, en Seijne Wolbertszone en Jacob van den Tijver ter andere zijde, eene volkomen scheiding heeft aangegaan met Herman, Johan Stine, Lutgard en Zweder, kinderen van den ouden Herman van Rechter, onder zoodanige bepalingen als nader in het stuk zijn omschreven, o.a. dat zij van Sweder hunnen oom, alle hun hoorige lieden in leen zullen houden, gelijk ook hunnen andere goederen enz.
21 oktober 1394: Sweder van Heker, geheten van Rechter, verklaart beleend te hebben zijn neef Herman van Rechter, zoon van den ouden Herman, met het erf Derstenhorst in Wütmen, het erf Penecrinc te Linderte in Raelter kerspel, met het Voerster erf te Dese, met de tienden te Heten, in Raelterkerspel, de tienden te Archem, met tiendehalve morgen lands in Mastebroce met de hoorige lieden, te verheergewaden op dezelfde wijze als zijn vader Herman van Rechter, de olde, die van hem te houden plach.
Leenmannen: Willem Tyasen en Johan Smyt.
20 november 1398: Frederic, bisschop te Utrecht, verklaart dat hij Gheryt van Essen, op zijn verzoek, heeft beleend met het huis te Schonenvelde, den Voeghedinghoff, het huis te Godeverding, het Broechuis, en den Nannekote, gelegen in Wilsem, kerspel van Ulsen, c.a., welke goederen hem zijn aangekomen van zijn grootvader Arnt van Schonevelt.
Leenmannen: Sweder van Heker, geheten van Rechter en Egbert Hake van den Rutenberg.
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, in 1387 met
17 Sophia van Groesbeek. Sophia is overleden vóór 1400.
Notitie bij Sophia: Boedelscheiding tusschen SOPHIA VAN RECHTEREN en haar zoons FREDERIK, SEYGHER en DERICK VAN HEECKEREN GENAAMD VAN RECHTEREN betreffende de nalatenschap van SWEDER VAN RECHTEREN, 1422.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Margaretha van Heeckeren gen. van Rechteren.
Notitie bij Margaretha: Non in het klooster te Weerselo.
II. Aleid van Heeckeren gen. van Rechteren.
III. Zeger van Heeckeren gen. van Rechteren. Zeger is overleden op 24-01-1457.
Notitie bij Zeger: heer tot Rhaan en Egede.
Aanstelling voor SEYGER VAN HEECKEREN GENAAMD VAN RECHTEREN tot plaatsvervanger van zijn broeder FREDERIC als ambtman van Coevorden en van het Landschap Drenthe, 1432.
Acte, waarbij FREDERICK VAN RECHTEREN en zijn vrouw KUNGUNT hun inkomsten uit het ambtmanschap van Coevorden aan SEIGHER VAN RECHTEREN en ALEF VAN HAREN overdragen, 1436.
Uitspraak in een geschil over verdeeling van goederen tusschen WOLTER VAN COEVERDEN en SEGHER VAN HEECKEREN, 1435. Met bevestiging dezer uitspraak door den bisschop van Utrecht, 1438.
Schuldbekentenis van ALEPH VAN RUYTENBORCH c.s. voor SEYGHER VAN RECHTEREN en ALEPH VAN HAREN ten behoeve van de kinderen VAN DE EEZE, groot 331 rijnsche guldens, 1452.
Quitantie van CLAWES HORENPOERTINGH, burger te Groningen, voor wijlen ZEGER VAN RECHTEREN en zijn broeder FREDERICK, groot 50 arnhemsche guldens, 1458.
IV. Diederik (Dirk) van Heeckeren gen. van Rechteren.
Notitie bij Dirk: Proost te Oldenzaal.
V. Johanna van Heeckeren gen. van Rechteren. Johanna is overleden in 1451.
Notitie bij Johanna: Non te Diepenveen.
VI. Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, geboren omstreeks 1380 (zie 8).
VII. Lutgard van Heeckeren genaamd van Rechteren, geboren vóór 1392. Lutgard is overleden omstreeks 1442, minstens 50 jaar oud. Lutgard trouwde, minstens 18 jaar oud, omstreeks 1410 met Wessel van den Boetzelaer, ongeveer 50 jaar oud. Wessel is geboren omstreeks 1360, zoon van Rutger III van den Boetzelaer en Elisabeth van Bylandt. Wessel is overleden in 1439, ongeveer 79 jaar oud.
Notitie bij Wessel: Knape, heer van den Boetzelaer.
VIII. Sophia (Fye) van Heeckeren gen. van Rechteren, geboren vóór 1410. Fye is overleden na 1464, minstens 54 jaar oud. Fye trouwde, minstens een jaar oud, na 1410 met Alef van Haren, minstens 15 jaar oud. Alef is geboren vóór 1395, zoon van Johan Mensing van Haren en Jutte van den Rutenbergh (zie 40,V). Alef is overleden na 1464, minstens 69 jaar oud.
Notitie bij Alef: Knape, kastelein van Coevorden en ambtman van Drenthe 1442-1450, beleend door Otto van Rechteren met het huis Bredenhorst onder Heino 1461, overl. na 1464.
18 Otto van Polanen van Asperen, geboren in 1366. Otto is overleden omstreeks 1428, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Otto: knape in 1383, ridder in 1391, heer van Voorst en Keppel 1402, van Asperen 1412,
7 september 1404: Otto van Asperen, ridder, heer van Vorst en Keppel, en Johanna zijn vrouw, geven rechten aan en maken bepalingen voor hun vrijheid en "stad" Keppel, waarbij zij onder andere een gemeene weide aan de inwoners geven, de helft van alle te innen boetes, de accijns en het wegengeld, en zelf een watermolen zetten, gelegen aan de Oosterloe
Hij trouwde met
19 Johanna van Voorst en Keppel. Johanna is overleden na 1416.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cunegonda van Asperen, geboren omstreeks 1385 (zie 9).
II. Johan van Polanen van Asperen, geboren omstreeks 1390. Johan is overleden in 1433, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Johan: Noemt zich in 1425 Vrijheer van Voorst en Keppel.
25 april 1431: Johan, heer tot Asperen, Voerst en Keppell, Steven, vrouwe tot Homoit en Wissche, en haar man heer Henric, heer tot Homoit en Wissche, komen overeen, dat eerstgenoemde Steven, vrouwe tot Homoit en Wissche, zal belenen met Beynemmerweerdt, kerspel Doesborch, het goed Enghusen, kerspel Keppell, en enige hoeven in de kerspelen van Drempt, Zeelhem, en in de buurschap en de marke van Halle gelegen, met de tienden uit deze goederen, onder nader in de acte aangegeven voorwaarden
Johan bleef kinderloos. Johan trouwde met Katharina van Ghemen. Katharina is overleden na 1477.
20 Egbert Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1350. Egbert is overleden in 1422, ongeveer 72 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Was schulte en kastelein van Vollenhove.
27 juli 1378; Ecbert Hake van den Rutenberghe verklaart dat hij zijn zuster Jutte, als bruidsschat bij haar huwelijk met Johan Mensinghe anders genaamd van Haren, 500 oude schilden heeft gegeven, voor welk bedrag borg zullen blijven zijn broers Willem, Roloff en Sweder van den Rutenberghe, Henric van Essen de jonge, Dieric van den Rutenberghe, Boldewijn van den Cloester, Johan Hundeborch, Henric van den Laer, Hubert van den Laer, Henric van de Laer geheten Laerreberch en Rolof van Niwede Coepszoon.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1375 met de ongeveer 25-jarige
21 Agnes van Zuthem, geboren omstreeks 1350. Agnes is overleden na 1422, minstens 72 jaar oud.
Notitie bij Agnes: In 1407 voor het eerst vermeld in een akte.
In een oorkonde van 15 mei 1413 verzoekt zij (Neze van den Rutenberg) te worden beleend met het goed te Zuthem etc. na de dood van haar broeder Aleff van Zuthem.
Op 21 mei 1413 verzoekt wolter van Coevorden hetzelfde goed in leen te mogen ontvangen.
Hieruit blijkt, dat zowel Wolter van Coeverden als Neze van den Rutenberg, d.i. Agnes van Coeverden, gehuwd met Egbert Hake van den Rutenberg, aanspraak maakten op de nalatenschap van Aleff van Zuthem. Door bemiddeling van scheidslieden is men daarop 9 januari 1415 tot een compromis gekomen, waarbij Agnes gelast wordt de tienden van Herfte etc. over te dragen aan Wolter van Coeverden en hem tevens 1000 oude Franse schilden te betalen. Wolter moet afstand doen van alle aanspraak op het erf te Wythmen (Zuthem?) en op alle andere goederen, door Aleff van Zuthem nagelaten ten behoeve van Agnes en haar man, die tevens afstand moeten doen van alle vorderingen op Wolter (Tijdr. Reg. 11, 220). Agnes en Aleff en Wolter waren dus nauw verwant. Omdat de benaming broeder en zuster in die tijd ook voorkomt wanneer men schoonbroer en schoonzus bedoelt, is het waarschijnlijk dat Wolter van Coevorden gehuwd was met een zuster van Agnes en Aleff.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Steven van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1375. Steven is overleden omstreeks 1415, ongeveer 40 jaar oud. Steven trouwde met Mechteld. Mechteld is overleden na 1449.
Notitie bij Mechteld: 4 april 1449:
II. Willem van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1378. Willem is overleden in 1422, ongeveer 44 jaar oud.
III. Alof van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1380 (zie 10).
22 Sweder van Vianen.
Hij trouwde met
23 Mechteld.
Kind uit dit huwelijk:
I. Willempje van Vianen van Beverweerde (zie 11).

Generatie 6 (oudouders)

32 Frederik van Heeckeren van der Eze, genaamd van Rechteren, geboren omstreeks 1320. Frederik is overleden op 02-11-1386, ongeveer 66 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Ook vermeld als Frederik (IV) van Heeckeren van der Eze;
Frederik en Lutgardis kregen 9 kinderen, 5 meisjes en 4 jongens.
In mannelijke lijn stamt het huidige geslacht Van Rechteren af van de tussen 1231-1245 vermelde ridder Evert van Heeckeren. Diens nazaat Frederik van Heeckeren van der Eze (1320-ca. 1386), een van de machtigste edelen van zijn tijd, verwierf door zijn huwelijk met Lutgardis van Voorst het kasteel Rechteren in de gelijknamige buurtschap bij Dalfsen. De familie Van Voorst tot Voorst stamt eveneens in mannelijke lijn af van dit echtpaar. Het geslacht Van Heeckeren is nauw verwant met beide families.
1 februari 1357: Wilhelmus de Eare, deken van de St. Martinuskerk te Luik doet uitspraak, inzake een appèl van ridder Fredericus de Eza, heer van het kasteel in Rechteren (van de sententie van den officiaal van Keulen) tegen den deken en het kapittel van de kerk van Utrecht, omtrent de tienden, gaande uit landgoederen liggende in de plaats Emermersche, in het kerspel van Dalvessen, van het genoemde diocees.
Uit: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0214&minr=862425&miview=inv2
VI. Frederik van Heeckeren van der Eze (§B.1), later meestal genoemd Van Heeckeren genaamd van Rechteren, heer tot Rhaan, na zijn huwelijk tot Rechteren, drost van Salland 1353, ridder 1356, na de dood van zijn vader hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 2 nov 1386, huwt tussen 1345 en 1347 met Lutgard van Voorst, erfdochter van Rechteren, dochter van Sweder van Voorst en Margaretha N.N., overl. tussen 1380 en 1386.
17 september 1374:
Werner Wyrrenberch, kanunnik te Deventer, verklaart dat heer Vrederik van der Eze een overeenkomst heeft gesloten met Jutte van Almelo, weduwe van Albert van Almelo, en hun kinderen Hadewich en Kunne over de scheiding van hun aanspraken op de goederen van wijlen Albert van Almelo, waarbij Vrederich afstand doet van al zijn aanspraken op de hof te Holsen, zowel die hij al had door Albert van Almelo als die hij had gekocht van Gostwijn van den Berghe, terwijl Jutte c.s. afstand doen van een schuldbekentenis groot 1100 oude schilden sprekende op de heerlijkheid Almelo ten laste van Vrederich en zijn broer Johan van der Eze, in welke laatste akte borgen waren Bertolt van Haersolt, ridder, Johan van Buchorst, Everd broer van Dyrk van der Eze, Gerd van Gherner, Henrich van Essen, Henrich van Dese (Diese), Gert van Tyvenkampe (Tijbenkamp), Johan Holken, Everd van den Berghe, Henrich Bredere, Henrich van Lare en Albert zijn broer, Albert Coc, Clawes van Millyncgen, Hughe van den Lare, Albert van Dale en Daem van den Hove.
1377; Akte, waarbij Frederik van Rechteren en zijn zoons Zweder, Frederik, Johan en Diderik overeen komen welke goederen na zijn overlijden aan zijn echtgenote Lutgard zuilen toevallen, 1377.
Hij trouwde, ongeveer 26 jaar oud, omstreeks 1346 met de ongeveer 21-jarige
33 Lutgardis van Voorst, geboren omstreeks 1325. Lutgardis is overleden omstreeks 1385, ongeveer 60 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik genaamd van Rechteren van Heeckeren.
II. Diederik genaamd van Rechteren van Heeckeren.
III. Lutgard genaamd van Rechteren van Heeckeren.
Notitie bij Lutgard: 1386: Belofte van ROLOF VAN COEVERDEN aan zijn zwagen SWEEDER VAN RECHTEREN, om zijn vrouw LUTGARDE, SWEEDERS zuster, een som geld te geven en een douairie te vermaken.
Lutgard trouwde met Roelof van Coevorden. Roelof is geboren omstreeks 1400, zoon van Reynold van Coevorden en Beleye van Aller. Roelof is overleden na 1485, minstens 85 jaar oud.
Notitie bij Roelof: 24 maart 1485: Arnt Butecamp, richter te Ulzen, oorkondt dat Roloff van Covorden en zijn broer Wolter van Covorden aan Ffrederick Kremer en zijn vrouw Gostuwe hebben verkocht de tienden van het erve die Braeck, gelegen in de buurschap Halle en het gericht Ulzen, en dat zij die tienden met hand en mond hebben geleverd onder belofte van vrijwaring.
IV. Zwederis genaamd van Rechteren (Swedera) van Heeckeren, geboren omstreeks 1345 in Goor. Swedera is overleden op 22-02-1407 in Diepenveen, Deventer, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Swedera: Zwedera is het oudste kind van Frederik en Lutgardis.
In 1391 geeft zij samen met Clementia van Amerongen, Sweder van Rechteren en Wijnolt van Arnhem, welke beide in dat stuk hare gerechte erven worden geneomd, aan de fraters te Deventer het huis door haar en Clementia bewoond, in ruil voor het kleinere huis door de fraters bewoond.
Zij zelf liet het klooster van Diepenveen bouwen, waar zij introk.
Internet auteur Dimphena Groffen:
RECHTEREN, Zwedera van, ook bekend als Swedertje van Heeckeren genaamd van Rechteren en Zwedera van Ru(i)nen(geb. Goor ca. 1346 – gest. Diepenveen 21-2-1407), stichteres van het klooster Diepenveen. Dochter van Frederik van Heeckeren van der Eze genaamd van Rechteren (gest. 1386) en Lutgard van Voorst, erfdochter van Rechteren (gest. tussen 1380-1386). Zwedera van Rechteren trouwde vóór 1360 met Jan III, heer van Ruinen (ca. 1315-1378). Uit dit huwelijk is ten minste 1 dochter, en mogelijk ook 1 zoon geboren; beiden overleden jong.
Zwedera van Rechteren was het oudste kind van Frederik en Lutgard; na haar werden nog vier meisjes en vier jongens geboren. Zij trouwde al jong met Jan van Ruinen en leidde een werelds leven. Volgens haar ‘vita’ in het zusterboek van het klooster Diepenveen had Zwedera een zoon, maar hier is geen bewijs voor gevonden. Wel zeker is het bestaan van een dochter Bertrade: na haar dood schonken Zwedera en Jan geld voor het altaar van Catharina, in de Mariakerk in Ruinen. In 1375 maakte Jan zijn testament op, waarin hij zijn vrouw al zijn bezittingen naliet.
Zwedera betrok een woning in de buurt van het zusterhuis van de beweging van de Moderne Devoten in Deventer; later voegden Jutte van Ahaus en Elsebe van Delden zich bij haar. Rond 1400 maakte Johannes Brinckerinck bekend dat hij een klooster wilde stichten waar, in tegenstelling tot het zusterhuis, ook vrome rijke vrouwen en weduwen welkom zouden zijn (zie ook Salome Sticken). Zwedera schonk hem in 1402 haar jaargeld van driehonderd gulden voor de bouw van een klooster in Diepenveen. In datzelfde jaar gaf de bisschop van Utrecht haar en enkele andere zusters toestemming om het Diepenveense klooster in te richten als een regularissenklooster, volgens de regel van Augustinus. In 1412 zou het als zelfstandig klooster worden aangesloten bij het Kapittel van Windesheim.
In haar ‘vita’ is te lezen hoe Zwedera werd berispt omdat zij – uit eerbied voor de Heilige Schrift – witte handschoenen droeg bij het lezen. In haar zoektocht naar nederigheid werd zij gehinderd door het respect dat de andere zusters voor haar hadden. Op haar sterfbed noemde Zwedera de belangrijkste deugden bij wijze van geestelijk testament: ootmoed, gehoorzaamheid, geduld, reinheid, armoede en liefdadigheid. Zij stierf op 21 februari 1407.
Swedera trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1360 met Johan (III) van Ruinen, ongeveer 35 jaar oud. Johan is geboren omstreeks 1325, zoon van Steven (Stephanus) van Zuidvelde van Ruinen en Bertradis van Peize. Johan is overleden in 1378, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Johan: Johan van Ruinen wordt in 1346 genoemd in een acte.
In 1352 wordt hij genoemd als strijdende met Egbert van Peize en zijn kinderen en de kerspelen Peize ,Roden en Roderwolde tegen Groningen.
Op 21 maart 1352 wordt de soen gesloten.
Burgemeesters en raad van Groningen verklaren met Johan van Ruinen, Egbert van Peize en de inwoners van Peize, Roden en Roderwolde en met het land van Drenthe een verdrag te hebben gesloten.
Naar een afschrift van de hand van Ludolphus Pollinge uit de 16e eeuw, in het huisarchief Mensinge te Roden (niet geïnventariseerd): foto’s op het Rijksarchief Drenthe aanwezig. No. 419 van het Oorkondenboek bevat een andere versie van deze overeenkomst, beoorkond door Reinold van Coevorden en het land Drenthe.
Wy. borghemesteren und raedt van Groenynchen, doet kundych al1 denghenen, de dussen openen breeff sollen seen off horen lesen, dat van alden saken, de gewesen hebben tusschen Johanne van Ruynen, Egbert van Pedze van synen kinde (kinderen), van de van Pedze, van de van Roeden ende van Roderwolde ende alle hoeren vrenden (vrienden) bynnen lants off buyten lants an de ene sydt ende unse stadt van Groenyngen an de ander sydt ende van allen olden sak[en] de wesen hebben tusschen de lan[de] van Drenthe ende unse stadt vors., soe ys gedaen ende gemaket ene alynge soene ende ene vaste ende stede soene ewelyck toe holden in dusse maneren, dat enych man yn den lande van Drenthe de toe clagenne heefft up enen burger van Groenyngen. de sall bruyken alsoedane recht als toe Groenygen een stadtrecht ys off wyset ende hevet oeck een borger yn Groenyngen toe clagenne up enen lantman yn Drenthe. sall bruyken alsoedane rechts als een lantrecht ys yn de lande van Drenthe ende des een sall niemant den andere weygheren: voertmeer weer enich man van buyten den lande van Drenthe, de yn dat lant off doer dat lant rede off queme ende onse borgher van Groenynghen yn roeff off brande off yn vangenscup scaden dede. solde heer Reynolt van Covorden ende van Borckeloe ende dat lant van Drenthe keren mit allen hoeren macht ende van ghenerhande saken sall dat lant van Drenthe ende de stadt [van] Groenyngen malck den anderen roe[ff] offte brant off vangenscup doen, mer elck man sall bruyken alsoedanes rechts als hyr vors. staedt; van desen punten sall wesen uutgesproeken alle argelyst ende nye vonde. In oerkonde ende vestycheit van desen soene, de stede ende vest to blivene, so hebbe wy dessen breeff mit unse stedeszegel gezegelt. Ghegeven int yaeronses Heren dusent drehondert ende twe ende vyfftych des woensdages nae den sondach als men synget Letare Jherusalem.

Op 31 oktober 1353 beleend hij Johan van Welvelde met het hof te Welvelde en andere goederen.
In 1355 was hij getuige van Frederik van Echten Volkertszn.
In 1360 wordt hij ridder genoemd.
31 oktober 1363. Johannis, heer van Runen, ridder, staat, met toestemming van zijn vrouw Zweseris en zijne dochter Bertradis, voor ’t zieleheil van zijner voorouders en nakomelingen, af zijne rechten op de personen en de goederen van de abt en de kloosterlingen van ’t Sint Maris klooster in Dikninge, zodat de abt volgens de regel van St. Benedictus vrijelijk mag beschikken over ’s kloosters goederen zonder zijne inmenging; behoudens zijne tienden van ’s kloosters goederen; -ontheft bepaaldelijk de kloosterlingen van zijne rechtspraak; -en doet afstand van al zijne rechten met betrekking tot ’s kloosters 2 molens in Rune en in Bleydensteden. Met bezegeling door Johannis bisschop van Trajectum, Reinaldus heer van Koevorden, Johannis van Claustro ridder, Egbertus cureit in Westerhesselen, Johannes Vos van Steenwijck en het gemene land van Drenthe.

29 september 1364. Johan, heer van Ruinen, ridder, zijn vrouw Sweder en hunne dochter Berte verklaren te hebben ontvangen van de abdij van Dikninge 400 Brugse schilden, volgens de schuldbrief ten laste van Reynold van de Clooster, Johan Vos van Steenwijck en Rolof van Echten.
1368 Geschil tussen hem en het convent van Dikninge over de opbouw van de kerk.
1370 Genoemd in oorkonde samen met Herman, heer van Kuinre en zijn vrouw Mechteld en Herman van der Eze, mombaer van Mechteld.Verkoop aan Peter van Blijdenstein.
1372 zegelt hij een brief van Cyse Lansinghe over verkoop Nijsinghegoed aan het klooster Dikninge.
26 september 1372 was hij getuige bij een lening van Otto Polman met Nijdinge in Selwerd.
In 1373 vermaakt hij zijn vrouw Swedera op de Oldenhof al zijn levende en roerende have. (Dochter toen reeds overleden??)
1375, in de winter, stichten hij en zijn vrouw Swedera het altaar van st. Catharina in de kerk van Ruinen en begiftigen dat met 48 mudden winterrogge en 24 mudden haver uit Luggeringhe, Wulverdingh, Westebringe, Oldelansinghe, Haldeboldinghe en Nijenhave. (Waarschijnlijk was hij toen al ziek)
1375 Vermaakt hij zijn vrouw Zweder al het goud en zilverwerk, gereedschap en huisraad dat aanwezig is in de Oldenhave. Getuigen zijn Roelof van Steenwijk, ambtman van Drenthe, Johan de Vos van Steenwijk, Gert goedesing en Volker de schulte van Ruinen.
30 april 1376 verkoopt hij aan Johan de Vos van Steenwijk en Arend Huijs 42,5 mudden rogge van erven in Emmen en Exlo, door hem geerfd van Egbert van Peize, heer Egbertszoon.
In 1377 draagt hij al zijn gronden in Eelde, die hem waren aangeerfd van Egbert van Peize, zijn neef, over aan Johan Mensing van Haren.
Op 3 juni 1379 laat Swedera een vidimus maken van de brief uit 1375. Johan zal dus voor 1379 zijn overleden.
Met zijn dood is de oudste tak van Ruinen uitgestorven. Blijft over de tak van Welvelde, oorspronkelijk een van Ruinen.
De erfenis van Johan is op de woensdag na sint martinus (de eerste woensdag in november) 1380 gedeeld door zijn erfgenamen Arend Huijs en Roelof Polman.
Arend Huijs verkreeg het dagelijks gericht te Ruinen enz. en Oldenhave en Roelof Polman kreeg Nijenhave, Ludderinge en Hadeblinge.
V. Sweder van Heeckeren gen. van Rechteren, geboren omstreeks 1350 (zie 16).
VI. Adelheid (Aelheyde) van Heeckeren, geboren omstreeks 1350.
Notitie bij Adelheid: Oorkonde 3 april 1369.
Johan van Viernenborch, bisschop van Utrecht, oorkondt dat met tussenkomst van Ludghard, vrouwe van Rechter, Johan van Hekeren genaamd van der Eze en Everd van Hekeren, heer van Almelo, knapen, huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt voor de beide huwelijken tussen zijn neef Johan van Entenich en Aelheyde van Hekeren, en tussen zijn broer Robrecht van Viernenborch en Margarete van Hekeren, beide dochters van Vrederic [van Hekeren] van der Eze en Ludghard voornoemd, waarbij wordt bepaald dat beide dochters als huwelijksgift ieder 1200 gouden schilden zullen aanbrengen met eventueel nog elk 200 schilden, waarnaast zij nog samen de 2300 pond in ontvangst zullen mogen nemen die zijn neef, de bisschop van Luik, aan hun vader Vrederic voornoemd schuldig was en waarvoor als zekerheid was gesteld het Heilig Goed te Yttersem, de hof te Lottenberch en het gericht te Hoekesberge; de bruidegommen zullen inbrengen het vruchtgebruik dat zij aan hun bruiden zullen geven, ter waarde van tien schilden per jaar op goederen gelegen te Zalland voor elke 100 schilden die de bruiden inbrengen. Voor de bruiden treden als borgen voor de nakoming op de voornoemde Ludghard en Johan en Everd van Hekeren, terwijl voor de bruidegommen als borgen optreden de oorkonder en Henric van Viernenborch.
Getuigen: Gherid van Katreep en Johan van den Kampe.
Adelheid trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 1369 met Johan van Entenich.
VII. Margaretha van Heeckeren, geboren omstreeks 1350. Margaretha trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 1369 met Robrecht van Viernenborch.
Notitie bij Robrecht: Broer van de Bisschop van Utrecht.
VIII. Hillegonda genaamd van Rechteren van Heeckeren, geboren omstreeks 1360. Hillegonda trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1375 met Herman II van Kuinre, ongeveer 20 jaar oud. Herman is geboren omstreeks 1355, zoon van Herman I van Kuinre en Mechteld van der Ese. Herman is overleden omstreeks 1410, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Herman: mei 1376; een zoenbrief op initiatief van Deventer en Kampen tussen Kuinre en de stad Hamburg, ondertekend door Herman, heer van Kuinre, Johan van Kuinre, ridder, Henric van Essen (van der Ese) de olde, Henric van Essen de jonge, Coep Wynkenszoon, Johan Haghen en Hugo van der Halle de jonge.
Uit gemeentearchief Kampen: 12 februari 1377; Herman, heer van Kuinre, knape, verleent tolvrijheid aan de kooplieden van Kampen, over land of over water, behalve voor schepen met een roer, waarvoor wel tolgeld moet worden betaald.
Uit Deventer Cameraarsrekening: In 1383 vergadert bisschop Floris van Wevelinghoven in Vollenhove met door de stad Deventer gezonden afgevaardigden omtrent het gedrag van opstandige Friezen van Mirdum die onder leiding van Herman II van Kuinre een jaar eerder Vollenhove hadden aangevallen. (Mirdum = Meretha in de oorkonde waarbij Coenraet van Oric dit gebied in leen verkreeg)
22 maart 1385 stelt graaf Herman op schrift wat het recht is van de heren van Kuinre over de buren (ingezetenen) van Kuinre, zoals dat van ouds geweest is en voor de toekomst recht zal blijven. Een prachtig dokument over de gang van zaken in zijn ambtsgebied. (Int erste soe set die heer van Cuynre sijnen scultet ende synen scepen ende die scoltet synen scepen ende die bure hoeren scepen, ende wat die drie scepen wysen, daer en is geen wedersegghen; enzovoorts.)
Bij brief van 26 oktober 1387 verzoent Herman van Kuinre zich met Amsterdam met ondertekening als getuigen door de schepenen en raden van Kampen en Zwolle.
Op 29 augustus 1396 trok Hertog Albrecht van Beieren met zijn oudste zoon Willem van Oestervant en zijn jongere zoon Albrecht met een groot leger uit verschillende landen, komende vanuit Enkhuizen, ten strijde tegen de opstandige Stellingvriezen. Albrecht won de strijd bij Schoterzijl en voerde de verslagen Herman II van Kuinre en zijn zoons Johan, Hendrik en Herman gevankelijk naar Holland. De ridders aan Hollands zijde staan vermeld in het Wapenboek van Beieren, met het wapenschild dat zij droegen.
Mr. Burchard Joan van Hattum vermeld in zijn Geschiedenissen der Stad Zwolle, eerste deel, tweede stuk, over de grote en zware klachten, die in het jaar 1397 door de inwoners van de heerlijkheid Kuinre, tegen de dwingelandij van hun heer Harmen zijn ingebracht en verspreid, hetgeen bisschop Frederik van Blankenheim een goede gelegenheid verschafte om die heerlijkheid aan Overijssel te hechten. (Hier wordt dus gezegd dat Kuinre niet tot Overijssel, het Oversticht, behoorde.) De Heer van Kuinre, volgens het verhaal van sommigen, het onweer voorziende, en bemerkende dat men hem van zijn goederen wilde beroven, toonde zich bereidwillig om Kuinre te verkopen. Op de 3e mei 1397 verkocht hij zijn goed aan Frederik van Blankenheim voor 400 oude schilden met erfpachtsrechten. In hetzelfde jaar is dit nog veranderd in éénmalig 6200 oude schilden die hij te Kampen, Vollenhove of waar ook elders waar hij wilde, in het jaar 1407 zou kunnen ontvangen, wanneer de overdracht ook moest gebeuren.
Bij brief van 7 juni 1405 krijgen de onderdanen van graaf Herman van Kuinre, zijnde de inwoners van Kuinre en Veenhuizen (even ten westen van Kuinre), een vrijgeleide (paspoort) van Willem VI van Holland, gedurende een tijd van vier jaar, om overal in het land veilig te kunnen zitten, komen, varen, verblijven en vertrekken met
IX. Johan Genaamd van Rechteren van Heeckeren, geboren omstreeks 1365.
Notitie bij Johan: 13 september 1420: ohan van Rechter, schulte toe den Hardenberge, verklaart dat Herman van den Bruggenberghe en Ghijsele zijne vrouw verkocht hebben aan Herman Rechter en Jutte zijne vrouw als edel eigen goed, hun land en hooiland gelegen in het kerspel Hardenberg, in de buurschap te Colendoern, zooals dat vroeger toebehoorde aan Rutgher van Yunne.
22 februari 1452: Arend Blanckenvoert, richter ten Hardenberge, verklaart dat Johan van Rechter, zoon van wijlen Luthgerde, heeft verkocht en overgedragen aan zijn oom Harmen van Rechter, al het goed en nalatenschap die zijne moeder Luthgerde voornoemd aangekomen waren van haren vader Johan van Rechter.
Koernoten: Johan van den Lande en Arend Grijmborch, bastert.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert twee ende vijfftich up sunte Petersdach ad Cathedram.
34 Zeger van Groesbeek.
Hij trouwde met
35 Margaretha van Bylandt.
Kind uit dit huwelijk:
I. Sophia van Groesbeek (zie 17).
36 Dirck van Polanen. Dirck is overleden in 1412.
Notitie bij Dirck: Geheten van der Lecke. Aanvoerder der Hoeksen in 1358. Drost van Heusden 1359, heer van Asperen 1366.
Hij trouwde in 1366 met
37 Elburg van Asperen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto van Polanen van Asperen, geboren in 1366 (zie 18).
38 Wolter van Voorst van Keppel, geboren in 1355. Wolter is overleden omstreeks 1395, ongeveer 40 jaar oud.
Notitie bij Wolter: Vanaf 1367 Heer van Voorst en Keppel.
Vermeld in de oudste lijst van leenmannen van de Bisschop van Utrecht 1379. Uitgave B. de Keijzer, Emmen 2014.
Hij trouwde met
39 Kunegunda van Meurs.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johanna van Voorst en Keppel (zie 19).
II. Sweder van Voorst en Keppel, geboren omstreeks 1375. Sweder is overleden omstreeks 1401, ongeveer 26 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Oorkonde november 1400: OTTO bisschop te Munster kent aan Sweder heer van Vorst, Keppel en het Ahuss en Johanna von dem Ahuis e.l. en hunne erfgenamen volgens hunne huwelijksvoorwaarden het recht toe, de hem en zijn sticht voor 12000 oude Rijnsguldens door hen verbonden heerlijkheid ten Ahuis in te lossen vóór Midwinter over 2 jaar met 11000 o.R.g., doch daarna met 12000 o.R.g., en na 4 jaren met daarenboven een jaarlijkschen intrest van 600 o.R.g.; terwijl in geval van verlies door den bisschop van het Ahus S. en J. hun slot en de bisschop zijn geld verliezen. Met verklaring van deken en kapittel der kerk te Munster, bij overlijden van den bisschop vóór de inlossing het overeengekomene te zullen nakomen.
Sweder trouwde, ongeveer 18 jaar oud, in 1393 met Johanna van Ahuis. Johanna is een dochter van Ludolph van Ahuis.
III. Elisabeth van Voorst, geboren omstreeks 1375. Elisabeth is overleden omstreeks 1450, ongeveer 75 jaar oud.
Notitie bij Elisabeth: Abdis van het adellijke stift Vreden 1395-1403, overl. tussen 16 jul 1450 en 28 mrt 1451
Elisabeth trouwde, ten hoogste 32 jaar oud, vóór 1407 met Egbert genaamd van Almelo van Heeckeren, ten hoogste 37 jaar oud. Egbert is geboren omstreeks 1370, zoon van Evert van Heeckeren van der Eze (zie 64,VIII) en Beatrix van Almelo. Egbert is overleden in 1454, ongeveer 84 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Heer van Almelo 1411-1453, overl. kort na 16 jan 1454, huwt vóór 1407 Elisabeth van Voorst, dochter van Wolter van Voorst en Keppel en Kunegonde van Meurs, abdis van het adellijke stift Vreden 1395-1403, overl. tussen 16 jul 1450 en 28 mrt 1451.
Uit dit huwelijk 4 zonen.
20 juni 1407: Egbert, heer tot Almelo, zijn vrouw Lyzabeth en hun zoon Johan verklaren, dat zij ten behoeve van Hughe van Vlederinghe en zijn vrouw Aleyd het aan hen leenroerige erf Raetgherding in de buurschap Luttiken Agele in het kerspel Odmarsem hebben gevrijd in ruil voor het tot dusver vrije erf Brunyng in de buurschap Manher van het kerspel Odmersem.
Afschrift in Cart, p. 183 en in L.M. f. 65 vs. Mede beschreven in T.R., II, 167.
17 april 1408: Egbert, jonker tot Almelo, verklaart, dat hij in aanwezigheid van zijn leenmannen Otto Momme en Ghert van Peysie het erf Roelvijngh in het gericht van Rijssen en het kerspel Wederden, welk erf tot dusver als een vijfmarksleen aan hem leenroerig was, wegens maagschap, vriendschap en zonderlinge gunst jegens zijn heef Symon van Schulenborch vrij heeft verklaard.
Met geschonden zegel van oorkonder. (Inv. 106.) Afschrift in L.M. f. 101 vs. Mede beschreven in T.R., II, 163.
28 september 1415: Egbert, jonker tot Almelo, zijn vrouw Elysabeth van Voerst en hun zonen Johan en Wolter verklaren, dat zij in tegenwoordigheid van Herman van Twicklo, ambtman in Twenthe, en de keurnoten Otto Mumme en Johan van Blankenvoerde aan priester Rolof Begher het erf Dyrkyngh in de buurschap Aelberghe en het kerspel Oedmersem verkocht en overgedragen hebben.
3 oktober 1415: Egbert, jonker te Almelo, en zijn vrouw Elysabeth van Voerst verklaren, dat hun zoon Johan het erf Dyrckyngh in de buurschap Aelberghe en het kerspel Oedmarsem aan Roelof Begher zal overdragen zonder kosten voor de koper.
Zegel van oorkonder verloren, dan van oorkondster iets beschadigd. (Inv. 43.) Mede beschreven in T.R., II, 225.
1 maart 1416: Ecbert, heer van Almelo, verklaart dat hij Bruun, zoon van wijlen Henrik van Almelo beleend heeft met de volgens Zutphens recht aan zijn heerlijkheid leenroerige grove en smalle tienden over het erf Hijnvordinc in de buurschap Alberghen en het kerspel Odmersem.
9 september 1424: Egbert, heer te Almeloe, verklaart, dat hij in tegenwoordigheid van zijn leenmannen Roloff van Peyse, Otto Momme en anderen Evert van Eme beleend heeft met het goed Mensing te Vasse, de grove en smalle tienden over het erf te Loesing, het erf Velthuys te Agele, de grove en smalle tienden over Boderknc te Rottem en de tienden over de Beke te Geetle als een vijfmarksleen, nadat Albert van Gerner geheten van Eme hiervan afstand had gedaan.
25 mei 1429: Egbert, jonker te Almelo, Elysabeth van Voerst, zijn vrouw, en Johan en Wolter, hun zonen, verklaren, dat zij ten overstaan van Frederik Post, de keurnoten en gerichtslieden Herman Grubbe, Aernt die Reygher en Beernt van der Kemenade en anderen hun grove en smalle tienden over de erven Hilbing en Zanthues te Alberghen in het kerspel Oetmersem voor 125 Overlandse Rijnse guldens verkocht en overgedragen hebben aan Hinrick van Wetter en de te Hoberghehues woonachtige gemene priesters en klerken.
30 maart 1446: Egbert, Jonker te Almeloe, Elyzabeth van Voerst, jonkvr. te Almeloe en Johan hun zoon verklaren ten overstaan van Anthonius Gromen, richter te Ulzen, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe, ord.Bern., het erve Bennyng, gelegen te Ytterbeke, in het kerspel van Ulzen, welke erve het klooster vroeger in erfpacht had tegen eene jaarrente van 6 pond was.
Kornoten en Gerichteslude: Herman Reijse en Johannes Lansing.
Ghegheven ynden jaer ons Heren dusent vierhondert ende zes ende viertich des Wondesdaghes nae Mytvasten.
40 Steven van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1325. Steven is overleden vóór 1371, ten hoogste 46 jaar oud.
Hij trouwde met
41 Jutte van Isendoorn.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Egbert Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1350 (zie 20).
II. Willem van den Rutenbergh.
III. Roelof van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1360. Roelof trouwde, minstens 26 jaar oud, na 1386 met Lutgard van Gerner van Hulsen, minstens 26 jaar oud. Lutgard is geboren omstreeks 1360, dochter van Albert van Gerner van Hulsen. Lutgard is weduwe van Henric de jonge van Essen (ovl. 1386).
IV. Sweder van den Rutenbergh.
V. Jutte van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1350. Jutte trouwde, ongeveer 28 jaar oud, in 1378 met Johan Mensing van Haren.
Notitie bij Johan: Vermeld in de inventaris van het klooster Dickninge nr. 53 samen met Godekin van Echten geheten van Haren.
42 Alof van Zuthem, geboren omstreeks 1325. Alof is overleden in 1361 in Tiel, ongeveer 36 jaar oud.
Notitie bij Alof: Gesneuveld in de slag bij Tiel in mei 1361. Was ridder.
Zijn onbekende vrouw komt uit een geslacht met een dwarsbalk in het wapen. Het wapen van Doornick heeft zo’n dwarsbalk. In het testament van hun zoon Alof uit 1414 staat als aanwezige vermeld Gosen van Doornick en ook Henric van Essen.
Hij trouwde met
43 NN van Doornick.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Agnes van Zuthem, geboren omstreeks 1350 (zie 21).
II. Alof van Zuthem, geboren omstreeks 1355. Alof is overleden in 1413, ongeveer 58 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Alof: Overleden voor 15 mei.

Generatie 7 (oudgrootouders)

64 Frederik van Heeckeren van der Eze, geboren in 1295. Frederik is overleden op 06-04-1357, 61 of 62 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Ridder 1324, drost van Salland 1346-1356, drost van Twente 1351, schout van Deventer 1353- 1354, woont op de Ehze bij Almen Gld. 1345, hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 6 apr 1357, huwt Maria van Honnepel, dochter van Lutzen van Honnepel en N.N..
Hij trouwde met
65 Maria van Honnepel, geboren omstreeks 1300.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wolter van Heeckeren van der Eze.
II. Derk van Heeckeren van der Eze.
III. Egbert van Heeckeren van der Eze.
IV. Hillegonde van Heeckeren van der Eze.
V. Johan van Heeckeren van der Eze.
VI. Jacob van Heeckeren van der Eze. Jacob is overleden in 12-1375.
Notitie bij Jacob: Vermeld 1362- 1375, ridder 1362
Jacob trouwde met Agnes. Agnes is overleden in 1385.
VII. Frederik van Heeckeren van der Eze, genaamd van Rechteren, geboren omstreeks 1320 (zie 32).
VIII. Evert van Heeckeren van der Eze, geboren omstreeks 1330. Evert is overleden op 28-02-1400, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Evert: Vermeld vanaf 1357, drost van Twente 1372, overl. 28 feb 1400, huwt ca. 1350-1360 Beatrix van Almelo, erfdochter van Arnold IV van Almelo, heer van Almelo, en Herbrig van Zuylen, vermeld 1362-1411, overl. kort na 1411.
28 oktober 1388: Everd van Heker, here tot Almelo, knape, en zijn vrouw Beatrix, verklaren, dat zij aan Lubbert to Ghetekote en diens vrouw Sweniken de grote Ghetekote verpacht hebben voor dezelfde pacht, waarvoor dit reeds vier jaar lang is geschied. Lubbert en Sweniken moeten voor de huwelijksuitzet van twee kinderen zorgen, één op Ghetekote en één in een ander deel der heerlijkheid Almelo, in overleg met Everd en zijn vrienden, en zij zullen na de uithuwelijking van die te Ghetekote een lijfrente krijgen uit een deel der verpachte goederen. Everd mag daarentegen aan Lubbert geen schatting opleggen en geen goed afnemen of laten afnemen.
Met bijna gave zegels van oorkonders. (Inv. 83.) Mede beschreven in T.R., I, 102.
Evert trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1355 met Beatrix van Almelo, ongeveer 15 jaar oud. Beatrix is geboren omstreeks 1340, dochter van Arnold IV van Almelo en Gerberga van Zuylen. Beatrix is overleden omstreeks 1398, ongeveer 58 jaar oud.
72 Jan I van Polanen. Jan is overleden op 26-09-1342. Hij is begraven in Monster.
Notitie bij Jan: Wordt op 6 december 1305 genoemd als zoon van Philips van Duivenvoorde en 30 maart 1306 als neef van Dirk van den Wale, die hem 17 september 1311 de molen te Voswijc in Monsterambacht schonk. Van zijn vader erfde hij tussen 1307 en 1309 de bezitting Polanen, eveneens gelegen onder Monster. Op 30 maart 132622 pachtte hij de heerlijkheid van de Lek, te weten de ambachten: Krimpen aan de Merwede ( = aan de Lek), Krimpen aan de Yssel, Ouderkerk en Zuidbroek “om 490 pond Hollands, den grote Tornoyse voir achte penninghe gherekent, die hi ghehelic ende al betaeld hevet”. In 1327 werd hij beleend met Heemskerk en Castricum, hij werd ridder (1329) en baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en West-Friesland. Op 19 november 1335 verwierf hij Capelle van heer Pieter van der Leek, terwijl hertog Jan 111 van Brabant hem op 9 dec. 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had, voor 28.000 kleine florijnen verpandde. Op 15 januari 1342 beleende graaf Willem IV hem nog met een korentiende en de smaltiende in Poeldijk.
Hij trouwde met
73 Catharina van Brederode. Catharina is overleden op 28-06-1372. Zij is begraven in Monster.
Kind uit dit huwelijk:
I. Dirck van Polanen (zie 36).
74 Otto II van Asperen.
Notitie bij Otto: Ook vermeld als Otto van Asperen van Hagestein. Ridder.
Hij trouwde met
75 Aleijd van Avesnes.
Kind uit dit huwelijk:
I. Elburg van Asperen (zie 37).
76 Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1320. Sweder is overleden op 21-01-1363, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Was in 1340 drost van Zutphen. In 1342 Heer van Voorst.
In 1345 schulte in Salland. In 1356 Heer van Voorst en Keppel.
In 1362 werd zijn slot te Voorst door de BvU verwoest. Daarna resideerde hij op het slot Keppel.
Sweder trouwde (1) met Margaretha.
Hij trouwde (2), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1350 met
77 Heylwich van Wesenbergh. Heylwich is overleden in 1391.
Notitie bij Heylwich: Ook vermeld als Heylwig van Zuylen
Vermeld in de oudste lijst van leenmannen van de Bisschop van Utrecht 1379. Uitgave B. de Keijzer, Emmen 2014.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Lutgardis van Voorst.
II. Roderick II van Voorst, geboren in 1350. Roderick is overleden omstreeks 1374, ongeveer 24 jaar oud. Roderick bleef ongehuwd.
III. Wolter van Voorst van Keppel, geboren in 1355 (zie 38).
IV. Johan van Voorst, geboren in 1355. Johan is overleden omstreeks 1395, ongeveer 40 jaar oud.
80 Egbert Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1300.
Notitie bij Egbert: 23 augustus 1322: Egbertus Haco de Rutenberghe, schildknaap, verkoopt aan het convent van Sancta Maria in Sallandia zijn erf Verlincghoet met een warandia en ander toebehooren in Loesene.
Datum anno Domini DCCC vicesimo secundo, in vigilia Beati Bartholomei apostoli.
Kind van Egbert uit onbekende relatie:
I. Steven van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1325 (zie 40).
84 Alef van Zuythem, geboren omstreeks 1300. Alef is overleden omstreeks 1335, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Alef: Was ridder.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1320 met de ongeveer 20-jarige
85 Agnes van Appeltern, geboren omstreeks 1300. Agnes trouwde (2), ongeveer 38 jaar oud, in 1338 met Dirc van Apeldoorn.
Kind uit dit huwelijk:
I. Alof van Zuthem, geboren omstreeks 1325 (zie 42).

Generatie 8 (oudovergrootouders)

128 Frederik van Heeckeren genaamd van der Eze, geboren omstreeks 1270 in Gorssel. Frederik is overleden in 1320, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik van Heeckeren van der Eze (ook Fredericus de Heeckeren en Vrederic van der Ese), hij is de eerste erkende stamvader van het geslacht van Heeckeren (van Rechteren), knape 1295, ridder 1305, bezitter van het huis de Ese te Almen, overl. 1320, huwt Mechteld van Rinwich, vermeld 1309-1320.
Hij trouwde met
129 Mechteld van Randwijck, geboren omstreeks 1279. Mechteld is overleden na 1320, minstens 41 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik van Heeckeren van der Eze, geboren in 1295 (zie 64).
II. Lumalda (Lamme) van Heeckeren van der Eze, geboren omstreeks 1300. Lamme trouwde met Herbert van Putten. Herbert is een zoon van Pelgrim van Putten en NN van Nijenbeke.
III. Agnes van Heeckeren, geboren omstreeks 1310. Agnes trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1340 met Johan I van Buckhorst, ongeveer 30 jaar oud. Johan is geboren omstreeks 1310, zoon van Willem II van Buckhorst en NN van Heekeren van der Ese. Johan is overleden in 1361, ongeveer 51 jaar oud.
Notitie bij Johan: Zie Corpus van Reenen-Muller; oorkonde F095p33801
1338; Johan van Buckhorst verkoopt met zijn broer en zuster grond te Zalk o.a. aan zijn neef Diederik van Zalk. Medezegelaars waren Roderik van Voorst en van Keppel, Zweder van Rechteren, Gijsbert van Buckhorst en Laurens van der Eze, zijn ooms.
In 1345 regelt Johanj een geschil met de abt van Stavoren tot tevredenheid van beiden en medezegelaar was weer Johans oom Gijsbert van Buckhorst. Het ging hier om het gebruik van de nog onverdeelde broekgronden. De helft, die zich naar de richting van Hattem uitstrekte kreeg de abt van Stavoren in bezit. Hierop is bij Hattem het klooster Claarwater gesticht na verkregen toestemming van Reinald IV graaf van Gelre, en hier vestigden zich nonnen die het klooster aan het Zwarte Water wensten te verlaten.
Oorkonde van 31 maart 1348: Reynolt hertog van Gelre graaf van Zutphen oorkondt dat hij in aanwezigheid van de leenmannen Arnt van Erkell, Zweder van ....., Aelert van Driell en Henrick die Kock ridders heeft beleend Johan van Buckhorst met de tienden over Hattemre enck strekkend tot Doornspyck toe, Buchorster weerdt in het kerspel Zallick aan de Zwolse zijde van de IJsel met tienden en toeebhoren, het goed de bijvanck dat Willem van Buchorst van hem in leen houdt, het goed opten oirde in het kerspel Zallick, de manschap van het goed te Spoelde met een waar in Mastebroick, de manschap van het goed toe Scoenenberch in het kerspel Oelst, de manschap van de tienden en haeve te Haevenynchem met de Hilken Kaete in het kerspel Ulsen.
146 Dirk van Brederode. Dirk is overleden op 16-12-1318 in Reims. Hij is begraven in Dominicanenkerk te Reims.
Notitie bij Dirk: Overleden op de terugweg van een kruistocht naar Palestina.
Bijgenaamd Dirk de Goede. Baljuw van Kennemerland
Hij trouwde met
147 Maria van der Leck, geboren omstreeks 1272. Maria is overleden op 01-04-1307, ongeveer 35 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Catharina van Brederode (zie 73).
152 Roderick I van Voorst, geboren vóór 1290. Roderick is overleden op 01-10-1341, minstens 51 jaar oud.
Notitie bij Roderick: Werd ook heer van Keppel bij zijn huwelijk.
Vermeld in 1338 als opperambtman van de graaf van Gelre.
Hij trouwde, minstens 40 jaar oud, in 1330 met de minstens 40-jarige
153 Beatrijs van Keppel, geboren vóór 1290. Beatrijs is overleden op 03-08-1355, minstens 65 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1320 (zie 76).
II. Diederik van Voorst.
160 Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1275.
Kind van Hake uit onbekende relatie:
I. Egbert Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1300 (zie 80).

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

256 Frederick genaamd van de Eze van Heeckeren, geboren omstreeks 1230. Frederick is overleden na 1285, minstens 55 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1270 met de ongeveer 30-jarige
257 NN van der Eze, geboren omstreeks 1240.
Notitie bij NN: De voorouderlijke lijn is waarschijnlijk onvolledig.
Haar zoon johan staat vermeld als de mogelijke bouwer van het landgoed de Ese bij Steenwijk. Maar het is waarschijnlijker dat omstreeks 1170 een van der Ese, misschien een broer van haar grootvader Everhardus, een leengoed heeft gekregen van de bisschop van Utrecht, om nabij de motte (de Basse) op de grens met Friesland, een versterkt huis te bouwen, om de grenzen van het Oversticht beter te kunnen bewaken. In die tijd zijn daar meer burchten gebouwd, zoals ook in Vollenhove. Een Rutger van der Ese kan een nazaat zijn van deze bouwer. Rutger is overleden bij de slag bij Ane in 1227, waarna de burcht de Ese, vernoemd naar hun voorvaderlijk bezit de Eze in Gelderland, door vererving in handen is gekomen van haar vader Steven.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik van Heeckeren genaamd van der Eze, geboren omstreeks 1270 in Gorssel (zie 128).
II. [vader:waarschijnlijk] Zweder van Rechteren van Heeckeren, geboren omstreeks 1275.
Notitie bij Zweder: Vermeld als oom van Johan van Buckhorst en verwant aan Laurens van der Eese.
III. [vader:waarschijnlijk] Johan van der Ese, geboren omstreeks 1280.
Notitie bij Johan: Vermoedelijk was hij de bouwer van de borg op de Ese, de "ïes" in het dialect, of de es, een hoger gelegen gebied dat al voor het jaar 0 bewoond is geweest.
Vermeld in oorkonde van 1 mei 1313 Ogd0242. (CRM14) (Corpus van Reenen-Mulder), een overeenkomst van Johan van de Ese met Herman Vleisch. Hij belooft dat zijn zoon Herman zal trouwen met Lise, de dochter van Herman Vleisch (van Kuinre). Zijn zwager Roelof van Peize is medezegelaar.
Johan van der Ese is getrouwd met een dochter van Engelbertus van Peize, ridder.
Johan trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1300 met NN van Peize, ongeveer 20 jaar oud. NN is geboren omstreeks 1280, dochter van Eg(gel)bertus van Peize van Almelo en NN van NN. NN is overleden vóór 1375, ten hoogste 95 jaar oud.
Notitie bij NN: In oorkonde van 1313 vermeld als dochter van ridder Engelbert van Peize en gehuwd met Johan van der Ese, knape.
IV. Stephanus van der Eze, geboren omstreeks 1285.
Notitie bij Stephanus: Vermeld in 1310
292 Willem van Brederode. Willem is overleden op 03-06-1285.
Hij trouwde met
293 Hildegonde van Voorne. Hildegonde is overleden op 05-04-1302.
Kind uit dit huwelijk:
I. Dirk van Brederode (zie 146).
294 Hendrik II van der Leck.
Hij trouwde met
295 Jutte van Borssele.
Kind uit dit huwelijk:
I. Maria van der Leck, geboren omstreeks 1272 (zie 147).
304 Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1250. Sweder is overleden omstreeks 1300, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Vermeld in oorkonden tussen 1272 en 1297.
In 1292 vermeld als drost/schout van Salland en tollenaar te Kampen.
In 1296 als drost/schulte van Twenthe.
Op 21 maart 1294 sluiten de steden Deventer, Zwolle en Kampen en de Heren/ridders van Almelo, Ruitenberg, Cuynre, Buckhorst, Groningen, Ruinen en Radinc (Vollenhove) een onderlinge overeenkomst tot handhaving van hun rechten. De heren van Voorst staan hierbij niet vermeld want die hadden met hun vrienden een conflict met deze steden en heren.
Op 4 juni 1297 doet bisschop Willem II van Utrecht uitspraak in dit conflict.
Daarbij werd o.a. bepaald dat Herman en Sweder van Voorst geen drost/schout van Salland meer mogen zijn.
Hij trouwde met
305 Agneta van Lohn.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Heylwich van Voorst.
II. Roderick I van Voorst, geboren vóór 1290 (zie 152).
306 Wolter III van Keppel. Wolter is overleden op 03-05-1330.
Notitie bij Wolter: Komt in 1312 in conflict met Otto van Bylant en Borre van Doornik, maar wordt hierin bijgestaan door graaf Reinalt I van Gelre.
Wordt in 1318 leenman van Gelre in Overrijn.
Wordt in 1327, als schout van Salland, belast met het bestuur van een gedeelte van het Oversticht.
Had in totaal 8 dochters, maar geen zoon. Met Wolter III eindigt het geslacht van Keppel.
Hij trouwde met
307 Jutta van der Sluyse. Jutta is overleden op 11-10-1331.
Notitie bij Jutta: Kreeg totaal acht dochters.
Kind uit dit huwelijk:
I. Beatrijs van Keppel, geboren vóór 1290 (zie 153).
320 Steven van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1250. Steven is overleden na 1311, minstens 61 jaar oud.
Notitie bij Steven: Oorkonde 16 februari 1311: Steven van Routenberg is borg gesteld voor de Westerpartie van Groningen, samen met Reinier die Ridder, Henric van Wix, Engbert van Steenre, Harman Polleman en Gert Sicking.
In 1328 verkochten graaf Johan II van Bentheim (ca. 1280 - 1333) zijn vrouw Mechteld zur Lippe en hun kinderen Simon en Otto het huis genaamd ten Clooster bij Coevorden, dat Hake van den Rutenberge, knaap, in leen had, aan bisschop Jan van Diest van Utrecht. Hake zal dan een zoon zijn van Steven van den Rutenberghe.
Ten Clooster was en bleef een leenbezit van de kleinzoon van Hako van Hardenberg, Egbert Hake van den Rutenborg. (Bron??)
Johan van den Clooster, schoonzoon van Steven van den Rutenberge hield het huis ten Clooster van Steven in onderleen. Zie een oorkonde van 25 januari 1354.
Kinderen van Steven uit onbekende relatie:
I. Hake van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1275 (zie 160).
II. Agnes van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1295. Agnes trouwde, ongeveer 45 jaar oud, omstreeks 1340 met Johan van den Clooster, ongeveer 45 jaar oud. Johan is geboren in 1295, zoon van [waarschijnlijk] Johan II van Bentheim. Johan is overleden na 1354, minstens 59 jaar oud.
Notitie bij Johan: De naam van het geslacht is ontleend aan het Huis ten Clooster bij Coevorden. Huis ten Clooster was eigendom van de graven van Bentheim. Otto III, graaf van Bentheim (1240-1285) beleende op 31 oktober 1259 het huis ten Clooster (domum in Campen iuxta Covordiam) aan ridder Hako Van Hardenberg, zoon van wijlen Stephanus de Hardenberg.
In 1328 verkochten graaf Johan II van Bentheim, zijn vrouw Mechteld zur Lippe en hun kinderen Simon en Otto het huis genaamd ten Clooster bij Coevorden, dat Hake van den Rutenberge, knaap, in leen had, aan bisschop Jan van Diest van Utrecht. (In deze oorkonde een opsomming van alle overgedragen huizen met de namen van de leenmannen/dienstmannen)
Ten Clooster was en bleef een leenbezit van de kleinzoon van Hako van Hardenberg, Egbert Hake van den Rutenborg.
Johan van den Clooster, schoonzoon van Steven van den Rutenberge hield het huis ten Clooster van Steven in onderleen. Zie een oorkonde van 25 januari 1354. Deze Johan voerde het wapen van de Bentheims en vermoedelijk is hij een bastaardzoon van Johan II van Bentheim. Deze Johann had in ieder geval één bastaardzoon.
25 januari 1354; Johan van den Clooster verklaart als leenheer de afstand van een hoeve te Itterbeke aan het klooster Assen door zijn leenman Herman van Goedelichem goed te keuren en andere goederen daarvoor in de plaats te hebben ontvangen. ("daer ick en in bekent heb ende van mi holdet in manstat, dat ich voert holde van Steeven van den Rutenberghen, ")
Johan gebruikt in 1341 als eerste de naam ’ Van den Clooster’ en is de stamvader van het geslacht ’Van den Clooster’. Het stamwapen herinnerd aan het wapen van Bentheim.
Steven van den Clooster (ca. 1330-1368), de tweede zoon van stamvader Johan van den Clooster, kreeg het huis ten Clooster na diens dood in leenbezit.
In de lijst van leenmannen van het Sticht, opgesteld tussen september 1381 en januari 1383 komt Haecke Van den Rutenberghe voor als leenman van het Sticht. In de lijst met bezittingen wordt ’dat goet ten Cloester’ genoemd.
Via vererving kwam huis ten Clooster al snel in bezit van het geslacht Hundeborch en later in bezit van het geslacht Van den Camp. Toen het huis in 1672 werd beschadigd, werd het niet meer hersteld en afgebroken. Huis ten Clooster heeft nooit de status van havezate gehad.
Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_den_Clooster

Generatie 10 (stamouders)

512 Evert van Heeckeren, geboren omstreeks 1195. Evert is overleden in 1250, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Evert: Ridder, vermeld 1253-1263, ministeriaal van de graaf van Gelre 1263,
Kind van Evert uit onbekende relatie:
I. Frederick genaamd van de Eze van Heeckeren, geboren omstreeks 1230 (zie 256).
514 [waarschijnlijk] Steven van der Eze, geboren omstreeks 1200.
Notitie bij Steven: Ridder.
Zie: W. de Haas, in Herald. Bibliotheek (1882), 12.
In 1236 gaf het kapittel te Xanten goederen te Gaanderen, tot dusverre door Everardus de Hese en zijn zoon Stephanus bezeten, aan het klooster Bethlehem in eigendom (Sloet, Oorkondenboek, no. 585). Deze Stephanus zou dezelfde kunnen zijn, in 1233 als ridder de Embrica voorkomende (Sloet, no. 563). Stephanus is in 1245 met Everardus de Hekeren en anderen getuige bij de begiftiging van het klooster Bethlehem door Herman graaf van Loon (Sloet, no. 650). Volgens een verklaring in 1310 door heer Willem, priester, afgelegd en onder de archieven van Berg berustend, had Stephanus miles de Hese (= heer van Hese) het gericht van Etten verkocht aan Adam heer van den Berg; er wordt geen jaartal genoemd, maar de overdracht moet tusschen 1243 en 1260 hebben plaats gehad, gedurende welke jaren Adam heer van den Berg was. Gelijke getuigenis gaven toen mede: Stephanus de Hese en Stephanus de Hese, diens neef, maar het blijkt niet hoe de familiebetrekking was met Stephanus heer van Hese. Ridder Stephanus komt nog in 1273 voor als getuige bij een opdracht aan Bethlehem (Sloet, no. 948). Hij had vermoedelijk een zoon: Fredericus de Hesa, of de Hijkere dictus de Heza, zie kol. 501 Frederik (1).
Kind van Steven uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] NN van der Eze, geboren omstreeks 1240 (zie 257).
584 Dirk Drossaard van Brederode.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
585 Alverade van Heusden.
Kind uit dit huwelijk:
I. Willem van Brederode (zie 292).
586 Hendrik van Voorne. Hendrik is overleden in 1261.
Hij trouwde in 1231 met
587 Catharina van Cysoing.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hildegonde van Voorne (zie 293).
608 Herman van Voorst, geboren in 1222. Herman is overleden na 1288, minstens 66 jaar oud.
Notitie bij Herman: Vermeld in de jaren 1252 t/m 1288.
Hij trouwde met
609 Agnes van Lohn, geboren omstreeks 1225.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1250 (zie 304).
II. Herman van Voorst, geboren omstreeks 1250. Herman is overleden vóór 27-03-1320, ten hoogste 70 jaar oud.
Notitie bij Herman: Vermeld in een oorkonde van 19 mei 1315 (Registrum Guidonis nr 383)
Op maandag na de dag van St Servaes, op de Gore (Steenwijk), deed Herman van Voorst mij verslag van de het geschil tussen Johan van der Ese ter ene zijde en Herman van Kuinre ter andere zijde; dat hij daaromtrent een uitspraak gewezen heeft met Johan de zoon van Heer Volrad en met hen die beide partijen als scheidslieden hadden aangenomen. Dat waren Johan van der Leck, Engelbrecht van Gerner, Alfaer van der Scure, Heyneman (Heyne = Hendrik) de zoon van Grote Wouter en Wicher, de zoon van Helprich; verklaarden voornoemde scheidslieden een zoen (vredesovereenkomst) tussen beide partijen te hebben opgesteld die luidde als volgt:
Het goed dat de scheidslieden aan Herman van Kuinre en zijn vrouw toewijzen was dat leen dat Johan van der Ese zich vrij en eigen zal maken, niet bezwaard met schulden die Roelof van der Ese gemaakt had. Enz.

Op 10 oktober 1329 oorkondt Lutgard van Keppel, weduwe van Herman van Voorst, dat haar zoons Sweder en Roderick gescheiden hebben de goederen van wijlen hun vader en moeder, alsmede van hun tante Heylwigh van Voorst. Medezegelaars waren haar zwager Roderick van Voorst, haar broer Diederick van Keppel en haar neef Evert van Ulft.
Herman trouwde met Luitgard van Keppel. Luitgard is een dochter van Dirk van Keppel en Beatrix van Meurs. Luitgard is overleden na 1329.
Notitie bij Luitgard: Op 10 oktober 1329 oorkondt Lutgard van Keppel, weduwe van Herman van Voorst, dat haar zoons Sweder en Roderick gescheiden hebben de goederen van wijlen hun vader en moeder, alsmede van hun tante Heylwigh van Voorst. Medezegelaars waren haar zwager Roderick van Voorst, haar broer Diederick van Keppel en haar neef Evert van Ulft.
III. Roderick van Voorst, geboren omstreeks 1260. Roderick is overleden na 1329, minstens 69 jaar oud.
Notitie bij Roderick: Is medezegelaar van een akte dd 10 oktober 1329 van zijn schoonzuster Lutgard van Keppel.
IV. Heylwich van Voorst, geboren omstreeks 1270. Heylwich is overleden na 1329, minstens 59 jaar oud. Heylwich bleef ongehuwd. Heylwich bleef kinderloos.
612 Derck II van Keppel, geboren omstreeks 1265. Derck is overleden na 1300, minstens 35 jaar oud.
Hij trouwde met
613 Beatrijs Meurs.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wolter III van Keppel (zie 306).
II. Derck III van Keppel.
640 Haecko van Hardenberg, geboren omstreeks 1225. Haecko is overleden na 1259, minstens 34 jaar oud.
Notitie bij Haecko: In 1253 stemt de bisschop van Utrecht in met het verplaatsen van het klooster Marienkamp (Maria in Campis) naar Balderhaar.
In 1254 doet Otto graaf van Bentheim een schenking aan het klooster Marienkamp bij Coevorden.
In 1259 zijn de kloosterlingen (nonnen) vertrokken en wordt het dan door de nonnen bewoond huis door Otto van Bentheim in leen uitgegeven aan Hako van Hardenberg.
Otto III, graaf van Bentheim (1240-1285) beleende op 31 oktober 1259 het huis ten Clooster (domum in Campen iuxta Covordiam) aan ridder Hako Van Hardenberg, zoon van wijlen Stephanus de Hardenberg.
(Het oorspronkelijke klooster, dat na de slag bij Ane in 1227 en de daarna volgende slag bij Bakkeveen-Een, als boetedoening op kosten van de Drentse boeren werd gebouwd tussen Coevorden en Schoonebeek voldeed niet; was te vochtig en het land rondom werd steeds overstroomt. De nonnen hebben niet lang in het oorspronkelijke klooster gewoond en de abdis heeft gezorgd voor een aangepast onderkomen in een bouwhoeve ten westen van Coevorden, aangekocht van Johan Campinc en zijn vrouw Rote. Naar deze plek werd het klooster bekend als het klooster Maria in Campis.
De abdis bleef aandringen op een beter onderkomen op drogere gronden en kreeg toestemming tot verplaatsing. De echte verplaatsing liet echter 25 jaar op zich wachten.
Zie JS Magnin; kloosters in Drenthe)
Kind van Haecko uit onbekende relatie:
I. Steven van den Rutenbergh, geboren omstreeks 1250 (zie 320).

Generatie 11 (stamgrootouders)

1024 Stephanus Gerlagus van Heeckeren, geboren in 1160. Stephanus is overleden in 1231, 70 of 71 jaar oud.
Kinderen van Stephanus uit onbekende relatie:
I. Evert van Heeckeren, geboren omstreeks 1195 (zie 512).
II. [misschien] Stephanus van Heeckeren, geboren omstreeks 1200 (zie 1280).
1028 [waarschijnlijk] Everardus van der Eze, geboren omstreeks 1150.
Notitie bij Everardus: ESE (Evert van der), Everardus de Heze, wordt genoemd als een der stichters van het klooster Bethlehem bij Doetinchem, tusschen de jaren 1178 en 1182; bij die gelegenheid schonk hij een geheele hoeve in Gernere (thans Gaanderen, dorp in de gemeente Ambt-Doetinchem) (zie: Sloet, Oorkondenboek v. Gld., no. 395). Hij pachtte van zijn broeder Symon, proost van Emmerik, anderhalve mansus in Gaanderen, doch Symon’s opvolger gaf die landerijen in 1218 aan het klooster Bethlehem in pacht, omdat Everardus zijn geldelijke verplichtingen dienaangaande zelden of nooit nakwam. Bij deze laatste verpachting stond een andere Everardus de Heze als getuige, maar de familieverhouding tusschen deze twee gelijknamige personen is niet bekend (zie als voren no. 449). Ridder zijnde, sluit hij in 1231 een vergelijk met het kapittel te Emmerik over een tiend te Hüthum (Dederich, bl. 602). Niet geheel onwaarschijnlijk is het dat hij identiek is met den in 1233 voorkomenden Everardus de Embrica, die met Conradus, Rudolphus en Stephanus, ridders, 31 Mei 1233 als getuigen voorkomen bij het verleenen van stadsrechten aan Emmerik, door Otto graaf van Gelre (Sloet, no. 563).
Zie: W. de Haas in Herald. Bibliotheek (1882), 12, 13.
Kinderen van Everardus uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Rutger van der Eze, geboren omstreeks 1190.
Notitie bij Rutger: Ridder, gesneuveld in de slag bij Ane 1227.
II. [waarschijnlijk] Steven van der Eze, geboren omstreeks 1200 (zie 514).
1170 Jan I van Heusden.
Notitie bij Jan: Johannes of Jan, vermeld tussen 1200 en 1217.
Hij trouwde met
1171 Aleydis Persijn.
Notitie bij Aleydis: Als echtgenoot van Jan van Heusden wordt Aleydis ook vermeld als Aleydis van Cuyck.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Alverade van Heusden (zie 585).
II. Arnold II van Heusden. Arnold is overleden omstreeks 1242.
Notitie bij Arnold: Arnoldus of Arnoud of Arnold van Heusden, vermeld tussen 1200 en 1217 en tussen 1225 en 1235.
Hij kan ook nog dochters hebben gehad, waarvan één dan gehuwd kan zijn met Jan van Megen en een ander met Willem van Wijfliet. (Volgens een artikel van Chr. Thijssen)
Arnold trouwde met Machteld van Heinsberg. Machteld is een dochter van Diederik I graaf van Heinsberg van Kleef en Isolda van Limburg. Machteld is overleden vóór 1254.
III. Johan van Heusden.
IV. Aleid van Heusden.
1172 Dirk van Voorne. Dirk is overleden vóór 1229.
Hij trouwde met
1173 Alveradis van Kuijc, geboren omstreeks 1165. Alveradis is overleden na 1226, minstens 61 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hendrik van Voorne (zie 586).
1216 [waarschijnlijk] Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1210. Sweder is overleden na 1244, minstens 34 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Vermeld tussen 1230 en 1245.
Was in 1244 ridder.
Oorkonde van mei 1244: Otto, Elect te Utrecht, bevestigt de door Gerard van Steijgheren gedane verkoop en afstand van het leenroerige erf in Steijghere aan Otger de Proost, Beatrix de Priorissa en het gehele Convent van St Marienberg bij Hasselt in Salland en vergunt hun hetzelve voortaan als alodiaal te bezitten. Getuigen o.a. Ridders Gijsbert van Amstel, Sweder van Voorst, Gijsbert van Buckhorst, Steven de hofmeester (pincerna), Ernst van Wulven, Splinter van Loenersloot, Pelgrim van Putten, Gerard van Holte, Wolter Rading, Sweder Herijnck, Burchard van Iburch, Otto van Selehorst, Engelbert van Gerner, Rudolf en Coenraad van Steijgheren, en Herman en Godfried van Vilsteren.
Kind van Sweder uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Herman van Voorst, geboren in 1222 (zie 608).
1218 Hermannus I, Graaf van Lohn, geboren in 1203. Hermannus is overleden in 1252, 48 of 49 jaar oud.
Notitie bij Hermannus: oorkondenboek Oost Friesland:
Nr 17 Herford, 20 september 1224; Koning Hendrik VII beleent de edele vrouw Sophia, echtgenote van graaf Otto van Ravensberg, met het graafschap in Eemsgouw en met meerdere goederen en rechten zoals graaf Otto van de koning en zijn voorgangers in leen heeft gehad. Getuigen: hertog Walravenus en Hendrik zijn zoon, Gerard van Wassenberg, graaf Gerard van Theiz, graaf Adolf van Altena, graaf Godfried van Arnsberg, Herman, advocaat van Keulen en zijn zoon, rentmeester van Woltburg, Gerlagus van Bodinken, Herman van Alvetere, Herman van Lon, Godschalk van Lon, Reinold van Ressen, Sweder van Dinkethen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Herman Gf. v. Loen (1203 / + 1252), Herr zu Groenlo ist mit Rudolf von Steinfurt Erbe von ½ Bredevoort (1238) 1.oo 1235 Sophia, 2.oo um 1235 Euphemia, Erbin von Coeverden (1232 / 50), Ww. Heinr. II. von Borculo und T. v. Rudolf, Bgf. v. Coeverden. Herr v. Drenthe
Schwäger des Hermann von Lohn waren 1234 Heinrich von Ringenberg, Sveder von Ringenberg, Werner (=Wessel) von Heiden, Hermann Werenco und Hermann von Münster.
Er war Eigentümer von Varseveld mit der Mühle, Fischerei usw. im Lande Gooi und schenkte mit seiner Frau Sophie dies Eigentum dem damals noch dort ansässigen Kloster Bethlehem.
Hermannus trouwde (2), ongeveer 34 jaar oud, omstreeks 1237 met Eufemia van Coevorden (±1215-na 1250), ongeveer 22 jaar oud.
Hij trouwde (1), ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1225 met
1219 Sophia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Agnes van Lohn, geboren omstreeks 1225 (zie 609).
II. Hendrik van Lohn, geboren omstreeks 1227.
III. Sophia van Lohn, geboren omstreeks 1230. Sophia trouwde met Bernard von Ahaus. Bernard is overleden na 1296.
Notitie bij Bernard: 1296: Een beleeninghe van Bernhardt de Ahus, ridder, in dato 1296 in vigilia Penthecostes, waerbij Bartolt van Renen beleent is mit den tienden van Twenloe., 1296 mei 12.
NB Niet meer aanwezig.
IV. Herman II van Lohn, geboren omstreeks 1232. Herman is overleden in 1316, ongeveer 84 jaar oud.
Notitie bij Herman: 1248 ridder; http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Herman Gf. v. Loen (1248 Ritter, + 1316) oo Gertrud von Holte (1287, 1302, T. v. Hermann oo Sophia v. Ravensberg), Kinder:
Hermann (1287, +1315)
Wigbold (1287, + 14.08.1312), 1297 Domherr zu Münster oo 28.11.1311 Agnes von Kleve (T. Dietrich Luf II. Gf. v. Hülchrath)
Agnes von Kleve, Wwe. von Loen 2.oo Roger von Leefdael Burggraf von Brüssel
1278 sind Verwandte des Herman von Loen die Herren von: Borkulo, Ahaus, Sweder von Alpen (1283 -Sohn des Gottfried v. Gemen oo Sophia von Zuylen), Gerhard von Langen, von Münster, Gerhard von Lon (Werenze), Ritter, Allard von Heiden und Sveder von Merfeld (Werenze).
Beim Kampf um Bredevoort nahm Herman Gf. v. Loen den Gf. Engelbert von der Mark gefangen, welcher nach 16 Tagen Haft zu Bredevoort verstarb.
1289 verkauft Hermann von Lon das Herrschaftsrecht über den Schultenhof Welinc (direkt neben der Burg).
Herman Gf. v. Loen und sein Sohn Hermann verkaufen 1315 die Herrschaft Holte an Graf Otto von Ravensberg. Die Brüder Johann und Otto von Ahaus verkaufen am 03.08.1316 dem Bischof von Münster die ihnen durch Erbschaft zugefallene Herrschaft Loen und die Burg Bredevoort.
Herman Gf. v. Loen gibt die Gografschaft Loen an Geldern und erhält diese als Lehen zurück.
Herman trouwde met Gertrud van Holte.
V. Beatrix van Lohn, geboren omstreeks 1235.
1280 Stephanus van Heeckeren, geboren omstreeks 1200. Stephanus is overleden na 1248, minstens 48 jaar oud.
Notitie bij Stephanus: Ridder, vermeld 1231-1240.
Vermeld in een oorkonde van 25 augustus 1248 waarin Ommen stadsrechten krijgt van bisschop Otto III. Getuige Stephanus, kasteelbewaarder van Coevorden. Andere getuigen: Ingelbert van Voorst, Pelgrim van Putten, Sieger, schout van Vollenhove en Wolter Radinc (Vollenhove), ridders.
Kind van Stephanus uit onbekende relatie:
I. Haecko van Hardenberg, geboren omstreeks 1225 (zie 640).

Generatie 12 (stamovergrootouders)

2048 Conradus van der Ese.
Kind van Conradus uit onbekende relatie:
I. Stephanus Gerlagus van Heeckeren, geboren in 1160 (zie 1024).
2346 Hendrik III van Kuijc, geboren omstreeks 1135. Hendrik is overleden in 1204, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: http://www.topluuk.nl/getperson.php?personID=I5081&tree=GM01
Heer van Cuyk; door huwelijk heer van Herpen, vermeld tussen 1157 en 1204; stadsgraaf van Utrecht; voogd van de St. Jan in Utrecht.
NL 1949 kol 287:
Heinricus comes de Cuich ( 1166, OB. Sticht I, no. 453. 22 Februari 1166) of wel Comes Traiectensis Hanricus de Cuik wordt in de jaren 1166-1204 herhaaldelijk vermeld: in 1172 (OB. Sticht I, no. 473, anno 1172, 18 juni-24 september) en 1177 .a. ook als Comes Traiectensis; in 1198 naam Henric van Kuik, graaf van Utrecht, deel aan de koningskeuze van de Welfen-Koning Otto IV en in 1200 verscheen hij met zijn zoon Albert aan het hof van de hertog van Braband te Leuven; eindelijk in 1204 (OB. Sticht II no. 567, anno 1204) vindt men hem voor het laatst als Henricus de Kuc in de oorkonden vermeld en niet zo heel lang daarna zal hij gestorven zijn.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1160 met de ongeveer 20-jarige
2347 Sophia van Rhenen, geboren omstreeks 1140. Sophia is overleden in 1191, ongeveer 51 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Erfdochter van Herpen.
Vermeld in oorkonden tusse 1178 en 1203.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgarde van Perk van Kuijc, geboren omstreeks 1162. Liutgarde is overleden omstreeks 1222, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Liutgarde: Lutgard van Perk, overl. tussen 1219 en 1231, vermoedelijk ca. 1222, tr. ca. 1180 (in ieder geval voor 1192) Godfried II van Breda en Schoten, overl. tussen Pasen 1216 en Pasen 1217, zn. van Hendrik II van Breda en Schoten, en van Beatrijs van Laroche. In 1219 schonk Lutgard 12 Vlaamse ponden aan de kerk van St. Michiels in Antwerpen,
waar zij begraven wilde worden en waar haar graf in 1843 nog aanwezig was. De schenking was bestemd voor de zielerust van Godfried, haar overleden echtgenoot, voor haar eigen zielerust en die van haar vader en moeder, alsmede voor de zielerust van wijlen Godfried van Renen, bisschop van Utrecht, en diens broer Gerlach. Van deze laatste had zij Perk, bij Vilvoorde onder Brussel, geërfd.
Liutgarde trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1180 met Godfried van Breda.
II. Albert van Kuijc, geboren omstreeks 1163. Albert is overleden in 1233, ongeveer 70 jaar oud. Albert trouwde, ongeveer 32 jaar oud, omstreeks 1195 met Heilwig van Merum, ongeveer 25 jaar oud. Heilwig is geboren omstreeks 1170, dochter van Rutger van Merheim en Aleydis van Horne. Heilwig is overleden omstreeks 1235, ongeveer 65 jaar oud.
III. Alveradis van Kuijc, geboren omstreeks 1165 (zie 1173).
IV. Aleida van Kuijc, geboren omstreeks 1165.
V. Andreas van Kuijc, geboren omstreeks 1167.
VI. Frederik van Kuijc, geboren omstreeks 1170.
2432 Hermannus van Voorst, geboren omstreeks 1180. Hermannus is overleden op 28-07-1227 in Ane-Holthone, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Hermannus: Oorkondenboek Gelre-Zutphen: nr 435 tussen 1213 en 1216:
12-12-1215 wordt Hermannus van Voorst als getuige vermeld. eveneens in 1226 en op 26-07-1227. De laatste is opgemaakt in Deventer op 7 juli 1227 en betreft visrechten bij Kampen. Ook Diederik van Buckhorst is hierbij getuige.
Oorkondenboek Sticht Utrecht: anno 1220 wordt vermeld een getuige van Voerst.
In die akte draagt Albertus (Arnold) van Cuyck een borgleen over aan bisschop Otto II.
Grave en den Lande van Cuyck vermeld over dezelfde zaak: 4 maart 1224 als getuige Hermannus van Voorst.
Herman van Voorst sneuvelt in de Slag bij Ane (Holthone) op 28 juli 1227.
Vermeld in OGD0083 ca 1225 in de lijst van opbrengsten van het Domkapittel in Utrecht betreffende goederen in Drenthe. Ook Derk van Buckhorst wordt vermeld. Zijn beide verwant aan de dochters van Godschalk van Sepperothe? Deze dochters hebben de goederen van Prefect Leffert van Groningen geerfd, de leengoederen/landgoederen Eyen en Lemferding. Uit latere lijsten van inkomsten van de Bisschop van Utrecht blijkt dat door vererving delen van deze goederen in andere handen zijn overgegaan.
Hermannus van Voorst bezat ook leengoederen in plaatsen langs de Vecht. O.a. in Oud Bergentheim en Beerze. In 1832 hadden nazaten oorspronkelijke leengoederen op naam in deze plaatsen.
Kinderen van Hermannus uit onbekende relatie:
I. Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1210 (zie 1216).
II. Henricus van Voorst, geboren omstreeks 1212. Henricus is overleden na 1240, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Henricus: Vermeld als getuige in 1240 samen met Sweder.
2436 Gerhard III van Lohn, geboren omstreeks 1150. Gerhard is overleden in 1225, ongeveer 75 jaar oud.
Hij trouwde met
2437 NN van Bredevoort.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN van Lohn, geboren omstreeks 1190. NN trouwde met Werner (Wennemar) van Herden (Heiden).
II. Beatrix van Lohn, geboren omstreeks 1190. Beatrix trouwde met Sweder van Ringelenberg.
Notitie bij Sweder: Zie Sloet 572. Een oorkonde van 4 oktober 1234.
III. Mechteld van Lohn, geboren omstreeks 1195. Mechteld trouwde met Herman van Münster.
IV. Otto van Lohn, geboren omstreeks 1195. Otto is overleden na 1254, minstens 59 jaar oud.
Notitie bij Otto: 1234 Kanunnik in St Gereon Keulen; 1252-1254 Graaf van Lohn.
V. Hendrik van Lohn, geboren omstreeks 1200.
Notitie bij Hendrik: 1234 Proost in Zutphen; 1236 Domheer in Münster.
VI. Gerhard IV van Lohn, geboren omstreeks 1200. Gerhard is overleden na 1279, minstens 79 jaar oud.
Notitie bij Gerhard: Ridder; vermeld tussen 1223 en 1279.
VII. Hermannus I, Graaf van Lohn, geboren in 1203 (zie 1218).
VIII. Godschalk van Lohn, geboren omstreeks 1205.
Notitie bij Godschalk: oorkondenboek Oost Friesland:
Nr 17 Herford, 20 september 1224; Koning Hendrik VII beleent de edele vrouw Sophia, echtgenote van graaf Otto van Ravensberg, met het graafschap in Eemsgouw en met meerdere goederen en rechten zoals graaf Otto van de koning en zijn voorgangers in leen heeft gehad. Getuigen: hertog Walravenus en Hendrik zijn zoon, Gerard van Wassenberg, graaf Gerard van Theiz, graaf Adolf van Altena, graaf Godfried van Arnsberg, Herman, advocaat van Keulen en zijn zoon, rentmeester van Woltburg, Gerlagus van Bodinken, Herman van Alvetere, Herman van Lon, Godschalk van Lon, Reinold van Ressen, Sweder van Dinkethen.
2560 [misschien] Stephanus Gerlagus van Heeckeren (dezelfde als 1024 in generatie 11).

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

4692 Herman II van Malsen van Cuijk, geboren omstreeks 1100. Herman is overleden omstreeks 1168, ongeveer 68 jaar oud.
Notitie bij Herman: Heer van Cuijk en Grave;
Stadsgraaf van Utrecht (zie ’De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: ’Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn’).

Uit wikipedia:
Floris de Zwarte van Holland kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem.
Hij trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1130 met [misschien] NN van Namen.
Notitie bij het huwelijk van Herman en NN: Zie “De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: “Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn.”
4693 NN van Namen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik III van Kuijc, geboren omstreeks 1135 (zie 2346).
II. Albert van Cuijk.
Notitie bij Albert: Burggraaf van Utrecht.
Albert trouwde met Hadewich van Merheim (Merum). Hadewich is geboren omstreeks 1170, dochter van Rutger van Merheim en Aleydis van Horne. Hadewich is overleden omstreeks 1235, ongeveer 65 jaar oud.
III. Adelheid van Cuijk. Adelheid is overleden na 1200.
4694 Dirk van Rhenen, geboren omstreeks 1110. Dirk is overleden in 1177, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Dirk van Renen, bezat het allodium Herpen - waarschijnlijk hem door zijn vader nagelaten - was burggraaf van Utrecht van ca. 1156 tot zijn dood, overl. voor 1178, tr. N.N.(van Bierbeek?). Schonk samen met zijn broer bisschop Godfried landerijen onder Anderlecht en Dilbeek, bij Brussel, aan de priorij Vorst.
Hij trouwde met
4695 NN van Bierbeek.
Kind uit dit huwelijk:
I. Sophia van Rhenen, geboren omstreeks 1140 (zie 2347).
4864 Henricus van Voorst, geboren omstreeks 1160. Henricus is overleden na 1203, minstens 43 jaar oud.
Notitie bij Henricus: Vermeld 1203 als getuige in een oorkonde waarbij een verdrag wordt gesloten tussen Hertog Hendrik van Lotharingen en graaf Otto van Gelre. Sloet nr 411.
Kind van Henricus uit onbekende relatie:
I. Hermannus van Voorst, geboren omstreeks 1180 (zie 2432).
4872 Godschalk II van Lohn, geboren omstreeks 1125. Godschalk is overleden na 1185, minstens 60 jaar oud.
Notitie bij Godschalk: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk Graf von Loen, Richter in Südlohn ( urk. 1152-1185, 1190+, 1152 belehnt mit Loen v. Bf. Friedrich v. Münster oo N.N., Kinder: .
Gerhard III. von Loen
Kind van Godschalk uit onbekende relatie:
I. Gerhard III van Lohn, geboren omstreeks 1150 (zie 2436).

Generatie 14 (stamoudouders)

9384 Hendrik I van Malsen van Cuijk, geboren omstreeks 1070. Hendrik is overleden vóór 09-08-1108, ten hoogste 38 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Ook vermeld als Hendrik I van Malsen, burggraaf van Utrecht, vanaf 1096: Heer van Cuijk en Grave;
Was in 1096 getuige van Ida, gravin van Boulogne.
In 1101 getuige van Burchard, bisschop van Utrecht.
Hij trouwde met
9385 Alveradis van Hochstaden.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Aleidis van Cuijk. Aleidis trouwde met Arnold II van Rode (Rousch). Arnold is een zoon van Arnold I van Rode (Rousch) en Heilwich van Walbeck.
II. Ada van Cuijk.
III. Herman II van Malsen van Cuijk, geboren omstreeks 1100 (zie 4692).
IV. Godfried I van Cuijk, geboren omstreeks 1102. Godfried is overleden in 1167, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Zie: http://www.topluuk.nl/getperson.php?personID=I3758&tree=GM01
Graaf van Cuijk; Bruggraaf van Utrecht; vanaf 1130 Graaf van Arnsberg;
Hendrik weigert (als oudste mannelijke familielid) zijn toestemming voor het huwelijk van zijn nicht met Floris "de Zwarte", broer van de graaf van Holland. Hij wordt daarin gesteund door Godfried en hun oom Andreas, bisschop van Utrecht. Floris verzamelt een legermacht en valt het bisdom Utrecht binnen en plundert de Cuijckse bezittingen. De Utrechtse ministerialen wilden de bisschop niet verdedigen, of durfden het niet omdat Floris een neef van de keizer was. Nadat Floris het kasteel Lexmond heeft verwoest, ziet Andreas zich genoodzaakt om te vluchten. Floris vestigt zich in de stad Utrecht. Hij vordert de huizen en gronden van het kapittel van de Mariakerk, om daar zijn kamp te maken. Dit tot woede van de bisschop van Mainz, die klaagt dat de Hollanders van het kapittel "een bordeel en een paardenstal" hebben gemaakt. Herman en Godfried verzamelen een leger en trekken in 1133 naar Utrecht. Toevallig komen ze Floris tegen als hij vlak buiten de stad, bij Abstede, aan het jagen is. Na een kort gevecht probeert hij te vluchten maar zijn paard struikelt en hij wordt gedood. Graaf Dirk van Holland verwoest daarna het land van Cuijck, sloopt het kasteel van Herman en verdrijft hem uit zijn gebied. Ook keizer Lotharius kan de dood van zijn neef niet ongewroken laten, hij valt Arnsberg binnen en verdrijft Godfried.
In 1136 stellen twaalf edelen zich borg voor de broers van Cuijck en wordt hun straf verzacht. Hun leengoederen krijgen ze niet terug maar ze mogen wel weer op hun eigen bezittingen wonen. In die tijd bouwt Herman een kasteel aan de Maas. Bij dit kasteel zal later het stadje Grave ontstaan. In 1137 overlijdt Lothar en zijn opvolger Koenraad III herstelt Andreas van Cuijck als bisschop van Utrecht. Door de bemiddeling van Andreas wordt de vrede tussen Dirk en Herman ook weer hersteld. Wel moet Herman Dirk voortaan als zijn heer erkennen. Ook moet Herman rijke schenkingen doen aan de abdij van Mariënweerd bij Beesd, die hij in 1129 samen met zijn moeder Alvaradis heeft gesticht. De kloosterlingen zullen iedere dag voor het zielenheil van Floris de Zwarte bidden. Om de vrede definitief te bezegelen trouwden de kinderen van Dirk en Godfried, Otto van Holland en Alveradis van Cuijck, met elkaar. Godfried maakt carrière aan het hof, eerst onder Koenraad III en daarna onder Frederik Barbarossa. Hij vergezelt deze keizers onder andere op reizen naar Italië’.
Overige vermeldingen:
"stiftet 1129 mit Mutter und Bruder das Kloster Marienweerd, war bischöflicher Feldherr und bekriegte die Grafen von Holland, er erschlug 1133 den Grafen Florenz v. Holland und wurde daher zeitweise gebannt, Erbauer der Burg Altena."

Uit wikipedia:
Floris de Zwarte van Holland kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem.
Godfried:
(1) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, omstreeks 1128 met Jutta (van Arnsberg) (Ida) van Werl, ongeveer 25 jaar oud. Ida is geboren omstreeks 1103, dochter van Friederich van Arnsberg van Werl en Adelheid van Limburg. Ida is overleden na 1154, minstens 51 jaar oud. Ida is weduwe van Godfried II graaf van Kappenberg (±1097-1127), met wie zij trouwde omstreeks 1120.
Notitie bij Ida: Ook vermeld als Ida van Arnsberg.
(2) trouwde met Heilwig van Rhenen. Zie 9388,V voor persoonsgegevens van Heilwig.
9388 Godfried van Aerschot, geboren omstreeks 1085. Godfried is overleden in 1157, ongeveer 72 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Vermeld in oorkonden tussen 1105 en 1156.
Had Brabantse bezittingen.
Godfried trouwde (1), ten hoogste 54 jaar oud, vóór 1139 met Emiza van Valenciennes.
Hij trouwde (2), minstens 54 jaar oud, na 1139 met de minstens 49-jarige
9389 Sophia van Bemmel, geboren omstreeks 1090. Sophia is overleden in 1138, ongeveer 48 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dirk van Rhenen, geboren omstreeks 1110 (zie 4694).
II. Gerlach van Rhenen, geboren omstreeks 1112.
Notitie bij Gerlach: Vermeld in 1169 als Gerlacus de Perke. De bezittingen van de van Rhenens lagen o.a. bij Brussel, afkomstig van de van Leuvens. Perk is kennelijk toegevallen aan Gerlach.
Gerlach schenkt de tienden die hij had in Anderlecht en Dilbeek in 1187 aan de kerk van Vorst. De schenking wordt goedgekeurd door hertog Godfried van Braband en zijn zoon Hendrik en van hertogin Imagina (Ismene genoemd) van Loon.
Gerlach van Renen, na de dood van zijn broer Dirk burggraaf van Utrecht30. Hij verbond met zijn broer Dirk een aantal lenen (in het graafschap Teisterbant, o.m. Aelst en Heusden) aan het Utrechtse burggravenambt.
III. Godfried van Rhenen, geboren omstreeks 1114.
Notitie bij Godfried: Bisschop van Utrecht van 1156 tot 1178.
Uit: van Renen van dr. J A Coldeweij en Ph. J. van Dael;
Testament van Godfried bevat de volgende tekst: Vader Godfried laat zijn bezittingen in Brabant na aan zijn zonen Dirk, Gerlach en Arnold (geestelijke) en de rest van zijn bezittingen aan mij (=bisschop Godfried), mijn broer Hugo en mijn zuster Heijlwig. Aan mijn zuster kwam bij haar huwelijk haar vaders deel van Bemmel bij Nijmegen en Wormersbach boven Andernaken (= Andersberg ofwel Arnsberg!). Ik en broer Hugo krijgen Horst (door vader Godfried gebouwd). Hugo gaf mij Alborch (=Aalburg) en toen gaf ik hem heel Horst. Later is het kasteel verwoest, maar we hebben het samen weer opgebouwd. (Horst werd in 1163 tijdens de Gelderse oorlog verwoest.) Later is Hugo kinderloos overleden en zijn vrouw kreeg Horst als bruidsschat. Met de weduwe van Hugo is afgesproken dat zij mij voor 100 mark alle rechten op Horst verkoopt. Daarna geef ik het aan broer Gerlach. Als deze kinderloos komt te overlijden zal mijn verwant Godfried (van Kuyc) of één van zijn broers, of mijn nicht Sophie (Dirksdochter) en Hendrik van Kuyc het erven.
IV. Arnold van Rhenen, geboren omstreeks 1116.
Notitie bij Arnold: Was geestelijke.
Arnold bleef ongehuwd. Arnold bleef kinderloos.
V. Heilwig van Rhenen, geboren omstreeks 1118. Heilwig is overleden na 1164, minstens 46 jaar oud.
Notitie bij Heilwig: Verkrijgt Bemmel (bij Nijmegen) en Wormsbach (bij Andernaken), sterft na 1164
Heilwig trouwde met Godfried I van Cuijk. Zie 9384,IV voor persoonsgegevens van Godfried.
VI. Hugo van Rhenen, geboren omstreeks 1120. Hugo is overleden vóór 1178, ten hoogste 58 jaar oud.
9728 [waarschijnlijk] Engelbertus van Voorst, geboren omstreeks 1140. Engelbertus is overleden na 1195, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Engelbertus: http://www.historien.nl/het-verdwenen-kasteel-voorst/
Al in het jaar 944 zou er een burcht gestaan hebben aan de rand van het moerasgebied boven Zwolle. Dit gebied was van de bisschop van Utrecht en stond bekend als ‘pagus forestensis’, ofwel onherbergzaam moerassig veengebied. Het was er nat, koud, vochtig en ongezond. De bisschop wilde er zelf niet wonen en stuurde een forestarius, een beheerder, om de boel in de gaten te houden. De oudste telgen van het geslacht Voorst waren beheerder van dit gebied. Oorspronkelijk waren zij niet van adel. De taalsprong forestarius, forest, vooreest, voorst is snel gemaakt.
Opmerking Anne Post: De Duitse keizers na Karel de Grote zullen hier een steunpunt hebben gehad, een eenvoudige burcht, een mottekasteel zoals gebleken is uit archeologisch onderzoek.. Na 1040 verkreeg de bisschop van Utrecht de wereldlijke macht in het Oversticht van de Duitse keizer. Niet bekend is wie op dat moment leenman van de burcht was met als leenheer de Duitse keizer. De grafelijke rechten in Salland waren van ouds in handen van nazaten van graaf Wichman van Hamaland. De leenmannen op de borgen waren in praktisch alle gevallen verwanten van die grafenfamilie. Nadat de bisschop van Utrecht de wereldlijke macht over het Sticht en Oversticht had verkregen hebben de opvolgende bisschoppen steeds geprobeerd om familieleden op de voornaamste posten te krijgen. De functie van leenman op een leengoed was omstreeks het jaar 1000 vererfbaar geworden, dus een leenman vervangen kon alleen wanneer die stierf zonder wettelijke erfgenamen na te laten, of wanneer een leenman zich "vermetel’ gedroeg, dus zich niet hield aan de voorwaarden.
"Engelbertus de Voerst" staat vermeld in een oorkonde van 1195 opgemaakt in Deventer. In die tijd was er ook een Engelbert van Ramele bij Raalte. De naam Engelbert komt ook voor bij de familie van Buckhorst - van Gemen, maar van ouds zien we de naam bij de ridders van Horne.
Herman van Horne was bisschop van 1150 tot 1156 en was opvolger van Hartbert van Wierum, die zijn broers aanstelde tot prefect van Groningen en kastelein van Coevorden en zijn jongste broer Lambert beleende met een leengoed in Peize.
De voorouders van Engelbertus van Voorst moeten gezocht worden in de ridderfamilies van Berg - van Gemen - van Horne.
Kind van Engelbertus uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Henricus van Voorst, geboren omstreeks 1160 (zie 4864).
9744 Gerhard II van Rees van Lohn, geboren omstreeks 1090. Gerhard is overleden na 1152, minstens 62 jaar oud.
Notitie bij Gerhard: Edelman, Heer van Rees en advocatus/voogd in Munster.
Vermeld in oorkonden tussen 1110 en 1152.
1138 Graaf van Lohn.
"Zwischen 1138 – 1146 bestätigt der EB von Köln, Arnold I. von Randerath (1137-51), dessen Vorfahren Vögte der Kirche in Rees waren , daß Godschalk, der Bruder des Grafen Gerhard von Loo(z,n), mit der Stiftskirche zu Rees ein Gut zu Menzeln tauschte."
Kinderen van Gerhard uit onbekende relatie:
I. Godschalk II van Lohn, geboren omstreeks 1125 (zie 4872).
II. Gerhard van Lohn, geboren vóór 1173. Gerhard is overleden na 1221, minstens 48 jaar oud.
III. Hendrik van Lohn. Hendrik trouwde met Hedswindis van Bredevoort.

Generatie 15 (stamoudgrootouders)

18768 Herman van Malsen, geboren omstreeks 1030. Herman is overleden omstreeks 1080, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Herman: Zie ook: http://www.topluuk.nl/getperson.php?personID=I3767&tree=GM01
Herman van Malsen werd vóór 1096 door keizer Hendrik IV (1056-1105) beleend met het land van Cuijk. Uit dat jaar dateert een oorkonde waarin de toenaam van Cuyck voor het eerst voorkomt: een Henricus de Cuk is getuige in een oorkonde van Ida van Lotharingen en haar zoon Godfried van Bouillon.
Het betreft hier Hendrik I van Cuyck, overleden in 1108, gehuwd met Alveradis, gravin van Hochstaden.
Zijn broers waren Andreas van Cuyck, bisschop van Utrecht (1128-1139), en Godfried van Cuyck, elect-aartsbisschop van Keulen (1131).
Met deze generatie begint de echte geschiedenis van de familie van Cuyck. Ze stonden op hetzelfde niveau als de hertogen van Brabant en de graven van Holland en Gelre. Door huwelijk verbonden ze zich met leden uit de prefeodale adel, onder meer de families van Nassau, Berthout, van Rode, van Borssele en de Cocq van Opijnen. De van Cuycks waren een geslacht van dynasten. De heren voerden een ruiterzegel en verschillende Cuycks hebben belangrijke kerkelijke ambten bekleed. Mede door het feit dat hun bezittingen geen aaneengesloten geheel vormden, zijn ze er niet in geslaagd een landsheerlijk gebied te vormen.Op politiek-diplomatiek vlak hebben zij een uiterst belangrijke internationale rol gespeeld, maar de feodalisering van hun allodia heeft hun macht geleidelijk doen afbrokkelen.
Volgens Coldeweij waren Jan VI van Cuyck (ca. 1360 - 1394) en zijn zuster Johanna (ca. 1365 na 1426) de laatste telgen uit deze familie die eeuwenlang het gezag over Cuijk en Grave voerde. Op één of twee bastaarden van Jan VI na, overleden ze kinderloos. Hiermee was de illustere familie van Cuyck uitgestorven. Toch vinden we aan het begin van de 15 de eeuw een familie van Cuyck terug in Culemborg, vlak bij Geldermalsen.
Het betreft een oorkonde van Ida van Lotharingen, gravin van Boulogne, en haar zoon Godfried (van Bouillon), waarin ze een schenking doen aan de abdij van Affligem, uitgegeven door L.A.J.W. BARON SLOET, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutphen (Arnhem, 1872-1876) nr. 196.
We maken een onderscheid tussen de plaats Cuijk en de toe- of familienaam van Cuyck: de van Cuycks waren heer van Cuijk.
J.A.COLDEWEIJ,De Heren van Kuyc,7-12, 20-28
http://www.academia.edu/7371319/De_ene_Cuyck_is_de_andere_niet_De_familie_van_Cuyck_in_Culemborg_en_hun_verwantschap_tot_de_heren_van_Cuijk_Horst_van_Cuyck_en_Veronique_Lambert.
Gehuwd circa 1070 met Dochter van Albert II van Namen (Ouders : Albert II, graaf van Namen ca 1000-/1064 & ? ?) Geboren ca. 1040 - 1045.
Hij was aanwezig bij een verkoop in 1096 door Ida van Lotharingen, weduwe van graaf Eustachius II van Boulogne, en haar zoon Godfried van Bouillon.
Hendrik en Alveradis noemen bovendien hun "oudste" zoon Godfried.
Deze voornaam Godfried is een naam die niet te verklaren valt uit vernoeming naar moeders kant.
Ook de mogelijkheid dat Godfried van Kuijc / Arnsberg zou zijn vernoemd naar een gelijknamige jongere oom heer Godfried van Kuijc, proost van St. Severijn te Keulen, proost van Xanten, en elect-aarts-bisschop van Keulen (1131) zou niet waarschijnlijk zijn.
Eerdere onderzoekers hebben zich bezig gehouden met een verklaring van de naam Albert in jongere generaties.
Men zocht een huwelijk tussen Herman van Kuijc en een meisje uit de geslachten Van Namen, Durbuy, Laroche of Chiny, in welke families de naam Albert populair was.
Een juiste en betrouwbare aanhechting van diens huwelijkspartner ontbreekt echter nog steeds.
Wat met zekerheid bekend is (Coldeweij, blz. 49 - 50) is dat er in 1193 vier Luikse bisschopskandidaten waren die de steun genoten van graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen:a. Albert van Rethel, b.Albert van Kuijc, c. Otto van Valkenburg, d. Hugo van Pierpont.
Alle vier waren bloedverwanten van graaf Boudewijn, maar Albert van Rethel was nauwer verwant aangezien hij de neef was van de graaf.
Als we de doopceel lichten van alle betrokken verwanten dan blijkt een afstamming uit de graven van Namen als een rode draad te voorschijn te komen. a. Albert van Rethel was een zoon van Gouthier van Retel (+ 1148) en van Beatrice van Namen (+1160),dochter van graaf Godfried van Namen en diens tweede echtgenote Ermesinde van Luxemburg.
d. Hugo van Pierpont was een zoon van Albert van Rethel’s zuster Clementia, die gehuwd was met Hugo van Pierrepont (+ ca. 1188).
e. Graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen was de zoon van het rond 1125 - 1130 gehuwde echtpaar Boudewijn IV van Henegouwen (+1171) en Adelheid van Namen (+1168), de jongste dochter van Graaf Godfried van Namen.
Graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen, en Albert van Rethel waren dus volle neven, kleinzonen van Godfried van Namen en Ermesinde van Luxemburg.
En Hugo van Pierpont was een 1 generatie verder verwijderde verwant.
Ook tussen de Van Kuijcs en Van Namens valt een link te constateren die Coldeweij elders (blz. 154 - 157) in zijn boek noemt.
Coldeweij veronderstelt dat de Namense allodia [ = vrij erfgoed in tegenstelling tot leengoed] die op de grens van de stad Namen en in Champion (bij Namen) lagen, terug te voeren zijn op de medegave van de gade van Herman van Kuijc.
Coldeweij ging echter uit van een Herman van Kuijc die omstreeks 1130 huwde met een Van Namen. Het was diens zoon Albert van Kuijc die van 1195 tot 1200 bisschop van Luik was.
Aangezien de Luikse bisschop Albert van Kuijc een generatiegenoot van graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen was, moet de onderlinge verwantschap iets verder gezocht worden als die tussen de graaf en diens volle neef Albert van Rethel.
Het is onwaarschijnlijk dat de moeder van Albert van Kuijc een tante van graaf Boudewijn zou zijn geweest, want anders zou Albert ook als "consobrinus" [neef] zijn betiteld.
Aangezien de Van Kuijcs later Namense allodia bezitten moeten we de verwantschap met graaf Boudewijn toch zoeken in een verwantschap uit de graven van Namen zelf. Een verwantschap proberen te construeren via de graven van Laroche, Chiny of Durbuy kan derhalve achterwege blijven. Een medegave bij een dergelijk huwelijk zou voor de Van Kuijcs een elders gelegen allodiaal bezit hebben opgeleverd.
De moeder van Albert van Kuijc kan gezien het voorgaande ook geen Van Namen zijn geweest. Zijn grootmoeder Alverade [van Hochstaden] heeft gezien de publicatie van Henk Verdonk over haar [brochure 12, Alverade van Kuijc (1108-1131) en haar verwantschap, Lelystad 1999] een duidelijk "Duitse" afstamming. Derhalve kan niet anders geconcludeerd worden dat de Namense verwantschap nog 1 generatie hoger gezocht moet worden.
De echtgenote van Herman van Malsen moet een dochter uit het grafelijk huis Van Namen zijn geweest.
In Gens Nostra 1991 (nrs. 11 en 12, het tweede deel van het Karel de Grote nummer, blz. 469-696) vernemen we dat graaf Albert II Van Namen op 10 augustus 1035 samen met zijn vrouw Regelindis van Lotharingen, en diens zoon Albert III (diens 1e en nog jeugdige vermelding) wordt vermeld.
Op basis van Klaversma mogen we derhalve veronderstellen dat zoon Albert III in 1035 net de leeftijd van 7 jaar moet hebben bereikt. Hij zal dan minimaal in 1028 zijn geboren. Albert III overleed op 22 juni 1102. Zijn huwelijk met Ida van Saksen wordt op 1066/67 gesteld. Gezien zijn 1e vermelding in 1035 werd door de Werkgroep Middeleeuwse Vorsten Kwartieren voorzichtigheidshalve dit huwelijk als een waarschijnlijk 2e huwelijk betiteld.
Andere aanwijzingen - behalve zijn "gevorderde leeftijd" - voor een huwelijk ontbreken echter.
Uit het huwelijk van Herman van Malsen stammen diverse kinderen: opvolger Hendrik, een dochter [Heilwig] die in of kort voor 1096 huwde met Arnold van Rode, Andreas van Kuijc, de bisschop van Utrecht van 1128 tot 1139 en Godfried van Kuijc, overleden na 1134.
Deze voornaam en die van tijdgenoot graaf Godfried van Namen zijn ontleend aan de afstamming van de graven van Namen uit het huis van Ardennen, hertogen van Neder-Lotharingen.
Ook Godfried van Bouillon stamde via zijn moeder uit dit geslacht. Via deze Lotharingse afstamming is de aanwezigheid van Hendrik van Kuijc en (zijn zwager) Arnold van Rode bij de verkoop van 1096 op een logische wijze verklaard.
Hendrik van Malsen was dus gehuwd met een dochter van een graaf Van Namen. Een zoon met naam Albert ontbreekt echter tussen zijn kinderen. Deze kan echter als kind zijn overleden of een geestelijke loopbaan hebben gekozen waarbij zijn afkomst onbekend is gebleven.
Het huwelijk van Herman van Malsen plaatste Coldeweij op omstreeks 1070. Mijns inziens kan dit wel iets opgeschoven worden naar 1065/1070 omdat de periode tussen 1070 en 1075 wel iets te krap lijkt voor een Hendrik, een hypothetische zoon Albert, een zoon Andreas en wellicht een dochter die al in 1096 gehuwd was.
Herman’s vrouw zal rond 1065/1070 minstens een leeftijd van 20 hebben gehad.
Aangezien er geen aanwijzingen zijn voor een eerder huwelijk van graaf Albert III van Namen, moet deze Namense echtgenote een dochter zijn geweest van graaf Albert II Van Namen en diens echtgenote Regelindus van Lotharingen. Haar naam is niet bekend, maar wellicht heeft ze Ermengard geheten naar de moeder van graaf Albert II.
Kinderen:
1. Hendrik I van Kuijc
2. Heilwig van Kuijc,
Getrouwd in of kort voor 1096 met Arnold van Rode.
3. Andreas van Kuijc, geboren voor 1076.
Begon zijn geestelijke loopbaan in Luik ! Hij was vermoedelijk identiek aan een in 1095 genoemde aartsdiaken. In 1096 was hij (waarschijnlijk) aartsdiaken van de Kempen. Dat was een functie waarbij men minstens 20 jaar oud moest zijn. Andreas moet derhalve uiterlijk in 1075 zijn geboren.
Bisschop van Utrecht van 1128 tot 1139.
4. Godfried van Kuijc, van ± 1070, overleden na 1134.), en hun kinderen:
Hendrik I van Cuyck (van Malsen) ca 1070-/1108
Vermeld van 1057 tot ca. 1080.
Vermoedelijk door keizer Hendrik IV (1056 - 1105) beleend met het land van Kuijc voor 1096.
gebeurtenis: Vicegraaf van Utrecht.
Hij trouwde met
18769 Ermengardis van Namen, geboren omstreeks 1045.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik I van Malsen van Cuijk, geboren omstreeks 1070 (zie 9384).
II. Andreas van Cuijck, geboren omstreeks 1070. Andreas is overleden op 23-06-1139 in Utrecht, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij Andreas: Bisschop van Utrecht.
Zie: http://www.topluuk.nl/getperson.php?personID=I4738&tree=GM01
Andries van Cuijk (ca. 1070 - 23 juni 1139) was bisschop van Utrecht van 1128 tot 1139.
Andries stamde uit een bekend Stichts geslacht. Hij was de tweede zoon van Herman van Malsen en Irmgard van Namen.
Hij was de eerste bisschop van Utrecht sinds het Concordaat van Worms in (1122), waarmee de investituurstrijd tussen de keizer en de paus over de Bisschopsbenoemingen werd beslecht in het voordeel van de paus. Hij behoorde dan ook tot de pauselijke partij.
In 1133 raakte Andries in oorlog met graaf Dirk VI van Holland, die gesteund werd door de stad Utrecht en verschillende dienstmannen van de bisschop. Hij kreeg van koning Koenraad III de graafschappen Westergo en Oostergo terug, die keizer Hendrik V onder bisschop Burchard aan het Sticht ontnomen had.
Uit wikipedia:
Floris de Zwarte van Holland kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem.
III. Godfried van Cuijk, geboren omstreeks 1075. Godfried is overleden op 17-03-1135 in Steinfeld, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Elect-aartsbisschop van Keulen 1131; proost van Xanten 1128-1134;
Als uitvloeisel van de moord op Floris de Zwarte in 1134 moet Godfried zich terugtrekken in het klooster te Steinfeld in de Eifel waar hij kort daarna ook sterft.
IV. Heilwig van Malsen, geboren omstreeks 1076. Heilwig is overleden in 1128, ongeveer 52 jaar oud.
V. Ermengarde van Cuijk, geboren omstreeks 1070. Ermengarde is overleden in 1134, ongeveer 64 jaar oud. Ermengarde trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1085 met Diederik Heer van Herlaer van Looz (Loon), ongeveer 23 jaar oud. Diederik is geboren omstreeks 1062, zoon van Emmo II (Irmfried) van Looz (Loon) en Irmengard van Horne??. Diederik is overleden omstreeks 1134, ongeveer 72 jaar oud.
Notitie bij Diederik: Zoon van Emmo, II. graaf van Looz en Irmengarde van Horne
Echtgenoot van Ermengarde van Cuyck.
Broer van Arnold I, graaf van Loon (count de Looz); Otto, heer van Diest; Reinaud van Loon; Hendrik van Loon; Mathilde van Loon en Sophia.
Beroep: keizerlijk opperjachtmeester.
In een oorkonde opgemaakt tussen 1076 en 1099 komen onder de getuigen Theodericus de Herlaer en zoon Poppo voor.
In aanwezigheid van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders en rijksvorsten hield keizer Hendrik IV in mei 1078 te Aken een bijeenkomst en besliste hij in het geschil aangaande de kerk van Echt tussen Dirk van Herlaer, aangesteld in 1076 als voogd van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, en graaf Gerard van Wassenberg. Gerard werd voor de tweede maal veroordeeld om de inkomsten van de kerk te Echt, die hij zich wederrechtelijk had toegeëigend, terug te geven aan de Sint-Servaaskerk. Een priester genaamd Jocundus, heeft in de Vita sancti Servatii een aantal waardevolle vermeldingen neergezet en noemt enkele namen en gebeurtenissen waaruit het bovenstaande blijkt. Dirk van Herlaer moet dezelfde persoon zijn als Diederik van Loon.
In 1087 wordt nogmaals Dirk van Herlaer genoemd.
Wordt vermeld in een oorkonde van 28 december 1107 van keizer Hendrik V, opgemaakt in Aken, waarbij deze in ruil voor het rijksgoed Alzey aan graaf Hendrik van Zutphen een graafschap in Friesland gaf.(Urk en Emelweerd en mogelijk Kuinre)
Daarna nog in een oorkonde van 26 juni 1108 van graaf Floris I van Holland, samen met Gerard van Wassenberg en Hugo van Voorne.
18770 Gerard I van Hochstaden.
Notitie bij Gerard: Heer van Reineck
Hij trouwde met
18771 Aleidis van Wickrath.
Kind uit dit huwelijk:
I. Alveradis van Hochstaden (zie 9385).
18776 Arnold graaf van Aerschot, geboren omstreeks 1060. Arnold is overleden omstreeks 1115, ongeveer 55 jaar oud.
Hij trouwde met
18777 NN van Leuven.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Arnold van Aerschot, geboren omstreeks 1080. Arnold is overleden na 1155, minstens 75 jaar oud.
Notitie bij Arnold: Vermeld tussen 1115 en 1135.
Deed mee aan de tweede kruistocht, tussen 1142 en 1152 volgde hij zijn vader op
in het graafschap Aarschot, in 1147 noemt hertog Godfried l van Brabant hem "nepos", overleden na 1155, tr. N.N.
Had mogelijk nog een dochter Ermgard als 4e kind.
II. Godfried van Aerschot, geboren omstreeks 1085 (zie 9388).
19488 Godschalk I van Lohn, geboren omstreeks 1070. Godschalk is overleden omstreeks 1110, ongeveer 40 jaar oud.
Notitie bij Godschalk: Vermeld in oorkonden tussen 1086 en 1107 en in 1110. Heer van Loen vanaf 1092. Nam tussen 1096 en 1099 deel aan een kruistocht.
Zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
"Gerhard von Loen, Gf. v. Nordzutphen, geboren um 1043 (urk. 1059-1086, 1092 + 1059) um 1064 als Erbe seines Onkels Rupert, 1086 Gf. zu Loen, oo Irmgard N. Kinder:
Edelherr Godschalk I. von Lohn, Herr z. Rees (1085 –1092)
Ruprecht (Rupert) war sein Vorgänger als Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
Zu dessen Zeit, im Jahre 1046 lag die Grenze der Grafschaft des Rupertus zu Zutphen, „in Hamalanda sito“, auch bei „de Hunne ad Weicstapolon“ oder Weggestapelen, zwischen Bathmen und Holten, bei "Loo" an der Schipbeek, „inde ad Westerfle“ oder Westerflier bei Diepenheim. Hier könnte der Sitz der späteren Familie von "Loen" zunächst vermutet werden.
Lochem an der Berkel lag 1059 in der Utrechter Grafschaft des Ruprecht. Hier war ein Streit um den Zehnten zu Lochem zwischen Godschalk, Präfekt von Gennep, Besitzer der Herrlichkeit (Süd-)Zutphen (Graafschap mit Arnheim) und Ruprecht, Graf zu (Nord-) Zutphen entstanden, welcher vom Utrechter Bischof Wilhelm I. von Poitou (1054-1076) beigelegt wurde."
Hij trouwde met
19489 NN van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerhard II van Rees van Lohn, geboren omstreeks 1090 (zie 9744).
II. Gotschalk van Varsseveld van Lohn, geboren omstreeks 1095. Gotschalk is overleden na 1152, minstens 57 jaar oud.
Notitie bij Gotschalk: Vermeld in oorkonden tussen 1138 en 1152. Heer van Varsseveld.
Was gorechter in Südlohn, met Winterswijk, Aalten, Varseveld, Zelhem en Hengelo. Heer in de kerspelen Eibergen, Neede, Groenlo en Geesteren.
Lacomblet 355; (1138-1146) Aartsbisschop Arnold I van Keulen bevestigd de ruiling , waardoor Godschalk, broer van graaf Gerard van Loo, de Stiftskerk van Rees een goed te Menzeln tegen een ander inwisselt. Onder de getuigen graaf Otto, graaf Adolf, Christaan van Wieslinchonin, Engelbertus de Hornin, Heinricus de Aldenthorrin, Herimannus de Heppenthorpo.
1152; Frederik II, bisschop van Münster, sluit een overeenkomst met de ridder Godschalk betreffende het slot Lohn etc. . (zie Sloet nr 300)
"Godschalk verdraagt zich met Frederik II, bisschop van Münster, over het slot Loon en het bos Lissner; ontvangt van hem in leen regimen populare over de kerspelen Loon, winterswijk, Aalten, Varseveld, Zelhem en Hengelo, dat hij beweerde uit zijn gravenambt te bezitten, ten einde het voor den bisschop als alii vulgares te bewaren."
Als getuigen/aanwezigen worden vermeld:
Baljuw/ provoost Engelbertus; baljuw/provoost Engelbertus in Frisie; vrije mannen: Godschalk van Varseveld; Winemarus en Adalhardus zijn broers; dienstmannen: Bernhard van Dulmen en Steven van Frethene;
Uit: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk von Versneveld, Herr zu Versneveld (urk. 1138-1152), Richter d. Gogerichts Südlohn mit Winterswijk, Aalten, Verseveld, Zelhem u. Hengelo, Herr in den Kspln. Eibergen, Neede, Groenlo u. Geistern oo Lutgard von Were (Religion: r.K.). Erbin des Haupthofes Lon.
Gottschalk von Versneveld bringt sich nach dem Tode des Bischofs Werner von Münster (1132-1151) in den Besitz des Schlosses zu Lon, unter dem Vorwandt, damit belehnt zu sein. Als nun Bischof Friederich (1152 / 1168) zum Bistum gelangt war, nötigte dieser im Jahre 1152 den Edelherrn Godschalk von Lohn (1152) oder von Versnevelde (1154 - 1163) den unrechtmäßigen Besitz zu entsagen. In einem Vergleich ernannte er ihn jedoch auf Lebenszeit zum "Castellamnus" des Schlosses. Godschalk anerkannte im Gegenzug die Unrechtmäßigkeit seine angemaßten Besitzes im Liesner Wald und begnügte sich mit dem Forstrichteramt..
Weiterhin verzichtete Godschalk 1152 auf den bischöflichen Hofdienst und erkannte wegen seines Landrichteramtes (Regime populare) in den 6 Kirchspielen Lon, Winterswijck, Aladnon, Versnefelde, Selehem und Hengeld, sich wie andere Gografen als abhängig vom Bischof. Er war auch Herr in den Kirchspielen Groenlo, Eibergen, Neede u. Geestern.
Zwischen 1138 – 1146 bestätigt der EB von Köln, Arnold I. von Randerath (1137-51), dessen Vorfahren Vögte der Kirche in Rees waren, daß Godschalk, der Bruder des Gerhard von Loo, mit der Stiftskirche zu Rees ein Gut zu Menzelen (Alpen) tauschte.
Um 1134 / 39 befand sich der Gerichtsplatz „Hathemaresloh“ im Vorsitz eines Gottschalk. Dies bezeugten u. a. Otto von Rheineck zu Bentheim, Hermann von Calvelage und Adolf von Berge (u.a. Vogt von Kappenberg und Essen). „Hathemareslo“ liegt in der Nähe von Ibbenbüren im Kreis Tecklenburg. Im Jahre 1134 heisst es „locus pretorialis Hathemareslo“, hier war eine Dingstätte des Freigerichts der Edelherren von Ibbenbüren, deren Linie 1203 erlosch, sie trugen einen Anker im Wappen. Der Präfekt Gottschalk (1129-1177). gilt als Stammvater der Edelherren von Ibbenbüren. Ihm wurde das Herrschaftsgebiet in Ibbenbüren zugeteilt. Einer seiner Söhne war Bernard, Bischof von Paderborn (1189).
Gotschalk trouwde met Lutgard van Were.
Notitie bij Lutgard: Erfgename van het hoofdhof Lon.
III. Alardus van Wesenhorst van Lohn, geboren omstreeks 1100. Alardus is overleden na 1155, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Alardus: Zie ook: Adelhardus van Urk.

Heer van Wesenthorst, van Varsseveld en van Heiden, 1145-1163.
1145; "Allardus de Wissenhurst et frater Winemarus" zijn getuigen in een oorkonde waarin keizer Koenraad III de schenking bekrachtigd van de gouwen Westergo en Oostergo aan de kerk van Utrecht. Getuigen Hendrik graaf van Gelre, Godfried van Arnsberg en zijn broer graaf Herman, Dirk van Altena, Adelbert graaf van Novenich, Godfried prefect van Neurenberg, Rotbert graaf van Lurenburg, Godfried van Rijn en zijn broer Hugo, Gijsbert de zoon van advocaat Hugo, Gerard van Marten (Malsen?), Alard van Megen, Jordanus van Windesheim, Godfried van Wekene, Peregrinus van Campfeld, Litardus van Diepenheim, Alardus van Wisenhurst en zijn broer Werneboldus, Willem graaf van Goor, Rudolf de Wia, Otto van Malberg, Everhard Crichelman, Hendrik van Papenheim onze maarschalk, Hendrik Freso en zijn broer Wicher, Hendrik van Boningen, Arnold van Rodenburg, etc.
1155; Alardo de Wisenthurst; Winemar van Tideham; Dirk van Altena, Hugo Buter als vrije mannen getuigen met de dienstmannen Alberone, Diederik, Gerard, kastelein Otto, schulte Werner, maarschalk Gijsbert, cappellario Lubbert, Ulrik en Meinzone (Menso) in een oorkonde van bisschop Herman van Horne die de parochianen van Lopik bevestigd in het bezit van land voor de aanleg van een kanaal naar de Ijssel met sluis.

Mogelijk is deze Alardus dezelfde persoon als Adelhardus, voogd van de hof te Urk van St Pantaleon.
In of omstreeks 1107/1108, als voogd van Pantaleon beleend met de hof te Urck, bezit van de abdij S Pantaleon te Keulen, vermeld in een oorkonde opgemaakt tussen 1082 en 1118. Daarin geeft abt Herman van Zutphen van het klooster S Pantaleon de hof te Urch in pacht aan de voogd van dat hof en bij goed gedrag zal hij als erfpachter worden aangesteld.
In de oorkonde is vermeld dat hij bij goed gedrag het hofgoed in erfpacht zal krijgen. Dat zegt iets over zijn karakter. Hij was samen met zijn broer Winemar Heer van Wesenhorst en mogelijk gaf dat wat problemen en heeft men gezocht naar een functie op enige afstand waar hij zich zelfstandig kon ontplooien. De oplossing kwam in 1107 toen Hendrik van Zutphen, de zoon van Otto de Rijke van Zutphen die een broer was van Adelhardus mogelijke grootvader Gerard, het graafschap Urk en Emelweerd verkreeg. Het leengoed bij Urk van St Pantaleon verkeerde in neergaande lijn van exploitatie en Adelhardus kon hier zijn energie wel in kwijt. Ruim 50 jaar later krijgt een Hendrik de burcht Kuinre in leen.
[In februari 966: Keizer Otto I schenkt aan het klooster van St Pantaleon te Keulen: “het halve eiland Urk en al hetgeen zich bevindt tussen de overzijde van de rivier de Nakala tot aan Vunninga, met al zijn graslanden, weidegronden, visgronden, wateren en waterlopen, begaanbare en onbegaanbare wegen, roerende en onroerende zaken, nog te onderzoeken of reeds onderzocht en met alle wettige rechten die daartoe behoren, gelegen in het graafschap van graaf Egbert, waar weleer graaf Gardolf toezicht had.”

29 juni 968: Keizer Otto I geeft aan het nonnenklooster te Elten, gesticht door graaf Wichman, wat deze in beneficium bezat in territorium Urk, in de gouw Salon en in de graafschappen Naardinkland en Hamaland.

OSU 3033 (244bis) tussen 1082 en 1121) De abt van St. Pantaleon te Keulen (Herman van Zutfen) geeft de hof te Urk onder zekere voorwaarden (een vergoeding van vier en een halve mark zilver Keuls en de verplichting om de kameraar en twee dienaren onderdak te verlenen en de verplichting om hen te vervoeren naar Stavoren voor afdracht van de pachtsom en hen terug te brengen naar Nagelum) aan de voogd Adelhardus van dat hof in erfpacht uit. Zie ook: Fon Jelde; opstellen van D J Henstra over middeleeuws Frisia.

1118: Graaf Gerard van Gelre en zijn zoon Gerard zijn getuigen in een oorkonde waarbij keizer Hendrik V de kerk te Utrecht bevestigt in het bezit van een graafschap in Friesland.
(1118 is het sterfjaar van Hendrik van Zutphen (kinderloos) die de grafelijke rechten bezat van Urk en Emelweerd, welke rechten bij kinderloos overlijden zouden terugvallen op zijn vader; deze was echter al in 1113 overleden, zodat de grafelijke rechten vervielen aan de landsheer, de bisschop van Utrecht)
In 1118 verkrijgt bisschop Godebald van Utrecht het "SWECHUS" ( Oud hoogduits: swega = kudde en hûs = verblijfplaats, huis; in Schoonebeek Boo genoemd, waar zomers de herder met vee verbleef) te Kuinre met enkele hoeven en enig grasland. Vermoedelijk zijn die hoeven met land een oorspronkelijk landgoed, aangelegd volgens de richtlijnen van Karel de Grote, vermeld in zijn Capitulare de villis enz. Uit de goederenlijst van St Odulphus van 1132 blijkt dat Cunre al over een kapel beschikte en dat komt dan overeen met de bepalingen van het landgoederenbesluit dat elk landgoed over een kapel dient te beschikken. Swechhus wordt ook uitgelegd als Zwichthuis, een wijkplaats, in dit geval dan een uitwijkplaats voor het vee in de nacht, maar het kan dan ook een versterking zijn geweest waar men in geval van nood bescherming kan vinden.]

Kuinre is een strategisch gelegen plek waar door het leger van Karel Martel of zijn opvolgers zeker een versterking is aangelegd tijdens de pogingen om de Friezen en Saksen te onderwerpen. Het landgoed diende dan voor de voedselvoorziening van het leger en de decentrale hoven.
Aan wie het leengoed Kuinre in 1118 in leen is gegeven door de bisschop is niet vermeld, maar zeer zeker aan een lid van de familie Gelre/Zutphen, waarschijnlijk aan Hendrik van Wesenhorst, die zich daarna Hendrik van Cunre noemde. Deze Hendrik is een neef van Adelhardus, de pachter van het hof te Urk.
IV. Winemar van Wesenhorst van Lohn, geboren omstreeks 1102. Winemar is overleden na 1153, minstens 51 jaar oud.
Notitie bij Winemar: Edelman, 1145 van Wesenhorst, 1152 van Varseveld, 1152 van Heiden, 1155 van Oedem,

Generatie 16 (stamoudovergrootouders)

37536 Unruoch van Malsen.
Notitie bij Unruoch: Graaf in de Kempengouw.
Hij trouwde met
37537 Ermgard Hermansdr. van Sachsen, geboren omstreeks 1010.
Notitie bij Ermgard: Ook vermeld als Ermgard Hermansdr. van Westfalen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Herman van Malsen, geboren omstreeks 1030 (zie 18768).
37552 Arnold van Antwerpen.
Hij trouwde met
37553 Beatrice van Looz (Loon).
Kind uit dit huwelijk:
I. Arnold graaf van Aerschot, geboren omstreeks 1060 (zie 18776).
37554 Godfried van Leuven.
Kind van Godfried uit onbekende relatie:
I. NN van Leuven (zie 18777).
38976 Gerard I (Gebhart?) van Zutphen van Lohn, geboren omstreeks 1043. Gerard is overleden omstreeks 1092, ongeveer 49 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde van 1059 van bisschop Wilhelm van Utrecht, waarin de geschillen tussen de voorgangers van de bisschop van Utrecht met de Heren van Zutphen worden bijgelegd. Vermeld staan graaf Godschalk met zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebhart en Otto.
Wordt in 1064 als erfgenaam van zijn oom Rupert, graaf van het gebied Noord-Zutphen en in 1086 graaf van Laon of Loen of Lohn.
(Opmerking Anne Post: Rupert was een zoon van Ermintrud, de zuster van zijn moeder Adelheid van Zutphen.)
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/lohn/gerhard-i-lohn.html
Grote kans dat Gerhard I al tijdens zijn vaders leven in diens voetsporen in pagus Westfalen en, misschien, de Hetter treedt.
In ieder geval komt hij in 1086 samen met zijn zoon Godschalk I voor met de toenaam Lohn, maar dan zonder grafelijke titel: "Gerhardus de Laon. Godascalcus filius eius".
Het geslacht Lohn heeft vele zijtakken waaronder de families Van Der Heiden, Wesenthorst, Varsseveld en Silvolde.
Zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
"Gerhard von Loen, Gf. v. Nordzutphen, geboren um 1043 (urk. 1059-1086, 1092 + 1059) um 1064 als Erbe seines Onkels Rupert, 1086 Gf. zu Loen, oo Irmgard N. Kinder:
Edelherr Godschalk I. von Lohn, Herr z. Rees (1085 –1092)
Ruprecht (Rupert) war sein Vorgänger als Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
Zu dessen Zeit, im Jahre 1046 lag die Grenze der Grafschaft des Rupertus zu Zutphen, „in Hamalanda sito“, auch bei „de Hunne ad Weicstapolon“ oder Weggestapelen, zwischen Bathmen und Holten, bei "Loo" an der Schipbeek, „inde ad Westerfle“ oder Westerflier bei Diepenheim. Hier könnte der Sitz der späteren Familie von "Loen" zunächst vermutet werden.
Lochem an der Berkel lag 1059 in der Utrechter Grafschaft des Ruprecht. Hier war ein Streit um den Zehnten zu Lochem zwischen Godschalk, Präfekt von Gennep, Besitzer der Herrlichkeit (Süd-)Zutphen (Graafschap mit Arnheim) und Ruprecht, Graf zu (Nord-) Zutphen entstanden, welcher vom Utrechter Bischof Wilhelm I. von Poitou (1054-1076) beigelegt wurde."
Zie ook MD Teenstra: Jaar 1085. Gerhard I wordt erfgraaf van geheel Gelderland en regeert tot 1117.
Hij trouwde met
38977 Irmgard, geboren omstreeks 1045.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godschalk I van Lohn, geboren omstreeks 1070 (zie 19488).

Generatie 17 (stamoudbetovergrootouders)

75074 Hermann van Sachsen, geboren omstreeks 995. Hermann is overleden in 1024, ongeveer 29 jaar oud.
Notitie bij Hermann: Graaf in Westfalen en graaf van Isala.
Vermeld in 1017 als opvolger van Wichman III van Vreden.
In 1024 wordt een Herman van Westfalen vermeld als scheidsrechter in een erfeniskwestie tussen bisschop Meinwerc van Paderborn en Thietmar.
Hij trouwde met
75075 Emma van Emmerich.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ermgard Hermansdr. van Sachsen, geboren omstreeks 1010 (zie 37537).
77952 Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010. Godschalk is overleden op 16-12-1063, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godschalk: Gesneuveld op het slagveld in Noordwestfalen.
Notitie bij Godschalk: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/godschalk-i-twente.html#ConflictFriesland
Graaf van Agradingouw, Emsgouw, Hetter, Twente en pagus Westfalen en heer van Zutphen.
Vermeld als leengraaf van Noord Hamaland, graaf in Bochum, graaf in Twenthe, leengraaf in Hettergouw, stichtsvoogd van Münster en voogd van Liesborn; voogd van de kapittelkerk in Zutphen en eigenaar van de burcht in Zutphen.
Godschalk sneuvelde in Friesland in het leger van bisschop Adalbert van Bremen.
In een oorkonde van 1059 zegt bisschop Wilhelmus van Utrecht dat een langdurig geschil omtrent tienden met de heren van Zutfen is opgelost. Graaf Godschalk, zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebehard en Otto krijgen de tienden van Lochem toegekend.(Sloet nr 173) Als Gebehard geen schrijffout is van Gerhard moet worden betwijfeld of Godschalk de vader is van de hier vermelde kinderen.
zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk (urk. 1026-1059, + (gefallen) 1063/64, im Dienst des Erzbischofs Adalbert von Bremen im Kampf um Friesland), war Graf von der Twente, Präfekt und Vogt der Stifte Münster und Borghorst, Sohn Hermanns, Graf im Drein-, Lochtrop- und Hessengau, Vogt von Werden. Er heiratet vor 1059 Adelheid, Erbin von Zutphen (1059) und Waldenburg, Tochter des Grafen Liudolf, Vogt von Brauweiler, (*um 995) und Besitzer der Herrschaften Zutphen und Arnheim.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1035 met de ongeveer 20-jarige
77953 Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015. Adelheid is overleden omstreeks 1070, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Vermeld als gravin van Zutphen, erfgenaam van Waldenburg, erfgenaam van Zutphen, erfgenaam voogdij van Borghorst, erfgenaam voogdij van Münster.
Ook vermeld als Adelheid van Lotharingen.
Adelheid is weduwe van [misschien] Rutger van Kleef (±1010-±1030), met wie zij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1030.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard I (Gebhart?) van Zutphen van Lohn, geboren omstreeks 1043 (zie 38976).
gelre-wapenschild.jpg
1 Gelre-wapenschild
II. Otto II de rijke van Zutphen (afb. 1), geboren omstreeks 1045. Otto is overleden op 16-04-1113, ongeveer 68 jaar oud. Hij is begraven in Walburgiskerk Zutfen.
Notitie bij Otto: Vermeld als Heer van Zutphen, graaf in Friesland, ondervoogd van Corvey, graaf van Zutphen, Graaf van Corvey en graaf in Noordwestfalen.
1064 Vermeld als graaf Otto. Willem, bisschop van Utrecht, verklaart, volgens opdracht van keizer Hendrik IV, dat graaf Otto op een hofdag, door die keizer te Aken gehouden, waar tegenwoordig was Gerard graaf van Gelre, overgedragen heeft aan Constantijn van Melegarde de advocatie over de horige goederen en personen der kerk te Zutfen, doch voor zich en de wettige erfgenaam van oppidum Zutfen behouden heeft die over de curtis der kerk en over de wastinsigen; de proost ontvangt voor het ruilen van horigen twee solidi of een geitenvel; de keizer staat toe, dat ieder vrije zich en zijne goederen aan de kerk te Zutphen mag opdragen.
(Enkele vermeldingen kunnen niet juist zijn. Hendrik IV werd keizer in 1084; de aanwezige Herman was aartsbisschop van Keulen tussen 1089 en 1099; ook de overige vermelde hoogwaardigheidsbekleders kunnen niet aanwezig zijn geweest. Gerard graaf van Gelder moet dan Gerard I Flamens zijn geweest. Ook aanwezig zou zijn geweest Coenradus hertog van Luxemburg. Dat moet dan de grootvader zijn geweest van Koenraad van Luxemburg die in 1134 trouwt met Ermgard, de dochter van graaf Otto II van Zutfen. De inhoud van het stuk blijkt echter uit latere oorkonden wel juist te zijn)
Wordt vermeld omstreeks 1169 als getuige in een oorkonde van de kerk van Osnabrück als zoon van prefect Godschalk.
27 september 1074. Otto, graaf van Zutfen en Gelre, getuige in de oorkonde, waarbij Anno II, aartsbisschop van Keulen, goederen door Everhard, graaf van Kleef, en zijn vrouw Berta gegeven voor het stichten van een kerk te Neuss, tussen deze en de Dom te Keulen verdeelt. (Ook in dit stuk vermeldingen van getuigen die niet mogelijk zijn. Dat Otto ook graaf van Gelder was op dat moment kan ook niet waar zijn)
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 203; 1103; Otto graaf van Zutfen is aanwezig bij het ruilen van goederen tussen de proosten van St Steven te Mainz en van Ravengirsburg, waarbij de eerste de kerk van Alzey verkrijgt.
Sloet 208;1105 graaf Otto vermeld als de herbouwer van de kerk van St Petrus en St Walburgis te Zutfen, ingewijd door bisschop Burchart, die tevens de privileges van de kerk bevestigd.
Uit Henk Verdonk: In 1105 verklaart bisschop Burchard van Utrecht, dat hij, op verzoek van graaf Otto, illustris comitis domini Ottonis, naar Zutphen is gekomen om daar de door deze graaf na een brand her bouwde kerk in te wijden, en nadat hij met de graaf de door mot en vuur beschadigde privileges van de kerk heeft ingezien – op verzoek van de graaf en zijn wettige zonen, ipso cum filiis suis legitimis, die daarover met zijn kanunniken overleg had gepleegd – met de vredesban de goederen van deze kerk bevestigt, en wel over vier met naam genoemde hoven (curtes principales), te weten: te Zutphen, Broekhof, Horstlaar en Rijssel, en over de tien hoeven die graaf Godschalk had geschonken voor de nagedachtenis van zijn zoon Gebehard en al zijn verwanten, en wier voogdij aan de erfgenamen van de Zutphense nederzetting, sola advocatia in manu sua propria et heredum suorum legitimorum huis oppidi retenta, bleef voorbehouden.
Betreffende oorkonde, naar een afschrift uit de zgn. Zutphense rotulus, wordt voor een vervalsing gehouden. Toch mag worden aangenomen dat de inhoud elementen bevat uit een echt stuk. Uit deze oorkonde blijkt dat graaf Otto van Zutphen meerdere zonen heeft gehad.
1107 Hendrik V, Rooms koning, oorkondt dat hij op verzoek van graaf Otto van Zutphen en diens zoon Henricus aan de kerk van Zutphen het recht heeft gegeven dat vrijen zich en hun goed aan haar mogen schenken; aan de proost heeft hij rechtsmacht gegeven en regelt diens bevoegdheden en die van zijn schout; voorts bevestigd hij de graaf in de volledige rechtsmacht in Menardinghamme en in de wildban aan beide zijden van de Isla, welk bezit de graaf en diens voorgangers op grond van eigendomsrecht en niet ingevolge een koninklijke schenking bezaten. Andere getuigen: graaf Cruin, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, Diederik van Los, Steven en Herman van Oye en graaf Berengarius van Sultebach.
Sloet 210; Oorkonde opgemaakt tussen 1106 en 1128, een lijst van goederen van het stift Corvei, waarin ook het beneficium voorkomt van graaf Otto van Zutfen, voor zijn advocale servitutem, en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hadden aangematigd.
Oorkonde van het stift Corvey tussen 1106 en 1113 opgenomen in het UB van Osnabrück. Overzicht van de inkomsten van abt Erkenbert waarin ook de lenen van graaf Otto en zijn zoon Hendrik worden vermeld.
Uit Henk Verdonk: In een tussen 1106 en 1113 vervaardigde lijst van goederen van abt Erkenbert van Corvey (1106-1128) wordt graaf Otto van Zutphen met zijn zoon Hendrik genoemd. Volgens deze lijst hield Otto comes Sutfenensis voor zijn diensten als voogd, pro advocati servicio, de hoven Haselünne, Huntlosen en Lastrup in leen van de abdij, alsmede het goed Aldrup, dat door graaf Hendrik, de zoon van Otto, werd geclaimd, comes Heinricus filius Ottonis, en negen boerderijen in Hollwege. Volgens deze goederenlijst had graaf Otto deze voogdij ontvangen uit handen van de hertog, habuit nec advocatiam illam sed advocatiam ducis.
Aangezien de graven van Northeim hoofdvoogd van de abdij van Corvey waren, kan met deze hertog alleen Otto van Northeim zijn bedoeld, die van 1061 tot zijn afzetting door koning Hendrik IV in 1070 hertog van Beieren was. Ook na zijn afzetting bleef hij zich hertog noemen. Omdat Otto van Northeim op 11 januari 1083 overleed, moet graaf Otto van Zutphen in ieder geval vóór deze datum de voogdij over deze goederen in handen hebben gekregen. Zoon Hendrik was gehuwd met Mathilde van Beichlingen, haar vader was voormelde Otto van Northeim. Hendrik ruilt het leen Alzey voor een graafschap in Friesland (Urk en Emelweerd en Kuinre).
Coenradus van Urck verkrijgt later van de abdij Corvey het leengoed Mereta (Mirdum in Gaasterland). Zeer waarschijnlijk zijn er familierelaties tussen Coenraad van Urk en Koenraad van Beichlingen mogelijk, al of niet via Adelhardus de eerste voogd van het leengoed van St Pantaleon in Urk.
Otto:
(1) trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1060 met NN (Irmgard?) van Northeim.
Notitie bij NN: De graven van Nordheim waren erfelijk oppervoogden van de abdij Corvey.
(2) trouwde, ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1085 met Judith (Jutta) van Arnstein, ongeveer 15 jaar oud. Judith is geboren omstreeks 1070, dochter van Lodewijk I graaf van Arnstein en Guda (Jutta) van Lahngau. Judith is overleden in 1118, ongeveer 48 jaar oud. Zij is begraven in Walburgiskerk Zutfen.
Notitie bij Judith: http://members.upc.nl/n.prins53/pietzuiker/pietzuikervoorouders/f7700.html
Ook vermeld als Judith van Supplingenburg, www.manfred-hiebl.de/, dochter van graaf Gebhard van Supplinburg en zuster van keizer Lothar III (1125-1137)
Volgens Henk Verdonk kwam het leen Alzey via Judith van Arnstein aan de graven van Zutphen. Het leen stamt dan uit de erfenis van graaf Berthold von Stromburg (Ravensgierburg).
III. Gottschalk van Gennep, geboren omstreeks 1060. Gottschalk is overleden na 1096, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Gottschalk: Prefect van Gennep; vermeld in oorkonden tussen 1075 en 1096.
IV. Heribert van Gennep, geboren omstreeks 1062. Heribert trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1080 met Hedwig.
V. Umbert van Zutphen, geboren omstreeks 1065. Umbert is overleden na 1093, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Umbert: Monnik in Corvey, later abt van het klooster Abdinghof in Paderborn.

Generatie 18 (edelouders)

150148 Liudger von Sachsen Billung. Liudger is overleden op 26-02-1011.
Notitie bij Liudger: Graaf van Lesum. Komt in 1001 voor als graaf in Westfalen en graaf in Engern.
Hij trouwde met
150149 Emma van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Emma is overleden op 03-12-1038, ongeveer 58 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Bernhard II von Sachsen. Bernhard is overleden in 1059.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen
II. [vader:waarschijnlijk] Immed van Sachsen Billung.
Notitie bij Immed: Staat vermeld als bisschop van Paderborn tussen 1051 en 1076.
III. Hermann van Sachsen, geboren omstreeks 995 (zie 75074).
155904 Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967. Herman is overleden op 28-05-1029, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: graaf van Brabant en graaf van Verdun.
Ook vermeld als graaf van Nifterlaka.
Hij trouwde met
155905 Imma van Haspengau, geboren omstreeks 970.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Ermgard van Verdun.
Notitie bij Ermgard: Ook vermeld als Ermgard Hermansdr. van Westfalen.
II. Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010 (zie 77952).
155906 Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993. Liudolf is overleden op 11-04-1031, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Brauweiler.
Notitie bij Liudolf: Graaf van Bonngau, graaf van Zutphen van 1025-1031, heer van Waldenberg, voogd van Münster, voogd van Brauweiler, bannerheer van Keulen. Heer van Alzey en Walberg.
Op een grafschrift in de abdij van Brauweiler staat dat Ludolf, de zoon van paltsgraaf Ezzo en Mathilde, de dochter van keizer Otto II, gehuwd is met Mathildis Ottonis Zutphaniae comitis filia. In de Fundatio monasterii Brunwilarensis staat dat zij twee zonen kregen, Hendrik en Cuno, die beide kinderloos zijn gestorven.
De abdij is gesticht door Ezzo en Mathilde. Ludolf was voogd van de abdij.
Henk Verdonk neemt in zijn boek "Alzey-Zutphen; Een onderzoek naar het rijksleen Alzey van de graven van Zutphen", pagina 331, de stelling in dat hier de familieverhoudingen duidelijk zijn aangegeven en dat uit niets blijkt dat Liudolf en Mathilde één of meerdere dochters zouden hebben gehad.
Dat is mijns inziens te kort door de bocht. Vrouwelijke nakomelingen kunnen vaak alleen worden afgeleid uit vermeldingen in oorkonden of andere stukken die betrekking hebben op de echtgenoot. Het is wel zaak daarbij te letten op de tijdbalk en dat geen generatie wordt overgeslagen.
Ook vermeld als Ludolph de Lorraine en Liudolf van Brauweiler.
Tekst zie ook Sloet nr 156; oorkonde van 11 april 1031.
Hij trouwde, ongeveer 27 jaar oud, omstreeks 1020 met de ongeveer 17-jarige Mathilde van Zutphen.
Notitie bij het huwelijk van Liudolf en Mathilde: Ook vermeld als Luidolf van Lotharingen.
155907 Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003. Mathilde is overleden na 1031, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Was erfdochter van het bezit van haar vader Otto.
Verkreeg Alzey als morgengave of weduwengoed in 1031 bij de dood van haar man Liudolf, paltsgraaf en eerste voogd van de abdij Brauweiler. Hun zoontje Hendrik stierf in hetzelfde jaar. Zie W. Bader; Die ehemalige Benediktinerabtei Brauweiler in Pulheim bei Köln; 1976.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015 (zie 77953).
II. Cuno van Lotharingen, geboren omstreeks 1015.
III. Hendrik I van Lotharingen, geboren omstreeks 1020. Hendrik is overleden omstreeks 1031, ongeveer 11 jaar oud. Hendrik bleef ongehuwd. Hendrik bleef kinderloos.
IV. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1020. Mathilde is overleden in 1076, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: 1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit van Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft. De gegeven helft van Straelen is in 1064 door Bruno van Kessel geschonken aan de aartsbisschop Anno II van Keulen en is afkomstig uit het familiebezit van zijn vrouw Mathilde van Zutphen. In 1076 is Mathilde dus overleden en haar zuster Ermintrude leeft dan nog.
Mathilde trouwde met Bruno von Heimbach graaf van Kessel. Bruno is geboren omstreeks 1020, zoon van Hendrik van Kessel. Bruno is overleden in 1067, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Voogd van St Pantaleon, Heer van Straelen en Stokkem.
1064. Bruno (van Kessel), graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik.
Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100.
1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit te Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft.
Sloet nr. 183. Regesten Roermond.
Zie ook:
https://www.genealogieonline.nl/de/stamboom-i-m-d-de-vries/I14629.php
Hieruit mogen we afleiden dat naar alle waarschijnlijkheid hun familie ook het voogdijschap van Straelen 1118 weer terug heeft verkregen en dat dit daarna steeds in de familie wordt overgedragen.
Een van hen is later Reinzo van Straelen in 1144 genoemd.
1096 december 13.
Herman III, aartsbisschop van Keulen, geeft aan de abdij Siegburg het praedium van gravin Irmintrudis, waaronder Stokkem en Straelen.
Sloet nr. 197.
Hier lezen we dat Irmintrudis van Zutphen ook Stokkem in bezit had.
Dit Stokkum is waarschijnlijk de plaats gelegen tussen KLeef en de oude IJsel.
V. [waarschijnlijk] NN van Zutphen, geboren omstreeks 1020. NN is overleden vóór 1064, ten hoogste 44 jaar oud. NN trouwde met Elli II van Leinegau.
VI. [waarschijnlijk] Irmingard van Aspel, geboren omstreeks 1020. Irmingard is overleden omstreeks 1065, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Irmingard: Uit: https://de.wikipedia.org/wiki/Irmgard_von_Süchteln
Während ältere Kirchendokumente ab dem 12. Jahrhundert zunehmend von nur einer wohltätigen Person ausgingen, deren Namen gleichzusetzen seien, sind in der neueren Forschung mehrere Rekonstruktionsversuche unternommen worden, die von bis zu drei Personen ausgehen: Eine ältere Irmgard (von Aspel), eine jüngere Irmgard (von Süchteln), und eine Schwester Irmtrud (von Aspel). Das ökumenische Heiligenlexikon geht von der Stifterin/Mutter Irmgard und der Pilgerin/Tochter Irmtrud als zwei zu unterscheidenden Personen aus, deren Legenden stark durchmischt seien; Klaus-Gunther Wesseling verwarf hingegen die „konstruierte Abgrenzung“ zwischen der Gräfin/Stifterin Irmgard und der Jungfrau/Pilgerin Irmgard: es handele sich demnach um nur eine Person.

Die Burg Aspel wurde im 10. Jahrhundert von Richizo von Aspel erbaut, dem Neffen des Kölner Erzbischofs Wichfrid. Richizos Sohn Godizo von Aspel erbte diese Anlagen; er starb um das Jahr 1011/1012; seine namentlich nicht bekannte Witwe um 1022. Die Geburt der gemeinsamen Tochter Irmgard wird um das Jahr 1002 vermutet. Sie soll zwischen 1020 und 1030 den Grafen Kadelo geheiratet haben, diese Ehe sei kinderlos geblieben.[3][4] Sie konnte ein großes Vermögen verwalten und wohnte in Köln, wo sie Wohltäterin für die Armen der Stadt gewesen sein soll. Sie stiftete eine Kirche in Haldern und gründete das Kollegiatstift in Rees. Beigesetzt wurde sie im Kölner Dom; 1319 wurden ihre Gebeine in die Agneskapelle im neuen Chor überführt.[5]
Nach einer Rekonstruktion starb Gräfin Irmgard von Aspel im Frühjahr 1064/1065.[6] Ihre jüngere Schwester Irmtrud von Aspel machte 1075 die Schenkung von Rees an das Erzbistum. Eine von Irmtruds Töchtern war die spätere Eremitin Irmgard von Süchteln, welche demnach auch die drei Pilgerfahrten nach Rom unternommen haben soll.[3]Nach einer anderen Rekonstruktion war die ältere Irmgard von Aspel ein Einzelkind. Als entfernte Cousine von Kaisers Heinrich III. schenkte dieser ihr im Jahr 1041 mehrere Landgüter, die nach ihrem Tod 1065 in den Besitz ihrer Töchter Irmtrud und Irmgard übergegangen seien. Die Tochter Irmtrud nahm 1075 die Schenkung an das Erzbistum vor; die Tochter Irmgard unternahm die Pilgerfahrten nach Rom und wurde Einsiedlerin.[7]
Eine weitere Interpretation der Quellen gibt an, dass es sich um eine einzige Person gehandelt habe, welcher Legenden bezüglich Einsiedlertum und Pilgerfahrten angedichtet worden seien; nur eines der Todesdaten (um 1065 oder um/nach 1080) könne stimmen; die Übertragung der Landgüter an das Erzbistum Köln sei „nach 1040“ erfolgt.[1
VII. [waarschijnlijk] Irmintrud van Aspel, geboren omstreeks 1022. Irmintrud is overleden omstreeks 1083, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Irmintrud: Ook vermeld als Irmintrud von Waldenburg.
Zie over de persoon Irmgard: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/IrmgardisvanZutphen
Is mogelijk dezelfde persoon als Irmingarde, vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 waarin Koning Hendrik III aan zijn nicht Irmingarde goederen schenkt gelegen te Harive, Vaals, Apine en Valkenburg in de Luikgouw in het graafschap van Diebald. Zie Oorkondenboek Gelre-Zutfen van Sloet nr 160.
Lacomblet 109; König Heinrich III schenkt seiner nichte Irmingard, auf Bitte des Herzogs Gozelo und dessen Sohnes Godefred, das confiscirte Gut in den Villen Hervé, Vaels, Epen, Falkenberg, im Lütticher Gaue, in der Grafschaft’s Dietbald’s.
In een oud Liber memoriam van het Stift Rees genoemd: cometissa Sutphaniensis et fundatrix ecclesie Ressensis.
In een oorkonde opgemaakt tussen de jaren 1056 en 1075 is vermeld dat gravin Irmintrude de proosdij te Rees schenkt aan de kerk van St Peter te Keulen. (Lacomblet Urkundenbuch nr 222; Sloet nr 169)

1064; Bruno, graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik. (Bruno was de man van Mathilde, de zuster van Irmintrude)
Zie ook: 1064. Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100
Op 29 juli 1075 (volgens Sloet) zegt Anno, aartsbisschop van Keulen, dat hij de goederen die zijn voorganger heeft ontvangen van Irmintrude, heeft gegeven aan de door hem gestichte kerk van Maria ad gradus te Keulen.
Van Spaen stelt de oorkonde op 1065.
Hildolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigd de gift van Stralen, door zijn voorganger Anno II aan de abdij Siegburg gedaan, de helft dadelijk, het overige na het overlijden van Ermentrude. De oorkonde heeft geen datum maar is gesteld op 1076.
In een oorkonde gedateerd tussen de jaren 1079 en 1089 verklaart Sigewin, aartsbisschop van Keulen, dat gravin Irmengarde aan de proost van Rees gegeven heeft de strafrechtspraak over de horigen der kerk, de varkenstienden te Rees, Emmerik en Stralen, ene curtis te Wezevelde en haar bezittingen te Königswinter.
Sloet 307; 3 juli 1159; Paus Adriaan IV bevestigt de giften die door gravin Irmintrude of Irmingarde aan de kerk te Rees zijn gedaan.
Irmintrud trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1040 met Ruprecht I (Rupert) van Opper Lahngau, ongeveer 20 jaar oud. Rupert is geboren omstreeks 1020. Rupert is overleden in 1064, ongeveer 44 jaar oud.
Notitie bij Rupert: Urkundenbuch Niederrhein Lacomblet nr 295; 27-05-1122; Keizer Hendrik V geeft aan de abdij van Werden het goed Elten terug, door zijn grootvader aan de abdij geschonken, maar die de graaf Rutbert en zijn gemalin Ermentrud aan zich getrokken hebben.
Ook vermeld als Rupert I van Zutphen, met kinderen Herman, abt van St Pantaleon en Guda van Zutphen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Ruprecht (Rupert) war Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.

Generatie 19 (edelgrootouders)

300296 Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912. Herman is overleden op 27-03-973 in Quedlinburg, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Herman: In het jaar 936 benoemd tot hertog (legeraanvoerder) door koning Otto I.
De koning koos niet de oudere broer Wichman, die zich daar wel tegen verzette, maar in 938 vrede moest sluiten met Otto.
Herman trouwde (2) met Hildegard van Karolingen (±803-857), zie 623619.
Hij trouwde (1) met
300297 Oda.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liudger von Sachsen Billung (zie 150148).
II. Emma von Sachsen Billung.
Notitie bij Emma: Abdis van Herfort.
300298 Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950. Immed is overleden op 27-01-983, ongeveer 33 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Immed: Overlijdensdatum ook vermeld als 29-01-990
Notitie bij Immed: Stamt uit een vooraanstaand Saksisch geslacht.
Graaf van de Betuwe, Duffelgouw en Hettergouw.
Meer informatie in publicaties van Johanna M van Winter en Hein Jongbloed.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 975 met de ongeveer 23-jarige
300299 Adela van Hamaland, geboren in 952. Adela is overleden in 08-1017 in Keulen, 64 of 65 jaar oud.
Notitie bij Adela: Was de laatste gravin van Hamaland.
Sloet nr 143: 6 oktober 1016. Gravin Adela doet den West-Saksische graaf Wichman vermoorden; de Houberg wordt belegerd die door Adela, daar Balderik was gevlucht, wordt verdedigd. Zij geeft zich over, met lijfsbehoud, waarna het slot wordt verwoest. Balderik en Adela verliezen hun goederen.
Sloet nr 145 jaar 1017. Na de dood van Adela verdelen haar zoon Meinwerk en haar dochter Adela, die non was in de abdij van Elten, de goederen die in de Nederlanden waren gelegen.
Adela trouwde (2), 43 of 44 jaar oud, op 18-12-996 met Balderik graaf Duffelgouw (±965-1021), ongeveer 31 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meinwerk bisschop van Paderborn, geboren omstreeks 975. Meinwerk is overleden op 05-06-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Meinwerk: Bisschop van Paderborn
Hij was bevriend met keizer Hendrik II.
Uit: http://www.heiligen.net/heiligen/06/05/06-05-1036-meinwerk.php
Na de dood van bisschop Rotharius van Paderborn, werd hij tot opvolger benoemd. Op 13 maart 1009 ontving hij in Goslar de bisschopswijding uit handen van bisschop Willigis van Mainz († 1011; feest 23 februari).
Spoedig daarna vertrok hij naar zijn nieuwe standplaats, waar hij met veel eerbied en vriegde door zijn nieuwe kudde werd ingehaald. De kathedraal, die nog stamde uit de tijd van Karel de Grote († 814), bleek echter tot een ruïne vervallen te zijn. Onmiddellijk toog hij aan het werk, liet de nieuwbouw, waarmee zijn voorganger juist begonnen was, weer afbreken, omdat hij het allemaal te klein vond, en legde het fundament voor een imposant godshuis.
Intussen visiteerde hij zijn bisdom en ging overal persoonlijk poolshoogte nemen van de situatie. Intussen vond hij nog tijd om keizer hendrik aan het hof bij te staan en raad te geven in de oorlogen, die juist uitgebroken waren en om enkele bisschopssynodes bij te wonen. Overal waar hij kwam, wist hij geld en goederen los te krijgen voor de bouw van zijn kerk. Op 13 februari 1013 werd Hendrik in Rome door de paus tot keizer gekroond. Bij diezelfde gelegenheid ontving hij uit handen van de paus een grote hoeveelheid relieken voor zijn kerk. Op de terugweg gingen Hendrik en Meinwerk langs klooster Cluny in Bourgondië. Van daar nam hij dertien monniken mee om in zijn bisdom een nieuw klooster te beginnen. Dat is de stichting van klooster Abdinghofen in 1015. Siegward (of Sigehard) werd er tot eerste abt aangesteld. In dezelfde tijd vernam Meinwerk, dat de kloosterlijke geest in de beroemde abdij van Corvey aan de Weser ernstig in verval was. Hij zette abt Wallon, die daarvoor verantwoordelijk werd gehouden af, en benoemde Druthmar († 1046; feest † 15 februari & 13 augustus), aan wie hij een aantal wijze lessen en regels meegaf.
In september was de nieuwe kathedraal klaar en op 15 september van dat jaar werd ze plechtig ingewijd. Ook de domschool bracht hij weer tot bloei.
Het jaar daarop werd Meinwerk getroffen in zijn persoonlijk leven. Zijn moeder, die na de dood van Imad hertrouwd was met een edelman Baudry, had zich door haar nieuwe echtgenoot op laten stoken om haar andere zoon Diedrik om het leven te brengen. De keizer wilde haar de doodstraf toedienen, maar op verzoek van Meinwerk schonk hij haar gratie. Wel werden al haar goederen verbeurd verklaard en kwamen ten goede aan goede doelen. Zowel Baudry als moeder zouden later ellendig aan hun komen.
Meinwerk bleef de rest van zijn leven actief; hij stichtte kerken en kloosters, en bleef ook aan het hof verbonden onder keizer Hendrik’s opvolger Koenraad. Hij stierf op 11 juni, pinksterzaterdag, van het jaar 1036. Hij werd als bisschop opgevolgd door Rudolf van Hersfeld.
In 1376 werd zijn stoffelijk overschot tot de eer der altaren verheven.
II. Diederik I graaf van Hamaland van de Betuwe, geboren omstreeks 978. Diederik is overleden op 07-01-1017, ongeveer 39 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Diederik: Vermoedelijk vermoord door zijn stiefvader Balderik
Diederik trouwde met NN van Teisterband. NN is een dochter van Unroch van Teisterbant.
III. Emma van de Betuwe, geboren omstreeks 980 (zie 150149).
IV. Azela (Adela) van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Azela is overleden na 1017, minstens 37 jaar oud.
Notitie bij Azela: Kanunnikse in Elten
V. Glismod van de Betuwe, geboren omstreeks 985. Glismod is overleden omstreeks 1040, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Glismod: Gehuwd met een graaf uit Beieren.
Glismod:
(1) trouwde met Reding graaf van Beieren.
(2) trouwde met Adalbert van Oostenrijk.
311808 Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937. Godfried is overleden in 1002, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Godfried van Verdun "de gevangene"
Het huis van Verdun, of het huis van Ardennen, of het huis van Wigerik, is één van de oudste geverifieerde adelijke families in Europa. Wigerik was paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Bidgouw. Hij is vòòr 919 overleden.
Graaf van Hettergouw, Bidgouw, Methingouw, Henegouwen, Verdun, markgraaf van Ename en van Frisia, prefect van Utrecht.
Godfried is weduwnaar van Averarda Everhardsdr. van Salland (ovl. 961), met wie hij trouwde (1), ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950.
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
311809 Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939. Mathilde is overleden op 25-05-1008, ongeveer 69 jaar oud. Mathilde trouwde (1), ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 955 met Boudewijn III van Vlaanderen (940-962), ongeveer 15 jaar oud, zie 1201198,III.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried II van Verdun van Neder Lotharingen, geboren omstreeks 961. Godfried is overleden op 26-09-1023, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Was hertog van Neder-Lotharingen
Godfried bleef kinderloos.
II. Gozelo I van Verdun, geboren omstreeks 970. Gozelo is overleden in 1046, ongeveer 76 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Zegt in 1044 grafelijke rechten te hebben op o.a. Fivelgo. Zijn zoon Godfried schijnt daarna met Fivelgo te zijn beleend tot 1047 toen het hem weer is ontnomen vanwege zijn opstand tegen de keizer.
Bruno V van Brunswijk claimt dezelfde rechten.
Vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 als Hertog waarin hij met zijn zoon Godfried de koning Hendrik III verzoekt om de geconfiskeerde goederen in Hervé, Vaals, Epen en Valkenburg te schenken aan Irmingard, een nicht van de koning.(Lacomblet nr.109)
III. Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967 (zie 155904).
IV. Adalberd II van Verdun, geboren omstreeks 964.
V. Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975 (zie 311815).
VI. Frederik van Verdun, geboren omstreeks 970. Frederik is overleden op 06-01-1022 in Verdun, ongeveer 52 jaar oud.
VII. Adelheid (van Saksen) van Verdun. Adelheid trouwde met Rudolf I van Werl. Rudolf is geboren omstreeks 985, zoon van Herman (I) van Werl en Gerberga van Bourgondië. Rudolf is overleden op 12-07-1044, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/werl_grafen_von/rudolf_graf_von_werl_um_1044/rudolf_graf_von_werl_+_um_1044.html (artikel Paul Leidinger)
Graaf van Fivelgo(uw) volgens de bronnen tussen 1031 en 1038. Zie www.graafschap-middeleeuwen.nl/
Komt ook voor als Ludolf von Werl. Geboren tussen 982 en 986. (de.wikipedia.org)
Vermeld in een oude Tabula van de Keulse kerk: XI Ludolphus Comes dedit Werle et quicquid propietatis habuit in Episcopatu Coloniensi et insuper tantum de sylua Lur quantum remansit fratri suo Conrado.(jaar 1000)
www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/ondergang-hamaland.html
vermeld 1031-1038; graaf aan de Groninger kust.
Rodolf (Rudolf) wordt als graaf genoemd in de oorkonde van 21 mei 1040 waarin koning Hendrik III de landgoederen Eyen en Linfherunge schenkt aan de Utrechtse kerk, welke goederen ingevolge rechterlijke uitspraak zijn ontnomen aan Uffo en zijn broers.
Na zijn dood in 1044 wordt Godfried als graaf van Fivelgo genoemd, waarschijnlijk Godfried II met de baard van Lotharingen. Deze kwam in opstand tegen de keizer, Hendrik III, die vervolgens in 1047 aartsbisschop Adalbart van Bremen met Godfried’s graafschap beleende. Deze was vermoedelijk Adalbert, zoon van Rudolfs broer Herman II van Werle.Betwijfeld moet worden of Godfried ooit Fivelgo heeft bezocht, daar hij tot zijn dood in 1069 hoofdzakelijk in zuid europa actie was.

http://de.wikipedia.org/wiki/Rudolf_von_Werl
Über ihn ist nur wenig bekannt. Seinen Namen verdankte er seinem Onkel. Über seine Enkelin Oda wurde der Vorname von den Grafen von Stade übernommen. Er war Inhaber einer Reichsgrafschaft im Groningerland (Hunse- und Fivelgo). In dieser Eigenschaft ist er noch um 1040 durch Quellen zu fassen. Möglicherweise hat er im Emsland auch Vogteirechte des Klosters Werden verwaltet. Er scheint 1018/19 die Opposition seines Bruders Hermann gegen Heinrich II. und 1025 bis 1027 die Opposition von Mathilde gegen Konrad II. unterstützt zu haben. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann, der um 1045 Richenza aus dem Haus der Ezzonen geheiratet hatte. Ein Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein. Das Totenbuch von Essen verzeichnet ihn am 12. Juni als „Rudolphus comes.“

Zie ook: Opstellen van D J Henstra over middeleeuws Friesland. De Winsumer koninklijke oorkonde van 1057.
http://books.google.nl/books?id=whUETwVMSk0C&pg=PA149&lpg=PA149&dq=rudolf+von+werl&source=bl&ots=_E_VxKJ-p0&sig=X53q1c17M85HFa-O-8rQqJ_dDyQ&hl=nl&sa=X&ei=KWTcUd3HPIjHPOLqgMgB&ved=0CE8Q6AEwBTgK#v=onepage&q=rudolf%20von%20werl&f=false
VIII. Gerberga van Verdun. Gerberga trouwde met Folmar IV van Bliesgouw.
IX. Reinmodis van Verdun.
311812 Erenfried (Ezzo) III paltsgraaf (Ezzo) van Lotharingen, geboren omstreeks 955. Ezzo is overleden op 21-05-1034 in Saalveld, ongeveer 79 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Ezzo: Zie www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/zutphen graven von/
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 992 met de ongeveer 14-jarige
311813 Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978. Mathilde is overleden op 04-11-1025 in Esch, ongeveer 47 jaar oud. Zij is begraven in Brauweiler, abdij..
Notitie bij Mathilde: Zou in totaal 10 kinderen hebben gebaard.
Was een zuster van keizer Otto III.
Overlijdensdatum ook 21-05-1025 in Saalveld.
Mathilde werd in het nonnenklooster Essen opgevoed en onderwezen door haar zelfbewuste en goed opgeleide nicht Mathilde van Schwaben, de dochter van hertog Liudolf.
Was na de dood van haar broer keizer Otto III, de enige overgebleven erfgenaam van de Liudolfinger. Maar de opvolger van Otto III, keizer Hendrik II, meende dat veel goederen rijksbezit waren en hierdoor ontstond een zware strijd om goederen uit de erfenis van Otto III. Toen later ook Hendrik II kinderloos stierf konden de kinderen van Mathilde opnieuw aanspraak maken op vele goederen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993 (zie 155906).
II. Herman II van Lotharingen, geboren omstreeks 994. Herman is overleden op 11-02-1056, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: Aartsbisschop van Keulen.1036-1056. Kanselier van de keizer van Duitsland, aartskanselier van paus Leo IX.
III. Otto II van Schwaben, geboren omstreeks 995. Otto is overleden op 07-09-1047 in Keulen, op de Tomberg., ongeveer 52 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Otto: Paltsgraaf van Lotharingen 1034-1045 aan de Rijn, hertog van Zwaben 1045-1047, graaf van de Deutzgau 1025-1047
Otto trouwde met Mathilde von Egisheim.
IV. Richenza van Lotharingen, geboren omstreeks 996. Richenza is overleden op 21-03-1063, ongeveer 67 jaar oud. Richenza trouwde met Mieczylav hertog van Polen. Mieczylav is geboren in 990. Mieczylav is overleden op 10-05-1034, 43 of 44 jaar oud.
Notitie bij Mieczylav: Mieczylav II Lambert "De Vadsige" (Mieszko) van Polen.
V. Wazela van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Wazela trouwde met Rutger van Kleef. Rutger is geboren omstreeks 995. Rutger is overleden in 1050, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Rutger: Graaf van van Kleef 1020-50 en Zutphen, zoon van Diederik I (Durk, Thierry) van de Betuwe en Lutgard van Hamaland.
Rutger I is afstammeling van Karel de Grote. Aanvankelijk noemden zij zich ook de heren van Zutphen. Omdat Boudewijn IV hun gebieden in Ename had veroverd wende Rutger en zijn broer zich waarschijnlijk rond 1033 tot Koenraad II. Daar klaagden ze dat ze slachtoffer waren geworden van de door het heilige Roomse Rijk verloren gegane gebieden in Vlaanderen. Ter compensatie kreeg Gerard het gebied Wassenberg en kreeg zijn broer Rutger het gebied Kleef waar hij stamvader werd van het geslacht van Kleef. Deze gebieden waren vrij gekomen na de moord van Adela van Hamaland op Wichman III van Vreden (wiens goederen aansloten aan Hamaland). Hierdoor kwam het goed van Wichman vrij en werd het gebied van Adela en haar echtgenoot Balderik (Graaf van Drenthe en Salland) door de keizer geconfisqueerd. Het gebied van Rutger omvatte behalve Kleef ook Kalkar (waarschijnlijk inclusief het klooster), Zyfflich, Bedburg en Xanten. Verder werd hij leenman van goederen op de Betuwe, en mocht hij tol heffen bij Kellen en Huissen. Rutger I werd opgevolgd door zijn zoon Rutger II.
1007 juni 4 (Mainz). Hendrik II, Duits koning en Keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders als keizerlijke voogden (tutores). Sloet nr. 150. Regesten Roermond
VI. Adelheid van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Adelheid is overleden vóór 1011, ten hoogste 14 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Abdis van St Gertrudis in Nivellis
VII. Ida van Lotharingen, geboren omstreeks 998. Ida is overleden omstreeks 1060, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Ida: Abdis van het klooster St Maria te Keulen
Ida trouwde met Georg I von Hirscher.
VIII. Mathilde van Lotharingen, geboren omstreeks 1000.
Notitie bij Mathilde: Abdis van het klooster te Villich.
IX. Theofanu van Lotharingen, geboren omstreeks 1002. Theofanu is overleden op 05-03-1056, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Theofanu: Abdis van St Cosmos te Essen.
X. Heilwich van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Heilwich is overleden op 21-09-1076, ongeveer 71 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Abdis van het stift St Maria te Neuss.
XI. Sophia van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Sophia is overleden omstreeks 1035, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Abdis van St Maria te Gandersheim.
311814 Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975. Otto is overleden op 05-06-1036, 60 of 61 jaar oud.
Notitie bij Otto: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/otto-i-zutphen.html
Hij is graaf in Neder-Lahngouw, Engersgouw, Einrichgouw, Wetterau, Niddagouw en mogelijk ook Deutzgouw. Uit deze opsomming mag blijken dat de verwerving van Zutphen van ondergeschikt belang is, mede gezien de omstandigheid dat aan Zutphen geen grafelijke titel is verbonden.
Het is misplaatst om Otto I ’van Zutphen’ te noemen, want Otto I is elders meervoudig graaf en slechts heer van Zutphen. Otto I komt in de Zutphense bronnen zelden voor, waardoor het ontstaan van graafschap Zutphen onduidelijk is.
De identificatie van Otto van Hammerstein als Otto I van Zutphen is door Jackman recentelijk (1990-2000) in verschillende publicaties nieuw leven ingeblazen.
Hij trouwde met
311815 Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975. Irmengard is overleden op 10-03-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Udo van Hammerstein. Udo is overleden in 1034. Udo bleef kinderloos.
II. NN van Hammerstein. NN trouwde met Wigger van NN.
III. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003 (zie 155907).

Generatie 20 (edelovergrootouders)

600592 Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890. Egbert is overleden in 967, ongeveer 77 jaar oud.
Hij trouwde met
600593 NN van Stade.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman de oudere Billung, geboren omstreeks 910. Wichman is overleden in 944, ongeveer 34 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Wichman bezat een groot graafschap in de Elbe-Weser regio, graaf van de Bardengau.
Zijn kinderen waren vermoedelijk nog jong toen Wichman stierf en zij zouden zijn opgegroeid, na 944, aan het hof van keizer Otto I, waarvan zij neven waren.
Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/richenza_von_northeim_erbin_von_harsefeld.html
Wichman trouwde met Beatrice van Ringelheim. Zie 4989010,VI voor persoonsgegevens van Beatrice.
II. Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912 (zie 300296).
600596 Irminfried van Kleef.
Notitie bij Irminfried: Zie Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein. Hein H. Jongbloed.
Hij trouwde met
600597 Gisela (Keila) van Thuringen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ricfried van Kleef.
II. Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950 (zie 300298).
600598 Wichman IV van Hamaland, geboren in 927. Wichman is overleden vóór 975, ten hoogste 48 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Wichman: Overleden op 20 juni in een jaar voor 975.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland (de Liemers en de Graafschap)
Was een van de aanzienlijkste heersers aan de Nederrijn.
Zeer rijk en van buitengewoon oude adel.
Stichtte het vrouwenklooster Elten (voor adellijke vrouwen) in 968, na de dood van zijn zoon en beoogd opvolger Wichman.
In een oorkonde van 29 juni 968 schenkt keizer Otto I aan het stift Elten alles wat graaf Wichman op Urk, in Salland en in de graafschappen Naardingerland en Hamaland van hem in leen had gehouden.
Op 3 augustus 970 bevestigde keizer Otto de giften die graaf Wichman aan het klooster had gedaan, waaronder ook de inkomsten uit Hunsingo, Fivelgo, Marne en Middagsterland.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 947 met de ongeveer 12-jarige
600599 Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935. Liutgard is overleden op 15-10-962, 26 of 27 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Hamaland, geboren omstreeks 950. Liutgard is overleden omstreeks 995, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Liutgard: Was de eerste abdis van het door haar vader gestchte jufferenstift Elten in 968.
Schonk haar aandeel in de erfenis van haar vader aan dit klooster, even na 973.
Liutgard trouwde met Gozelo van Aspel. Gozelo is geboren omstreeks 950. Gozelo is overleden na 1015, minstens 65 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Graaf van Hamaland en de Lüttichgau, Heer van Hengebach -1011 en Aspel, zoon van Richard I (Richiso, Richarri, Richwin) van Metz en Ermentrudis van Hamaland, geboren ±960 Aspel, overleden na 1015
II. Adela van Hamaland, geboren in 952 (zie 300299).
III. Wichman V van Hamaland, geboren in 958. Wichman is overleden in 966, 7 of 8 jaar oud.
623616 Gozelo van Ardennengouw.
Hij trouwde met
623617 Oda van Metzgouw.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937 (zie 311808).
623618 Herman 1 Hertog van Saksen Billung (dezelfde als 300296 in generatie 19).
Hij trouwde (2) met
623619 Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803. Hildegard is overleden in 857, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Hildegard: Ook vermeld als Hildegard van Westerburg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939 (zie 311809).
II. Swanehilde Billung. Swanehilde is overleden op 26-11-1014. Swanehilde trouwde met Liutheri van NN. Liutheri is overleden op 05-09-929 in Lenzen.
III. Bernhard I von Sachsen Billung, geboren omstreeks 955. Bernhard is overleden op 09-02-1011 in Corvey, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen.
Steunde in 1002 Ekkehard van Saksen, markgraaf van Meissen, als kandidaat voor de Duitse kroon.
Hertog van Sachsen tussen 973 en 1011.
http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/sachsen/bernhard_1_herzog_von_sachsen_1011_billunger/bernhard_1_herzog_von_sachsen_+_1011.html
Bernhard trat 973 die Nachfolge seines Vaters Hermann Billung an, dessen Befugnisse er wesentlich erweitern konnte. In den Jahren 974,983 und 994 wehrte er Vorstöße der Dänen in das Reichsgebiet ab. Nach dem Tode OTTOS II. hatte er entscheidenden Anteil daran, dass der Versuch Heinrichs des Zänkers, König zu werden, scheiterte und dass der junge OTTO III. als König anerkannt wurde. Auf einem Reichstag zu Quedlinburg übte er 986 das Amt des Marschalls aus; 991 und 995 beteiligte er sich an den Feldzügen OTTOS III. gegen die Slawen. Im Innern Sachsens baute er den Herrschaftsbereich der BILLUNGER, vor allem im Bardengau und an der mittleren Weser, aus. Bei der Nachwahl HEINRICHS II. durch die Sachsen im Jahre 1002 in Merseburg wies er als Sprecher des Stammes den König durch die Übergabe der heiligen Lanze erneut in die Herrschaft im Reiche ein, nachdem dieser das sächsische Stammesrecht bestätigt hatte. War sein Vater noch der Vertreter des Königs in Sachsen gewesen, so wurde Bernhard als Herzog der Repräsentant des Stammes gegenüber der Krone.
Bernhard trouwde met Hildegard von Stade. Hildegard is een dochter van Hendrik de kale von Stade.
623626 Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955. Otto is overleden op 07-12-983, 27 of 28 jaar oud.
Hij trouwde met
623627 Theofano van Byzanthia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Saksen.
II. Sophie van Saksen.
III. Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978 (zie 311813).
IV. Otto III van Duitsland, geboren omstreeks 980. Otto is overleden in 1002, ongeveer 22 jaar oud.
Notitie bij Otto: Na zijn dood kozen de rijksgroten Ekkehard, markgraaf van Meissen, als de opvolger voor Otto III als koning van Duitsland. De steun kwam ook van Bernard I Billung, hertog van Saksen als opvolger van zijn vader Herman.
Ekkehard werd echter vermoord. Hendrik II, hertog van Beieren, werd toen gekozen tot nieuwe koning van Duitsland.
Otto bleef kinderloos.
623628 Heribert van Kinziggouw.
Hij trouwde met
623629 Irmentrud van Lotharingen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975 (zie 311814).
623630 Godfried van Verdun (dezelfde als 311808 in generatie 19).
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
623631 Mathilde von Saksen Billung (dezelfde als 311809 in generatie 19).

Generatie 21 (edelbetovergrootouders)

1201184 Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865. Egbert is overleden omstreeks 930, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Verkrijgt van koning Arnulf, vanwege zijn militaire ondersteuning in de veldtocht tegen de Moraven, een buitengewone rijke gift van 66 koninklijke hoeven in de graafschappen tussen de Leine en de boven Weser in de Bardengau, aan de Elbe.
Egbert erfde de grafelijkheid in Frisia tussen Lauwers en Eems.
Hij trouwde met
1201185 Ida van Herfort.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde van de Wetigau.
II. Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890 (zie 600592).
1201192 Ricfried van Kleef.
Kind van Ricfried uit onbekende relatie:
I. Irminfried van Kleef (zie 600596).
1201196 Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890. Meginhardt is overleden op 15-03-955 in Elten, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Was in 898 minderjarig. Wordt in 921 als graaf vermeld.
Was graaf in Hamaland, Salland, Drenthe, Veluwe, Hunsego, Fivelgo en Naardinkland.
Overleden op de Eltenberg, de residentie van zijn zoon Wichman.
Kwam in opstand tegen koning Otto I in 938. waarna hem de grafelijke rechten zijn ontnomen.
Meginhardt trouwde (1) met Irmintrud.
Hij trouwde (2) met
1201197 Kunigunde.
Kind uit dit huwelijk:
I. Wichman IV van Hamaland, geboren in 927 (zie 600598).
1201198 Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888. Arnulf is overleden op 27-03-965, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gent, st Pieter.
Notitie bij Arnulf: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Graaf van Vlaanderen 918-964. Na de dood van zijn vader graaf van Noord-Vlaanderen
en na de dood van zijn broer Adalofi, heer van Boulogne 933. Veroverde het graafschap Ponthieu.
Bevorderde de kloosterhervormingen van Gerard van Brogne. Deed grote schenkingen aan de St. Pieter te Gent. Trof regelingen met de Westfrankische koning Lotharius ter bescherming van diens jeugdige kleinzoon als opvolger in 962.
Hij trouwde, ongeveer 45 jaar oud, in 933 met de ongeveer 21-jarige
1201199 Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912. Adela is overleden in 959 in Gent, ongeveer 47 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935 (zie 600599).
II. Hildegard van Vlaanderen, geboren omstreeks 937. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud. Hildegard trouwde, ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950 met Dirk II burggraaf van Gent, graaf in Frisia, ongeveer 18 jaar oud. Dirk is geboren omstreeks 932, zoon van NN (Gerulf??) van Frisia. Dirk is overleden op 06-05-988, ongeveer 56 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Egmond.
Notitie bij Dirk: Dirk II (of Diederik II) was een Friese graaf die het feitelijke bewind voerde over drie graafschappen die tezamen het gehele kustgebied tussen de Oosterschelde en het Vlie opvulden, zijnde de gouwen: Masaland(Maasland), Kinhem (Kennemerland) en Texla(Texel). Op 15 juni 950 schonken Dirk II en zijn vrouw Hildegard aan Egmond ter ere van de bijzetting van Sint Adelbert een stenen kloosterkerk. Ook schonken zij het Evangeliarium van Egmond, thans een van Nederlands belangrijkste cultuurhistorische voorwerpen uit de vroege middeleeuwen. Het negende-eeuwse handschrift werd circa 975 door hem verworven en bevat de tekst van de vier evangeliën. Dirk en Hildegard zijn afgebeeld op twee miniaturen, die Dirk voor de gelegenheid aan het boek liet toevoegen. Op 25 augustus 985 kreeg Dirk zijn drie lenen van koning Otto III in vrije eigendom.
Dirk wist tussen 965 en 969, na de dood van zijn schoonvader en de daarop volgende gezagscrisis, in Gent een graafschap te vestigen, dat zich ook uitstrekte over het land van Waas. Boudewijn IV verkrijgt echter het markgraafschap Vlaanderen in leen.
"Vita sancti Alberti"; hierin wordt het leven beschreven van Adalbertus, missionaris eind 7e begin 8e eeuw, en metgezel van Willibrord die onder de Frisii preekte.
Onder graaf Dirk I werden Adalberts relieken overgebracht naar een kerk, die misschien tot het door Dirk I gestichte vrouwenklooster behoorde. Tijdens de heerschappij van Dirk II, burggraaf van Gent en graaf in Frisia, werd het mannenklooster te Egmond gesticht, waar Adalbert speciale verering genoot.
Mogelijk komen deze relieken oorspronkelijk uit een abdij/kerk of klooster bij Emunde, de monding van de Aa bij Grevelingen in Frans Vlaanderen waar Willibrord gepredikt heeft en welk gebouw mogelijk verwoest is en heeft Dirk I het door hem gestichte vrouwenklooster vernoemd naar die plek en het Egmond genoemd. Dit komt in de historie vaker voor; b.v. Assen, ontstaan bij een klooster en vernoemd naar het klooster Assen in Westfalen, waar de eerste abdis waarschijnlijk vandaan kwam.
Dirk trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 950 met [waarschijnlijk] Hildegard van Vlaanderen, ongeveer 13 jaar oud. Hildegard is geboren omstreeks 937, dochter van Arnulf I van Vlaanderen. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud.
III. Boudewijn III van Vlaanderen, geboren in 940. Boudewijn is overleden op 01-01-962, 21 of 22 jaar oud. Boudewijn trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 955 met Mathilde von Saksen Billung, ongeveer 16 jaar oud. Zie 311809 voor persoonsgegevens van Mathilde.
IV. Egbert (Eibret) van Vlaanderen.
1247234 Gerhard van Metz van de Gulikgouw, geboren omstreeks 870. Gerhard is overleden op 22-06-910, ongeveer 40 jaar oud.
Hij trouwde met
1247235 Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878. Oda is overleden na 952, minstens 74 jaar oud. Oda is weduwe van Zwentibold, koning van Lotharingen (±870-900).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Oda van Metzgouw (zie 623617).
II. Benedicta.
Notitie bij Benedicta: Benedicta en Cecilia werden abdis van de abdij te Susteren.
III. Cecilia.
IV. Wigfried van Gulikgouw, geboren omstreeks 900. Wigfried is overleden op 09-07-953, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Wigfried: Aartsbisschop van Keulen 924-953.
V. Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905 (zie 2494518).
1247238 Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879. Karel is overleden op 07-10-929 in Peronne, 50 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 918 met
1247239 Eadgyfu van Engeland.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803 (zie 623619).
1247252 Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912. Otto is overleden op 07-05-973 in Memleben, 60 jaar oud. Hij is begraven in Maagdenburg in de Dom..
Notitie bij Otto: Otto de Grote, koning van Duitsland in 936, Rooms Keizer vanaf 02-02-962 en koning van de Longobarden.
In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 950 brak een nieuwe opstand uit, waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
Vermeld in een oorkonde van 12 februari 940, waarin hij een schenking doet aan de kerk van Spiers. Getuigen bisschop Amalrich van Spiers en graaf Koenraad.
In juli 955 trok hij op tegen de Magyaren, waarbij de Slag op het Lechveld plaatsvond. Zie hiervoor de annalen van Widukind en een scriptie van Niels Janssens: Otto I, de zoektocht naar het Karolingische verelden in de Ottoonse historiografie.
Op 17 januari 966 bevestigt hij de ruil van de curtis Gelmen in de Haspengouw door het OLV stift te Aken tegen goederen van graaf Immo, waaronder in de Molengouw Erkelenz, Hostrich, Berge, Richolferod en Wazzalar. Sloet nr 99.
Als graaf van Haspengouw wordt Werenhari vermeld, van de Molengouw Eremfredi, van de Luikgouw Richari en van de Avelgouw wordt Eberhardi vermeld.
Schenkt in 972, op voorspraak van hertog Otto van Worms (zijn kleinzoon), het marktrecht in Urbach aan het klooster Hornbach.
Otto begon een relatie (1) met Slavin uit voorname familie. Otto is weduwnaar van Edgith (Eadgifu) van Engeland (ovl. 946), met wie hij trouwde (2), 16 of 17 jaar oud, in 929.
Hij trouwde (3) met
1247253 Adelheid van Bourgondie.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik van Duitsland, geboren in 951. Hendrik is overleden in 954, 2 of 3 jaar oud.
II. Mathilde van Duitsland, geboren omstreeks 953. Mathilde is overleden in 999, ongeveer 46 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Abdis van Quedlinburg
III. Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955 (zie 623626).
1247256 Koenraad I van Elzas.
Kind van Koenraad uit onbekende relatie:
I. Heribert van Kinziggouw (zie 623628).
1247258 Megingoz van NN.
Hij trouwde met
1247259 Gerberga van Lotharingen.
Notitie bij Gerberga: Vermeld in de "Vita Adelheidis".
Adel heid was de eerste abdis van het klooster te Vilich bij Bonn. Het klooster werd omstreeks 978 gesticht door haar ouders, Megingoz en zijn vrouw Gerberga, kort na het overlijden van hun enige zoon Godfried. Gerberga, de echtgenote van Megingoz wordt in de Vita een dochter genoemd van “hertog Godfried”, filia exstitit ducis cuiusdam nomine Godefridi.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Irmentrud van Lotharingen (zie 623629).
II. Alverada van Lotharingen.
III. Godfried van Lotharingen. Godfried is overleden in 977. Godfried bleef kinderloos.
IV. Bertrade van Lotharingen.
V. Adelheid van Lotharingen.

Generatie 22 (edeloudouders)

2402368 Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820. Wichman is overleden op 02-02-880, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Zoons van Wichman II verdelen de nalatenschap van hun vader.
Wichman III krijgt de goederen van vaders kant en Meginhard II die van moeders kant.Zie:
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/wichman-ii-hamaland.html
Wichman wordt de stamvader van de hertogen van Saksen.
Na het verdrag van Verdun zal Wichman II, met goedvinden van koning Lotharius I, de grafelijkheid in het Friese gebied tussen Lauwers en Eems hebben verkregen, met daarnaast bezit van leengoederen en eigen goederen uit de erfscheiding.
Wichman sneuvelde in de strijd tegen de Denen in het beneden Elbe gebied.
Hij trouwde met
2402369 Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelbert van de Wetigau.
II. Richild van de Wetigau.
III. Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865 (zie 1201184).
2402392 Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862. Everhard is overleden in 898, ongeveer 36 jaar oud.
Notitie bij Everhard: Staat vermeld als graaf van Hamaland en markgraaf van Friesland.
Legde in 882 de grote ringbugwal aan in Zutfen.
Vermoord Godfried de Deen in 885.
Hij werd in 898 vermoord door de Fries Waldger, zoon van Gerulf, de stamvader van de graven van Holland. (Waldger III van Teisterband)
Als markgraaf van Frisia zullen hem rechten zijn verleend die later zijn genoemd bij zijn achterneef Wichman IV; rechten in Urk, Hunzego, Midgo, Marne, Fivelgo en Naardinkland.
Hij heeft in heel Frisia op strategische plaatsen ring of walburgen laten aanleggen. Vanaf 885 in Oostburg, Souburg, Domburg, Middelburg, Burg-Haamstede, Rijnsburg en Den Burg; stroomopwaarts bij Aalburg en verder in Hamaland bij Zutfen en Elten; versterkt de Hunnenschans bij Uddel en de oude walburg Duno bij Arnhem en legt mogelijk ook de Hunenborg bij Oldenzaal aan.
Everhard trouwde (2) met Adelinde van Grabfeld.
Hij trouwde (1) met
2402393 Wiltrud?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Everhard II van Hamaland.
II. Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890 (zie 1201196).
2402396 Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864. Boudewijn is overleden op 10-09-918, ongeveer 54 jaar oud. Hij is begraven in Gent.
Notitie bij Boudewijn: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Nam na afloop van invallen van de Noormannen in de jaren 879-883 gronden en rechten in bezit in de hele streek tussen Schelde en Artois. Wordt als grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom bestempeld. Wisselde herhaaldelijk van partij in de strijd tussen de diverse Westfrankische koningen en liet aartsbisschop Fulco van Reims (900) en graaf Heribert I van Vermandois (vóór 907) vermoorden. Richtte een groot aantal burchten op ter bescherming van zijn gebied.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 884 met
2402397 Aelfthryth van Wessex.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adalbert van Vlaanderen.
Notitie bij Adalbert: Bisschop van Parijs en proost van Tronchiennes.
II. Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888 (zie 1201198).
2402398 Herbert II van Vermandois.
Hij trouwde met
2402399 Liutgarde van Neustrie.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912 (zie 1201199).
2494470 Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835. Otto is overleden op 30-11-912, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gandersheim, Stiftskerk.
Notitie bij Otto: Graaf in Süd Thüringergau. Hertog van Sachsen vanaf ca 903.
Hij trouwde met
2494471 Hadewich van Babenberg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Thankmar van Sachsen, geboren vóór 876. Thankmar is overleden vóór 912.
II. Liudolf van Sachsen, geboren vóór 876. Liudolf is overleden vóór 909.
Notitie bij Liudolf: Toen zijn broer Hendrik trouwde met Mathilde, was Hendrik de enige zoon van Otto van Sachsen die nog in leven was.
III. Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876 (zie 2494504).
IV. Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878 (zie 1247235).
V. Liutgard van Sachsen, geboren omstreeks 880. Liutgard is overleden op 21-01-923, ongeveer 43 jaar oud.
2494476 Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846. Lodewijk is overleden op 10-04-879 in Compiegne, 32 jaar oud.
Hij trouwde met
2494477 Adelheid van Parijs.
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879 (zie 1247238).
2494478 Edward I (koning) van Engeland.
Kind van Edward uit onbekende relatie:
I. Eadgyfu van Engeland (zie 1247239).
2494504 Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876. Hendrik is overleden op 02-07-936 in Memleben, 59 of 60 jaar oud. Hij is begraven in Quedlinburg.
Notitie bij Hendrik: Koning van 919 tot 936. Hertog van Saksen van 912 tot 936.
Hendrik trouwde (1), 29 of 30 jaar oud, in 906 met Hatheburg (geb. ±878), ongeveer 28 jaar oud. De ontbinding van dit huwelijk werd uitgesproken in 909.
Hij trouwde (2), 32 of 33 jaar oud, in 909 met de ongeveer 13-jarige
2494505 Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896. Mathilde is overleden op 14-03-968 in Quedlinburg, ongeveer 72 jaar oud. Zij is begraven in Stiftskerk Quedlinburg.
Notitie bij Mathilde: Opgevoed in het klooster Herford, dat werd geleid door haar grootmoeder Mathilde, de abdis van dat klooster.
Mathilde stond bekend om haar deugd en schoonheid en daar zij tevens van hoogadellijke afkomst was, was zij een uitstekende kandidaat om koningin van Duitsland te worden. Hendrik reisde incognito naar Herford en werd spontaan verliefd en vroeg direct bij grootmoeder Mathilde om de hand van haar kleindochter. Die verkreeg hij en al de volgende dag schijnt het paar afgereisd te zijn naar Wallhausen om het huwelijk te laten voltrekken, zonder de toestemming van de ouders af te wachten. Hendrik gaf Wallhausen met alles wat er bij behoorde aan zijn nieuwe echtgenote Mathilde.
Thietmars von Merseburg schrijft in zijn kronieken dat Hendrik allerminst een onbedorven jongeling was toen hij trouwde met Mathilde. Hij was al 33 jaar en in 906 gehuwd met Hatheburg, dochter van Erwin. Bij Hatheburg had hij een zoon verwekt die de naam Thankmar kreeg.
Zie Daniëlla Müller-Wiegand: Vermitteln-Beraten-Erinnern; Funktionen und Aufgabenfelder von Frauen in der Ottonischen Herrscherfamilie (919-1024). Universiteit van Kassel. Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Philosophie.3 dezember 2003.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912 (zie 1247252).
II. Gerberga van Duitsland, geboren omstreeks 913. Gerberga is overleden na 968, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Gerberga: Vermeld 928-939; geeft de kerk en de villa Echt aan de kerk van St Servaas te Maastricht.
Gerberga:
(1) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, in 929 met Gijsbert van Lotharingen, ongeveer 49 jaar oud. Gijsbert is geboren omstreeks 880. Gijsbert is overleden op 02-10-939, ongeveer 59 jaar oud.
(2) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in 939 met Lodewijk IV van Frankrijk.
III. Hadewich van Duitsland, geboren omstreeks 922. Hadewich is overleden na 958, minstens 36 jaar oud. Hadewich trouwde met Hugo de Grote Hertog van Francie. Hugo is geboren omstreeks 895. Hugo is overleden op 17-06-956, ongeveer 61 jaar oud.
IV. Hendrik I de jongere hertog van Beieren, geboren omstreeks 920. Hendrik is overleden op 01-11-955 in Nordhausen, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Door zijn moeder Mathilde naar voren geschoven om koning te worden omdat Otto niet als koningszoon was geboren. Dat was Hendrik wel. Veel vooraanstaande uit de Saksische adel waren het met Mathilde eens en kozen partij voor Hendrik. In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 954 brak een nieuwe opstand uit waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
V. Bruno van Duitsland, geboren in 05-925. Bruno is overleden op 11-10-965, 40 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Aartsbisschop van Keulen.
Vermaakt in zijn testament o.a. Hengelo en Wessem aan de abdij St Pantaleon te Keulen.
2494506 Rudolf II koning van Bourgondie. Rudolf is overleden in 937.
Hij trouwde met
2494507 Berta von Schwaben.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Bourgondie (zie 1247253).
2494512 Gebhard van Ufgouw. Gebhard is overleden vóór 948.
Kind van Gebhard uit onbekende relatie:
I. Koenraad I van Elzas (zie 1247256).
2494518 Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905. Godfried is overleden omstreeks 952, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Paltsgraaf van Lotharingen vanaf 925, wanneer Lotharingen definitief aan het Duitse rijk wordt toegevoegd.
Vermeld in het gedenkboek van Remiremont met de namen van vrouw en kinderen.
"Gotefridus, Ermendrudis, Gotefridus, Gebehardus, Gerhardus, Adelardus,
Gerberga."
Godfried wordt voor het laatst vermeld in een oorkonde van keizer Otto I, getekend op 1 juni 949 in Nijmegen.
Hij trouwde met
2494519 Ermentrudis, geboren omstreeks 909.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried van Lotharingen.
II. Gebhard van Lotharingen.
III. Gerhard van Lotharingen.
IV. Adelardus van Lotharingen, geboren omstreeks 925.
V. Gerberga van Lotharingen (zie 1247259).

Generatie 23 (edeloudgrootouders)

4804736 Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795. Wichman is overleden in 860, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland door huwelijk.
Hij trouwde met
4804737 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820 (zie 2402368).
II. Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845 (zie 4804784).
4804738 Amelung II, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
4804739 Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800.
Kind uit dit huwelijk:
I. Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820 (zie 2402369).
4804784 Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845. Meginhart is overleden in 881, minstens 36 jaar oud.
Hij trouwde met
4804785 Evesa van de Argengau. Evesa is overleden na 881.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meginhardt III van Hamaland, geboren omstreeks 855. Meginhardt is overleden in 917, ongeveer 62 jaar oud. Meginhardt trouwde met Hildegard.
II. Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862 (zie 2402392).
4804792 Boudewijn I graaf van Terwaan. Boudewijn is overleden op 21-01-879.
Notitie bij Boudewijn: Boudewijn I met de IJzeren Arm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West-Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk). Hij verloor in 862 na zijn schaking van Judith van West-Francië zijn graafschappen maar verzoende zich met haar vader keizer Karel de Kale en werd in 864 opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois). Leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870. Toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar
Italië.
Hij trouwde op 13-12-863 in Auxerre met de ongeveer 19-jarige
4804793 Judith van West Francie, geboren omstreeks 844. Judith is overleden na 870, minstens 26 jaar oud. Judith trouwde (1) met Aethelwulf van Wessex. Judith trouwde (2) met Aethlebald van Wessex.
Kind uit dit huwelijk:
I. Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864 (zie 2402396).
4804794 Alfred I koning van Engeland.
Hij trouwde met
4804795 Elswitha van Gainsborough.
Kind uit dit huwelijk:
I. Aelfthryth van Wessex (zie 2402397).
4988940 Liudolf hertog van Sachsen, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
4988941 Oda von Billung.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835 (zie 2494470).
4988942 Heinrich von Babenberg.
Hij trouwde met
4988943 Judith van Friaul.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hadewich van Babenberg (zie 2494471).
4988952 Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823. Karel is overleden op 06-10-877 in Avrieux, 54 jaar oud.
Hij trouwde met
4988953 Ermentrudis, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden omstreeks 869, ongeveer 39 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846 (zie 2494476).
4989008 Otto van Sachsen (dezelfde als 2494470 in generatie 22).
Hij trouwde met
4989009 Hadewich van Babenberg (dezelfde als 2494471 in generatie 22).
4989010 Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866. Dietrich is overleden na 916, minstens 50 jaar oud.
Notitie bij Dietrich: Graaf van Ringelheim; bisschop van Paderborn.
Hij trouwde, ongeveer 24 jaar oud, omstreeks 890 met de ongeveer 15-jarige
4989011 Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875. Reginhild is overleden op 11-05-932, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Reginhild: Van Reginhild of Reinhilde is niet meer bekend dan dat zij uit een Fries/Deens geslacht stamde. Bekend is dat van ouds de Friese en Deense vorstengeslachten veel contact hadden en dat er onderling uitgehuwelijkt werd. Friezen en Denen gingen vriendschappelijk met elkaar om. Als er dan vanaf ongeveer 800 de zogenaamde Noormannen de streken langs de Noordzee, Frisia en Engeland binnenvallen, dan is dat niet gericht tegen de Friezen, maar tegen de bezetters, de Franken. De Denen beroven voornamelijk goederen die de Franken in bezit hebben genomen en steken de kerken in brand. Omdat de Friezen geen tegenstand boden konden de Denen tot diep in het Frankisch gebied, tot voorbij Keulen, opdringen. Eén van die Denen, bekend als Godfried de Zeekoning, was, evenals een paar voorgangers van hem, door een overeenkomst met de Frankische koning, leenman van grote delen van Frisia geworden. In 885 zond hij zelfs eisen naar de keizer via de Friese graven Gerulf en Gardulf. Dat betekent dat Godfried de Deen deze beide Friese graven goed kende en waarschijnlijk hadden zij familiebanden. Gerulf en Gardolf zijn te traceren in West Frisia, Gerulf met bezit in de gouw Oostergo en in de gouw Sudergo was Gardolf graaf. Reginhilde moet geboren zijn omstreeks 875 en haar ouders moeten dan rond die tijd in het gebied Midden Frisia gezocht worden. Gelet op de tijdbalk zou dan een telg van graaf Gerhart in aanmerking komen. Graaf Gerhart zelf moet een zoon zijn van graaf Gerulf I. Deze is een tijdgenoot van Reginhild van Denemarken, dochter van vorst Horik I van Denemarken. Deze Horik was ook leenman van gebieden in Frisia. Mogelijk is zijn dochter Reginhild getrouwd met graaf Gerulf I en komt de naam Reginhild in het nageslacht terecht. Voormelde graaf Gerhart zou een dochter Reginhild of Reinhilde gehad kunnen hebben welke na 855 is getrouwd met Godfried de Zeekoning, die op dat moment weer terug was in Frisia, na tevergeefs een gooi te hebben gedaan naar het Deense koningschap. Reinhilde en Godfried kunnen ook een dochter hebben gekregen die zij Reginhild hebben genoemd en zo’n dochter zal een uitstkende partij zijn geweest voor Dietrich van Ringelheim. Maar er zijn meerdere constructies denkbaar.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Amalrada van Ringelheim.
Notitie bij Amalrada: Stamt af uit het geslacht van Widukind, een krachtige tegenstander van Karel de Grote.
Amalrada trouwde met Eberhart graaf van Hamaland. Eberhart is overleden in 966.
II. Friederuna. Friederuna is overleden in 916. Friederuna trouwde met Wichman. Wichman is een zoon van Billung, graaf. Wichman is overleden in 944.
III. Bia.
Notitie bij Bia: Moet dezelfde zijn als Beatrice.
IV. Ruotbert. Ruotbert is overleden in 956.
Notitie bij Ruotbert: Was aartsbisschop van Trier van 931 tot 956.
V. Lantbert.
VI. Beatrice van Ringelheim.
Notitie bij Beatrice: Moet dezelfde zijn als Bia.
Beatrice trouwde met Wichman de oudere Billung. Zie 600592,I voor persoonsgegevens van Wichman.
VII. Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896 (zie 2494505).
4989024 Eberhart I van Ortenau. Eberhart is overleden in 902.
Kinderen van Eberhart uit onbekende relatie:
I. Gebhard van Ufgouw (zie 2494512).
II. Eberhard van Maienfeld. Eberhard is overleden in 944.
III. Koenraad van Elzas. Koenraad is overleden in 948.
4989036 Gerhard van Metz van de Gulikgouw (dezelfde als 1247234 in generatie 21).
Hij trouwde met
4989037 Oda van de Hessengau (Saksen) (dezelfde als 1247235 in generatie 21).
4989038 Karel de Eenvoudige, koning.
Hij trouwde met
4989039 Frederuna.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ermentrudis, geboren omstreeks 909 (zie 2494519).

Generatie 24 (edeloudovergrootouders)

9609472 Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780.
Hij trouwde met
9609473 Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herman II van Saksen.
II. Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795 (zie 4804736).
III. Amelung II, geboren omstreeks 800 (zie 4804738).
9609474 Meginhardt I van Isala, geboren omstreeks 780. Meginhardt is overleden omstreeks 850, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Werd graaf van Isala (Salland).
Kind van Meginhardt uit onbekende relatie:
I. NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800 (zie 4804737).
9609476 Bennid I van Saksen (dezelfde als 9609472).
Hij trouwde met
9609477 Egbertha van de Wetigau (dezelfde als 9609473).
9609478 Egbert van Saksen, geboren omstreeks 756. Egbert is overleden omstreeks 810, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Uit: http://www.wikiwand.com/nl/Egbert_van_Saksen
Egbert van Saksen
Egbert I (ca. 756; † voor 811) was graaf van Boroctra in Westfalen en graaf van de Deense Mark en was de zogenaamde Dux der Saksen. Hij wordt beschouwd als de stichter van de adellijke familie van Egbertijnen.
Hoewel hij in de bronnen beschreven wordt als een Saksische graaf, was Egbert waarschijnlijk van adellijke Frankische afkomst. Bovendien werd hij door Karel de Grote benoemd tot de militaire commandant (dux) van de Saksen, tussen de Rijn en de Weser. Op bevel van keizer Karel de Grote nam Egbert samen met andere Saksische graven, waarschijnlijk het gevolg van zijn titel als "Dux", de plaats Esesfeld aan de Stör in en hield deze bezet. Egbert had een aantal goederen in het zuiden van Westfalen, tussen Rijn en Wezer. Op basis van historisch onderzoek bestaat het vermoeden dat de Egbertijnen verwant waren aan de Liudolfingen (Ottonen).

Volgens de Vita Idae was Egbert getrouwd met Ida van Herzfeld, dochter van Frankische adel, en hadden zij samen de volgende kinderen:
Cobbo de Oudere (* 800), graaf van Hrecwiti en Boroctra in Westfalen ongeveer 825-850
Warin, abt van de Abdij van Corvey
Ida, de jongere, tweede echtgenote van graaf Asig (Esiko) van de Saksische Hessengouw en naar wie de Esikonen vernoemd zijn
(Niet zeker:) Addila, na de dood van haar echtgenoot Bunicho en haar zonen, ging ze naar abdij van Herford en werd abdis.
gravin Haduwey, die later abdes werd van Herford, zij huwde met graaf Amalung.
Een dochter van Haduwey en Amalung huwde hoogstwaarschijnlijk met Wichman II (*?-880).
Zij hadden een zoon graaf Egbert Billung, die ten minste twee zonen had, Herman Billung en Wichman de oude.
Hij trouwde met
9609479 Ida van Herzfeld.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cobbo de oudere van Saksen.
II. Warin van Saksen.
III. Ida van Saksen.
IV. Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800 (zie 4804739).
9609568 Wichman II graaf van Hamaland (dezelfde als 4804736 in generatie 23).
Hij trouwde met
9609569 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw (dezelfde als 4804737 in generatie 23).
9609570 Koenraad van de Argengau.
Hij trouwde met
9609571 Adelheid van de Elzas.
Kind uit dit huwelijk:
I. Evesa van de Argengau (zie 4804785).
9609586 Karel II de Kale, keizer van Francie, geboren op 13-06-823 in Frankfurt am Main. Karel is overleden op 06-10-877 in Maurienne, 54 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Nantua, later Saint Denis.
Notitie bij Karel: Uit: Karel de Grote Reeks 1.
Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen. Door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine-Quierzy in september 838 en van Aquitanië op 13-12-838. Strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I die zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) op 25-06-841.
Verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun in augusutus 843. Wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door “bijna alle” wereldlijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond te Orléans in 848. Weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken. Schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het Middenrijk kan leiden. Laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (08-08-869) tot koning van Lotharingen wijden te Metz op 09-09-869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen op 08-08-870. Laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk II door paus Johannes VIII tot keizer kronen te Rome op 25-12-875.
Geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling tot “protector et defensor” (en daarmee feitelijk tot koning) te Pavia febr. 876. Tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28-08-876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele Middenrijk te verwerven maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen op 08-10-876. Treft op een rijksverzameling te Quierzy, waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd, op 14-06-877 voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen maar ziet daartoe in Italië geen kans.
Karel trouwde (2), 46 jaar oud, op 12-10-869 in Bevestid Aix la Chapelle 22-01-870 [bron: Karel de Grote Reeks 1] met NN van Gorze.
Hij trouwde (1), 19 jaar oud, op 13-12-842 in Quierzie met de ongeveer 12-jarige
9609587 Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden op 06-10-869, ongeveer 39 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Judith van West Francie, geboren omstreeks 844 (zie 4804793).
II. Lodewijk II van Francie.
III. Karel het kind van Francie.
IV. Karloman de blinde van Francie.
V. Lotharius van Francie.
VI. Ermentrudis van Francie.
VII. Hildegardis van Francie.
VIII. Gisela van Francie.
IX. Rothrudis van Francie.
9977904 Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers). Lodewijk is overleden op 20-06-840 in Ingelheim, 61 jaar oud. Hij is begraven in Saint Arnould, Metz. Lodewijk is weduwnaar van Ermengarde van Haspengouw (±778-818), met wie hij trouwde (1), 15 of 16 jaar oud, in 794.
Hij trouwde (2), 40 jaar oud, in 02-819 in Aken met de ongeveer 19-jarige
9977905 Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800. Judith is overleden op 19-04-843 in Tours, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Judith: Ook Judith Welfs genoemd
Zij was de tweede vrouw van Lodewijk de Vrome.
Zij is begraven in de Basiliek van Sint Maarten te Tours.
Keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823 (zie 4988952).
9978020 Waltbert graaf van Graingouw, geboren omstreeks 805. Waltbert is overleden in 872, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Waltbert: Stichter van Wildeshausen; graaf in Lerigouw
Waltbert trouwde (1) met Altburg.
Hij trouwde (2) met
9978021 Mathilde van Herfort. Mathilde is overleden in 915.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866 (zie 4989010).
II. Widukind van Graingouw.
III. Imed (Immed) van Graingouw.
IV. Reginberd van Graingouw.
9978022 [misschien] Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830. Godfried is overleden in 885, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godfried: Vermoord bij Heerspijk in de Betuwe.
Notitie bij Godfried: Ook vermeld als Godfried de Zeekoning.
Vermeld in 851 in welk jaar hij plundertochten onderneemt in de landen langs de Noordzee. hij vestigt zich in Normandië.
Vermeld in 881 als onderdrukker van de Friezen, samen met koning Siegfried van de Noren. Zij roven en branden van Frisia tot in België en langs de Rijn tot Trier.
Godfried laat zich in 882 dopen en krijgt een dochter van Lotharius als vrouw en een bruidschat, zijnde de landen die vroeger zijn oom Roruk in leen had.
Hij wordt in 885 vermoord door krijgslieden van markgraaf Hendrik. Het gezag van de Vikingen in deze streken neemt hiermee na 70 jaar een einde.
In 887 vaart koning Siegfried van Noorwegen de Seine op en gaat ook naar Friesland om zich in de rechten te stellen van de twee jaar eerder vermoorde Godfried. Hij wordt echter door de Friezen veslagen. Siegfried sneuvelt uiteindelijk bij Leuven in een strijd met Arnulf, hertog van Karinthië, een kleinzoon van Lodewijk de Duitser.
Godfried trouwde (2), ongeveer 52 jaar oud, in 882 met Gisla van Lotharingen.
Hij trouwde (1), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 860 met [misschien] de ongeveer 20-jarige
9978023 [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840. Reginhilde is overleden vóór 880, ten hoogste 40 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [misschien] Reginmunt van Denemarken.
II. [misschien] Reginhart van Denemarken.
III. [misschien] Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875 (zie 4989011).
IV. [misschien] Reginbert, graaf in Frisia Westerlauwers, geboren omstreeks 875. Reginbert, is overleden na 945, minstens 70 jaar oud.
Notitie bij Reginbert,: Vermeld in 945. Is dan nog in leven.
Schenkt in de periode tussen 900 en 950 goederen gelegen in de omgeving van Franeker in Oostergo. In dezelfde periode hebben een Reginmunt en een Reginhart uitgebreide bezittingen rond Ternaard in Oostergo.
9978048 Udo van Lahngau. Udo is overleden vóór 885.
Hij trouwde met
9978049 Judith van Argengau.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Eberhart I van Ortenau (zie 4989024).
II. Koenraad van Lahngau. Koenraad is overleden in 906.
III. Gebhard hertog van Lotharingen.

Generatie 25 (edeloudbetovergrootouders)

19218944 Amelung van Saksen.
Kind van Amelung uit onbekende relatie:
I. Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780 (zie 9609472).
19218946 Wichman van de Wetigau, geboren omstreeks 750.
Notitie bij Wichman: Was één van de grote steunpilaren van Karel de Grote en werd na de vredesbesprekingen met de Denen, toen de noordgrens van het Frankische rijk werd vastgesteld, als beloning voor bewezen diensten, benoemd tot graaf van de Saksische gouwen langs de kust ten oosten van de Lauwers.
Kind van Wichman uit onbekende relatie:
I. Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780 (zie 9609473).
19219174 Odo van Orleans.
Kind van Odo uit onbekende relatie:
I. Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830 (zie 9609587).
19955808 Karel (de Grote) van Karolingen, geboren op 02-04-748 in Aix-la-Chapelle. Karel is overleden op 28-01-814 in Aken, 65 jaar oud.
Hij trouwde met
19955809 Hildegard van Vinzgouw, geboren omstreeks 758. Hildegard is overleden omstreeks 783, ongeveer 25 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers) (zie 9977904).
19955810 Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775. Welf is overleden op 03-09-825, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Welf: Graaf in het Frankenrijk.
Hij trouwde, ongeveer 19 jaar oud, omstreeks 794 met de ongeveer 16-jarige
19955811 Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778. Heilwich is overleden na 833, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Werd in 826 Abdis van de abdij van Chelles
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf (van Ponthieugouw) van Altorf. Rudolf is overleden op 06-01-866.
II. Hrodo (van Argengouw) van Altorf.
III. Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800 (zie 9977905).
IV. Koenraad (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 800. Koenraad is overleden op 16-02-863, ongeveer 63 jaar oud.
V. Emma van Altorf, geboren omstreeks 808. Emma is overleden op 31-01-876 in Regensburg, ongeveer 68 jaar oud. Emma trouwde met Lodewijk de Duitser van Karolingen. Lodewijk is geboren omstreeks 806, zoon van Lodewijk (de vrome) van Karolingen (zie 9977904) en Ermengarde van Haspengouw. Lodewijk is overleden in 876, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Koning van Beieren
19956044 Harald III Klakk van Haithabu van Denemarken.
Kind van Harald uit onbekende relatie:
I. Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830 (zie 9978022).
19956046 [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820. Alfdag is overleden na 873, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Alfdag: Vermeld is een Alfdag die goederen geschonken heeft aan het klooster Fulda, welke gelegen waren in Hieslum. deze goederen kwamen uit de erfenis van broer Otger en hij deed die schenking samen met zijn broers Wulpolt en Folcwar. De schenking komt voor in een goederenlijst uit de periode 825-842, maar de schenking kan ook later, maar in ieder geval voor 856 plaats hebben gehad.
In 873 is een graaf Alfdag verantwoordelijk voor de verdediging van Oostergo. Dan valt de Deen Rudolf daar binnen, maar deze wordt verslagen, waarbij vermeld wordt dat de bevolking werd geleid door een Deen die reeds lang onder hen woonde. Het kan Alfdag zijn of een dienstman van hem, van Deense afkomst. Van oudsher onderhielden de Friese vorsten/voormannen en die van de Denen vriendschappelijke banden en telgen trouwden onderling. Omdat graaf Gerhart in dezelfde periode schenkingen doet aan Fulda en de grond in dezelfde plaats is gelegen, en gelet op de tijdbalk, is het niet ondenkbeeldig dat Alfdag en broers zonen zijn van Gerhart, en zoniet, dan toch verwant.
Kind van Alfdag uit onbekende relatie:
I. [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840 (zie 9978023).

Generatie 26 (edelstamouders)

39911620 Ruthart van Argengouw.
Hij trouwde met
39911621 Irminsind van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775 (zie 19955810).
39911622 Isanbarth van Thurgouw.
Notitie bij Isanbarth: Was een Saksische edelman
Hij trouwde met
39911623 Theodrada van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778 (zie 19955811).
39912092 [misschien] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805. Gerhart is overleden in 859, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Gerhart: Graaf van Westrichouw, vermeld omstreeks 840 in Hieslum, Westergo.
Schenkt in de periode 825-842, maar in elk geval vòòr 856, goederen aan het klooster Fulda, gelegen in Hieslum.
Hij trouwde met [misschien]
39912093 [misschien] Reginhild van Denemarken, geboren in 810.
Kind uit dit huwelijk:
I. [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820 (zie 19956046).

Generatie 27 (edelstamgrootouders)

79824184 [waarschijnlijk] Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775. Dirk, is overleden omstreeks 822, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Dirk,: Uit: De afstamming van de Hollandse graven; dr. Kees Nieuwenhuizen.
Artikel gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw 126-2, 2009, p. 29 - 39.
..."In de geschreven bronnen over Frisia in de 8ste en 9de eeuw komt de naam Dirk meermalen voor. Een van de twee graven Dirk die in 880 sneuvelden was mogelijk een Fries. Er is een Dirk ‘gratia Dei’ geweest die bezittingen had in noordelijk Frisia en die in 822 stierf, en tenslotte een veldheer Dirk die in 793 in Oost-Friesland zijn laatste gevecht leverde.. Over familiebanden tussen de genoemde Dirken en Gerulfen kan alleen maar gespeculeerd worden. Misschien was een van de twee Dirken die in 880 sneuvelden de ‘missing link’ tussen Gerulf I en II. Verder terug in de tijd is het denkbaar dat Gerulf I een zoon was van Dirk ‘gratia Dei’ († 822). Tenslotte is het mogelijk dat Dirk ‘gratia Dei’ een zoon was van veldheer Dirk († 793). Qua namen vormt het in elk geval een fraaie reeks: veldheer Dirk († 793), Dirk ‘gratia Dei’, Gerulf I, Dirk († 880), Gerulf II en Dirk I van Holland.
Met veldheer Dirk loopt het spoor dood. Hij is - in deze hypothetische reeks - de oudst bekende voorouder van de Hollandse graven. Hij was een verwant van Karel de Grote, maar we weten niet op welke wijze die verwantschap precies liep. Waar hij vandaan kwam weten we ook niet, maar aangezien hij zijn militaire carrière begon in Saksen, in het noordoosten van het Duitse Rijk, is het aannemelijk dat daar zijn geboortegrond lag"...
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
79824185 [waarschijnlijk] Theodrada, geboren omstreeks 777. Theodrada is overleden omstreeks 845, ongeveer 68 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [waarschijnlijk] Gerulf I graaf in Frisia, geboren omstreeks 800. Gerulf is overleden in 853, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Gerulf: Erhard Reg. Historia Westfalica S 11, nr 13.
Vermeld in een oorkonde van 30 mei 839 wanneer hij zijn bezittingen in Westergo terug krijgt van de keizer, welke hem in 834 werden afgenomen wegens zijn samenspanning met Lotharius tegen zijn vader Lodewijk de Vrome.
Vermeld wordt: "goederen in de gouw Westracha, in de villa Cammingehunderi en elders."
Hij zou in 853 zijn toegetreden als monnik tot de abdij van Corvey, waar hij ook is overleden.
II. [waarschijnlijk] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805 (zie 39912092).
79824186 Horik (Erik I) van Denemarken.
Kind van Horik uit onbekende relatie:
I. Reginhild van Denemarken, geboren in 810 (zie 39912093).

Generatie 28 (edelstamovergrootouders)

159648368 Radboud III vorst in Frisia.
Kind van Radboud uit onbekende relatie:
I. Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775 (zie 79824184).
159648370 Bernard.
Kind van Bernard uit onbekende relatie:
I. Theodrada, geboren omstreeks 777 (zie 79824185).
Gegenereerd met Aldfaer-versie 11.0 op 30-09-2024 16:22:43 door A. Post